Welkom bij saagje!
Foto
Inhoud blog
  • Het oude moedertje
  • De legende van de maïs
  • Mans van de Maone
  • De boer en de duivel
  • De twee advocaten(slot)
  • De twee advocaten
  • Het geitje Pak-me-dan
  • De natgeregende kabouter
  • De zeven heksen
  • Het aardmannetje van de Röhrerbühel 2
  • Het aardmannetje van de Röhrerbühel
  • Nikola staat borg
  • De vurige man van de Geute
  • De geschiedenis van de boerendochter Ketilrídur 2
  • De geschiedenis van de boerendochter Ketilrídur
  • Op reis gaan
  • De luie hasjverslaafde en zijn verstandige vrouw(vervolg)
  • De luie hasjverslaafde en zijn verstandige vrouw
  • Het toverfluitje en het toverhoedje (vervolg)
  • Het toverfluitje en het toverhoedje
  • Waarom de bomen in de herfst geel worden
  • Tijl Uilenspiegel en de paardenkoopman
  • De nimf Daphne
  • De geschiedenis van de reuzenkreeft
  • De toren van Medemblik
  • Theseus en Hippolytus
  • Duimedik
  • De vuurman van Soest
  • Maan, Djabu en de dood
  • De jakhals en de patrijs
  • Goudsbloempje
  • Afspraak is afspraak
  • Het spook van de Zeedijk
  • Rata's wonderbaarlijke reis-einde
  • Rata's wonderbaarlijke reis-vervolg
  • Rata's wonderbaarlijke reis
  • Waarom de hyacint maar zo kort bloeit
  • De citerspeler
  • Van een opgeverfde haan
  • Het land van moeder Soemba
  • Het zwanennest
  • De engel
  • De gebarsten emmer
  • De hondenmarkt van Boedapest (slot)
  • De hondenmarkt van Boedapest
  • Billy de coyote (slot)
  • Billy de coyote(vervolg)
  • Billy de coyote
  • Garuda
  • De dood van de sprookjesverteller
    Foto
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Hoofdpunten blog waaroemni
  • Kerstgroet
  • Luchtballonvaart
  • Paulus Potter
  • Sint-Elisabethsvloed
  • Willem Tell
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Categorieën
  • aardgeest (21)
  • avonturenverhaal (6)
  • dierenverhaal (5)
  • duivels (46)
  • fabels (57)
  • gedichten (1)
  • geesten (griezellen) (12)
  • heksen (52)
  • historisch verhaal (13)
  • historische sagen (35)
  • legende (42)
  • Luchtgeest (30)
  • Mythe (24)
  • parabel (7)
  • Plaaggeest (10)
  • sagen (87)
  • Sinterklaasverhalen (4)
  • sprookjes (118)
  • Tovenaars (38)
  • toverboeken (13)
  • volkssprookje (40)
  • volksverhalen (140)
  • vuurgeest (26)
  • watergeest (19)
  • weerwolven (15)
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    'VOLKSVERHALEN'

    problemen
    Verhalen, sprookjes, fabels, mythen, sagen en legenden
    welkom!
    Problemen
    Er zijn nogal wat problemen met het lezen van de teksten, daarom volgende tip :
    Met de muis links klikken en over de tekst schuiven.
    De tekst verschijnt duidelijk leesbaar.
    12-06-2011
    nieuwsgierig héHoe het Chikaso meer ontstaan is
    Hoe het Chikaso meer ontstaan is
    - Een volkssprookje van de indianen over een hoogmoedig stamhoofd -
    Heel lang geleden woonde langs de oever van de brede rivier de indianenstam van de Chikaso. De zoon van het stamhoofd was met een misvormd been ter wereld gekomen en sleepte onder het lopen met zijn rechtervoet. De indianen noemden hem Paardenhoef.

    De jongen groeide voorspoedig op. Hij wist bij het spelen bespot te worden en dat wekte zijn eerzucht. Hij leerde in het geheim boogschieten, de sporen van het wild volgen en vis vangen.

    Toen hij eenmaal volwassen was, stond hij onder de mannen van zijn stam hoog in aanzien; men prees zijn vaardigheden en zijn moed.

    Het duurde niet lang of Paardenhoef werd tot stamhoofd gekozen. Het ging het dorp goed: vlees en maïs in overvloed, niemand leed honger.

    Maar in de wigwam van Paardenhoef was het stil en eenzaam, geen enkel meisje van de Chikasostam wilde met hem trouwen.

    "Ik wil geen man met een horrelvoet," zei elk meisje, dat het stamhoofd tot zijn vrouw wilde maken.

    Op zekere dag kwam een koerier van het stamhoofd de boodschap brengen, dat de mooie dochter van het stamhoofd van de Chakto nog geen man had.

    Paardenhoef riep zijn dapperste en knapste krijgers bijeen en trok er met hen op uit.

    "Wij begroeten het dappere wijze stamhoofd," zei Paardenhoef, toen hij voor het stamhoofd van de Chakto stond. "Vele goede dingen hebben wij over u gehoord. We brengen u pelzen en schelpen ten bewijze dat wij in vriendschap zijn gekomen."

    Die woorden vielen bij het stamhoofd van de Chakto in goede aarde. Hij aanvaardde de geschenken en richtte ter ere van de gasten uit de Chikaso-stam een feestmaal aan.

    Nadat Paardenhoef en zijn krijgers gegeten hadden, vroeg Paardenhoef het oude stamhoofd: "Van wie is het meisje dat daar zit?"

    "Dat is mijn dochter," antwoordde het stamhoofd.

    "Als u mij een bruidsschat van tien paarden en tien dekens geeft, zal ik haar tot vrouw nemen," zei Paardenhoef uit de hoogte.

    Het stamhoofd schudde zwijgend zijn hoofd.

    "Met vijf paarden en vijf dekens zou ik ook genoegen nemen," zei Paardenhoef en ging daarmee een stap terug.

    Opnieuw weigerde het stamhoofd zwijgend.

    "Goed, dan zal ik uw dochter zonder bruidsschat tot vrouw nemen."

    Nu werd het stamhoofd kwaad: "Moet ik mijn dochter tot vrouw geven aan een man met een horrelvoet. Ga weg en neem een meisje uit jullie eigen stam tot vrouw!"

    Als een vurige pijl boorden deze woorden zich in Paardenhoefs gedachten. Rood van woede bedreigde hij het oude stamhoofd.

    Het stamhoofd van de Chakto zag, dat Paardenhoefs krijgers goed bewapend waren en schrok.

    Hij liet zijn tovenaar komen en vroeg hem, wat de wil van de Grote Geest was. "Ik zal me schikken en Paardenhoef mijn dochter tot vrouw geven, als de Grote Geest dat zo wil."

    De tovenaar kwam zijn tent binnen. Hij had ratels, een slangenvel en hondenbotten meegebracht en hij smeekte de Grote Geest te willen spreken. Geknield en met gebogen hoofd luisterde de tovenaar naar de stem van de Grote Geest en toen hij zich oprichtte, bracht hij de volgende boodschap: "Uit de bossen en moerassen is de indiaan Paardenhoef gekomen. Deze man wacht grote rampspoed. Hij dient behoedzaam te zijn en zich niet blindelings in het ongeluk te storten. De wet verbiedt een indiaan een meisje te roven dat tot een andere stam behoort. Zou Paardenhoef deze wet overtreden, dan zal zijn stam door onheil getroffen worden."

    Paardenhoef stond machteloos. Hij verliet met zijn krijgers de tent van het stamhoofd en keerde naar het voorvaderlijk dal terug.

    Maar de smaad brandde in zijn hart als een gloeiende steen. Hij wilde zich op het stamhoofd wreken. Die tovenaar moest gelogen hebben. Als de Grote Geest nu eens wel toegestemd had en de tovenaar op bevel van het stamhoofd de boodschap verkeerd had overgebracht?

    En 's nachts ging Paardenhoef met zijn krijgers onopgemerkt terug naar het kamp van de Chakto-stam en ontvoerde het meisje.

    Alle leden van de Chikaso-stam waren blij dat hun stamhoofd eindelijk een vrouw had gevonden. Tot diep in de nacht waren trommels en gezang en het stampen van de dansers te horen.

    Onverwacht klonk er een donderslag boven het bos. De aarde dreunde en er raasde een stormwind door het dal. Verschrikt drukten de indianen zich tegen de grond.

    En de hemel opende zich en de Grote Geest riep: "Ik heb je gewaarschuwd, stamhoofd Paardenhoef, maar je hebt niet geluisterd. Nu zal je stam met je omkomen."

    En de machtige stem van de rivier verhief zich, de golven sloegen hoog op en voerden de ramp aan. Modderwater stroomde het ruime dal binnen en begroef het dorp waar de stam van de Chikaso had gewoond. Een meer bleef er achter.


                                              * * * einde * * *
    Bron : - "Sprookjes van de prairie. Verhalen uit Noord-Amerika" door Vladimir Stuchl.
               Uitgeverij Ankh-Hermes, Deventer, 1982. ISBN: 90-202-0051-8
               - www.beleven.org

    12-06-2011 om 23:23 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volkssprookje
    » Reageer (2)
    11-06-2011
    nieuwsgierig héDe jongen die niet zo handig was
    De jongen die niet zo handig was
    - Een Surinaams volksverhaal over helpers met bijzondere eigenschappen -
    Heel lang geleden leefde er eens een jongen, die niet zo handig was. In de ogen van zijn vader deed die jongen nooit iets goed. "Dommie," zei de vader tegen zijn zoon, "ik weet niet wat ik met je moet beginnen." - "Geef me wat geld en stuur me de wereld in," stelde de zoon voor. "Misschien moet ik op eigen benen staan." Dus gaf de vader de jongen wat geld en liet hem vertrekken.

    Op zijn reis door de wereld kwam de jongen een man met één been tegen, die hem vertelde dat hij pijlsnel was: "Sneller dan een pijl uit een boog!" De jongen zei: "Wat handig! Wil je bij me in dienst komen?" Meneer Pijlsnel voelde daar wel wat voor en samen trokken zij verder totdat zij een man ontmoetten met oren zo groot als parasols. "Is dat niet lastig?" vroeg de jongen. "Nee, hoor," luidde het antwoord, "als ik een oor op de grond leg, hoor ik alles wat op aarde wordt gezegd." - "Wat handig," zei de jongen. "Wil je je bij ons aansluiten? Ik zal je goed betalen." - "Is goed," zei meneer Parasol-oor en met z'n drieën reisden ze door... totdat ze de man zagen die een mond had zo groot als een tobbe, waarmee hij kon blazen als een orkaan. Meneer Blaastobbe had een vriend met een rug zo breed als een tafel waaraan wel twintig mensen konden eten. De jongen bood beiden een baantje aan. Vijf man sterk bereikten zij het koninkrijk waarvan de prinses niet wilde trouwen. Ze kon namelijk heel snel lopen en ze wilde geen man die langzamer liep dan zij.

    De jongen ging naar de koning en zei dat hij wel eens wilde zien hoe snel de prinses was. "Als je sneller bent, mag je met haar trouwen," beloofde de koning. "Je eerste karweitje," zei de jongen tegen meneer Pijlsnel. "Daar gaan we!" riep meneer Pijlsnel en hij liet de prinses mijlen achter zich. "Pa, ik wil niet met die jongen trouwen," huilde de prinses. "Is geld ook goed?" vroeg de koning aan de jongen. "Als u me zoveel geeft als mijn compagnon kan dragen." - "Graag," zei de koning.

    "Meneer Brede Rug, uw beurt," zei de jongen en hij liet de dienaren van de koning alle rijkdommen van het koninkrijk op de enorme tafelrug stapelen en toen was er nog plaats over. "Doe het paleis er ook maar bij," zei meneer Brede Rug. "Nee, nee, alsjeblieft," smeekte de koning, "laat mijn paleis. Dat is het enige wat ik nog heb: een dak boven mijn hoofd." De jongen liet het paleis staan. Hij wilde naar huis. De koning echter riep zijn soldaten: "Ga ze achterna en neem ze gevangen. Ik wil m'n rijkdom terug!" - "Dat heb ik gehoord!" zei meneer Parasoloor. "Die Koning wil ons gevangen laten nemen." - "Een ogenblikje," zei meneer Blaastobbe en hij haalde een keer diep adem en toen hij uitademde, woei een orkaan alle soldaten van de koning de lucht in.

    De jongen ging terug naar zijn vader, die zijn ogen niet kon geloven: "Dommie, je bent rijk!" En dat was wel de laatste keer dat de vader zijn zoon een dommie noemde."

                                              * * * einde * * *
    Bron : - "Volksverhalen uit kleurrijk Nederland. Reizen. Verhalen over avontuurlijke reizen uit de Chinese, Joodse, Nederlandse, Indiase, Turkse, Surinaamse, Marokkaanse en Indonesische verteltraditie"
               verschenen bij Uitgeverij Lemniscaat, Rotterdam, 1991.
               www.beleven.org

    11-06-2011 om 16:13 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (2)
    10-06-2011
    nieuwsgierig héDe reuzenkrab
    De reuzenkrab
    - Een boeddhistische fabel over een olifant en een reusachtige krab -
    Er was eens een meer in de bergen en in dat meer leefde een geweldige krab. Ik denk, dat je wel eens krabben gezien hebt, die gekookt waren en op je bord gelegd werden om te eten; misschien heb je ze ook wel eens aan het strand schuin weg zien kruipen op de bodem van een plas. Soms wordt een jongen of een meisje bij het baden in zee geknepen door een krab en dan hoor je schreeuwen en gillen. Maar onze krab was veel groter; het was de grootste krab waarvan je ooit gehoord hebt; hij was groter dan een eetkamertafel en zijn scharen waren even groot als een leunstoel. Stel je voor hoe het moet zijn om een kneep te krijgen van zulke scharen!

    Wel, deze reusachtige krab leefde helemaal alleen in het meer. Nu kwamen de verschillende dieren die in de wilde bergen leefden altijd naar dat meer om te drinken; herten en antilopen, vossen en wolven, leeuwen en tijgers en olifanten. En wanneer zij het water in liepen om te drinken, lag de grote krab altijd op de loer en minstens een van hen kwam nooit meer het water uit. De krab greep hem dan met een van zijn geweldige scharen, trok hem naar beneden en dan verdronk het arme beest en was een heerlijk maaltje voor de grote krab.

    Dit ging zo een hele tijd door, de krab werd elke dag groter en groter, en werd vet van de dieren die daar kwamen drinken. Op het laatst waren alle dieren bang om in de buurt van dat meer te komen. Dat was jammer, omdat er heel weinig water in de bergen was, en de schepsels wisten niet wat zij moesten doen, wanneer zij dorst hadden.

    Tenslotte besloot een grote olifant een einde te maken aan de krab en zijn streken. Hij en zijn vrouw spraken dus af, dat zij een kudde olifanten naar het meer zouden brengen om te drinken, en dat zij, terwijl de andere olifanten aan het drinken waren, op de uitkijk zouden staan naar de krab.

    Zij deden wat zij hadden afgesproken. Toen de kudde olifanten bij het meer kwam, gingen deze beiden het eerst het water in en bleven er het verst in, op de uitkijk naar de krab; en de anderen dronken en trompetterden en wasten zichzelf vlakbij de oever.

    Al gauw hadden ze genoeg gehad en begonnen ze uit het water te gaan; en toen voelde de olifant maar al te duidelijk een verschrikkelijke kneep in zijn poot. De krab was onder water aan komen kruipen en had hem stevig beet. Hij knikte tegen zijn vrouw, die dapper aan zijn zij bleef; en toen begon zij.

    "Beste meneer Krab!" zei ze, "laat u alstublieft mijn man los!"

    De krab stak zijn ogen uit het water. Je weet, dat de ogen van een krab op een soort steekje groeien en deze krab was zo groot, dat zijn ogen eruit zagen als twee dikke boomstammen, met een kanonskogel op ieder ervan. Nu hield deze krab erg van koketteren, of liever daar hield hij vroeger erg van, maar de laatste tijd had hij niemand om mee te koketteren, omdat hij alle schepsels opgegeten had die bij hem in de buurt kwamen. Mevrouw olifant was een prachtige olifant, met een glanzende bruine huid en sierlijke flaporen en een krullende slurf en twee witte slagtanden die twinkelden als zij lachte. Toen de grote krab deze prachtige olifant zag, dacht hij, dat hij graag een kus zou willen hebben en hij sprak op vleiende toon:

    "Lief olifantje! Wil je me een kus geven?"

    Toen deed mevrouw olifant, alsof dit haar veel plezier deed; ze hield haar hoofd schuin en zwaaide met haar staart; en ze zag er zo lief en verleidelijk uit, dat de krab de andere olifant losliet en langzaam naar haar toe begon te kruipen, terwijl hij ondertussen zijn ogen op en neer zwaaide.

    Al deze tijd had meneer Olifant veel pijn gehad van de kneep van de schaar van de krab; hij had geen kik gegeven, want hij was een heel dappere olifant. Maar hij was niet van plan om zijn vrouw ook maar iets te laten overkomen; vast niet! Het was allemaal een onderdeel van hun list. En zodra hij voelde, dat zijn poot vrij was, trompetterde hij luid en lang en sprong bovenop de rug van de krab!

    Krak, krak! ging het schild van de krab; want, al was hij nog zo groot, een olifant was te zwaar voor hem om te dragen. Krak, krak, krak! De olifant sprong op en neer op zijn rug en in heel korte tijd werd de krab tot mosterd gestampt.

    Wat waren de dieren blij, toen zij zagen, dat de krab vermorzeld was! Van heinde en verre kwamen ze om hun dank te betuigen aan de olifant en zijn vrouw en ze maakten hen tot koning en koningin van alle dieren in de bergen.

    Wat de krab betreft, er bleef niets van hem over behalve zijn scharen, die zo hard waren, dat niets die ooit zou kunnen kraken; zij bleven dus achter in de poel. En in de herfst kwam er een grote overstroming en de scharen spoelden mee naar de rivier; de rivier droeg ze honderden mijlen weg, naar een grote stad, waar de zonen van de koning ze vonden en er twee enorme trommels van maakten, waarop zij altijd slaan, wanneer zij ten strijde trekken; en alleen het geluid van deze trommels al is genoeg om de vijand af te schrikken.


                                              * * * einde * * *
    Bron : - "Boeddhistische sprookjes uit de jataka, afkomstig uit het oude India" uit het Pali vertaald en bewerkt door W.H.D. Rouse, met illustraties van W. Heath Robinson.
               Vertaald door Chris Mouwen © 1980. Uitgeverij Sirius en Siderius, Den Haag, 1981. ISBN: 90-6441-019-4
               - www.beleven.org

    10-06-2011 om 00:36 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:fabels
    » Reageer (2)
    08-06-2011
    nieuwsgierig héDe derde visser
    De derde visser
    - Een Limburgs griezelverhaal over een nachtelijke spookvisser -
    Twee mannen uit Wijk bij Maastricht spraken eens af om 's nachts te gaan vissen met de lange sim. Ze kwamen overeen, dat ze maar naar het Papenwater zouden gaan, daar, waar dit in de Maas uitstroomt. Ze vergaten helemaal, dat het de nacht van zaterdag op zondag was, dus dat kon niet goed aflopen.

    In de avond gingen ze dus naar het Papenwater toe en daar vonden ze een 'puntsje', zo'n bootje, waar de boeren hun mest en hun groentes mee overvaren. Ze besloten dat puntsje te gebruiken. Ze stapten erin en gingen dichtbij elkander zitten, zo ongeveer in het midden. En de een wierp zijn sim naar de ene kant uit en de ander naar de andere kant en zo begonnen ze te vissen. Nu, daar zaten ze een paar uurtjes en ze vingen zoal eens wat, ze hadden voor niets anders aandacht dan voor hun hengel. Maar toen keek een van de twee eens op en zijn blik ging zo toevallig langs de punt van de boot en toen zag hij iets, waar hij zo van schrok, dat het hart in zijn lijf bijna stilstond. Hij schoof met een schok wat opzij, de boot wiebelde ervan en de ander keek eens naar zijn kameraad om. Daarbij ging zijn blik ook langs de punt en wat hij daar zag, maakte dat hij meteen asgrauw in zijn gezicht werd.

    "Zèk Zjang," vroeg hij stilletjes, "suuz tiech het ouch?"

    "Jao," antwoordde de ander bibberend, "ich zeen et ouch."

    Ze wilden nu allebei opspringen en er vandoor gaan, maar het was, of ze met touwen aan hun plaats waren gebonden, ze konden het niet.

    Waar waren ze nu zo van geschrokken?

    Voor in het puntsje zat een derde man te vissen! Die hadden ze eerst helemaal niet gezien! Die was er beslist niet, toen zij erin kwamen! Waar kwam hij vandaan? Hoe kwam hij erin? Hij had toch langs hen moeten gaan om op zijn plaatsje te komen! En ze hadden niets gezien of gevoeld en het puntsje had niet geschommeld ook! Dat was niet pluis!

    Doodsbenauwd zaten ze naast elkaar. Ze durfden zich niet verroeren. Ze voelden, dat ze beetkregen, maar ze verroerden hun hengel niet, hoe het hun ook aan het hart ging om de buit te laten ontsnappen. Ze zaten maar. Soms hoorde de een de ander zuchten. Het duurde heel lang. De nacht was heel stil. Hoorden ze hun hart bonken?

    Eindelijk sloeg de torenklok één uur. Toen stond de onbekende op en kwam op hen af. De bangste van de twee verborg zijn gezicht in zijn handen, maar de ander vond nog de moed om zijn ogen open te houden. Hij zag de onbekende komen, hij zag hem langs hen gaan. Hij raakte hen niet aan, de boot bewoog niet. Hij zag hem aan land stappen... toen was hij ineens weg...

    De ander vroeg later aan hem, hoe die vreemdeling er uitzag, maar hij wist het niet, hij kon alleen maar zeggen, dat het gezicht van die man net van spinrag had geleken. Ze huiverden. Ze gingen zwijgend naar huis. Ze vergaten de vis. Ze wisten nu wel, waarom die man in hun boot was gekomen, maar ze zeiden het niet tegen elkaar. Ze zeiden alleen maar: goedenacht. Doch na die tijd gingen ze nooit meer vissen in de nacht van zaterdag op zondag.


                                            * * * EINDE * * *
    Bron : - "Nederlandse sagen en volksverhalen" door Cor Bruijn. Fibula, Houten, 1989.
               Oorspr. titel: Nederlandse sagen. Ploegsma, Amsterdam, 1946. ISBN: 90-269-4419-5
               - www.beleven.org

    08-06-2011 om 20:57 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:geesten (griezellen)
    » Reageer (2)
    07-06-2011
    nieuwsgierig héWelpe en de wolf
    Welpe en de wolf
    - Een indianenverhaal uit Mexico over een slimme en listige jongen -
    's Morgens vroeg vloog de indiaanse vrouw haar tent uit, rukte het haar uit haar hoofd en gilde: "Wat een ramp! De grijze wolf heeft mijn man vermoord!" De jagers schoten toe, maar ze konden de dode man niet meer tot leven wekken. "Daar gaat-ie!" riep jager Bereklauw en hij wees in de richting van het bos. Daar verdween een grijze wolf, als een kalf zo groot, in de struiken.

    De nacht daarop sloop de wolf opnieuw de nederzetting binnen, vermoorde twee mannen en verdween. De derde nacht verloren drie inwoners het leven. "We moeten het bos in om de wolf dood te maken," zei het stamhoofd en hij stuurde er vier jagers op uit. Maar niet een kwam er van de jacht terug. Daarna stuurde het stamhoofd vijf mannen het bos in, maar ook die kwamen niet weer thuis. Het stamhoofd liet een bericht over het gebeurde verspreiden en vroeg om hulp.

    Als eerste kwam een Engelsman de nederzetting bezoeken. Hij droeg een korte broek en een lang geweer. "Die wolf schiet ik wel even neer," zei hij verwaand. "Vanavond breng ik jullie zijn pels. Maar eerst wil ik theedrinken om kracht voor de jacht te verzamelen." Hij ging bij het vuur zitten en zette een keteltje water op. Toen hij evenwel behaaglijk zijn hete thee zat te slurpen, kwam uit de struiken de grijze wolf aansluipen en vermoorde de Engelsman.

    De volgende dag kwam een Duitser de nederzetting binnenrijden. "Ik moet eerst in de boeken nakijken, hoe je op wolven jaagt," zei de Duitser, ging onder een zware eik zitten, haalde drie dikke boeken uit zijn rugzak en begon erin te bladeren.

    Uit de struiken kwam de grijze wolf aansluipen en vermoorde ook de Duitser.

    De derde dag verschenen er in een elegante koets twee Fransen. Ze zochten een plaats dicht bij de struiken, waaruit de wolf steeds te voorschijn kwam, dronken wijn en wachtten af. Eindelijk zagen ze de ogen van de wolf glinsteren in de schemering van het bos.

    De ene Fransman legde het geweer tegen de schouder en legde aan. Hij liet het evenwel weer zakken, overhandigde het aan de andere Fransman en zei hoffelijk: "Na u, meneer." Eer de tweede Fransman kon schieten, sprong de wolf de struiken uit en vermoorde beide jagers.

    Enkele dagen daarna kwamen drie Amerikanen de nederzetting binnen. Ze waren in het bezit van fraai glanzende geweren en hadden de weitassen vol beefsteaks. Ze braadden hun vlees aan het spit, aten het op en dronken er koffie met melk bij en vervolgens begonnen ze op hun gemak hun geweren schoon te maken en te oliën.

    Onderwijl was de grijze wolf uit de struiken dichterbij geslopen. Hij had de drie Amerikanen al vermoord, nog eer ze hun geweren hadden kunnen laden.

    Beneden in het dal waren Mexicaanse dagloners op een plantage bezig de katoen te plukken. Er werkte een kleine jongen met hen mee, die zij Welpe noemden. De dagloners hadden het onder het werken alleen maar over de grijze wolf en Welpe luisterde aandachtig.

    Hij smeet de linnen baal met katoenzaaddozen van zich af en zei: "Ik ga die wolf doodmaken." Iedereen lachte hem uit. "Zet dat maar uit je hoofd, jongen, de Engelsman kreeg de wolf niet te pakken en de wolf heeft de Duitser, de Fransen en de Amerikanen ook versmoord. En jij hebt niet eens een geweer!"

    Welpe liet zich evenwel niet van zijn grootse voornemen afbrengen en sloeg ogenblikkelijk de weg naar het indianendorp in.

    Hij nam niets anders mee dan drie spiegels. Een grote, een kleine en een nog kleinere spiegel. Zodra hij de nederzetting had bereikt, informeerde hij waar de grijze wolf precies kwam aansluipen. De jagers wezen in de richting van het bos en het speet hun, dat de knaap zijn jonge leven zo zinloos wilde opofferen.

    Welpe haalde de grootste spiegel te voorschijn, zette hem tegen een boom en verstopte zich achter een steen.

    Al gauw sloop de grijze wolf het bos uit en zag zichzelf in de spiegel. "Ik wist niet dat ik zo groot was," dacht de wolf. "Ik hoef voor de sterkste vijand niet bang te zijn." Hij rende het dorp in en smoorde twee paarden.

    Het stamhoofd werd kwaad en zei: "Nou, je hebt ons fraai geholpen, Welpe." Sussend zei Welpe tegen het stamhoofd: "Even geduld, u zult zien dat ik die wolf overwin."

    De volgende dag ging de Mexicaanse jongen weer naar de bosrand, haalde de kleinere spiegel uit zijn zak en zette hem tegen een boom.

    De grijze wolf kwam de struiken uit en ging recht op de spiegel af. Hij keek erin en gromde: "Wat gek! Gisteren was ik zo groot, dat ik twee paarden durfde smoren. Hoe kan ik in een nacht nu zoveel kleiner zijn geworden? Zou ik me te veel ingespannen hebben? Zouden twee paarden te veel voor me zijn geweest?"

    En de grijze wolf sloop het dorp in en smoorde twee veulens. Ditmaal verweet het stamhoofd de kleine Welpe niets. Misschien had die jongen toch meer verstand in zijn hoofd dan hij gedacht had.

    De volgende dag zocht Welpe voor de derde keer de bosrand op. Nu haalde hij de kleinste spiegel uit zijn zak en zette hem tegen een boom. Weer verstopte hij zich achter een steen.

    Even later kwam de wolf het bos uit en liep regelrecht naar het spiegeltje. Hij had er nog niet ingekeken of hij huilde: "Nu is het afgelopen met me! Ik ben vannacht in een jong wolfje veranderd. Ik moet maken dat ik wegkom, anders zullen de jagers me te pakken krijgen en me het vel over de oren halen." En met de staart tussen de benen vluchtte de wolf het bos in.

    Welpe, de Mexicaanse jongen, werd door het stamhoofd de nederzetting binnengebracht. Hij kreeg een feestmaal voorgezet en werd beloond met een schitterend paard en een hoed met brede rand op de koop toe.


                                              * * * einde * * *
    Bron : - "Sprookjes van de prairie. Verhalen uit Noord-Amerika" door Vladimir Stuchl.
               Uitgeverij Ankh-Hermes, Deventer, 1982. ISBN: 90-202-0051-8
               - www.beleven.org

    07-06-2011 om 01:41 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volkssprookje
    » Reageer (4)
    06-06-2011
    nieuwsgierig héPygmalion en zijn ivoren vrouw
    Pygmalion en zijn ivoren vrouw
    - Een mythe van Ovidius over een liefde voor een ivoren beeld -
    Omdat Pygmalion die vrouwen jarenlang in zonde had zien verkeren en een afkeer voelde van het kwaad dat de natuur zo ruimschoots in de vrouwenziel gelegd heeft, bleef hij steeds vrijgezel en vrouwloos en zijn bed was eenzaam.

    Maar ondertussen maakt hij wel met schitterend vakmanschap een wit-ivoren beeld, geeft het een schoonheid die geen vrouw van huis uit ooit bezit en wordt verliefd op eigen werkstuk. Het lijkt een echte jonge vrouw, je zou geloven dat zij leeft en, als fatsoen dat toestond, graag bemind wil worden – zozeer gaat kunst in eigen kunde schuil.

    Pygmalion bewondert haar, hij brandt van hartstocht voor dit namaaklichaam. Steeds voelt hij met zijn vingers aan het beeld, of het ivoor of lichaam is en maakt zich wijs, dat dit toch geen ivoor is… Hij kust haar, proeft haar kussen – denkt hij –, spreekt tot haar en houdt haar in zijn armen, voelt zijn vingers in haar lichaam drukken en is zelfs bang voor blauwe plekken waar hij haar omarmt. Hij vleit haar met verliefde woorden, geeft cadeautjes waar meisjes verzot op zijn: schelpen of stenen, gladgevormd, tamme parkietjes, bloemenkransen met wel duizend kleuren, lelies, geverfde knikkers, barnsteenkralen - tranen van de Heliadenbomen. Daarna tooit hij haar met kleren, doet ringen aan haar vingers, lange snoeren om haar hals, haar oren krijgen lichte parelhangers, ook haar borsten zijn rijk behangen. Alles siert haar, ook al is zij mooi zonder dat al. Hij legt haar op een roodgespreide divan, noemt haar zijn bedvriendin en doet haar zachtjes met haar hals in veren kussens leunen, denkend dat zij dat kan voelen!

    Het feest van Venus, overal op Cyprus hoogtijdag, was aangebroken. Jonge koeien met vergulde hoorns vielen ten offer aan de slagen in hun blanke nek en wierook geurde op. Pygmalion bleef na het offer bij 't altaar staan en sprak een stille wens: "O goden, als u alles geven kunt, geef mij een vrouw…" - hij had de moed niet "die van ivoor" te zeggen, wel "die lijkt op mijn ivoren…" De gouden Venus, zelf aanwezig bij haar feest, begreep wat deze wens beduidde: driemaal schoot de vlam hoog op en blies een vuurtong in de lucht, ten teken van genade.

    Zodra hij thuiskomt, haast hij zich naar zijn geliefde beeld, nestelt zich naast haar, kust haar mond. Zij lijkt erdoor te smelten, hij kust haar weer, raakt met een vingertop haar borsten aan: het aangeraakte ivoor wordt week, de kilte lijkt verdwenen, het voegt zich naar zijn druk, is soepel, zoals bijenwas van de Hymettus zacht wordt door de zon en zich laat drukken tot vele vormen en juist door het kneden kneedbaar wordt. Terwijl hij eerst verbijsterd nog geen vreugde toelaat, bang voor bedrog, streelt hij verliefd steeds weer, steeds meer dat lieve beeld en streelt een vrouw: zijn tasten doet haar bloed veel sneller stromen!

    Dan spreekt Pygmalion, de held van Paphos, woorden uit waarmee hij Venus dankt, diep uit zijn hart, en drukt zijn lippen op lippen die niet meer onecht zijn en het meisje heeft zijn kus gevoeld, begint te gloeien, slaat haar ogen schuchter naar 't daglicht op en kijkt op dat moment haar minnaar aan.

    Het huwelijk, eerst door Venus voorbereid, ontving haar zegen: negenmaal had de maan haar sikkel tot een schijf gevuld, toen Paphos werd geboren, en het eiland draagt die naam nog.*

    * Paphia is een andere naam voor Cyprus, waarop ook de stad Paphos lag


                                              * * *einde* * *
    Bron : - “Metamorphosen” door Ovidius. Vertaald en toegelicht door M. D’Hane-Scheltema,
                 met een nawoord van Imme Dros.
                 Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2009.
                 - www.beleven.org

    06-06-2011 om 00:23 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Mythe
    » Reageer (1)


    Welkom bij saagje !
    Foto


    Laatste commentaren
  • Harden vol 1 (Rodolfo)
        op De mythe van Stinsterloo
  • Cheap Jerseys From China (Anthony)
        op De mythe van Stinsterloo
  • Lieve groetjes vanwege DEWESTHOEK (Annie & Rogier)
        op De boer en de duivel
  • Hallo Saagje,heel mooie story, (paolo)
        op De boer en de duivel
  • Piepelou Saagje (Jeske)
        op De boer en de duivel
  • Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Kribbelboekboek
  • Fijne midweek toegewenst
  • Lieve midweekgroetjes blogmaatje
  • Het blijft hier stil
  • Een fijne Donderdag gewenst
  • Voor alle Papa's en Opa's een fijne vaderdag gewenst

    bedankt voor de trouwe bezoekjes
    saagje


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    E-mail mij


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per week
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 05/12-11/12 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Welkom bij
    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!