Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
14-01-2010
Aleide in Afrika
Aleide in Afrika
Vandaag, 14 jan. komtAleide aan in Going, een dorp op een 10 tal
km ten westen van Kaële, in het droge, hoge noorden van Kameroen. Tien jaar
terug kwam ze er een eerste maal met dochter Leen en schoonzoon Aminou en zag,
vanuit haar ecologische achtergrond, dat er veel te doen was. In de maand voor
de nieuwe oogst leed men honger. Aleide startte een graanprojecten schafte een graanmolen aan. Zij ijverde om
de dieren op een afgebakende ruimte te houden om er enerzijds de mest te hebben
en te verhinderen dat de loslopende dieren de begroeiing vernielen. Er werden
putten gegraven en een touwpomp geplaatst. Voor de kinderen werd een
jeugdatelier gestart en voor de vrouwen alfabetiseringscursussen. Het comité
heeft er nu zijn eigen proefterrein met compostbemesting. Voor nog meer info
verwijs ik naar www.cozoego.be
Dit jaar heeft ze als
compagnon Guy Cotemans uit Ekeren, tuinaanlegger. Ik ben benieuwd naar zijn
bevindingen.
Vijf jaar terug ben ik er
ook geweest. In de streek van Maroua, de hoofdstad van de provincie
Extrême-Nord, bezochten we een landbouwproject voor opleiding, opgericht door
een Italiaanse pater. Nog verder naar het noorden ligt Wasa, het interessantste
nationale natuurpark van Kameroen. We zagen er o.a. olifanten. Onvergetelijk is
het Mandara gebergte met Rumsiki, tegen de grens met Nigeria. De basaltkegels
van de vulkanen staan er nog als reusachtige kolommen. De kegel er rond is weggeërodeerd.
We consulteerden de waarzegger met zijn krabbenorakel, die uitspraak doet naargelang de krab zich beweegt, en
blijkbaar ook met inspiratie uit whisky, getuige de hoop flessen. Ik vroeg hem of ik in 2005
veel fruit zou hebben. Zijn antwoord: Er zullen bomen zijn met veel vruchten
en andere niet.
Enkele fotos van vroeger. Al twee maal was er ook een
container-project. De container is zeer geschikt voor de graanopslag.
mag ik u wijzen op een Franse site om enthout te ruilen, www.fruitiers.net ???
Om toegang tot de site te krijgen, is het nodig eerst aan te melden met naam en
wachtwoord.
U krijgt dan een mailtje, waarin u een link aan moet drukken.
Na een tijdje (bij mij duurde het een kwartier) heeft u toegang tot de site.
Ook stuur ik mijn eigen rassenlijst mee, nu wel als .doc document
Met vriendelijke groeten,
Nynke Zijlstra (uit het ondergesneeuwde Friesland; eigen toevoeging)
Opmerking: deze site richt zich tot personen die reeds
kunnen enten.
Nr 1 is onze familie- of generatieboom. Hierop zijn
17 rassen geënt naar de 17 kleinkinderen.
Nr 2 Ashmeads Kernel. Vorig jaar had ik terug een goede oogst verwacht,
maar neen, slechts enkele vruchten.
Deze boom begon
onmiddellijk te treuren na de voorbereiding op de verplanting, nodig voor het
aardgastraché. Ludo Royen had met zijn werkploeg de hoofdwortel die te veel
horizontaal gegroeid was moeten afkorten (april 2006).De boom kwam in okt. op
zijn nieuwe plaats en bleef het volgende groeijaar nauwelijks in leven. In 2008
was er al een behoorlijk herstel. In 2009 lukte het dus nog niet (Nachtvorst?).
2010 luidt hopelijk het definitieve herstel in.
Ashmeads Kernel is een appel
van de 1700 jaren in Engeland, met soms nogal wat verruwing, maar met een zeer
lekkere smaak. Hij bewaart tot februari.
Ik bracht de boom mee uit
Engeland in 1992, onderstam MM106. Het duurde wel een tijd vooraleer de dracht
begon. Daarna was er jaar op jaar een goede oogst. Een van mijn beste appels.
Voor een foto van de vruchten zie de blog van 8/10/09. Mijn vruchten zien er wel niet zo goed uit, meer onregelmatig.
Nr 3 . Mijn parkeerboom. De boom, op MM 106, die ik
noem Ontario Falso was mooi ontwikkeld in de breedte en leende zich
uitstekend voor de omenting (kroonenting): momenteel een twintigtal appelrassen
en (per vergissing) één peer. Vorig jaar waren er al meerdere rassen met
vruchten. Dit jaar verwacht ik nog meer vruchten.
Ribes Nigrum ook zwarte bes of Cassis genoemd.
Heb er verleden jaar drie geplant op een onderlinge afstand van 1,5 meter.
Vraagje echter, hoe breed groeien deze struiken uit????
Mijn antwoord
Anderhalve meter is een beetje krap; 2 m zou beter geweest
zijn. Het hangt ook af van het ras. Ik hoop dat er Titania bij is want dit is een zeer gezond ras, groeit opgericht. Ben Sarek is een ras met zeer grote bessen,
gezond en blijft klein.
Veel belangrijker is dat je jaarlijks de takken met de rijpe
vruchten afsnoeit voor gemakkelijker plukken. De nieuwe scheuten groeien dan
veel beter uit en dragen volgend jaar mooie bessen. Zwarte
bessen dragen op het nieuwe hout.
Ik snoei laaggroeiende, te afhangende takken radicaal weg en
dan volstaat de 1,5 m.
Op 1 januari is het tegen
de avond weer beginnen vriezen. Men voorspelt voor twee weken.
Vannacht 3/1 is er een 3-4
cm sneeuw gevallen. We kunnen ons de volgende nachten aan een flinke duik van
het kwik verwachten, in De Kempen rond -10. Mijn fruit moet nog wat langer in
de kelder (een oude beerput) blijven.
Filip, de vriend van
Mieke stond ons op te wachten en samen reden we naar Het Zonneputteke te
Zoersel voor de festiviteiten.
Feestelijke intrede. Roger
van Dancing 2 Support verzorgde de muziek. Burgemeester Katrien Schrijvers
zette ons in de bloemen, letterlijk en figuurlijk. Als cadeau het glasraam van
de gemeente, gelukwensen van de koning, en bovenop een kopie van onze
huwelijksakte van Schaarbeek.
Een voor een kwamen de
kleinkinderen hun kunstwerk overhandigen. We kregen ook een album met bijdragen
van familie en vrienden.
De hoofdbrok vormde de
uitgebreide revue door de vijf kinderen: Peter, Leen, Veerle, Mieke en Tinneke.
Zoveel herinneringen.
Tijd voor het smakelijke
buffet.
Daarna een aandoenlijk
zangnummer van Keda, de oudste van Leen en een lang viooloptreden van Jonathan
Dhondt, 8 j., het jongste kleinkind en de jongste van Werner en Tinneke, onze
jongste dochter.
Tenslotte een spetterend, acrobatisch
dansnummer door Kaël en Niko, de zonen van Leen en Robin en Pieter, de zonen
van Veerle.
Het dessertbuffet omvatte
nogal wat fruitrijkdom uit onze tuin.
De kleinkinderen troonden
ons op de dansvloer en stoeiden rond ons, terwijl wij min of meer wervelden in
een deugddoende wals (We konden het nog!).
Hierbij onze grote
dank aan allen die bijdroegen aan deze onvergetelijke dag.
Fotomateriaal
Kleinzoon Jonas, de oudste
van Mieke bediende onze Canon. Dit zijn de fotos die hier volgen.
Het professionele
materiaal van René heb ik nog niet gezien.
Ook het filmmateriaal van
Marie Bollansee wacht nog op monteren.
Wij zijn alvast heel blij met het in beelden vastleggen
van deze heugelijke dag.
Huldiging door Katrien
Schrijvers, burgemeester van Zoersel
Glasraam van de gemeente
Jonathan Dhondt, 8, de
jongste van de kleinkinderen
Sarah Beyers, 8, de
jongste van René en Veerle toont haar tekening
Jasmien Dhondt, 10, de
oudste van Werner en Tinneke
Silke Beyers, 11
Onze vijf : Leen, Veerle,
Mieke, Tinneke, Peter (De oudste)
Het was een haast complete
verrassing dat onze gouden bruiloft iets vervroegd gevierd werd. Veerle uit
Canada was hier met Rene en de vier kleinkinderen. En op 20 februari 2010
vertoeft echtgenote Aleide in Kameroen.
Zondagmorgen kwam dochter
Mieke ons weghalen naar haar appartement in Berchem. Een heerlijke chocolade
moussetaart zorgde voor de nodige calorieën. We reden naar Antwerpen en vonden
een parkeerplaats bij de voetgangerstunnel. Wandeling naar de linkeroever. De
wandeling door de lange tunnel, bijna 600 m, is al een attractie op zichzelf.
Het was wel niet te best
wandelweer, maar je hebt een prachtig zicht op de skyline van Antwerpen. We
hadden geluk, want al bij al bleef het bij soms wat lichte motregen bij
tussenpozen.
Een plezante noot vormde
nog een schommel voor max. vier personen, waarop je schommelend ronddraaide.
Eventjes had ik een herinneringsbeeld aan de zwiereltjes uit mijn
kinderjaren.
Terug in stad rustten we
wat uit en dronken we een lekkere Corsendonckse Christmas Ale, hadden een leuk
gesprek met een drietal jonge mensen uit Kallo, en wandelden met Mieke naar "de
Wapper" met het geboortehuis van Paula Smits, de moeder van Aleide. Dit huis is
nu een kantwinkel, schuin tegenover het Rubenshuis.
Fotos van een paar dagen
geleden en de bezwijkende sneeuwman vandaag. Van dooi is nauwelijks iets te
merken bij 1° à 2°.
Gisteren ging ik onder de
sneeuw een paar preien uitsteken. Voor de sneeuw waren die helemaal
vastgevroren. Het verwonderde mij dat de grond al helemaal ontdooid was onder
sneeuw en ik de prei zomaar kon opspitten.
Na de sneeuw van woensdag
kwam er zondag nog eens zoveel bij, in t totaal 15 cm.
De temperatuur steeg tot 1°C
en de sneeuw begon te plakken.
De kleinkinderen bouwden een
2 m hoge sneeuwman.
FOTOS van dochter Leen
1.Mijn
Bramleys Seedling op onderstam Bittenfelder. Op de NBS tuinreis in Engeland
zongen we mee rond de 200 jaar oude moederboom. Zie blogs in september.
2. De koeien van overbuur
Mares houden er toch aan een luchtje
te scheppen.
3. Ik baande een gangpad.
4. Aleide kijkt toe
5. De kop er op
6. De groep bouwers: Keda,
Isis, Jonas, Nico en Kael
7. De 2 m hoge sneeuwman
naast de Reinette Hernaut.
Goed dat je solitaire bijen wil promoten op het
seniorennet. Ik heb het artikel over het kastje van Dries Laget gelezen. Ikzelf
heb ook meegewerkt aan dit project. Glazen
buisjes zou ik willen afraden omdat de resultaten miniem zijn. Het is
fantastisch om de evolutie mee te maken van de nestopbouw en om
foto's hiervan te nemen. Maar de voorste cellen geven enkel resultaat,
meestal de eerste twee. De overige werken tot het popstadium en sterven
dan af, waarschijnlijk door vochtigheid die ontstaat in de glazen buisjes.
Natuurlijke materialen zoals bamboe ademen beter en geven zeer goede
resultaten.
De sneeuw ligt hier 15 cm
dik; op opgewaaide plaatsen nog iets dikker.
Hieronder een paar kiekjes
door een raam.
Vanmiddag was het 1°C en
de kleinkinderen maakten een 2 m hoge sneeuwman.
Links staat de Reinette
Hernaut, destijds nog aangeschaft bij Adams in Ruysbroek. Zijn vader had net
voor de oorlog dit ras op de markt gebracht dat door een meneer Hernaut gevonden
was op het stort in Anderlecht, zoals hij mij vertelde. Spijtig is deze
kwekerij al een paar decennia gestopt met fruitbomenteelt.
In het Pajottenland
spreekt men van de Dubbele Speeckaert. Ik vind dit een uitstekende appel, tot
ongeveer febr. bewaarbaar.
Op het raam het silhouet
van een buizerd.
De andere fotos werden door
het westraam genomen. Dit silhouet van een valk werd eens aangevallen door een sperwer. Ik zat net aan het bureel en zag alles gebeuren.
De liggende boom,
omgestormd in 1992 is de enige resterende boom van vroeger. Toen we hier kwamen
in 1962 was het al een volgroeide boom van 50 jaar.
Het is een Bellefleur met
redelijk grote vruchten, verwant met de Dubbele Bellefleur. De eetkwaliteit
voldoet, maar voor appelmoes is het een werkelijk uitstekend ras. Bewaart eveneens
tot februari.
Achteraan links,
nauwelijks te zien, heb ik een kleine 15 jaar terug op de eerste scheut een
Reinette de Flandre geënt, die intussen op eigen wortel is gaan groeien. Er
waren dit jaar slechts enkele vruchten (Invloed van de vorst eind april?). Een
andere Reinette de Flandre op MM 106, meer beschut, droeg wel overvloedig. De vruchten zijn bruin, met een aangename, iets zurige smaak. Midden december is het beste eraf en zijn ze meer geschikt voor verwerking.
Er zijn veel meer
bijensoorten dan de meesten van ons zich realiseren. Iedereen kent wel de
honingbij maar niet de solitaire bijen, zon 300tal. Alleen al van de
metselbijen komen in de Benelux ruim 20 soorten voor (hoe verder naar het zuiden des te meer
soorten).
Van de
solitaire bijen leeft 70% in de grond en 30% in kieren en gaten.
Bij de
solitaire bijen is er slechts 1 bij, een vrouwtje dat het nest maakt. En toch
is er een zekere aantrekkingskracht. Ze nestelen graag in een kolonie, elk met
zijn eigen nest.
De Rosse Metselbij, Osmia rufa, komt het meest voor en is al actief
van in maart.Ze zijn vaak op
voorjaarsbloeiers te vinden, zoals Blauwe Druifjes. Iemand constateerde dat in
zijn tuin vele mannetjes (zo'n 10 stuks) 's nachts en in koude tijden dezelfde
rustplaats gebruiken.
De bij is slechts enkele maanden
actief op een jaar. In die periode gaat elk vrouwtje op zoek naar een geschikte
nestplaats, in hout, stengels of tussen stenen. Dan begint het vrouwtje met een
aantal foerageervluchten. Daarbij wordt stuifmeel verzameld dat achteraan in de
nestholte wordt opgestapeld. Wanneer voldoende stuifmeel is verzameld, legt het
vrouwtje er een eitje op. Hiervoor wordt dan een wand gebouwd van modder en
speeksel, zodat er een cel ontstaat. Daarna wordt alles herhaald tot de holte
volgebouwd is met cellen. De solitaire bij meet altijd eerst de lengte van een
cel en bouwt dan een drempel op de plek waar de volgende wand moet komen.
Daarna wordt het stuifmeel aangevoerd en het eitje gelegd, om tot slot de
drempel uit te bouwen tot een gesloten wand.
In de laatst gebouwde cellen worden onbevruchte eitjes gelegd, hieruit zullen
de mannetjes komen. De opening vooraan wordt afgesloten met een stevige
mengeling van speeksel met modder, plantenmateriaal of zand, zodanig dat het
broed goed beschermd is. Vandaar hun naam: metselbijen.
In de cellen ontwikkelen de
eitjes zich tot larven die zich voeden met het stuifmeel. In het voorjaar als het stuifmeel
op is komen eerst de mannelijke bijen uit het nest gekropen. Deze wachten
bij de nestplek tot de vrouwtjes uitkomen die dan meteen bevrucht worden.
Speciaal aan deze levenswijze is dat de solitaire bijen dus nooit hun
nageslacht zien, want de volwassen bijen sterven zodra voldoende nesten belegd
zijn.
Omdat solitaire bijen vooral stuifmeel verzamelen en nectar
bijna alleen gebruiken voor de eigen energievoorziening zijn het veel betere
bestuivers dan de honingbij. Honingbijen durven de bloemen vaak te beroven van
hun nectar zonder daarbij de meeldraden aan te raken. Slechts een klein
percentage van de door honingbijen bezochte bloemen wordt daadwerkelijk (goed) bestoven,
terwijl de solitaire bijen bij bloembezoek voor 97% bestuiving zorgen. Hierdoor
is één solitaire bij op het vlak van bestuiving equivalent aan 120 werksters
van honingbijen.
In Wageningen stelde men vast dat de rode metselbij (Osmia
rufa) voor een goede bestuiving zorgt bij
appels tot een straal van 100 meter van het nest. Verder dan 600m vliegt deze
bij nooit.
Boomgaard
metselbijen zijn aangepast aan een koel klimaat en ze vliegen ook bij fris,
zelfs in druilerig weer. Ze doen al ijverig aan bestuivingwerk wanneer de
honingbijen nog in hun kast zitten. Metselbijen hebben een voorkeur voor
vruchtbloesems van appels, kersen, pruimen, perziken en ander steenfruit, maar
bezoeken ook andere bloemen.
De
populatie van deze bij kan spontaan ontstaan door goede nestplaatsen te maken.
Eventueel is de opbouw van de populatie te stimuleren door een aantal bijen uit
te zetten in de boomgaard.
In een
oude heg naast een boomgaard vinden solitaire bijen veel nestgelegenheid in de
gaten van oudere takken.
Zelf
kan men blokken hout aanbrengen, waarin met boren nr 5 tot 10, aan één kant, ongeveer 10 cm lange gaten
geboord zijn. Men hangt het blok op met de openingen naar het zuiden gericht,
en wat beschut tegen de regen. Na een tweetal jaar is het wenselijk een nieuw
nestblok te voorzien. Het oude nest geraakt vervuild.
Je kan
ook bamboestokjes gebruiken. Zie blog van 9/12.
Men
moet geen schrik hebben van deze bijen. Het zijn vredige dieren. Ze hebben wel
een angel, die meer dienst doet als legboor. Ze gebruiken hun angel enkel
wanneer ze in ernstig gevaar zijn, bv wanneer je ze vangt in je hand. Ze vallen
niet aan om hun nest te verdedigen en slaan geen alarm voor de anderen.
Aldus is de rosse
metselbij de perfecte bestuiver voor
de fruitliefhebber met zijn beperkt aantal bomen. Je kan ze zelf lokken door
het aanbrengen van nestgelegenheid. Ze zijn veilig voor mens en dier. Spelende
kinderen rond het nest lopen absoluut geen gevaar.
FOTOMATERIAAL
Nestkastje van het Solitaire
Bijenproject van de universiteit van Gent met Dries Laget www.solitairebijen.be
Dit project startte in 2005. De
foto werd genomen begin april 2007, het zeer warme voorjaar. Dit project werd
intussen stopgezet.
De tweede foto werd nu genomen.
Er zijn nog slechts een paar dichtgemetselde buisjes. De rest zou best tegen
het voorjaar grondig gekuist worden. Het zijn glazen buisjes in een plastieken
kokertje.
Foto 3
toont een demonstratiekastje dat ik een 7 tal jaar geleden aanschafte in Het
Wielewaalhuis/Natuurpunt te Turnhout. Men ziet de glazen buisjes. Met de vorst
kreeg ik de zijkant niet open. Dit kastje is zeker ook aan reiniging toe.
De Vlaamse Regering heeft beslist om een subsidie van 160.000 euro van het
budget 2009 toe te kennen aan de vzw CCBT om haar werking te ontplooien. Doel
van het Coördinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting
Biologische Teelt, kortweg vzw CCBT, is het praktijkgericht onderzoek en
voorlichting ten behoeve van de biologische teelt te coördineren en te
stimuleren in Vlaanderen en hiermee de dynamiek van de biologische teelt te
bevorderen. Partners zijn ondermeer de proefcentra die al gericht zijn op
biologische teelt en waar behoeftes zijn naar biologische teelt.
De oprichting van de vzw CCBT is een van de acties van het Strategisch Plan
Biologische Landbouw 2008 2012 dat onderschreven wordt door Vlaams minister
Kris Peeters en de drie landbouworganisaties (Boerenbond, Algemeen
Boerensyndicaat, BioForum).
De vzw CCBT heeft als doel het praktijkgericht onderzoek en voorlichting ten
behoeve van de biologische teelt te coördineren en te stimuleren in Vlaanderen.
Het resultaat van het praktijkgericht onderzoek en voorlichting moet in eerste
instantie zorgen voor een optimalisatie van de biologische teeltmethode, de
introductie van nieuwe technieken en de rendabilisering van de bedrijfsvoering.
In tweede instantie zal het praktijkgericht onderzoek en voorlichting bijdragen
tot de verduurzaming van de gangbare landbouw door kennisuitwisseling.
De vzw CCBT zal ondermeer als taak hebben het inventariseren
en opvolgen van de noden inzake praktijkgericht onderzoek en voorlichting
biologische teelt, het coördineren van het praktijkgericht onderzoek
biologische landbouw, het coördineren en stimuleren van de voorlichting,
afstemming met andere actoren in het onderzoek, ...
Partners zijn dan ook ondermeer de proefcentra die al gericht zijn op
biologische teelt of waar behoeftes zijn naar biologische teelt. Verder zijn er
in de vzw CCBT ook landbouwers vertegenwoordigd of vertegenwoordigers van
landbouworganisaties, alsook een vertegenwoordiger van de afzetorganisaties en
een gedeputeerde voor landbouw.
Na de eerste vriesnacht
half oktober en daarna een vrij warme november, is het nu al een week echt winterweer met vorst overdag.
Woensdag 16 dec. kregen we een pak sneeuw van 7 cm.
En op de sneeuw krijg je
steviger vorst. Vrijdagmorgen constateerde ik -6°C . Ik riskeerde het niet om
de spruiten nog langer te laten staan.
Trouwens hoeveel vorst
kunnen spruiten verdragen zonder dood te vriezen? In het Velthandboek
Ecologisch Tuinieren lees ik: Normaal blijven de spruiten aan de plant tot
het moment van de oogst. Slechts in zeer strenge winters kan dat een keer
slecht aflopen. Dit was vorig jaar met mijn laatste spruiten het geval, maar
toen vroor het -15°C. Ik vraag mij af vanaf welke vriestemperatuur het gevaarlijk wordt en zeker met een insnijdende oostenwind? (Wat gelukkig op dit ogenblik nog niet het geval is. Want dan lijden bramen en braambozen sterk door het uitdrogend effect).
Ik heb nog vlug de laatste
spruiten binnengehaald en ter controle één plant laten staan. Vanmorgen, zaterdag
zag ik op de thermometer om half 10 nog -11°. Op de middag was dit -4°.Om 16u30 reeds - 8°: we gaan een bitterkoude nacht te gemoet, tenzij de beloofde sneeuw vroeger komt!
Morgen verwacht men nog
wat sneeuw. Vanaf midden volgende week zou het minder koud worden.