Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
20-12-2009
Door het Raam
Door het Raam
(zo
19 dec.)
De sneeuw ligt hier 15 cm
dik; op opgewaaide plaatsen nog iets dikker.
Hieronder een paar kiekjes
door een raam.
Vanmiddag was het 1°C en
de kleinkinderen maakten een 2 m hoge sneeuwman.
Links staat de Reinette
Hernaut, destijds nog aangeschaft bij Adams in Ruysbroek. Zijn vader had net
voor de oorlog dit ras op de markt gebracht dat door een meneer Hernaut gevonden
was op het stort in Anderlecht, zoals hij mij vertelde. Spijtig is deze
kwekerij al een paar decennia gestopt met fruitbomenteelt.
In het Pajottenland
spreekt men van de Dubbele Speeckaert. Ik vind dit een uitstekende appel, tot
ongeveer febr. bewaarbaar.
Op het raam het silhouet
van een buizerd.
De andere fotos werden door
het westraam genomen. Dit silhouet van een valk werd eens aangevallen door een sperwer. Ik zat net aan het bureel en zag alles gebeuren.
De liggende boom,
omgestormd in 1992 is de enige resterende boom van vroeger. Toen we hier kwamen
in 1962 was het al een volgroeide boom van 50 jaar.
Het is een Bellefleur met
redelijk grote vruchten, verwant met de Dubbele Bellefleur. De eetkwaliteit
voldoet, maar voor appelmoes is het een werkelijk uitstekend ras. Bewaart eveneens
tot februari.
Achteraan links,
nauwelijks te zien, heb ik een kleine 15 jaar terug op de eerste scheut een
Reinette de Flandre geënt, die intussen op eigen wortel is gaan groeien. Er
waren dit jaar slechts enkele vruchten (Invloed van de vorst eind april?). Een
andere Reinette de Flandre op MM 106, meer beschut, droeg wel overvloedig. De vruchten zijn bruin, met een aangename, iets zurige smaak. Midden december is het beste eraf en zijn ze meer geschikt voor verwerking.
Er zijn veel meer
bijensoorten dan de meesten van ons zich realiseren. Iedereen kent wel de
honingbij maar niet de solitaire bijen, zon 300tal. Alleen al van de
metselbijen komen in de Benelux ruim 20 soorten voor (hoe verder naar het zuiden des te meer
soorten).
Van de
solitaire bijen leeft 70% in de grond en 30% in kieren en gaten.
Bij de
solitaire bijen is er slechts 1 bij, een vrouwtje dat het nest maakt. En toch
is er een zekere aantrekkingskracht. Ze nestelen graag in een kolonie, elk met
zijn eigen nest.
De Rosse Metselbij, Osmia rufa, komt het meest voor en is al actief
van in maart.Ze zijn vaak op
voorjaarsbloeiers te vinden, zoals Blauwe Druifjes. Iemand constateerde dat in
zijn tuin vele mannetjes (zo'n 10 stuks) 's nachts en in koude tijden dezelfde
rustplaats gebruiken.
De bij is slechts enkele maanden
actief op een jaar. In die periode gaat elk vrouwtje op zoek naar een geschikte
nestplaats, in hout, stengels of tussen stenen. Dan begint het vrouwtje met een
aantal foerageervluchten. Daarbij wordt stuifmeel verzameld dat achteraan in de
nestholte wordt opgestapeld. Wanneer voldoende stuifmeel is verzameld, legt het
vrouwtje er een eitje op. Hiervoor wordt dan een wand gebouwd van modder en
speeksel, zodat er een cel ontstaat. Daarna wordt alles herhaald tot de holte
volgebouwd is met cellen. De solitaire bij meet altijd eerst de lengte van een
cel en bouwt dan een drempel op de plek waar de volgende wand moet komen.
Daarna wordt het stuifmeel aangevoerd en het eitje gelegd, om tot slot de
drempel uit te bouwen tot een gesloten wand.
In de laatst gebouwde cellen worden onbevruchte eitjes gelegd, hieruit zullen
de mannetjes komen. De opening vooraan wordt afgesloten met een stevige
mengeling van speeksel met modder, plantenmateriaal of zand, zodanig dat het
broed goed beschermd is. Vandaar hun naam: metselbijen.
In de cellen ontwikkelen de
eitjes zich tot larven die zich voeden met het stuifmeel. In het voorjaar als het stuifmeel
op is komen eerst de mannelijke bijen uit het nest gekropen. Deze wachten
bij de nestplek tot de vrouwtjes uitkomen die dan meteen bevrucht worden.
Speciaal aan deze levenswijze is dat de solitaire bijen dus nooit hun
nageslacht zien, want de volwassen bijen sterven zodra voldoende nesten belegd
zijn.
Omdat solitaire bijen vooral stuifmeel verzamelen en nectar
bijna alleen gebruiken voor de eigen energievoorziening zijn het veel betere
bestuivers dan de honingbij. Honingbijen durven de bloemen vaak te beroven van
hun nectar zonder daarbij de meeldraden aan te raken. Slechts een klein
percentage van de door honingbijen bezochte bloemen wordt daadwerkelijk (goed) bestoven,
terwijl de solitaire bijen bij bloembezoek voor 97% bestuiving zorgen. Hierdoor
is één solitaire bij op het vlak van bestuiving equivalent aan 120 werksters
van honingbijen.
In Wageningen stelde men vast dat de rode metselbij (Osmia
rufa) voor een goede bestuiving zorgt bij
appels tot een straal van 100 meter van het nest. Verder dan 600m vliegt deze
bij nooit.
Boomgaard
metselbijen zijn aangepast aan een koel klimaat en ze vliegen ook bij fris,
zelfs in druilerig weer. Ze doen al ijverig aan bestuivingwerk wanneer de
honingbijen nog in hun kast zitten. Metselbijen hebben een voorkeur voor
vruchtbloesems van appels, kersen, pruimen, perziken en ander steenfruit, maar
bezoeken ook andere bloemen.
De
populatie van deze bij kan spontaan ontstaan door goede nestplaatsen te maken.
Eventueel is de opbouw van de populatie te stimuleren door een aantal bijen uit
te zetten in de boomgaard.
In een
oude heg naast een boomgaard vinden solitaire bijen veel nestgelegenheid in de
gaten van oudere takken.
Zelf
kan men blokken hout aanbrengen, waarin met boren nr 5 tot 10, aan één kant, ongeveer 10 cm lange gaten
geboord zijn. Men hangt het blok op met de openingen naar het zuiden gericht,
en wat beschut tegen de regen. Na een tweetal jaar is het wenselijk een nieuw
nestblok te voorzien. Het oude nest geraakt vervuild.
Je kan
ook bamboestokjes gebruiken. Zie blog van 9/12.
Men
moet geen schrik hebben van deze bijen. Het zijn vredige dieren. Ze hebben wel
een angel, die meer dienst doet als legboor. Ze gebruiken hun angel enkel
wanneer ze in ernstig gevaar zijn, bv wanneer je ze vangt in je hand. Ze vallen
niet aan om hun nest te verdedigen en slaan geen alarm voor de anderen.
Aldus is de rosse
metselbij de perfecte bestuiver voor
de fruitliefhebber met zijn beperkt aantal bomen. Je kan ze zelf lokken door
het aanbrengen van nestgelegenheid. Ze zijn veilig voor mens en dier. Spelende
kinderen rond het nest lopen absoluut geen gevaar.
FOTOMATERIAAL
Nestkastje van het Solitaire
Bijenproject van de universiteit van Gent met Dries Laget www.solitairebijen.be
Dit project startte in 2005. De
foto werd genomen begin april 2007, het zeer warme voorjaar. Dit project werd
intussen stopgezet.
De tweede foto werd nu genomen.
Er zijn nog slechts een paar dichtgemetselde buisjes. De rest zou best tegen
het voorjaar grondig gekuist worden. Het zijn glazen buisjes in een plastieken
kokertje.
Foto 3
toont een demonstratiekastje dat ik een 7 tal jaar geleden aanschafte in Het
Wielewaalhuis/Natuurpunt te Turnhout. Men ziet de glazen buisjes. Met de vorst
kreeg ik de zijkant niet open. Dit kastje is zeker ook aan reiniging toe.
De Vlaamse Regering heeft beslist om een subsidie van 160.000 euro van het
budget 2009 toe te kennen aan de vzw CCBT om haar werking te ontplooien. Doel
van het Coördinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting
Biologische Teelt, kortweg vzw CCBT, is het praktijkgericht onderzoek en
voorlichting ten behoeve van de biologische teelt te coördineren en te
stimuleren in Vlaanderen en hiermee de dynamiek van de biologische teelt te
bevorderen. Partners zijn ondermeer de proefcentra die al gericht zijn op
biologische teelt en waar behoeftes zijn naar biologische teelt.
De oprichting van de vzw CCBT is een van de acties van het Strategisch Plan
Biologische Landbouw 2008 2012 dat onderschreven wordt door Vlaams minister
Kris Peeters en de drie landbouworganisaties (Boerenbond, Algemeen
Boerensyndicaat, BioForum).
De vzw CCBT heeft als doel het praktijkgericht onderzoek en voorlichting ten
behoeve van de biologische teelt te coördineren en te stimuleren in Vlaanderen.
Het resultaat van het praktijkgericht onderzoek en voorlichting moet in eerste
instantie zorgen voor een optimalisatie van de biologische teeltmethode, de
introductie van nieuwe technieken en de rendabilisering van de bedrijfsvoering.
In tweede instantie zal het praktijkgericht onderzoek en voorlichting bijdragen
tot de verduurzaming van de gangbare landbouw door kennisuitwisseling.
De vzw CCBT zal ondermeer als taak hebben het inventariseren
en opvolgen van de noden inzake praktijkgericht onderzoek en voorlichting
biologische teelt, het coördineren van het praktijkgericht onderzoek
biologische landbouw, het coördineren en stimuleren van de voorlichting,
afstemming met andere actoren in het onderzoek, ...
Partners zijn dan ook ondermeer de proefcentra die al gericht zijn op
biologische teelt of waar behoeftes zijn naar biologische teelt. Verder zijn er
in de vzw CCBT ook landbouwers vertegenwoordigd of vertegenwoordigers van
landbouworganisaties, alsook een vertegenwoordiger van de afzetorganisaties en
een gedeputeerde voor landbouw.
Na de eerste vriesnacht
half oktober en daarna een vrij warme november, is het nu al een week echt winterweer met vorst overdag.
Woensdag 16 dec. kregen we een pak sneeuw van 7 cm.
En op de sneeuw krijg je
steviger vorst. Vrijdagmorgen constateerde ik -6°C . Ik riskeerde het niet om
de spruiten nog langer te laten staan.
Trouwens hoeveel vorst
kunnen spruiten verdragen zonder dood te vriezen? In het Velthandboek
Ecologisch Tuinieren lees ik: Normaal blijven de spruiten aan de plant tot
het moment van de oogst. Slechts in zeer strenge winters kan dat een keer
slecht aflopen. Dit was vorig jaar met mijn laatste spruiten het geval, maar
toen vroor het -15°C. Ik vraag mij af vanaf welke vriestemperatuur het gevaarlijk wordt en zeker met een insnijdende oostenwind? (Wat gelukkig op dit ogenblik nog niet het geval is. Want dan lijden bramen en braambozen sterk door het uitdrogend effect).
Ik heb nog vlug de laatste
spruiten binnengehaald en ter controle één plant laten staan. Vanmorgen, zaterdag
zag ik op de thermometer om half 10 nog -11°. Op de middag was dit -4°.Om 16u30 reeds - 8°: we gaan een bitterkoude nacht te gemoet, tenzij de beloofde sneeuw vroeger komt!
Morgen verwacht men nog
wat sneeuw. Vanaf midden volgende week zou het minder koud worden.
In de Engelse Fruit
Grower van december lees ik een artikel dat solitaire bijen een oplossing
bieden voor de toekomstige bestuiving.
Van de 250 soorten zijn er
een 10 tal die in aanmerking komen voor inzet op fruitgewassen. De nummer één hierbij is de Rode Metselbij, Osmia rufa.
Robin Dean, manager van C
J Wildbird Foods sprak over de bestuivingproblemen op een samenkomst te East
Malling Research in oktober. Omwille van problemen met de honingbijen en de
stijgende kosten bij inzet in de boomgaarden, zoekt men naar alternatieven.
Metselbijen werden reeds
ingezet in de vroegere Oostbloklanden, in Japan en in de amandelboomgaarden van
Californië.
Na 5 proefjaren is zijn
firma klaar om deze te leveren aan bedrijven voor gecontroleerde inzet. Bij hun
onderzoek bleek een grote vastheid van de vruchten, gelijktijdige rijping en
kleuring. In vergelijking met de controlegroep viel het rijpheidstadium wel
iets later. Uit onderzoek in Nieuw Zeeland bleek al dat goed bestoven vruchten
langer bewaren.
Voor zover ik kon nagaan bieden
de firmas Biobest en Koppert nog geen metselbijen aan; maar ongetwijfeld
werken ook deze bedrijven hieraan.
(Een van de volgende blogs
zal gaan over de rode metselbij)
De compost die men maakt
van tuinafval en van wat afval van het huishouden, al of niet aangevuld met een
beetje mest, heeft een PH van 7 à 7,5.En
zeggen dat men vroeger dacht dat compost
zuur was en er relatief veel (zeealgen)kalk moest bijgevoegd worden
! Kalk voegt men heden ten dage al helemaal niet meer toe en toch bekomt men al
een vrij hoge PH met als gevolg minder opname van magnesium, mangaan en ijzer te
zien aan wat vergeling van het gewas.
Dit was een van de zaken
die mij trof in de uiteenzetting over kleinfruit van Yves Hendrickx te
Herentals.
Yves heeft zodanig veel te
vertellen en er werden zoveel vragen gesteld dat Velt Middenkempen hem nog eens
zal moeten uitnodigen om de rest van de kleinfruitsoorten te behandelen.
Het deed mij plezier dat
het lokaal helemaal volliep, met een dubbele opkomst als gewoonlijk. En zeggen
dat de volkstuin tezelfdertijd ook een vergadering had.
Kerstmarkt Zoersel
in Bethanieën, het nieuw gemeentehuis op de Handelslei (Turnhoutsebaan ). Zat
tot 19 u. Zondag 12u30 tot 17 u Aleide staat er met de stand CoZoeGo met een
zeer originele tombola: verwerkt (fruit)materiaal uit onze tuin. Planten van
bessen, bramen en herstframbozen (Joan Squire).
Biologische Teelt van
Kleinfruit te Herentals, Velt Middenkempen, in Clubhuis Begijnhof, zondag 13 dec. van 10tot 12u. Yves
Hendrickx, directeur van de Bio proeftuin Pamel van de provincie Vlaams Brabant.
Een enige gelegenheid om een autoriteit op dit gebied te horen.
Vanavond kwam Eddy Willems van Westmalle spreken over de solitaire bijen
voor de bloeiende imkersbond van Zoersel.
Bij de solitaire bijen staat enkel één vrouwtje in voor het nest. Een
mannetje zorgt enkel voor de bevruchting, en dan is zijn leven zo goed als
voorbij.En opmerkelijk: het is de vrouwelijke sexe die pronkt met de mooiste kleuren.
Dat er zoveel soorten zijn had ik niet vermoed. Een aantal bouwen hun
nest onder de grond. Daarvoor hebben ze vaste, open plekken nodig. Ook tussen
de tegels van een oud pad kan je hun puthoopjes aantreffen, tot op een oprit
toe. Anderen zijn dan weer gebaat met oude houtkanten.
Eddy had al een hele verzameling fotomateriaal.
Zijn thema: het bestand van de
solitaire bijen is een maatstaf voor de natuurwaarde van een omgeving. Meer dan honderd verschillende soorten kunnen
voorkomen. Sommigen zijn zeer gespecialiseerd en afhankelijk van een soms zeer
beperkt aantal soorten planten of andere insecten, want er zitten ook solitaire
bijen tussen die aangewezen zijn op roven en parasiteren.
Een aantal is ook nuttig voor de bestuiving van fruit.
Voor deze soorten wordt het scheppen van nestgelegenheid populair. Eddy
heeft het meer voor verspreide nesten in plaats van alles bijeen in een
nestwand omwille van mogelijke besmetting.
Men kan een blok hout nemen en er aan een kant +/- 10 cm lange gaten in
boren: meestal boren van 5 à 8 mm. Bij het ophangen zorgt men er voor dat de
opening naar het zuiden gericht is omwille van de warmte.
Eddy heeft een overdekte constructie gemaakt waarin hij een aantal 3 l
conservedozen kan leggen, gevuld met bamboestokjes van een veertiental cm of
nog iets langer, afhankelijk van de doos. De stokjes hebben een variërende,
kleine doormeter. Hij heeft ze doorgezaagd op een knoop, zodat het achterste
eind afgesloten is.
Het is wel zaak met droog materiaal te werken en de doos klemmend vol te
steken, want bonte spechten kunnen op zoek gaan naar buit en de stokjes trachten
eruit te trekken.
De laatste dagen tussen de
vlagen door begonnen met het uitvoeren van de compost. Ik laad de kruiwagen
niet meer zo vol als vroeger, met de vorig jaar geforceerde pees. Toen zei de
jongste dochter Tinneke, kinesiste manuele therapeute dat ik feitelijk moest
rusten. Knoop dat maar samen met het bewerken van een grote moestuin en het
vele groot- en kleinfruit. De ultieme test vorig jaar was de terugweg van Canterbury,
de heuvel op naar de universiteit van Kent voor de overnachting op de weekend-uitstap die ik organiseerde. Met een beetje inspanning kon ik
mee met de jongeren, een teken dat de peesontsteking ver genezen was.
Dit jaar geen hinder meer
ondervonden, alhoewel een dame sanderdaags reclameerde dat ze niet kon volgen
op de afdalingsweg en alleen terug moest. De voornaamste klim was haar echter
bespaard gebleven. Ik had nochtans duidelijk gewaarschuwd dat dit geen
moeiteloze wandeling was.
Er werd al heel wat
compost uitgevoerd. Erboven kwam een laag gras van het maaien van de bermen van
onze landweg.
Ik had gesuggereerd dat
het storten bij mij mocht. Naar mijn oordeel is het weinig verontreinigd
materiaal met het beperkte verkeer, en gras dat nog vrij natuurlijk kan groeien. De 6
ton was al wat gecomposteerd. Een prima afdekking voor boven de compost. De
kippen zullen er naar hartelust kunnen in scharrelen in de kippenren.
Veelbelovende en veelzijdige componenten in biologische voeding
Het grote verschil tussen
biogroenten en fruit en niet-bio zou wel eens kunnen liggen in de salvestrolen, vrij recent ontdekte componenten, die nagenoeg
ontbreken in de gewassen van de gewone landbouw en die volgens de laatste
onderzoeken aan biologische groente en fruit een absolute meerwaarde zouden
geven. Want salvestrolen zouden op diverse terreinen gezondheidsverbeterend werken
en wel eens de vitaminen van de 21 ste eeuw kunnen zijn.
Enkele jaren geleden leidde het onderzoek van Dan Burke min of meer toevallig tot de ontdekking
van de salvestrolen. Dan Burke is emeritus hoogleraar in Pharmaceutical
Metabolism en hij is 27 jaar als farmacoloog en toxicoloog verbonden geweest
aan Britse universiteiten. De
salvestrolen behoren tot de zogenaamde fytoalexinen, verbindingen die van
nature al honderden miljoenen jaren door planten worden aangemaakt om zich te
verdedigen tegen o.a. schimmels en bacteriën.
Door de moderne landbouwmethoden en productietechnieken van
voedingsmiddelen zijn er in steeds mindere mate salvestrolen aanwezig in onze
voeding. Door een gewas te bespuiten met chemische bestrijdingsmiddelen
bijvoorbeeld, stopt de plant met de eigen aanmaak van deze schimmelwerende
verbindingen.
Het belang van deze verbindingen werd duidelijk uit onderzoek van Potter
en Burke toen deze salvestrolen bleken te reageren met het enzym CYP1B1 dat
wordt aangetroffen in cellen die schade hebben opgelopen door vrije radicalen.
De salvestrolen lijken in deze cellen een uiterst actieve controlerende rol te
kunnen spelen en zo van groot belang te kunnen zijn voor onze gezondheid. Het
CYP1B1 enzym komt niet tot uitdrukking in gezonde cellen die ongemoeid worden
gelaten door de salvestrolen.
Hoewel het onderzoek nog in de kinderschoenen staat hebben Potter en
Burke een stevig fundament gelegd onder hun hypothese.
Met dank aan Andre Teirlinck van
Geel, die zich al vele tientallen jaren inzet voor de bioteelt.
Na de blog van 26/11,
nodigde het zonnige weer uit voor een inspectie van de eigen bomen. Ik was toch
verbaasd, aan meerdere bomen - gelukkig toch een kleine minderheid-, zoveel mummies te zien hangen.
Na het fotograferen heb ik
ze afgeplukt en in de tegelkachel verbrand.
Op de Ashmaeds Kernel,
waarvan de dracht, tegen de verwachting in, dit jaar zeer tegenviel vorstschade?-
vielen de vele kleine mummies op van vruchten die al in een pas gespeend
stadium afgestorven waren.
Op de laatste novemberdag,
een mooie morgen, waren een zestal kauwen doende rond de nestbak, bedoeld voor
de steenuil. Enkel dit jaar lieten ze verstek gaan om te nestelen, na minstens 10 jaar
huisvesting. Dit jaar heb ik de steenuil in de nabijheid gehoord tot in de
zomer, maar niet gezien. Had deze vogel toch eindelijk kunnen broeden?
Al een tijdje mankeren de
beide handbeschermers aan de handvatten van mijn kruiwagen. Die zijn wellicht
te vinden in een Amerikaanse stock, maar die ken ik niet in mijn streek.
Dit onderwerp kwam ter
sprake op onze laatste familiebijeenkomst. Mijn broer suggereerde de oplossing
met de binnenband van een fiets.
Ik gebruikte olijfolie als
glijmiddel. Anders was het niet gelukt.
Een gemakkelijke oplossing
tegen het ijzerkoude metaal in de winter!
Na een ganse voormiddag
regen, lijkt het vanmiddag te beteren.
Verwijderen van vruchtmummies veelbelovend middel om blackrot te voorkomen
Verwijderen
van vruchtmummies veelbelovend middel om blackrot te voorkomen
Blackrot (Diplodia) is een relatief nieuwe ziekte in Nederland, die meer
voorkomt in zuidelijker gebieden en bij ons de laatste jaren zijn intrede doet.
Blackrot
wordt veroorzaakt door een schimmel, die onder andere overwintert op
vruchtmummies in appel en waarvan de sporen vanuit de mummies verspreiden. Dit
uit zich in eerste instantie in typerende bladvlekken onder en rondom mummies,
maar resulteert ook in kleine en paars uitziende vlekjes op de appels. Deze
vlekjes groeien uit tot rot, waardoor aangetaste appels niet meer te verkopen
zijn en de economische schade voor de fruitteler voelbaar wordt. Dit probleem
speelt in het appelras Elstar, omdat dit ras zijn mummies een seizoen lang
vasthoudt
Het is vooralsnog vooral een probleem voor de biologische fruitteelt.
Uit proeven van het Louis Bolk Instituut blijkt dat het verwijderen van
vruchtmummies in het voorjaar voor gemiddeld 70% minder blackrot zorgde.
In 2006 schafte
ik RUBINOLA aan bij Frijns te Margraten.
Dit jaar
waren er enkele vruchten. Het waren mooie, rood gekleurde vruchten. Een in
oktober geproefde appel smaakte lekker.
Rubinola is
een Tsjechische appelkruising tussen Prima en Rubin. Deze laatste is een
kruising tussen Lord Lambourne en Cox Orange. Bij mij is de dracht van Rubin wisselvallig.
Middelgrote appel met aantrekkelijke
rode blos. Het vlees van Rubinola is vast, knapperig, zeer sappig, zoet-zuur,
zeer lekker. De appel heeft een hoog vitamine C gehalte.
Rubinola is een
herfstappel vanaf midden september. Is van de boom eetbaar. Fris bewaard blijft
hij een 8 tal weken goed. Wordt daarna zacht en vettig.
Wegens de sterke
groeikracht raadt men een minder sterke onderstam aan en dient er beperkend te
worden gesnoeid. Anders bekomt men te lange, verkalende takken.
Op 23/09/2005 schreef ik
al over deze vrucht naar aanleiding van de eerste vruchten bij biokweker Danny
Billens, die zei: Eigenlijk zou ik deze
soort iedereen aanbevelen.''
De foto's werden genomen op de jaarlijkse open dag van Keepers Nursery op 27 september LL. Let op de ingesnoeide takken.
Zaterdag ging ik mijn
flessen appelsap ophalen bij het sapbedrijf Lombarts Calville van Luc Goossens te Voormezele bij Ieper, op
een zijstraat van de weg naar de Kemmelberg. Reeds jaren ben ik er klant en dit
tot grote tevredenheid.
Van de gelegenheid maakte ik
gebruik om te Zomergem op De Proeftuin van Marc Geens wat nieuw materiaal aan
te schaffen.
Vorig jaar had ik achter
het net gevist voor de Amerikaanse kruisbes Jeanne. Voor de beschrijving verwijs ik naar de blogs van 8/2/07 en 11/02/2007.
Gelukkig had hij voor mij nog, wat mijn Engelse vriend Howard zou noemen, een Irish
cutting, een gewortelde stek.
Uit zijn ruim gamma van
kiwibessen koos ik:
Issai, tweeslachtige plant als bestuiver; groen, zoete kiwismaak,
kleine vruchten (druif) die op een punt uitlopen. Een ras dat in Japan is
geselecteerd, waarschijnlijk uit een kruising van Actinidia arguta met Actinidia
polygama. Het betreft derhalve een soortkruising die daardoor qua groei en
uiterlijk wat afwijkt van de zuivere mini-kiwi's. In tegenstelling tot de
meeste andere rassen is Issai tweeslachtig en daardoor zelfbestuivend.
Hij bloeit wat later dan andere mini-kiwirassen, waardoor hij als bestuiver van
andere rassen minder geschikt is. Misschien moet ik er toch nog een mannelijke
plant bijzetten.
Jumbo, Italiaans ras, groen, goede, zoete smaak, de grootste vruchten van alle
Siberische kiwi's
Kokuwa, Pas ontvangen, Japans ras, lekkere vruchten met citroensmaak, ovale groene bessen, 2 cm lang en 1,5 cm dik.
Pupurna Sadowa Felrood aan de zonzijde, lekkere aromatische smaak, vruchten
van wel 3,5 cm lang en 2,5 cm doormeter. Een Oekraïens ras dat is ontstaan uit een kruising
van Actinidia arguta met Actinidia purpurea. Het ras geeft
smakelijke middelgrote ovale vruchten, paars in de volle zon en groen in de
schaduw.
Het assortiment van Marc
is een stuk uitgebreid. Hij krijgt meer en meer klanten.
Twee categorieën vallen op:
pas gepensioneerden die voor de kleinkinderen kleinfruit aanplanten. Een tweede
categorie zijn jonge gezinnen. Dat belooft voor de toekomst!
Het Phytofar Instituut heeft voor de vijfde keer een prijs
uitgereikt aan duurzame landbouwprojecten. De wetenschappelijke prijs gaat naar
een onderzoeksteam dat een molecule
ontwikkelde die afweermechanismen van planten activeert.
Pierre Van Cutsem, Raffael Buonatesta en Juan Carlos Cabrera van de
universiteit van Namen werkten aan een zogeheten elicitor, een molecule die
afweermechanismen van planten activeert van zodra pathogenen gedetecteerd
worden. Op die manier beschermen planten zichzelf tegen aanvallen van schimmels
of insecten. Testen met schurft bij appelbomen en meeldauw bij druivelaars
leverden hoopgevende resultaten op. Om verdere veldproeven uit te voeren, werd onlangs de spin-off FytoFend
opgericht. Op termijn is het de bedoeling om het concept op grotere schaal aan
te wenden. Dergelijke methode kan perfect ingepast worden in de geïntegreerde
gewasbescherming, luidt het bij het Phyofar Instituut, dat opgericht werd door
de beroepsvereniging van fabrikanten van bestrijdingsmiddelen.
Gisterenavond had men het in de mailgroep tuinieren over schade aan spruiten en andere kolen. Aan de fotos herkende ik
direct de vraat van houtduiven en ik schreef een stukje over "Dis van
houtduiven". Iemand vroeg naar de betekenis van dis.
Ik heb er van Dales Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal
bijgehaald.
Verklaring 1 voor dis :tafel die voor een maaltijd
gedekt is.
De koppen van de rij spruiten vormen de tafel voor de duiven. Wellicht
kan dit niet zoveel kwaad en gaan de laatste voedingsstoffen integraal naar de
spruiten zelf. Deze laatste worden nog(?) niet aangepikt.
Ik heb daarstraks zelf enkele fotos genomen.
Slechts op één rode en één savooikool zie ik minimaal aanpikken.
Het is vanzelfsprekend dat het koolplantsoen in lente en voorzomer lange
tijd moet afgedekt worden, anders pikken de duiven die totaal kaal. Ik doe het
afdekken met insectengaas dat als bijkomend voordeel heeft de eileg van
vlinders en dus rupsen te voorkomen, tenminste als je de zijkanten ingraaft. Je
hoeft geen draagconstructie te maken. Gewoon erover leggen.
Michiel, de jongste zoon
van zoon Peter en Jim en Pablo van zijn partner Marie zitten samen op kot in
Kortrijk en ze studeren allemaal industrieel ontwerper aan de Hogeschool
West-Vlaanderen.
We : mijn zoon Peter, bomma
Aleide, de 2 bompas, Karel en Daniel, en nonkel Andre, gingen op bezoek.
De jongens hebben elk een
eigen kot, naar persoonlijke smaak ingericht.
De tekeningen werden bovengehaald
en de ontwerpen (driedimensionaal) op de computer bewonderd.
We aten samen spaghetti en
taart van Marie als dessert, voor de lange terugrit, want we gingen eerst
nonkel Andre, die met de trein gekomen was, afzetten in Leffinge.
FOTOs van Aleide
Op t kot van Pablo
(Peter,nonkel Andre en bompa Karel).