Welkom bij saagje!
Foto
Inhoud blog
  • Het oude moedertje
  • De legende van de maïs
  • Mans van de Maone
  • De boer en de duivel
  • De twee advocaten(slot)
  • De twee advocaten
  • Het geitje Pak-me-dan
  • De natgeregende kabouter
  • De zeven heksen
  • Het aardmannetje van de Röhrerbühel 2
  • Het aardmannetje van de Röhrerbühel
  • Nikola staat borg
  • De vurige man van de Geute
  • De geschiedenis van de boerendochter Ketilrídur 2
  • De geschiedenis van de boerendochter Ketilrídur
  • Op reis gaan
  • De luie hasjverslaafde en zijn verstandige vrouw(vervolg)
  • De luie hasjverslaafde en zijn verstandige vrouw
  • Het toverfluitje en het toverhoedje (vervolg)
  • Het toverfluitje en het toverhoedje
  • Waarom de bomen in de herfst geel worden
  • Tijl Uilenspiegel en de paardenkoopman
  • De nimf Daphne
  • De geschiedenis van de reuzenkreeft
  • De toren van Medemblik
  • Theseus en Hippolytus
  • Duimedik
  • De vuurman van Soest
  • Maan, Djabu en de dood
  • De jakhals en de patrijs
  • Goudsbloempje
  • Afspraak is afspraak
  • Het spook van de Zeedijk
  • Rata's wonderbaarlijke reis-einde
  • Rata's wonderbaarlijke reis-vervolg
  • Rata's wonderbaarlijke reis
  • Waarom de hyacint maar zo kort bloeit
  • De citerspeler
  • Van een opgeverfde haan
  • Het land van moeder Soemba
  • Het zwanennest
  • De engel
  • De gebarsten emmer
  • De hondenmarkt van Boedapest (slot)
  • De hondenmarkt van Boedapest
  • Billy de coyote (slot)
  • Billy de coyote(vervolg)
  • Billy de coyote
  • Garuda
  • De dood van de sprookjesverteller
    Foto
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Hoofdpunten blog waaroemni
  • Kerstgroet
  • Luchtballonvaart
  • Paulus Potter
  • Sint-Elisabethsvloed
  • Willem Tell
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Categorieën
  • aardgeest (21)
  • avonturenverhaal (6)
  • dierenverhaal (5)
  • duivels (46)
  • fabels (57)
  • gedichten (1)
  • geesten (griezellen) (12)
  • heksen (52)
  • historisch verhaal (13)
  • historische sagen (35)
  • legende (42)
  • Luchtgeest (30)
  • Mythe (24)
  • parabel (7)
  • Plaaggeest (10)
  • sagen (87)
  • Sinterklaasverhalen (4)
  • sprookjes (118)
  • Tovenaars (38)
  • toverboeken (13)
  • volkssprookje (40)
  • volksverhalen (140)
  • vuurgeest (26)
  • watergeest (19)
  • weerwolven (15)
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    'VOLKSVERHALEN'

    problemen
    Verhalen, sprookjes, fabels, mythen, sagen en legenden
    welkom!
    Problemen
    Er zijn nogal wat problemen met het lezen van de teksten, daarom volgende tip :
    Met de muis links klikken en over de tekst schuiven.
    De tekst verschijnt duidelijk leesbaar.
    27-08-2011
    nieuwsgierig héDuimedik
    Duimedik
    Duimedik
    - Een sprookje van de gebroeders Grimm -

    Er was eens een arme boer die 's avonds bij de haard zat en het vuur oppookte terwijl zijn vrouw zat te spinnen. Toen zei hij: "Wat is het toch jammer dat we geen kinderen hebben! Het is zo stil bij ons, en bij andere mensen is het altijd druk en vrolijk."

    "Ja," zei de vrouw zuchtend, "al was het er maar één, en al was het nog zo klein, al was het maar zo groot als mijn duim, dan zou ik toch tevreden zijn, we zouden er veel van houden."

    Nu gebeurde het dat de vrouw zwanger werd en na zeven maanden kreeg ze een kindje. Het was gezond van lijf en leden, maar het was niet groter dan een duim. Toen zeiden ze:

    "Kijk, hij is precies zoals we hebben gewenst en het is ons eigen lieve kind."

    En ze noemden hem Klein Duimpje. Zij gaven hem goed te eten, maar het kind groeide niet en bleef precies even groot als in zijn eerste levensuur; maar hij keek verstandig uit zijn ogen en het bleek al gauw een slim en handig ventje te zijn, want waar hij ook aan begon, hij bracht het altijd tot een goed einde.

    Op een dag ging de boer naar het bos om hout te hakken en toen mompelde hij: "Nu zou ik wel willen dat er iemand mij de kar achterna brengt."

    "O, vader," riep Klein Duimpje, "voor de kar zal ik wel zorgen, reken er maar op dat die precies op tijd bij u is." Toen lachte de vader: "Hoe kan dat nu, je bent immers veel te klein om het paard aan de teugel te voeren." "Dat hindert niet, vader, als moeder hem inspant, dan ga ik in het oor van het paard zitten en dan zeg ik wel hoe hij moet lopen." "Goed," antwoordde de vader, "we kunnen het wel eens voor een keertje proberen."

    Toen het tijd was spande moeder het paard in en Klein Duimpje ging in het oor van het paard zitten en hij riep hoe het paard moest lopen: "Hu! Hö, naar recht! Naar links!" Dat ging heel goed en de kar ging rechtstreeks het bos in. Nu gebeurde het dat hij juist een hoek omsloeg en Klein Duimpje "Links, links!" riep, toen er twee vreemde mannen langs kwamen.

    "Wel," zei de één, "wat is dat nou? Daar gaat een kar en ik hoor een voerman het paard toeroepen, maar ik zie hem nergens!" "Dat is raar," zei de ander, "laten we de kar volgen en zien waar hij naar toe gaat."

    De wagen ging helemaal het bos in en kwam precies op de plek waar het hout werd gehakt. Toen Klein Duimpje zijn vader zag, riep hij: "Zie je nu wel vader, hier ben ik met de kar, haal me nu maar naar beneden." De vader pakte het paard met zijn linkerhand en haalde met zijn rechterhand Klein Duimpje uit het oor, die heel vrolijk op een strohalm ging zitten.

    De twee mannen zagen Klein Duimpje en van verbazing wisten ze niet wat ze moesten zeggen. Toen zei de één fluisterend tegen de ander: "Dat kereltje kon ons wel eens geld en geluk brengen, als we hem in een grote stad tegen betaling vertonen - laten we hem kopen!" Ze gingen naar de boer en zeiden: "Verkoop dat ventje maar aan ons, hij zal het goed bij ons hebben!" "Nee," antwoordde de vader, "hij is mijn oogappel en hij is voor geen geld van de wereld te koop.

    Maar toen Klein Duimpje van de handel hoorde, kroop hij langs de jas van vader omhoog, ging op zijn schouder staan en zei in zijn oor: "Vader, geef me maar weg, ik kom wel weer terug." Toen gaf de vader hem voor een flinke som geld aan de beide mannen.

    "Waar wil je zitten?" vroegen ze hem. "Och, zet me maar op de rand van je hoed, dan kan ik naar voren en naar achteren lopen en de omgeving zien, ik val toch niet." Zo gezegd, zo gedaan. Klein Duimpje nam afscheid van zijn vader en ze gingen op weg. Ze liepen tot het donker werd. Toen zei de kleine: "Haal me eraf, ik moet even op de grond, want ik moet heel nodig." "Blijf jij maar boven," zei de man op wiens hoed hij zat, "het kan mij niets schelen, de vogels laten er ook wel eens wat op vallen." "Nee," zei Klein Duimpje, "ik weet best hoe het hoort, en ik wil gauw naar beneden."

    De man nam zijn hoed af en zette de kleine op een akker langs de weg. Hij kroop een eindje tussen de aardkluiten en toen sloop hij ineens in een muizenhol dat hij gezien had. "Goedenavond heren, gaan jullie maar lekker naar huis zonder mij!" riep hij hun spottend na en lachte hen uit. Ze kwamen dichterbij en staken met stokken in het muizenhol, maar dat was vergeefse moeite. Klein Duimpje kroop steeds verder weg en daar het al bijna donker was, keerden ze boos en platzak naar huis terug.

    Toen Klein Duimpje merkte dat ze weg waren kroop hij te voorschijn uit de onderaardse gang. "Het is in het donker gevaarlijk lopen op het land," zei hij, "je breekt zo je hals en je benen!" Gelukkig stuitte hij op een leeg slakkenhuis. "Goddank," zei hij, "daar kan ik in overnachten," en hij ging erin zitten. Juist wilde hij inslapen, of hij hoorde twee mannen langs komen en de één zei: "Hoe zullen we het aanleggen om die rijke pastoor zijn geld en zijn zilver af te pikken?"

    "Dat zou ik wel weten," riep Klein Duimpje er tussendoor.

    "Wat was dat?" zei de ene dief verschrikt, "daar sprak iemand."

    Ze bleven staan luisteren. Toen zei Klein Duimpje weer: "Neem me mee, ik kan jullie wel helpen."

    "Waar ben je dan?"

    "Zoek maar op de grond, en let goed op waar mijn stem vandaan komt," antwoordde hij. Zo vonden de dieven hem eindelijk en raapten hem op. "Zo'n klein ding, hoe wou jij ons helpen?" zeiden ze. "Kijk," zei hij, "ik kruip tussen de tralies de kamer van de pastoor binnen en geef daardoor jullie aan wat jullie maar hebben willen." "Goed," zeiden ze, "we zullen eens zien of je dat kan."

    Ze kwamen bij de pastorie en Klein Duimpje kroop de kamer binnen en schreeuwde zo hard als hij kon: "Willen jullie alles hebben wat hier is?" De dieven schrokken en zeiden: "Praat toch zachtjes, anders wordt er iemand wakker." Dat hoorde de keukenmeid die in de binnenkamer sliep en ze richtte zich in bed op om te luisteren. De dieven echter waren van schrik een eindje weggelopen. Eindelijk durfden ze weer en ze dachten: dat kleine ventje wil ons voor de gek houden. Zo kwamen ze terug en fluisterden: "Nu geen geintjes meer, geef ons wat aan."

    Toen schreeuwde Klein Duimpje weer zo hard hij kon: "Ik zal jullie alles wel geven, steek je handen maar uit." Dat hoorde de keukenmeid heel duidelijk en ze sprong uit haar bed en ging naar het raam. De dieven renden weg alsof de dood hen op de hielen zat, maar de meid had niets gezien en stak een kaars aan. Toen ze daarmee aan kwam lopen, vluchtte Klein Duimpje ongezien naar de schuur en de keukenmeid zocht alle hoeken door. Maar ze kon niets vinden en toen ging ze maar weer naar bed en geloofde ze dat ze met open oren en ogen had gedroomd.

    Klein Duimpje was wat rondgekropen in het hooi en had een mooi plaatsje gevonden om te slapen. Daar kon hij uitrusten tot het dag was en dan weer naar huis naar zijn ouders terugkeren. Maar hij zou eerst nog wat anders beleven. Ja, er is veel verdriet en ellende op de wereld!

    De meid kwam bij het eerste ochtendlicht uit bed om het vee te voeren. Eerst ging ze naar de schuur waar ze een arm vol hooi pakte, juist daar waar het arme Klein Duimpje in lag te slapen. Maar hij sliep zo vast dat hij niets merkte en pas wakker werd, toen hij in de mond van de koe zat, die hem met het hooi mee opat.

    "O jee, waar ben ik nu in terecht gekomen!" riep hij. Maar al gauw begreep hij waar hij was. Nu was het oppassen dat hij niet tussen de kiezen kwam en vermalen werd. Maar tenslotte moest hij toch mee de maag in.

    "In dit kamertje zijn de vensters vergeten," zei hij, "en de zon schijnt er niet en er wordt ook geen licht gebracht." Trouwens, hij vond het een lelijk en onaangenaam verblijf. En er kwam steeds maar meer vers hooi door de deur naar binnen. Het werd er steeds nauwer. Eindelijk riep hij in zijn angst zo luid hij kon:

    "Geen eten meer!
    Geen eten meer!"

    De meid was juist bezig de koe te melken. En toen ze hoorde praten zonder iemand te zien en met dezelfde stem die ze 's nachts ook had gehoord, schrok ze zo dat ze van haar krukje viel en de melk over de grond morste. Zo hard ze kon vloog ze naar de pastoor en riep: "Ach meneer pastoor, de koe heeft gepraat." "Je bent gek," zei de pastoor, maar hij ging toch zelf naar de stal om te kijken wat er aan de hand was. Nauwelijks had hij zijn voet binnen de stal gezet of Klein Duimpje riep weer:

    "Geen eten meer!
    Geen eten meer!"

    Toen schrok de pastoor ook en hij dacht dat er een boze geest in de koe was gevaren zodat hij besloot dat de koe afgemaakt moest worden. Ze werd geslacht, maar de maag waarin Klein Duimpje nog zat, werd op de mesthoop gegooid. Klein Duimpje had grote moeite zich een weg naar buiten te banen, maar hij slaagde er toch in wat ruimte te maken. Nauwelijks had hij zijn hoofd naar buiten gestoken of er gebeurde een nieuwe ramp.

    Een hongerige wolf kwam voorbij en slokte de hele maag in één hap naar binnen. Klein Duimpje verloor de moed niet. "Misschien," dacht hij, "is er met die wolf te praten," en hij riep hem toe uit zijn buik:

    "Lieve wolf, ik weet erg lekker eten voor je."

    "Waar dan?" vroeg de wolf.

    "In een huis dat ik ken. Daar moet je door het kelderraam naar binnen kruipen en dan vind je koek, spek en worst, zoveel je maar hebben wilt!" En hij beschreef hem heel precies het huis van zijn vader. Dat liet de wolf zich geen twee keer zeggen en hij kroop 's nachts door het kelderraam naar binnen en at zich dik en rond in de provisiekamer. Toen hij verzadigd was wilde hij weer weg, maar hij was zo dik geworden dat hij het kelderraam niet meer uit kon! Daar had Klein Duimpje op gerekend en hij begon in de buik van de wolf een geweldig lawaai te maken, hij gilde en schreeuwde zo hard hij maar kon.

    "Wil je wel eens stil zijn!" zei de wolf, "je maakt iedereen wakker!" - "Nou en," zei Klein Duimpje, "jij hebt je volgevreten, dus laat mij nu ook eens een pretje hebben," en hij begon weer opnieuw uit alle macht te schreeuwen. Eindelijk werden zijn vader en zijn moeder er wakker van en ze liepen naar de provisiekamer en keken door een kier naar binnen. Toen ze zagen dat daar een wolf zat, renden ze hard weg en de man haalde een bijl en de vrouw een zeis. "Blijf achter me," zei de man bij het binnegaan, "als ik hem een klap heb gegeven en hij is nog niet dood, dan moet jij op hem inhakken en zijn lichaam met de zeis openrijten."

    Toen Klein Duimpje de stem van zijn vader hoorde, riep hij: "Vader, ik ben hier! Ik zit in de buik van de wolf!" Vol vreugde sprak de vader: "We hebben ons lief kind teruggevonden!" en hij liet zijn vrouw de zeis wegzetten om Klein Duimpje geen letsel toe te brengen. Toen zwaaide hij zijn bijl en sloeg de wolf zo hard op zijn kop, dat hij dood neerviel. Ze haalden mes en schaar, sneden zijn lichaam open en trokken Klein Duimpje er weer uit.

    "O, wat hebben we om jou een zorg en angst uitgestaan!" riep de vader. "Ja, vader, ik heb heel wat van de wereld gezien, maar ik ben blij dat ik weer frisse lucht opsnuif!" - "Waar ben je dan allemaal geweest?" - "O, vader, ik ben in een muizenhol geweest en in een koeienmaag en in een wolfsbuik - maar nu blijf ik hier bij jullie!" - "En we zullen je voor geen goud ter wereld meer verkopen," zeiden de ouders en ze kusten en liefkoosden hun lieve zoontje. Ze gaven hem eten en drinken en nieuwe kleren - want de zijne waren op zijn reis helemaal versleten.

    * * * einde * * *

    Bron : - "De sprookjes van Grimm; volledige uitgave" vertaald door M.M. de Vries-Vogel.
               Unieboek BV - Van Holkema & Warendorf, Weesp, 1984.
               - www.beleven.org

    27-08-2011 om 15:08 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:sprookjes
    » Reageer (0)
    23-08-2011
    nieuwsgierig héDe vuurman van Soest
    De vuurman van Soest
    De vuurman van Soest
    - Een oude sage uit Soest over een ronddolende vuurman -

    In Soest bestond vroeger het geloof aan de 'vurige beer'. Dit was een vuurman die zich 's nachts in het voormalige Soesterveen liet zien. Het zou de ziel zijn van een rijke boer, die Oldebere heette en meer om geld en goed gaf dan om God.

    Hij had een bouwland op Den Eng en kon er goed van leven, maar Oldebere verlangde altijd meer. Op een nacht besloot hij stiekem de grenssteen van zijn bouwland te verplaatsen. Vroeger werden akkers en gebieden namelijk niet gescheiden door hekken of prikkeldraad, maar werden er herkenbare stenen neergelegd zodat iedereen kon zien waar een gebied eindigde en een nieuw gebied begon. Oldebere verplaatste zijn blauwe grenssteen iets naar het westen om zo een groter stuk bouwland te krijgen (en nog rijker te worden).

    De mensen waren niet blij met Oldebere en ze zeiden dat hij nog wel gestraft zou worden en dat gebeurde ook...

    Na zijn dood wenste de boer te worden begraven op het zogenaamde Vaarderhoogt, een natuurlijke hoogte in het Soesterveen. De paarden die de lijkwagen trokken, weigerden op een gegeven ogenblik verder te gaan. Toen de kist met het stoffelijk overschot er werd afgetild, gingen de paarden weer verder.

    De mensen hebben toen besloten de boer in het veen te begraven. En sindsdien wordt er in het Soesterveen een vuurman waargenomen. Het is de boer Oldebere die als straf voor het verplaatsen van de grenssteen moet ronddolen in het veen en de bossen.

    Ooit zag een schaapherder de vuurman in de schaapskooi; toen spatte hij uiteen en was verdwenen.

    ***
    De Vyerman van Soest
    Het was een man hiet Olde bere,
    Die meer dat guet dan God minde
    Hy dede qualiken overmids die
    Marke van sinne Acker doe
    Hi was gestorven daeld sine Siele
    Als een lichtkyn, bernd som wile
    Als een Strobosse.
    Optrouw een harder sag den Vyermand
    So in de Schaepschote,
    Altehans spranc hi uiteen ende was verdwinen.
    ***

    Uitgestrekte heidevelden, met hun meer dan duizend jaar oude, grillige spookachtige jeneverbesstruiken. Met hun zandverstuivingen, heide- en veenplassen. En de bouwakkers, op de hoge Eng gelegen, waar 's zomers de rogge zachtjes in de wind heen en weer golfde. Zo was Soest. Daartussen lagen de zandpaden, de stegen en wegen, die naar de boerderijen en de wit gekalkte boerenwoninkjes leidden. Langs die paden stonden eeuwenoude eiken- en beukenbomen en daarachter de weidse verten van de immense velden met wuivend gras.

    Wanneer de Soester keuterboer, die woonde op de schrale zandgronden van het Hart, of achter de Eng, in oktober de keu had geslacht, was er feest in de buurt.

    's Avonds kwam jong en oud vetprijzen. Het spek werd gemeten met een groot mes, dat iedere boer toen bij zich droeg. Was het spek bijzonder dik en van goede kwaliteit, dan werd er goedkeurend "hoechum zu'k spek" gemompeld, en de eigenaar van het varken glom van plezier, en schonk er een beste borrel op. Een groot bierglas, vol met jenever ging van mond tot mond.

    Daarna zette men zich aan tafel. Aanvankelijk praatten de mannen over de oogst, het vee, en de marktprijzen; de vrouwen hadden het eveneens over alledaagse dingen, de kinderen, de kennissen, en zo meer. Later op de avond, wanneer men nog eens had ingeschonken, kwam het gesprek als vanzelf op spookverschijningen. Duivels, heksen, en dwaallichten. Een geliefkoosd onderwerp.

    Time van Toon van Meutjes Ment had de Vurige Beer gezien op de Vaanderhoogt. En ook Riek uut 't Karhuus had het dwaallicht wel eens waargenomen. Het was een vlammetje, zo groot als een pootaardappeltje. Waar het precies vandaan kwam was moeilijk te zien. Zo was het eens hier en dan weer opeens een eind verder. De een meende dat het een gewone watertor was. De ander wist zeker dat het de ziel van een boer was, die tijdens zijn leven enkele minder fraaie dingen had uitgehaald. Dit was het verhaal.

    Eens woonde er in Soest, op de Eng, een boer, die Ouwe Beer heette. Deze boer was gierig, en zon steeds op middelen om zich te verrijken ten koste van anderen. Het ergste dat hij gedaan had was het verplaatsen van de keien, die de grens van zijn gebied aangaven. Ieder voorjaar ploegde hij zo een voor van zijn buurman om en eigende zich de opbrengst van het onrechtmatig verkregen land toe.

    De boer voelde later, toen hij ouder werd, zoveel wroeging over zijn daad, dat hij niet bij de andere mensen begraven wilde worden. Hij wilde niet op het kerkhof liggen. Toen hij gestorven was, trokken zes paarden met grote moeite de wagen, waarop de kist was gezet, naar het graf op het Vaanderhoogt, buiten Soest. De mannen, die de kist van de wagen tilden, hadden er minder moeite mee. Hij was zo licht als een veertje. Een kwaad voorteken. Het was bar. De ziel van de boer kon dan ook geen rust vinden in zijn graf. Hij bleef rondwaren in het Veen, op de Eng, op de Lazarusberg, en op de Bunt. Als een gruwelijk licht. Vooral op winderige en stormachtige avonden in het najaar verscheen hij als een dwaallicht, zodat hij al spoedig Vurige Beer genoemd werd. Op mysterieuze wijze kronkelde het door het struikgewas, of over de Eng, tot de dag aanbrak, en het weer verdween, alsof het werd opgeslokt door de aarde. Weinig mensen durfden dan naar buiten te gaan.

    Toen verbande een priester de Vurige Beer naar de Stompert, een berg op de heide bij Soesterberg. Hij mocht wel terugkomen naar Soest, maar het zou eeuwen duren. Want ieder jaar mocht hij slechts een hanenschree vooruit doen, en meer niet.

    Zo vertelden ze het en nogmaals schonk men de glazen vol. Dan werd er verder gepraat over de tienuurshond, of de nachtmerrie, of de boter die betoverd was in de karn.

    ***

    Maar weinigen kenden het andere verhaal over Vurige Beer. Dat was zo.

    Te Soest zou er een nieuwe roomse kerk gebouwd worden, en alle boeren brachten daarvoor geld bij de pastoor. Alleen Ouwe Beer gaf niets. Toen de pastoor hem om uitleg vroeg, zei hij dat hij geen geld wilde geven. Hij had midden in Soest nog een bouwakker liggen. Daar mocht de kerk wel opgezet worden. Nu was er in het hele dorp geen plaats te bedenken die zo geschikt was om er een kerk op te bouwen, als die akker. De pastoor ging dus heel blij naar huis.

    Een jaar later was de kerk klaar. De Beer liet echter alle mensen met stokken wegjagen, die het gebouw in wilden wijden. Hij wilde niemand over zijn land hebben, zoals hij uitlegde. Eindelijk kwam de pastoor, die dezelfde behandeling kreeg. De pastoor beweerde dat de Beer hem de grond voor de kerk had geschonken, maar de boer antwoordde dat hij alleen maar goed had gevonden dat de kerk op zijn land werd gezet.

    Onder het bouwen had hij niemand een strobreed in de weg gelegd, maar ook nog zijn land laten afnemen, dat kon hij niet toestaan. De pastoor zag wel dat daar geen praten tegen was en ging naar huis. De volgende dag ploegde de Beer het land rond de kerk om, en zaaide er haver in. Dat moet een raar gezicht zijn geweest, zo'n nieuwe kerk midden in de haver. Zo kon het niet blijven, en toen de pastoor na een tijdje de boer weer eens opzocht, verklaarde deze dat hij de bouwakker wel wilde verkopen. Op die manier kreeg hij er wel zesmaal zoveel voor als hij waard was.

    Toen Ouwe Beer dood was, verbande de pastoor hem naar een eikenstam, in het veld, zodat hij niet zou kunnen komen spoken. Een jaar of wat later liet een nieuwe eigenaar het hakbos uitrooien, om er bomen te poten, en hij verkocht de eikenstammetjes.

    Het stammetje waar de Beer in zat kwam bij Piet Dik terecht. Die wist natuurlijk niet wat er aan de hand was. En op een morgen legde hij het eikenstammetje onder een pot met varkensvlees.

    Het begon te blazen en te warrelen, zodat de as hem om de oren vloog. Opeens sprong het met een droge plof aan gruzelementen, en toen zag Piet Dik met z'n eigen ogen de Beer de schoorsteen in gaan. Het hele huis stonk naar de zwavel!


    * * * einde * * *

    Bron : - Diverse bronnen, o.a. E. Heupers, "Sagen uit het oude Soest" in Neerlands Volksleven, jaargang 29, nr 1/2 (1979) en
               www.palmira.nl en Maandblad van Oud-Utrecht 1964.
               - www.beleven.org

    23-08-2011 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:sagen
    » Reageer (0)


    Welkom bij saagje !
    Foto


    Laatste commentaren
  • Harden vol 1 (Rodolfo)
        op De mythe van Stinsterloo
  • Cheap Jerseys From China (Anthony)
        op De mythe van Stinsterloo
  • Lieve groetjes vanwege DEWESTHOEK (Annie & Rogier)
        op De boer en de duivel
  • Hallo Saagje,heel mooie story, (paolo)
        op De boer en de duivel
  • Piepelou Saagje (Jeske)
        op De boer en de duivel
  • Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Kribbelboekboek
  • Fijne midweek toegewenst
  • Lieve midweekgroetjes blogmaatje
  • Het blijft hier stil
  • Een fijne Donderdag gewenst
  • Voor alle Papa's en Opa's een fijne vaderdag gewenst

    bedankt voor de trouwe bezoekjes
    saagje


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    E-mail mij


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per week
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 05/12-11/12 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Welkom bij
    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!