Welkom bij saagje!
Foto
Inhoud blog
  • Het oude moedertje
  • De legende van de maïs
  • Mans van de Maone
  • De boer en de duivel
  • De twee advocaten(slot)
  • De twee advocaten
  • Het geitje Pak-me-dan
  • De natgeregende kabouter
  • De zeven heksen
  • Het aardmannetje van de Röhrerbühel 2
  • Het aardmannetje van de Röhrerbühel
  • Nikola staat borg
  • De vurige man van de Geute
  • De geschiedenis van de boerendochter Ketilrídur 2
  • De geschiedenis van de boerendochter Ketilrídur
  • Op reis gaan
  • De luie hasjverslaafde en zijn verstandige vrouw(vervolg)
  • De luie hasjverslaafde en zijn verstandige vrouw
  • Het toverfluitje en het toverhoedje (vervolg)
  • Het toverfluitje en het toverhoedje
  • Waarom de bomen in de herfst geel worden
  • Tijl Uilenspiegel en de paardenkoopman
  • De nimf Daphne
  • De geschiedenis van de reuzenkreeft
  • De toren van Medemblik
  • Theseus en Hippolytus
  • Duimedik
  • De vuurman van Soest
  • Maan, Djabu en de dood
  • De jakhals en de patrijs
  • Goudsbloempje
  • Afspraak is afspraak
  • Het spook van de Zeedijk
  • Rata's wonderbaarlijke reis-einde
  • Rata's wonderbaarlijke reis-vervolg
  • Rata's wonderbaarlijke reis
  • Waarom de hyacint maar zo kort bloeit
  • De citerspeler
  • Van een opgeverfde haan
  • Het land van moeder Soemba
  • Het zwanennest
  • De engel
  • De gebarsten emmer
  • De hondenmarkt van Boedapest (slot)
  • De hondenmarkt van Boedapest
  • Billy de coyote (slot)
  • Billy de coyote(vervolg)
  • Billy de coyote
  • Garuda
  • De dood van de sprookjesverteller
    Foto
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Hoofdpunten blog waaroemni
  • Kerstgroet
  • Luchtballonvaart
  • Paulus Potter
  • Sint-Elisabethsvloed
  • Willem Tell
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Categorieën
  • aardgeest (21)
  • avonturenverhaal (6)
  • dierenverhaal (5)
  • duivels (46)
  • fabels (57)
  • gedichten (1)
  • geesten (griezellen) (12)
  • heksen (52)
  • historisch verhaal (13)
  • historische sagen (35)
  • legende (42)
  • Luchtgeest (30)
  • Mythe (24)
  • parabel (7)
  • Plaaggeest (10)
  • sagen (87)
  • Sinterklaasverhalen (4)
  • sprookjes (118)
  • Tovenaars (38)
  • toverboeken (13)
  • volkssprookje (40)
  • volksverhalen (140)
  • vuurgeest (26)
  • watergeest (19)
  • weerwolven (15)
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    'VOLKSVERHALEN'

    problemen
    Verhalen, sprookjes, fabels, mythen, sagen en legenden
    welkom!
    Problemen
    Er zijn nogal wat problemen met het lezen van de teksten, daarom volgende tip :
    Met de muis links klikken en over de tekst schuiven.
    De tekst verschijnt duidelijk leesbaar.
    14-02-2010
    nieuwsgierig héFontein der tranen
    Fontein der tranen
    - Een sage over het verdriet om een Poolse prinses -
    Nog altijd staat in Bachtsjysaraj op het schiereiland Krim het prachtige paleis van de Khan, in welks tuin een marmeren fontein staat, die water spuit. Volgens de overlevering was het echter geen gewoon water, maar menselijke tranen, die aan lang vergeten leed herinneren.

    Eens moet hier Khan Kerim Girej hebben geregeerd, die door geen andere heerser in wreedheid werd geëvenaard. Waarheen hij met zijn Tartarenhorde reed, reed de dood mee. Zonder reden liet hij mensen terechtstellen en dorpen en steden verwoesten. Er was niemand in het hele gebied van de Nederkaukasus en in de ver verwijderde Russische dorpen, die zijn naam zonder vrees en huiver kon uitspreken.

    "Hij heeft geen hart in zijn lijf," zeiden de mensen. "Als hij een hart had, al was het ook van steen of ijs, zou het zich tenminste eenmaal verzacht hebben."

    Maar de Khan kende geen medelijden. Aan geen enkele smeekbede gaf hij gehoor, en hoe groter de angst van zijn onderdanen was, hoe groter ook zijn tevredenheid.

    Zo vergingen de jaren, en de wrede heerser werd oud. Maar zijn veroveringstochten zette hij voort. Zo kwam hij ook in het Poolse land, waar hij ontelbare edelstenen, goud en waardevolle stoffen buit maakte. Maar voor de grootste schat zorgde zijn oppereunuch, die hem een bevallig en schuchter meisje bracht. De vorst kon zijn ogen niet van haar afhouden en gaf orders, haar in zijn harem onder te brengen.

    Maria, zo heette deze gevangene, was een jonge, Poolse vorstin. Ze was er getuige van geweest, hoe de Khan het vaderlijk erfgoed in de as legde en de dappere verdedigers liet afmaken.

    En toen ze geboeid voor de Khan stond, betreurde ze het, dat ze zich ook niet het leven had benomen. Toen ze eenmaal in Bachtsjysaraj was, dacht ze er niet anders over. Hoewel de Khan het meisje als zijn oogappel koesterde en haar persoonlijk uitgelezen spijzen, kostbare gewaden en sieraden bracht, kwijnde ze langzaam weg van verdriet.

    Maar ook de grijsaard, die voor het eerst van zijn leven had ontdekt, wat oprechte liefde betekent, had verdriet. Zozeer vreesde hij voor het leven van zijn uitverkorene, dat bij iedere zonsondergang zijn hart scheen te breken en bij iedere avondschemering leek het stil te staan.

    Maar zoals een zeldzame en kostbare vogel zelfs in een gouden kooi niet leert zingen, zo kon het meisje ook in Bachtsjysaraj niet leven. Iedere dag werd ze bleker en haar ogen doffer door de vele tranen die ze vergoot. Tot ze op een dag haar ogen voor altijd sloot...

    Toen moet de Khan voor het eerst in zijn leven gehuild hebben. Hij huilde grote en met bloedbevlekte tranen en het leek wel, of hij met deze tranen zijn lang, wreed en onbarmhartig leven beweende. Overmand door verdriet begaf hij zich naar de voorhof, waar hij de steenhouwer Omar zag.

    "Jou heb ik juist nodig," zei hij. "Ik weet, dat je uit steen ware wonderen kan verrichten, en daar het mijn wens is, dat de mensen van mijn grote verdriet kennis zullen nemen, moet je een kunstwerk scheppen, waaruit duidelijk mijn diepe droefheid spreekt..."

    Aanvankelijk antwoordde de steenhouwer niet. Met indringende blik keek hij de grijsaard aan.

    Toen zei hij: "Het is de eerste maal, heer, dat we tranen in uw ogen zien. En omdat uw wangen tranen tonen, kan ook ik de stenen tot huilen brengen. Maar denk niet, dat u de enige bent die door het ongeluk wordt getroffen! Duizenden en nog eens duizenden weerloze mensen hebt u van alle levensvreugde beroofd en hun tranen hebt u nooit willen zien. Ook mij hebt u als slaaf uit Perzië ontvoerd; u hebt mijn familie omgebracht en mijzelf onteerd. Als mijn werk mocht slagen, weet dan, dat het niet alleen van uw ongelukkige liefde zal spreken, maar ook van mijn leven, dat door uw wreedheid zo ten gronde werd gericht."

    Nog slechts enkele dagen geleden zou de Khan hem voor zulke aanmatigende woorden aan de beul hebben overgeleverd. Maar nu leek hij ze niet te horen en zei alleen, dat de steenhouwer zo snel mogelijk met het werk moest beginnen.

    De steenhouwer hield zijn belofte.

    Op dezelfde plaats, waar de grijsaard met hem gesproken had, verrees een fontein van grote schoonheid. In het koele marmer beitelde hij bloemen, en in elk bloemenhart een menselijk oog.

    Toen hij de laatste bloem had afgemaakt en de beitel uit zijn hand legde, gebeurde er, wat hij had voorspeld: uit de ogen, die hij in het midden van de bloemen had gebeiteld, vielen duizenden en nog eens duizenden tranen, die tot ontelbare bronnen samenbruisten en waaruit een zacht huilen weerklonk.


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : "Sagen van Europese steden" verteld door Vladimír Hulpach.
               Holland, Haarlem, 1980. ISBN: 90-251-0412-6

    14-02-2010 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:sagen
    » Reageer (9)
    13-02-2010
    nieuwsgierig héHet spook van de Schele Pijp
    Het spook van de Schele Pijp
    - toverboek -
    Op de stins die bij Veenwouden heeft gestaan, dicht bij de 'skillige pijp', de schele brug, die over de weg naar Dokkum is geslagen, waar de vaart in schuine richting het rijspoor snijdt, woonde een oude man, die zijn hele leven niets anders had gedaan als geld oppotten. Al het goud en zilver dat hij verzameld had bewaarde hij in een loden kist, die in een lege kamer stond, die altijd met zware grendels was gesloten. Op den duur vond hij het toch te gevaarlijk om die schat boven aarde te bewaren en hij besloot haar onder de grond te verbergen.

    Om zeker te zijn dat niemand haar ooit zou vinden, had hij de hulp van de duivel ingeroepen. In het toverboek van Magister Albertus de Grote had hij een formule gevonden, die zonder haperen driemaal achter elkaar moet worden opgezegd om de duivel te doen komen en hem de bewaking van de schat op te dragen, zodat de munten nooit meer door de wereld zouden rollen.

    Op een donkere winteravond rond Kerstmis bracht hij met behulp van zijn ezel de kist met geld naar zijn tuin, groef met veel inspanning een groot gat bij het weifelend licht van een lantaarn, liet de kist erin zinken, bedekte alles weer met aarde en zei driemaal de bezwering op. Nauwelijks had hij het laatste woord gesproken, of een koude windvlaag streek door de bomen. De oude vrek was tevreden; nu wist hij, dat de duivel hem helpen zou. Tot het laatste toe wilde hij de plek bekijken waar hij het geld, het enige waarvoor hij geleefd had, aan de aarde had toevertrouwd. Daarom ging hij achterstevoren op de ezel zitten met de lantaarn in de hand en reed zo naar de stins terug.

    De duivel laat zich echter altijd duur betalen voor zijn hulp. In het donker struikelde de ezel, de oude heer viel eraf en kwam zo ongelukkig te vallen, dat hij zijn nek brak. Zijn erfgenamen, die het hele slot doorzochten zonder iets te vinden, begroeven hem waar de ezel hem had afgeworpen en gingen teleurgesteld weer naar huis terug.

    De mensen uit de buurt begrepen wel dat het geld in de tuin begraven moest zijn en ze waren avond aan avond aan het spitten. Eens stootten ze op een loden kist, maar die zonk dieper en dieper weg bij elke stoot met de spade. Het geld heeft daar zijn tijd nog niet uitgediend, dachten ze en gaven het op.

    De oude vrek kon geen rust vinden, ook niet nadat het slot met de grond gelijk was gemaakt en de hoge bomen in de tuin waren gerooid. In de nacht tussen de beide kerstdagen zag men hem altijd op zijn ezel rondrijden; daar zat hij achterstevoren op met de staart van het dier in de ene hand en in de andere de lantaarn, die zijn grijnzend gezicht verlichtte.

    In andere nachten zag men hem ook. Kleurrijk gekleed met een rode mantel om de schouders geslagen, een witte slaapmuts op het hoofd en muilen met gele hielen aan de voeten, deed hij de ronde door de vroegere slottuin om bij de brug in het water te verdwijnen. Menigeen maakte een grote omweg om hem op maanlichte nachten niet te ontmoeten, maar ook zonder dat hij zich vertoonde kon de oude heer gevaarlijk zijn.

    Vroeg in de morgen ging een veenarbeider, vergezeld van een jongen, naar het veld. Druk pratend liepen zij bij de Schele Pijp, toen de woorden de arbeider eensklaps in de mond bleven steken, want hij werd door een onzichtbare hand opgenomen en in de sloot geworpen.

    Een ander, die daar op een zomeravond voorbij kwam, kon opeens niet verder; hij zag niemand, maar werd door knokige handen tegengehouden want de oude heer wilde hem niet voorbij laten gaan.

    Het is ook gebeurd dat een rijdende wagen over de brugleuning in de vaart werd gezet; niet lang daarna reed een brouwer over de brug, toen hij achter zich het balken van een ezel hoorde. Dadelijk begreep hij wie hem volgde en legde de zweep over de paarden. Dat was zijn geluk, want nauwelijks was hij over de brug, of die stortte achter hem in.

    Iedereen vond dat de oude lang genoeg had gespookt en met beide handen werd het aanbod van de beroemde duivelbanner, Miente van Veenwouden aangegrepen om de geest voorgoed van de Schele Pijp te verbannen. Op een avond kwam Hendrik Miente op een boerenwagen met vier paarden bespannen naar de brug gereden. Niet minder dan zes geestenbezweerders uit de Friese woudstreek vergezelden hem. Het werk zou niet gemakkelijk zijn, want de duivel was ermee gemoeid.

    Het liep tegen middernacht toen ze het spook zagen wandelen. Onmiddellijk sprak Hendrik de zeven krachtige woorden waaraan elke schim, of hij wil of niet moet gehoorzamen en waarlijk, de geest naderde hem. "Kom nu maar bij ons op de wagen!" zei Hendrik overmoedig. De geest moest dat bevel opvolgen, hij nam een sprong en kwam tussen de zes mensen terecht, die zonder ophouden hun bezweringen opzegden.

    Hendrik, die op het voorkrat zat, dreef de paarden aan en wilde wegrijden, maar dat ging niet. Hoe de paarden ook trokken en rukten, hoe ze zich schrap zetten en van angst snoven, ze vorderden niet. In enkele uren, waarin ze doornat van zweet geworden waren, hadden ze amper enkele meters afgelegd.

    Daar sloeg het twee uur op de toren van Veenwouden en met de laatste slag scheen de betovering verbroken. De paarden holden dwars door de velden over sloten en heggen in de richting van Roodkerk. Niet ver van het dorp is een grondeloos diepe kolk, de Boompoel, en daar ging het regelrecht naar toe. Hendrik zag het gevaar, op het laatste ogenblik liet hij zich van de wagen vallen en bleef daardoor behouden. De anderen waren evenwel verloren. Ze stortten met paarden en wagen en al in de poel en verzonken voor eeuwig. Geen haar, geen splinter, geen nagel heeft men ooit teruggevonden. Noch de wagen, noch de vier paarden, noch de zes duivelbanners zijn ooit weer boven water gekomen; de duivel heeft ze voorgoed in zijn macht.

    Sindsdien spookt het niet meer bij de Schele Pijp.

                                          * * * EINDE * * *
    Bron : "Nederlands Sagenboek" door Jacques R.W. Sinninghe.
               Kruseman's Uitgeversmaatschappij NV, Den Haag, 1961.

    13-02-2010 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:toverboeken
    » Reageer (8)
    12-02-2010
    nieuwsgierig héAletta Jacobs
    Aletta Jacobs
    - Een levensbeschrijving van de Sappemeerse feministe -
    Stel je voor dat je opgroeit in een land waar vrouwen zichzelf dom vinden. In ieder geval vinden ze het heel gewoon dat ze niet verder mogen leren dan de basisschool. Onderwijs is niet voor vrouwen bedoeld, menen ze. Maar er is één meisje dat daar anders over denkt. Zij wil dokter worden.

    In dit land, waar vrouwen zichzelf dom vinden, mogen alleen mannen met een inkomen stemmen; zij zijn blijkbaar niet dom, integendeel: zij bepalen welke mannen er in de regering komen. De vrouwen vinden dat doodgewoon. Maar er is één meisje dat zich afvraagt waarom dat eigenlijk zo is. Waarom zouden vrouwen niet kunnen stemmen?

    Nederland heeft ongelooflijk veel te danken aan dat koppige meisje dat opgroeide in het Groningse Sappemeer, maar uiteindelijk de halve wereld rondreisde om haar idealen te verwezenlijken. Aletta Jacobs was, zoals ze zelf zei, een wereldburgeres.

    Voordat het zover was had ze al haar strijdlust, doorzettingsvermogen, intelligentie, en geloof in de toekomst nodig gehad. Aletta Jacobs was een breekijzer.

    Stel je voor dat je alles wat nu vanzelfsprekend is, nog moet bevechten. Iedereen vindt het idioot wat jij wilt, ook je vriendinnen. Met moeite krijg je privé-les in Latijn en Grieks, en je haalt het enig mogelijke diploma, dat van leerling-apotheker, ook maar vast. Je bent nog maar vijftien, dus sta je op een voetenbankje achter de toonbank om recepten uit te schrijven. Stel dat je alleen naar de middelbare school mag als toehoorster, en dat je daarna een brief aan Balkenende moet schrijven om als meisje te mogen studeren! Zo bepleitte Aletta Jacobs haar streven om huisarts te worden bij de toenmalige minister-president Thorbecke.

    Stel dat je na uitgebreide correspondentie tussen Thorbecke en je vader naar de universiteit mag: voor de proeftijd van een jaar, de moeilijke vakken mag je niet bijwonen en de pauze moet je doorbrengen in een apart lokaal. Je houdt vol, dagelijks gehinderd door arrogante medestudenten en professoren. Jaar in jaar uit nederig toestemming vragen, je voor tweehonderd procent bewijzen en alsmaar negatieve reacties. Maar je zet door. In Nederland ben jij de eerste die deze dingen voor elkaar krijgt, zonder enig voorbeeld, daar ben je ook wel trots op.

    Je opleiding tot huisarts wordt in 1879 voltooid. Weliswaar word je gesteund door je vader en je broer die ook allebei arts zijn, maar als je in Amsterdam je eigen praktijk durft te openen, word je uitgemaakt voor rotte vis. Je collega's verwachten dat je voor lagere tarieven werkt en je werkzaamheden beperkt tot 'vrouwenzaken'.

    Stel dat je promoveert, terwijl de kranten schrijven dat je alleen maar op publiciteit uit bent. Stel dat je vijftien jaar lang gratis medische hulp biedt aan volksvrouwen en voorlichting geeft over hygiëne, zuigelingenzorg en geboortebeperking. Dat je begint te begrijpen hoe de maatschappij in elkaar steekt. De vrouw als tweederangs burger die geen zeggenschap over haar eigen lichaam heeft; het uitbuiten van hoertjes; de beroepsziekten van arbeidsters, zoals winkelmeisjes die de hele dag moeten staan, en naaisters die vijftien uur in benauwde ruimtes moeten werken. Steeds meer misstanden zie je om je heen.

    Je introduceert een nieuw voorbehoedsmiddel, het pessarium, wat je uiterst kwalijk wordt genomen. Heren medici komen graag inlichtingen vragen en predikanten sturen hun vrouw naar je toe, maar in het openbaar word je door diezelfde mensen belachelijk gemaakt. Er is iemand die jouw vriend is en je altijd heeft bewonderd; maar wanneer je bij je huwelijk in 1892 geen eenzijdige belofte van gehoorzaamheid wilt afleggen, je eigen naam wilt blijven voeren en je eigen werkkamer behoudt, spreekt iedereen er schande van. En dan komt dat vreselijke verlies. Na al die inspanningen om vrouwen zorgvuldig te helpen, verandert je leven door de medische fout van een ander; je baby leeft maar één dag en je zult nooit meer kinderen kunnen krijgen. Veel mensen menen dat je dit met het geven van seksuele voorlichting over jezelf hebt afgeroepen...

    Als je vijfentwintig jaar lang huisarts bent geweest, begin je in het openbaar te spreken over vrouwenkiesrecht. En weer zet je door, hoewel je op straat niet alleen door mannen maar ook door vrouwen wordt genegeerd. Als zelfstandig belastingbetaler doe je een officieel verzoek om te mogen stemmen, maar eerst word je afgewezen door de Amsterdamse Gemeenteraad, vervolgens door de Arrondissementsrechtbank en ten slotte, met een onzinnige argumentatie, door de Hoge Raad. Toch blijf je in je streven geloven en ga je door, tegen de stroom in. Je hebt vrienden, maar je echtgenoot is in 1905 overleden en je bent vaak ontzettend alleen. Met lang en hard werken slaag je in je opzet. Met een rotsvast vertrouwen in de redelijkheid van de mens ben je als eerste door de barrières gebroken. In 1919 komt er eindelijk actief vrouwenkiesrecht. Je viert feest in het Concertgebouw, want Nederland is ingrijpend veranderd en sommige dingen, zoals de zaak van de vrede, worden op wereldniveau door anderen verder gedragen. Gelukkig maar, want je bent moe.

    In 1922, als je achtenzestig bent, mag je voor het eerst naar de stembus. Op je zeventigste verjaardag neem je vele blijken van respect in ontvangst. Je hebt het allemaal niet voor niets gedaan, het was de moeite waard. Voor volgende generaties is de deur op een kier gezet. En je denkt: er is nog zoveel te doen in de wereld; in andere landen en culturen zullen ook weer meisjes moeten vechten voor hun deelname aan onderwijs en maatschappij. Totdat het voor iedereen vanzelfsprekend is...

                                          * * * EINDE * * *
    Bron : "Grote Nederlanders voor de jeugd (van 9 tot 99 jaar)" door De Schrijvers van de Ronde Tafel.
                Arend van Dam & Martine Letterie.
                Veen Magazines, Diemen, 2004. ISBN: 90-769-886-33

    12-02-2010 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:historisch verhaal
    » Reageer (9)
    11-02-2010
    nieuwsgierig héDe apen en de tuinman
    De apen en de tuinman
    - Een boeddhistische fabel over dingen toevertrouwen aan dwazen -
    Er was eens een prachtig park, vol met allerhande bomen en struiken, met her en der aangelegde bloembedden en eindeloos veel fruitbomen. Een tuinman zorgde voor het park; hij snoeide de bomen, wanneer ze teveel hout kregen, spitte de grond om en gaf de bloemen water bij droog weer.

    Het gebeurde, dat er in de stad verderop een kermis gehouden zou worden, en de tuinman wilde er erg graag naar toe. Maar wie zou er voor het park en de tuin zorgen? Als zijn meester thuis zou komen en alle bloemen kwijnend of dood zou aantreffen, wat zou hij dan zeggen! Dat mocht niet.

    Terwijl hij zo aan het peinzen was en weifelde, keek hij omhoog in de takken van de bomen en hij werd getroffen door een slimme inval. Ik moet jullie vertellen, dat er in dit park niet alleen roedels herten waren en volop konijnen en andere wezens die gewoonlijk in parken leven, maar er zaten troepen apen in de bomen die de hele dag lang klauterden en kletsten en noten kraakten en verder niets om handen hadden. En toen de tuinman naar de bomen keek, zag hij een paar apen die hij echt heel goed kende. Menigmaal was hij aardig voor hen geweest; en nu vond hij, dat ze hem hetzelfde behoorden te behandelen, omdat de ene dienst de andere waard is.

    Dus riep de tuinman: "Apen, ik heb jullie nodig!"

    Naar beneden klommen ze allemaal en in heel korte tijd zaten ze naast hem in het gras.

    "Apen," zei hij, "ik ben een goede vriend voor jullie geweest door jullie mijn noten en appels te laten eten. En nu wil ik een dag vrij nemen. Willen jullie mijn tuin water geven, terwijl ik weg ben?"

    "O ja, ja, ja," riepen de apen. Zij vonden het een geweldige grap en sprongen van de pret.

    De tuinman overhandigde dus zijn waterkannen aan de apen, deed zijn zondagse kleren aan en ging op weg naar de kermis.

    Intussen hielden de apen een plechtige vergadering, terwijl ze in een kring rond de apenhoofdman zaten.

    "Broeders," zei de apenhoofdman, "onze goede vriend, de tuinman, heeft ons de zorg voor deze tuin gegeven en voor alles wat erin staat. We moeten ervoor zorgen, dat we niets beschadigen en bovenal, dat we het water niet verspillen. Er is erg weinig water en ik geloof eigenlijk niet dat we ermee zullen toekomen."

    Het was in feite een bron, heel klein aan de bovenkant, maar heel diep en op de bodem stroomde altijd water. Je kon water putten uit die bron tot sint juttemis; maar, hoewel apen sluw zijn, zijn ze niet wijs en deze apen dachten, dat een klein, rond gat niet veel water kon bevatten.

    "Jullie begrijpen dus," ging de apenhoofdman verder, "dat jullie elke plant juist genoeg water moeten geven en niet meer; en ik geloof, dat het het beste zal zijn om te kijken, hoe lang de wortels zijn."

    Dus nam elke aap een waterkan en zij verspreidden zich over heel de tuin. Elke struik en elke plant trokken zij zorgvuldig uit en maten de wortels; en daarna gaven zij veel water aan planten met lange wortels en maar een beetje, wanneer de wortels kort waren. Dan zetten zij de planten en struiken weer terug in de gaten waar zij uit gehaald waren.

    Na een dag of twee kwam de tuinman terug van zijn kermis. Maar hoe groot was zijn afgrijzen, toen hij zag, dat bijna alle planten in de tuin stonden te kwijnen, sommige van hen dood en vele stervend, terwijl de apen overal in het rond bezig waren met het uittrekken van de rest.

    "Lieve hemel, lieve hemel, wat ter wereld zijn jullie aan het doen? Mijn tuin is vernield, mijn tuin is vernield!" De arme tuinman huilde van verdriet.

    De apenhoofdman was heel erg verbaasd. Hij dacht, dat hij erg verstandig geweest was om water te geven volgens de lengte van de wortels, en dat zei hij.

    "Verstandig!" zei de tuinman. "Verstandig noem je dat! Dwazen zijn jullie, er valt niet aan te twijfelen."

    "Dwazen zijn het misschien," zei zijn meester, die van achteren op hem toe gekomen was zonder gezien te zijn, "maar tenslotte is dat hun aard. Je had beter moeten weten dan apen voor een tuin te laten zorgen en jij bent een grotere dwaas dan zij."

    Toen stuurde hij die tuinman weg en zorgde voor een andere.


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : "Boeddhistische sprookjes uit de Jataka afkomstig uit het oude India"
               uit het Pali vertaald en bewerkt door W.H.D. Rouse.
               Uitgeverij Sirius en Siderius BV, Den Haag, 1981. ISBN: 90-6441-019-4

    11-02-2010 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:fabels
    » Reageer (7)
    10-02-2010
    nieuwsgierig héDe brief in het nachtkastje
    De brief in het nachtkastje
    - Een verhaal van Marinus van den Berg -
    In een Engels ziekenhuis stierf onlangs een oude vrouw op de geriatrische afdeling. Toen de zuster die haar in de laatste levensfase had verzorgd, het kastje naast het bed opruimde, vond ze daarin geen voorwerpen van enige waarde. Maar wel lag er een vel papier in, dat de oude vrouw met moeizaam gevormde lettertjes had volgeschreven. Er stond:

    "Wat zie je zuster? Wat zie je? Een kribbige oude vrouw, niet meer bij de tijd. Een beetje onzeker, met starende ogen. Een oude vrouw, die met haar eten knoeit en die geen antwoord geeft, als je met een hard stemmetje tegen haar zegt "Ik wou dat je het nou maar eens probeerde." Een oude vrouw die schijnbaar niets merkt van de dingen die jij doet. Die steeds weer iets kwijt is, een kous of een schoen. Die zonder tegenstribbelen laat doen wat jij wilt. Die met wassen en eten de lange dagen laat vullen. Denk je dat? Zie je dat?

    Doe dan je ogen eens open, zuster. Je kijkt niet eens naar me. Ik zal je zeggen wie ik ben, als ik hier zo zit. Als ik plas op jouw bevel en eet, wanneer jij het wilt.

    Ik ben een jong meisje van tien, met een vader en een moeder, met broers en zusters die van elkaar houden.

    Een bruid van twintig ben ik en mijn hart springt op als ik denk aan de belofte die ik deed.

    Vijfentwintig ben ik, en ik heb zelf kinderen die me nodig hebben om een veilig, gelukkig huis te bouwen.

    Een vrouw van dertig ben ik en de kleintjes worden snel groot, verbonden door banden die zullen blijven.

    Veertig ben ik. Mijn zoontjes zijn volwassen geworden en uitgevlogen. Maar mijn man is bij me om te zorgen dat ik niet treur.

    Vijftig ben ik - en weer spelen er kinderen op mijn schoot.

    Dan komen de donkere dagen. Mijn man is dood. Ik kijk naar de toekomst en ik huiver van angst. Want mijn kinderen hebben nu zelf een gezin. Ik denk aan de jaren van liefde die ik kende.

    Nu ben ik een oude vrouw.

    De tijd is wreed. Het is een grap van de tijd, ouderen er als dwazen te laten uitzien.

    Mijn lichaam is vervallen, gratie en kracht zijn verdwenen.

    En er zit nu een steen op de plaats waar ik ooit een hart had.

    Maar... binnen in dat oude karkas woont toch nog dat jonge meisje.

    Soms klopt mijn oude hart wat sneller.

    Ik herinner me de vreugde en de pijn.

    Ik heb weer lief. Ik leef mijn leven opnieuw.

    Ik denk aan de jaren die voorbij zijn, te snel vervlogen, en ik accepteer de harde waarheid dat niets kan duren.

    Doe je ogen open, zuster, en kijk.

    Niet naar die kribbige oude vrouw.

    Kijk eens goed, zuster.

    Kijk eens naar... mij."


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : "Verhalen en sprookjes op de grens van leven en dood"
               samengesteld door Bert Voorhoeve.
               Christofoor, Zeist, 1999. ISBN: 90-6238-637-7

    10-02-2010 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (13)
    09-02-2010
    nieuwsgierig héSint Joris en de draak
    Sint Joris en de draak
    - legende -
    Lang, lang geleden gebeurde er elk jaar iets vreselijks in een stad, gewoon hier in Nederland. In die stad, die we nu kennen als Ridderkerk, leefde toen een hele enge draak. Een draak met wel vier koppen en een vreselijke adem. Deze draak wilde elk jaar een mooi jong meisje om haar lekker op te peuzelen. De koning van die stad was wel rechtvaardig, want elk jaar deed hij alle namen van de meisjes in de stad in een grote ton en werd er eentje getrokken. Dat meisje was dan degene die naar de draak werd gestuurd.

    Elk jaar waren de bewoners bang; welk meisje zou het lot dit keer aanwijzen? Ook nu kwam de draak weer te voorschijn en eiste een mooi, jong meisje. Op een vol plein bij het kasteel trok de koning het lot.

    Hij schrok zich een hoedje, want op het lot stond de naam van zijn dochter, de prinses. Wat nu? Hij kon niet snel een nieuw lot pakken, want iedereen was aan het kijken. Hij moest zijn dochter wel cadeau doen aan de draak. Wat vreselijk! Hoe moest hij dat aan de koningin vertellen? Zijn vrouw wou er niets van weten en vroeg de koning om een oplossing te bedenken. Al ijsberend door het kasteel bedacht hij iets.

    "Ik zal alle ridders de uitdaging geven de draak te doden en als beloning mag de ridder die de draak doodt met onze dochter trouwen."

    Zo gezegd, zo gedaan. Een boodschapper ging de stad door op zoek naar dappere ridders, die de draak wel wilden doden. Maar niemand durfde.

    Er was één man in de stad die de draak wel durfde doden, maar hij was maar een gewone schildknaap en geen ridder. Die man heette Joris. Joris meldde zich toch maar bij de heraut. "Ik wil die draak wel doden!" zei Joris. De heraut ging terug naar de koning en vertelde hem wat Joris had gezegd. De koning vond het goed en al snel ging het in de hele stad rond, dat Joris zijn leven ging wagen voor de dochter van de koning en al die mooie jonge meisjes, die de draak de jaren erna nog zou opeisen. Joris had echter een probleem: omdat hij geen ridder was, had hij helemaal geen ridderuitrusting. Hij had geen zwaard, geen schild, zelfs geen paard. De koning leende hem zijn spullen uit en gaf hem raad. Onder applaus van de mensen uit de stad ging hij op zoek naar de draak.

    Joris dwaalde op het paard van de koning rond op zoek naar de draak. Opeens stopte het paard met lopen en Joris zat ineens stokstijf stil. In de verte hoorde Joris de draak brullen en grommen: "Waaaaauuuuw!"

    Joris was een stoere held, maar werd nu toch wel bang, toch dacht hij er niet over om nu terug te keren naar de koning en te melden dat hij niet durfde. Nee, dat zou te gemakkelijk zijn. Joris gaf zijn paard de sporen en het galoppeerde in de richting waar het geluid vandaan kwam. Plotseling stopte het paard. Joris keek tegen het grote, lompe lichaam van de draak aan. De draak spuwde vuur en probeerde Joris van zijn paard te stootten. Joris pakte zijn zwaard stevig in de hand en zwaaide er driftig mee rond. Een hevige strijd begon. Zowel Joris als de draak leverden een zware strijd. Joris liep verwondingen op, maar vocht dapper door, daardoor raakte de draak op een gegeven moment ook gewond. Joris vocht voor zijn leven en voor het paard van de koning.

    Na een paar uur strijd bracht Joris de draak de genadeklap toe en de draak viel kreunend en steunend dood neer. Joris had gewonnen. De koning had als eis gesteld dat Joris één van de hoofden van de draak zou meenemen als bewijs dat de draak echt dood was. Joris' zwaard hakte het hoofd van de draak in een slag af en hij nam het mee naar de koning.

    Toen de mensen in de stad Joris aan zagen komen, ging een luid gejuich op. "Lang leve Joris!" riepen de mensen.

    De koning kwam zijn paleis uitrennen, gevolgd door de koningin en de prinses. Joris gaf het hoofd van de draak aan de koning.

    "Gefeliciteerd," zei de koning, "jij bent een echte held! Nu mag je met mijn dochter trouwen en ben je voortaan een echte ridder."

    De koning sloeg Joris tot ridder en vanaf toen heette Joris Sint Joris. Hij trouwde niet met de dochter van de koning, want hij was teveel gehecht aan zijn vrijheid. Maar hij leefde nog wel heel lang en gelukkig!


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : Ad van Best, Scouting Stratum archief      CC 3.0

    09-02-2010 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:legende
    » Reageer (12)
    08-02-2010
    nieuwsgierig héDwaallichtjes
    Dwaallichtjes
    - vuurgeest -
    In een broek of een moeras zag men vaak dwaallichtjes.

    De dampen die uit de grond opstegen, veroorzaakten een vlam wanneer ze in contact kwamen met de lucht.

    Door de dwaallichtjes zijn veel mensen verdwaald en in het moeras verdronken.


    regio : Heppen                                                               verzamelaar - C.Ooms -
    Bron : Vlaamse Volksverhalenbank
                                                     © Seminarie voor Volkskunde K.U.Leuven

    08-02-2010 om 20:53 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:vuurgeest
    » Reageer (0)
    nieuwsgierig héBlauwe Gerrit
    Blauwe Gerrit
    - Een Veluwse sage over een plaaggeest -
    Blauwe Gerrit, ook wel Blauwbroek genoemd, is een aapachtig plaagwezen. Hij is vrijwel op de hele Veluwe bekend. Hij springt op verlaten plaatsen en op duistere avonden mensen onverhoeds op de schouders. Hij maakt zich steeds zwaarder, zodat ze bekaf worden en ze zijn blij als ze eindelijk de bewoonde wereld bereiken. Ook duwt hij wandelaars opzij die in het karrespoor lopen - vooral waar twee wegen of paden elkaar kruisen. En hij danst tussen de struiken, alsof hij van de duivel bezeten is. Blauwe Gerrit ziet er dan uit als een blauw waas van geheimzinnig licht, dat op en neer gaat.

    Tussen de woningen van de mensen heeft Blauwe Gerrit weinig macht; als natuurwezen hoort hij bij de eenzaamheid en de duisternis. Eerlijk gezegd doet Blauwe Gerrit zelden of nooit kwaad. Hij is alleen maar verzot op een verzetje en soms grijpt hij in, als onrecht dreigt. Over plaaggeesten zoals Blauwe Gerrit, in dialect Blaauw Garrit genoemd, doen op de Veluwe veel verhalen de ronde.

    Bijvoorbeeld over een molenaar, die in plaats van de portie die hem normaal toekwam, een grote schep uit de meelzak nam. Opeens werd zijn schop zo zwaar als lood, zo zwaar dat hij hem nauwelijks kon hanteren. Dat was het werk van Blauwe Gerrit. Wel een uur is de molenaar aan het tobben geweest, maar hij kreeg de schep niet uit de zak. Plotseling hoorde hij gegrinnik. Het was alsof er snel iemand wegliep, maar hij zag niets. Toen kon hij de schop weer vrij bewegen.

    Soms klimt Blauwe Gerrit op zwaarbeladen wagens. Hij had het vroeger bijzonder gemunt op voerlieden die een slokje te veel op hadden. Dan bleef hij urenlang onzichtbaar zitten op de zware lading, zodat de kar niet vooruit te krijgen was.

                                          * * * EINDE * * *
    Bron : "Volksverhalen uit kleurrijk Nederland. Draken en andere vreemde wezens. Verhalen uit de Chinese,
               Joodse, Nederlandse, Indiase, Turkse, Surinaamse, Marokkaanse en Indonesische verteltraditie"
               Uitgeverij Lemniscaat, Rotterdam, 1991.
               Oorspronkelijke titel: Blaauw Garrit

    08-02-2010 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Plaaggeest
    » Reageer (10)


    Welkom bij saagje !
    Foto


    Laatste commentaren
  • Harden vol 1 (Rodolfo)
        op De mythe van Stinsterloo
  • Cheap Jerseys From China (Anthony)
        op De mythe van Stinsterloo
  • Lieve groetjes vanwege DEWESTHOEK (Annie & Rogier)
        op De boer en de duivel
  • Hallo Saagje,heel mooie story, (paolo)
        op De boer en de duivel
  • Piepelou Saagje (Jeske)
        op De boer en de duivel
  • Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Kribbelboekboek
  • Fijne midweek toegewenst
  • Lieve midweekgroetjes blogmaatje
  • Het blijft hier stil
  • Een fijne Donderdag gewenst
  • Voor alle Papa's en Opa's een fijne vaderdag gewenst

    bedankt voor de trouwe bezoekjes
    saagje


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    E-mail mij


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per week
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 05/12-11/12 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Welkom bij
    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!