Welkom bij saagje!
Foto
Inhoud blog
  • Het oude moedertje
  • De legende van de maïs
  • Mans van de Maone
  • De boer en de duivel
  • De twee advocaten(slot)
  • De twee advocaten
  • Het geitje Pak-me-dan
  • De natgeregende kabouter
  • De zeven heksen
  • Het aardmannetje van de Röhrerbühel 2
  • Het aardmannetje van de Röhrerbühel
  • Nikola staat borg
  • De vurige man van de Geute
  • De geschiedenis van de boerendochter Ketilrídur 2
  • De geschiedenis van de boerendochter Ketilrídur
  • Op reis gaan
  • De luie hasjverslaafde en zijn verstandige vrouw(vervolg)
  • De luie hasjverslaafde en zijn verstandige vrouw
  • Het toverfluitje en het toverhoedje (vervolg)
  • Het toverfluitje en het toverhoedje
  • Waarom de bomen in de herfst geel worden
  • Tijl Uilenspiegel en de paardenkoopman
  • De nimf Daphne
  • De geschiedenis van de reuzenkreeft
  • De toren van Medemblik
  • Theseus en Hippolytus
  • Duimedik
  • De vuurman van Soest
  • Maan, Djabu en de dood
  • De jakhals en de patrijs
  • Goudsbloempje
  • Afspraak is afspraak
  • Het spook van de Zeedijk
  • Rata's wonderbaarlijke reis-einde
  • Rata's wonderbaarlijke reis-vervolg
  • Rata's wonderbaarlijke reis
  • Waarom de hyacint maar zo kort bloeit
  • De citerspeler
  • Van een opgeverfde haan
  • Het land van moeder Soemba
  • Het zwanennest
  • De engel
  • De gebarsten emmer
  • De hondenmarkt van Boedapest (slot)
  • De hondenmarkt van Boedapest
  • Billy de coyote (slot)
  • Billy de coyote(vervolg)
  • Billy de coyote
  • Garuda
  • De dood van de sprookjesverteller
    Foto
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Hoofdpunten blog waaroemni
  • Kerstgroet
  • Luchtballonvaart
  • Paulus Potter
  • Sint-Elisabethsvloed
  • Willem Tell
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Categorieën
  • aardgeest (21)
  • avonturenverhaal (6)
  • dierenverhaal (5)
  • duivels (46)
  • fabels (57)
  • gedichten (1)
  • geesten (griezellen) (12)
  • heksen (52)
  • historisch verhaal (13)
  • historische sagen (35)
  • legende (42)
  • Luchtgeest (30)
  • Mythe (24)
  • parabel (7)
  • Plaaggeest (10)
  • sagen (87)
  • Sinterklaasverhalen (4)
  • sprookjes (118)
  • Tovenaars (38)
  • toverboeken (13)
  • volkssprookje (40)
  • volksverhalen (140)
  • vuurgeest (26)
  • watergeest (19)
  • weerwolven (15)
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    'VOLKSVERHALEN'

    problemen
    Verhalen, sprookjes, fabels, mythen, sagen en legenden
    welkom!
    Problemen
    Er zijn nogal wat problemen met het lezen van de teksten, daarom volgende tip :
    Met de muis links klikken en over de tekst schuiven.
    De tekst verschijnt duidelijk leesbaar.
    05-06-2011
    nieuwsgierig héEen heks in Queen's County
    Een heks in Queen's County
    - Een Iers volksverhaal over een heks die melk steelt -
    Het was in de meimaand van het jaar 1759 dat een rooms katholieke priester uit de buurt van Rathdowney, in Queen's County, te middernacht werd gewekt om een stervende bij te staan in een afgelegen gedeelte van zijn parochie. De priester gaf zonder dralen gehoor aan het verzoek, en toen hij zijn plicht jegens de stervende zondaar had vervuld en deze afscheid van het leven had genomen, verliet hij het huisje weer. Omdat het nog donker was bood de man die de priester had gehaald aan hem naar huis te vergezellen, maar hij weigerde en aanvaardde de terugtocht alleen. De grijze dageraad verscheen reeds achter de heuvels. De brave priester was verrukt van de schoonheid van het nachtlandschap en onder het rijden ging hij geheel op in zijn omgeving, terwijl hij af en toe met zijn karwats naar de vleermuizen en prachtige grote nachtvlinders sloeg, die telkens van de ene heg naar de andere over de verlaten weg fladderden.

    Zo vervolgde hij langzaam zijn weg, tot de naderende zonsopgang alle voorwerpen duidelijk zichtbaar maakte; toen steeg hij af, sloeg zijn arm door de teugel en haalde zijn brevier te voorschijn, waarop hij kalm voortwandelend de ochtendmis begon te lezen. Hij had nog niet ver gelopen toen hij merkte dat zijn paard, een bijzonder vurig dier, midden op de weg bleef staan en strak naar een weiland staarde waarin een paar koeien graasden. Maar de priester besteedde geen bijzondere aandacht aan dit gedrag en liep een paar stappen door, toen het paard plotseling de achterbenen omhoog gooide en zich met grote heftigheid trachtte los te rukken. Het kostte de priester de grootste moeite het dier in bedwang te houden en toen hij het nader bekeek zag hij dat het dier trilde van top tot teen en baadde in het zweet. Het was nu wat bedaard, maar weigerde ook maar een stap te zetten en dreigementen noch zoete woorden konden het daartoe brengen.

    De priester was hogelijk verbaasd, maar herinnerde zich toen vaak gehoord te hebben dat men een geschrokken paard in beweging kan krijgen door het te blinddoeken. Hij haalde zijn zakdoek te voorschijn en bond het zijn paard voor de ogen. Daarna steeg hij op en toen hij het zachtjes aantikte ging het zonder tegenstribbelen voorwaarts, ofschoon het nog steeds hevig trilde en zweette. Ze waren nog niet ver gevorderd, toen ze bij een pad uitkwamen, aan weerszijden geflankeerd door een hoge heg, dat van de hoofdweg naar het weiland voerde waar de koeien graasden. De priester keek toevallig het pad op en zag daar een schouwspel dat het bloed in zijn aderen deed stollen. Het waren de benen van een man, zichtbaar tot de heupen, zonder hoofd of lichaam, die met flinke pas over het pad draafden. De brave priester was zeer ontsteld, maar hij was een moedig man en besloot, wat er ook gebeuren mocht, te blijven staan om nader kennis te maken met deze eigenaardige geestverschijning. Hij bleef dus staan en de verschijning zonder hoofd deed hetzelfde, alsof hij niet dichterbij durfde te komen.

    Toen de priester dat zag leidde hij zijn paard wat verder van de toegang tot het pad vandaan, waarop het spook weer verder liep. Al gauw kwam het de weg op en nu kreeg de priester gelegenheid het nauwkeurig te bestuderen. Het droeg een gele kniebroek van bukskin, bij de knieën strak dichtgebonden met groen band; het had kousen noch schoenen aan, en de benen, die waren bedekt met lange rode haren, zaten vol bloed en modder, vermoedelijk opgedaan tijdens de tocht door de stekelige heggen. Hoewel de priester zeer ontdaan was, wilde hij toch de verschijning graag aan een nader onderzoek onderwerpen en hij riep al zijn geestkracht te hulp om hem te durven aanspreken. De verschijning liep nu een eindje voor hem uit, in zijn gewone draftempo, en de priester zette zijn paard aan tot het hem had ingehaald en sprak hem vervolgens aan: "Hei daar, vriend! Wie ben je en waar ga je zo vroeg naartoe?"

    De afzichtelijke verschijning gaf geen antwoord, maar stiet een woest en onmenselijk gegrom uit: "Grrmm."

    "Een mooie ochtend om rond te spoken," zei de priester.

    Weer kwam er een "Grrmm" als antwoord.

    "Waarom zeg je niets?"

    "Grrmm."

    "Je schijnt niet erg spraakzaam te zijn vanochtend."

    Weer een "Grrmm".

    De brave man begon zich te ergeren aan het koppige stilzwijgen van het lugubere wezen en zei enigszins verhit: "In naam van alles wat heilig is beveel ik je mij te antwoorden. Wie ben je en waar ga je naartoe?"

    Weer klonk er een "Grrmm," luider en dreigender dan tevoren, als enige antwoord.

    "Misschien word je wat spraakzamer," zei de priester, "als ik je eens met de zweep laat kennis maken." En bij die woorden gaf hij met zijn karwats een harde klap op de broek van de geestverschijning.

    De geest stiet een woeste en naargeestige kreet uit en viel voorover op de weg, en tot zijn verbijstering zag de priester dat deze vol melk stroomde. Hij was met stomheid geslagen. Terwijl de melk aan alle kanten uit de geest bleef spuiten, begon het de priester te schemeren voor de ogen en werd hij door duizelingen overmand. Enige minuten was hij als verdoofd en toen hij bijkwam was de angstaanjagende geest verdwenen en in plaats daarvan zag hij, languit en half verdronken in de melk, de gedaante van Sarah Kennedy op de weg liggen. Deze oude vrouw was reeds lang in de omgeving berucht om haar heksenpraktijken en nu bleek dat zij met behulp van duivelse machten die monsterlijke gedaante had aangenomen om in alle vroegte de koeien van het dorp leeg te zuigen. Had er voor zijn ogen een vulkaanuitbarsting plaatsgevonden, dan had zijn verbijstering niet groter kunnen zijn. Nog enige tijd stond hij in stomme verbazing naar de oude vrouw te staren, die kreunend en krampachtig schokkend voor hem lag.

    "Sarah," sprak hij ten slotte, "hoe vaak heb ik je niet gemaand je af te keren van je boosaardige praktijken, maar je bleef doof voor mijn woorden, hoe ik ook aandrong. En nu, ellendige vrouw, ben je verrast tijdens je wandaden."

    "O eerwaarde, alstublieft," schreeuwde de ongelukkige vrouw, "kunt u niets doen om mij te redden? De hel staat voor mij open en er staan al legioenen duivels om mij heen te wachten om mij naar de verdoemenis te brengen."

    De priester had de kracht niet om te antwoorden; de pijnen van het ongelukkige schepsel werden heviger; haar lichaam zwol op tot immense afmetingen, haar ogen fonkelden als vurige kolen en haar gezicht was zwart als de nacht. Haar hele lichaam kronkelde zich in duizend bochten en haar kreten waren verschrikkelijk om aan te horen. Toen werd haar blik wazig, haar ogen vielen dicht en binnen enkele minuten gaf zij onder de afschuwelijkste martelingen de geest.

    De priester ging huiswaarts en klopte bij het eerstvolgende huisje aan om de vreemde gebeurtenissen te melden. Het stoffelijk overschot van Sarah Kennedy werd naar haar huisje gebracht, dat op enige afstand aan de rand van een klein bos stond. Ze had lange tijd in die streek gewoond, maar was een vreemde gebleven en niemand wist waar ze vandaan kwam. Ze had geen familie in het graafschap behalve één dochter, nu reeds op jaren, die bij haar inwoonde. Ze had één koe, maar verkocht naar men zei meer boter dan welke boer in de parochie ook, en er werd algemeen vermoed dat ze die verkreeg met behulp van duivelse machten, want ze maakte er nooit een geheim van dat ze zeer vertrouwd was met de praktijken van elfen en heksen. Zij verklaarde rooms katholiek te zijn, maar was nooit praktiserend lid van die kerk en daar een christelijke begrafenis haar werd ontzegd, werd haar stoffelijk overschot begraven in een zandgroeve in de buurt van haar eigen huisje.

    Op de avond van haar begrafenis kwamen de dorpelingen bijeen en brandden haar woning tot de grond toe af. Haar dochter vluchtte weg en is nooit teruggekeerd.


                                             * * * EINDE * * *
    Bron : - "Ierse elfenverhalen en andere volksvertellingen uit Ierland" samengesteld en ingeleid door W.B. Yeats.
                Uitgeverij Sirius en Siderius, Den Haag, 1983. ISBN: 90-644-10208
                - www.beleven.org

    05-06-2011 om 00:22 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:heksen
    » Reageer (2)
    04-06-2011
    nieuwsgierig héCilie de Nevelhekse
    Cilie de Nevelhekse
    - Een Hoogeveense sage over de Drentse Romeo en Julia -
    Rond 1700 woont er nabij Hollandsche Veld - een dorpje vlakbij Hoogeveen - een schutmeester die De Stroeve wordt genoemd. Hij is verantwoordelijk voor het stuwen van het water in het Riegmeer en de omliggende vaarten. Het volk is bang voor hem; hij is moeilijk in de omgang en men beweert dat hij aan 'zwarte kunst' doet.

    De schutmeester woont samen met zijn oude huishoudster en zijn pleegdochter Cilie. Het meisje heeft een mooie stem en zingt ze de prachtigste liedjes die de bewoners en de schippers betoveren. Over haar afkomst wordt geheimzinnig gedaan. Ze zou het bastaardkind zijn van een Surinaamse slaaf en de vrouw van een plantage eigenaar. Volgens de bevolking wijst alles erop dat Cilie een heks is...

    Tijdens een warme zomer logeert bij de familie Bentinck in Hoogeveen een adellijke jonge arts, Allard genaamd. Hij is uit Den Haag gekomen en gebruikt deze zomer om nieuwe levenslust op te doen in de natuur. Wanneer hij op een dag buiten is wordt hij aangetrokken tot het Riegmeer. Hij probeert het te bereiken via een door kreupelhout omzoomd dijkje. Dan hoort hij een prachtige zangstem: een reine en zuivere stem van een jong meisje dat hem verder en verder lokt, tot achter de woning van De Stroeve, waar hij met ingehouden adem blijft staan luisteren en kijken...

    Plotseling klinkt er een vreselijke schreeuw. Marije, een meisje uit Hollandsche Veld, blijkt gebeten door een adder en Allard snelt toe. Als arts weet hij wat hem te doen staat: hij pakt zijn pennenmesje, opent de wond en bindt de ledemaat af met zijn zakdoek. Maar de gedachten aan de stem en de verschijning van het wonderschone meisje laten hem niet los... Hij vraagt aan iedereen hem iets over Cilie te vertellen. De mensen zeggen echter dat ze vanwege haar neiging om in de ochtend- en avondschemering de velden in te trekken 'Nevelhekse' wordt genoemd. Hij blijft er over praten en het lijkt wel of Allard 'betjoend' is door haar gezang, dat hij in haar macht is...

    De volgende dag brengt Allard een bezoek aan de zieke Marije. Haar moeder is woedend: "Als Marije komt te steven," zo gilt ze, "dan zal die Nevelhekse haar volgen! Haar gezang heeft zowel Marije als de adder behekst!" Allard schrikt en gaat naar het huis van De Stroeve om hem en Cilie te waarschuwen. De man is niet thuis, maar hij heeft wel een tweede ontmoeting met het meisje. Haar onschuld en puurheid laten hem in een hevige verliefdheid ontbranden... Hij kiest er echter voor zijn liefde voor Cilie te onderdrukken. Hij is van adel en hoe zullen zijn ouders reageren als hij met zo'n heidinnetje thuis zou komen? Bovendien heeft zijn moeder al een huwelijk geregeld met een adellijke dochter van een van haar Haagse vriendinnen.

    Wanneer hij enige tijd later langs het kerkhof loopt, is de koster bezig met het graven van een graf. Tot zijn grote schrik wordt hem door de man verteld dat het graf bestemd is voor Marije. Ze is dood! Tijdens haar begrafenis wordt het volk opgezweept in de strijd tegen het boze. "Marije stierf onder een vloek van een heks en de heks zal moeten boeten," zo fluisteren de mensen op weg naar huis.

    Een paar dagen later ondergaat Cilie haar lot. Ze wordt uitgescholden, geslagen en bijna door Marije's moeder gewurgd. Ze wordt door haar in het Riegmeer gegooid, maar net op dat moment komt Allard uit de struiken tevoorschijn en springt hij Cilie na en lukt het hem haar te redden van de verdrinkingsdood. Na deze gebeurtenis hebben Allard en Cilie dagelijks contact. Hun vriendschap groeit en Cilie vertelt hem haar eigen levensverhaal. Volgens haar is ze een kind uit een adellijk huis, een dochter van een Franse edelman.

    Wanneer zijn moeder hoort van Allards' vriendschap met het meisje en haar slechte reputatie verneemt, wordt hij gedwongen terug te keren naar Den Haag. Hij neemt afscheid van een betraande Cilie en belooft haar snel te zullen terugkeren en haar te zullen schrijven. Zijn brieven worden echter achtergehouden door De Stroeve en Cilie raakt langzaam maar zeker wanhopig en ten einde raad. Ze gaat zelfs bij de familie Bentick in Hoogeveen naar Allard vragen, maar ze wordt alleen maar uitgelachen en beschimpt. Op de weg naar huis wordt ze bovendien nog met stenen bekogeld en uitgescholden door een krijsende menigte.

    Vier dagen later wordt De Stroeve midden in de nacht wakker door het geluid van een waterval. Als hij gaat kijken blijkt het schut open te staan, waardoor het water zich met donderend geraas in de brede sloot stort. Hij vindt geen spoor van Cilie. Ze is verdwenen. Ze heeft het schuthuis in weer en wind verlaten in haar nachtkleding.

    De Stroeve vervalt in driftbuien en gewetenswroeging. Drie dagen na haar verdwijning meldt hij zich bij politie en bekent een drievoudige moord. Zijn echte naam is Martin Balringe. Hij is slavendrijver geweest op een Surinaamse plantage. Daar werd Cilie geboren, als dochter van zijn meester, de markies De Cosse. Martin lokte een opstand uit, doodde de markies en vertrouwde Cilie toe aan een tante. Deze vroeg kort voor haar dood het meisje naar Nederland te brengen, naar haar familie in Amsterdam. Martin ging echter rechtstreeks naar het Hollandsche Veld, geld en juwelen met zich meenemend.

    Jonker Allard komt drie dagen na Cilie's verdwijning naar Hoogeveen. Vergeefs doorkruist hij de velden, in de hoop dat Cilie zich ergens verschuilt. Op zoek naar haar lijk laat hij in alle plassen vissen. Ze wordt niet gevonden. Allard legt zijn oor te luister bij de bevolking, maar het enige wat hij verneemt is roddel en achterklap. Allard is uiteindelijk weer naar Den Haag gegaan, maar niet voor lang. In de loop van 1706, het jaar van Cilie's verdwijnen, maakt hij de eerste van een serie lange reizen. Men zegt dat hij dat deed in de hoop afleiding te vinden voor zijn zielsverdriet...


                                             * * * EINDE * * *
    Bron : - "Het ware, maar o zo verdrietige verhaal van Cilie de Cosse, bijgenaamd NEVELHEKSE en jonker Allard, zoals dit tot ons kwam via Albert Steenbergen"
                Bewerkt door Albert Metselaar, Hoogeveen.
                - www.beleven.org

    04-06-2011 om 00:16 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:heksen
    » Reageer (2)
    03-06-2011
    nieuwsgierig héDe Kijk in 't Jatstraat...
    De Kijk in 't Jatstraat in Groningen
    - Een sage over het ontstaan van een straatnaam: de Jatstraat -
    Toen in het jaar 1672 Bernard van Galen, de bisschop van Munster, de stad Groningen belegerde, waren de Staten van Stad en Land voorbereid. Zij hadden gelukkig tijdig voor een doorgewinterde veldheer gezorgd. Tegen een vergoeding van vierduizend rijksdaalders verdedigde Karel Rabenhaupt, Baron de Sucha, Erfheer in Lichtenberg en Fremisnich, Heer tot Grimbach, de roemrijke vesting.

    Rabenhaupt was op zijn taak berekend, maar hij maakte zich zorgen over de voedselvoorziening. Het eten werd aangevoerd over het Reitdiep, en hij was bang dat deze toegangsweg over water geblokkeerd zou worden. Hij benoemde daarom een man op een post bij het Reitdiep, die erop moest toezien of de doorvaart ongehinderd verliep.

    Niemand kent nu nog de naam van deze wachter, maar zijn gezicht kun je nog steeds bekijken: het staat afgebeeld op een steen midden in de stad Groningen. De man heeft een volle, krullende baard, en een vel dat bruin van kleur is. Hij heeft opvallend grote ogen die loensen. Misschien kwam dit wel van het voortdurend turen over het Reitdiep, dat ook wel het Jat werd genoemd.

    De man zat iedere dag trouw op zijn eenzame wachtpost. Elke morgen reed Karel Rabenhaupt, Baron de Sucha, hem voorbij om te controleren of alles in orde was. De man kon vanuit zijn hoogte het Reitdiep overzien. Hij nam waar dat de schepen, die de leeftocht voor de benarde vesting vervoerden, ongehinderd konden doorvaren. Daarom riep hij elke morgen weer blij: "Ik kiek nog in 't Jat." "Mooi!," riep Rabenhaupt, "van die kant dus geen gevaar!" Maar na verloop van tijd vond de man met de krullende baard, die een man van weinig woorden was, dat de zin ook korter kon. Daarom riep hij voortaan, als hij de luitenant-generaal zag naderen: "Ik kiek nog in 't."

    En Rabenhaupt reed dan verder, om de andere posten te inspecteren, tot er de achtentwintigste augustus niks meer te inspecteren viel, omdat de vijand er vandoor was gegaan.

    De Groningse raad vergaderde en men besloot dat voortaan de straat die uitkeek op het Reitdiep de Kijk in 't Jatstraat zou heten. Aan het einde van die straat liet men een steen plaatsen met een afbeelding van de kop van de man. Hij stond er niet al te scheel en met een keurig verzorgde baard op. Onder zijn kop beitelde men in de steen: "Ik kiek nog in 't."

    De Groningers weten niet precies hoe ze de naam moeten uitspreken. Ze hebben het over de Kiekintjatstraat, en niet over de Kijk in 't Jatstraat. En aangezien er ook een Nieuwe Kijk in 't Jatstraat is bijgekomen, zijn er nu een Nieuwe Kijk in 't Jatstraat en een Oude Kijk in 't Jatstraat, en weten ze het helemaal niet meer. Ze kunnen het bijna niet in een adem uitbrengen, zo'n mondvol is het. En dat danken ze aan de wachter die een man van weinig woorden was!


                                                                   * * * EINDE * * *
    Bron : - "De mooiste Nederlandse sagen en legenden"
               uitgegeven door Verba, Hoevelaken, 1999. ISBN: 90 5513 369 8
               - www.beleven.org

    03-06-2011 om 00:29 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:sagen
    » Reageer (1)
    02-06-2011
    nieuwsgierig héDe levende himphamp (slot)
    De levende himphamp (vervolg)
    - Een sprookje uit Nederland over onmogelijke opdrachten -
    Maar een paar dagen later stond hij jandorie, weer in de smederij. De smid beefde als een riet. Met een streng gezicht zei de heer: "Smid, je bent weer aan het zwetsen geweest en als je niet nakomt wat je hebt gezegd, hang je morgen aan de hoogste galg te bengelen. Morgenvroeg sta je met een levende himphamp voor m'n deur, en zo niet, dan is het voor de middag nog met je gedaan." Weg was de heer; beteuterd keek de smid. "Vlucht, vlucht," riep z'n vrouw, "want hij houdt zich aan zijn woord." Met hangend hoofd, als een jongen die een kopje heeft gebroken, sloeg hij voor de derde keer het pad over de hei in. En voor de derde keer kwam hem het oude vrouwtje tegemoet.

    "Maar smid, wat is er nou weer aan de hand? Zo ontdaan heb ik je nog nooit gezien." - "Dat is niet voor niks. Ik merk dat ik haar te veel ben en hem in de weg zit." - "Wat heeft hij je dan nu weer opgedragen?" - "Ik moet morgen bij z'n kasteel komen met een levende himphamp en ik weet niet eens wat een himphamp is."

    "Een levende himphamp," zei het oudje, "dat is zo gemakkelijk als wat, dat gaat vanzelf. Smid, luister goed en onthoud alles wat ik je zeg, want voor het laatst geef ik je raad. Je gaat gauw naar huis en sluipt heel stil op je tenen door de achterdeur binnen. Het is er niet pluis. Je vrouw is niet alleen. Bij de zoldertrap staat een bezem met een dikke steel en met die steel klim je heel zachtjes naar de zolder. Vlak boven de bedstee is een gat en daar loer je alles af. Zo gauw je iets ziet wat je niet aanstaat, zeg je zachtjes "Hou vast" en alles zit muurvast."

    Zo gezegd, zo gedaan. De smid vloog naar huis en sloop met de bezemsteel naar de zolder boven de bedstee. Daar zag hij z'n vrouw in bed liggen en de heer stond er voor, in zijn hemd.

    "Ik moet eerst pissen," zei hij tegen de vrouw. "Geef me de pot eens aan." Ze pakte de pot en gaf hem die. "Hou vast," zei de smid. Opeens zaten hun handen aan de pot vast alsof ze er aan vastgespijkerd waren. In haar angst riep de vrouw de knecht wakker: "Zet de pispot eens op de plank." De knecht pakte hem beet. "Hou vast," zei de smid boven, en de knecht zat vast alsof hij er aan was vastgeklonken. Toen moest de meid komen. "Zet de pispot eens op de plank." - "Moet ik daarvoor uit mijn bed komen?"

    Nijdig greep ze de pot, maar o wee! de duivel kon haar niet los krijgen, zo vast zat ze, toen de smid zei: "Hou vast."

    Toen ze met z'n vieren in hun hemd de pispot vasthielden, kwam de smid voor de dag. Hij zwaaide met zijn knuppel links en rechts in het rond en ranselde zo hard op hun blote ruggen, dat de splinters eraf vlogen. Aan schreeuwen en janken geen gebrek, maar dat hij de meid en de knecht niet raakte, daar paste hij wel voor op.

    Toen hij zo lang had geslagen dat het licht werd, joeg hij ze de deur uit en de weg op naar het kasteel. Maar op straat merkte hij dat het hemd van zijn vrouw kapot was. Haar hele achterwerk stak er uit, zo'n groot gat zat er in. De smid zat er een beetje mee in zijn maag. Hij plukte een handjevol klaver achter z'n huis en smeet die in het gat. "Hou vast!" Het gat zat dicht en het achterwerk was bedekt. Verder ging het. Ze kwamen bij een groot weiland waar al het vee van de heer liep. De wei was zo kaal als een luis en dwars door de wei liep een voetpad.

    Nog geen tien stappen hadden ze in de wei gedaan of een hongerige koe kreeg de geur van de verse klaver in haar neus. "Hap," deed ze. "Hou vast," zei de smid, en mee moest ze. Daar kwam de stier aangehold en sprong boven op de hongerige koe. "Hou vast," zei de smid, en of hij er aangegroeid was, zo vast zat de stier op de koe. Tenslotte kwam de smid met de stoet bij het kasteel. Daar hoefde hij ze niet wakker te kloppen; hij bracht lawaai zat mee. De stier brulde en de heer en de vrouw van de smid zetten een keel op.

    De vrouw van de heer, z'n knechten en meiden, stonden een, twee, drie voor de deur. Harder en harder kwam de knuppel op de heer z'n rug neer. Die ging zo geweldig tekeer dat zijn vrouw medelijden kreeg. Op haar knieën smeekte en lamenteerde ze zo hartverscheurend, dat de smid zei: "Laat los." Opeens waren de stier en de koe met de klaver en de meid en de knecht en de heer en de vrouw van de smid los. De pispot viel op de stoep in duizend stukken. De heer schaamde zich zo, dat hij zichzelf van kant maakte. Hij sprong in het Rode Meer en verzoop.


                                            * * * einde * * *
    Bron : - "Alle sprookjes van de Lage Landen" door Eelke de Jong en Hans Sleutelaar.
               Uitg. Rebo Productions, Sassenheim, 1985.
               - www.beleven.org

    02-06-2011 om 00:22 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:sprookjes
    » Reageer (2)
    01-06-2011
    nieuwsgierig héDe levende himphamp
    De levende himphamp
    - Een sprookje uit Nederland over onmogelijke opdrachten -
    Aan de oever van het Rode Meer stond een mooi kasteel en in dat kasteel woonde een ridder met zijn vrouw. Niet ver daarvandaan stond een klein huisje en daar woonde een smid met een verduiveld knap vrouwtje. Een knapper ding was uren in het rond niet te vinden. Die heer z'n vrouw was lelijk en een echte viespeuk. Geen wonder dat de heer meer zin had in het knappe vrouwtje van de smid dan in zijn eigen smeerpoets.

    Elke dag, als de smid druk aan het hameren was, kwam hij bij haar een praatje maken en altijd bracht hij iets mee en het zou onnatuurlijk zijn geweest als het vrouwtje niet meer trek kreeg in de knappe ridder dan in haar eigen zwarte smid. Dat de smid de heer in de weg zat, spreekt vanzelf en wie een hond wil slaan heeft gauw een stok gevonden. Nu stond de smid bekend als een echte kletsmajoor en dat moest de stok worden om hem zijn huis uit te jagen.

    Op een keer kwam de heer in de smederij: "Dat gezwets en die opschepperij van jou beginnen me te vervelen en ik wil dat er een eind aan komt. Je hebt gezegd dat je in een nacht een kasteel aan het Rode Meer kunt bouwen en als je nou niet maakt dat er morgenvroeg een mooi kasteel staat laat ik je ophangen aan de hoogste galg."

    Weg was de heer; beteuterd keek de smid. Met een bedroefd gezicht vertelde hij alles aan zijn vrouw. Ze was hem liever kwijt dan rijk en spoorde hem dringend aan te vluchten. Tegen de avond ging hij de deur uit en sloeg een weg in over de hei. Toen hij daar zo droevig ronddwaalde, kwam hem een oud vrouwtje tegemoet.

    "Smid," zei het vrouwtje, "waar ga je nog zo laat naar toe? En je laat je kop zo hangen, is er iets niet goed?" - "Het ziet er lelijk voor me uit," zei de smid. "De heer zal me aan de hoogste galg laten ophangen als ik niet zorg dat er morgenvroeg een mooi kasteel is gebouwd op de oever van het Rode Meer." - "Kom smid, daarom hoef je niet zo bedroefd te kijken. Dat kan ik wel." "Jij? Jij zou dat kunnen? Dat kan geen mens op de hele wereld." - " Ja, ja smid, ik kan nogal wat, veel meer dan je denkt. Morgenvroeg staat er een nieuw kasteel kant en klaar en kun je de heer de boodschap doen dat zijn orders zijn uitgevoerd."

    Roef, weg was het vrouwtje. De smid vertrouwde het zaakje toch niet helemaal en met lood in zijn schoenen keerde hij terug. 's Morgens was hij al voor dag en dauw uit de veren en op weg naar het Rode Meer. Zijn betrokken gezicht klaarde opeens op toen hij het fonkelnieuwe kasteel in de morgenzon zag blinken. Hij klopte de heer uit zijn bed en wees hem op het mooie bouwwerk. Vrolijk fluitend kwam hij in zijn smederij terug. Maar de vreugde was van korte duur.

    Op een goede dag kwam de heer tegen de avond in zijn werkplaats. De smid stond te hameren dat de vonken eraf vlogen. "Kletsmajoor," zo begon de heer, "dit keer zul je leergeld betalen, daar kun je van op aan. O, je zult waarmaken wat je hebt beweerd. Je zorgt, dat je morgenvroeg met twee pasgeboren kinderen, die papa en mama kunnen zeggen, voor mijn deur staat. Zo niet dan hang je aan de hoogste galg die er is voor de klok morgenmiddag twaalf heeft geslagen."

    Weg was de heer: beteuterd keek de smid. De vrouw van de smid had maar al te goed gehoord waarmee de heer had gedreigd en weer spoorde ze haar man aan op staande voet te vluchten.

    De smid ging er subiet vandoor. Hij sloeg hetzelfde pad over de hei in en opeens stond weer het oude vrouwtje voor hem. "Maar smid, wat kijk je beteuterd. Je moet je hoofd niet zo gauw laten hangen." - "Ja. jij hebt makkelijk praten. Hou je hoofd naar eens omhoog als je met de galg wordt bedreigd." - "Wat heeft hij je dan nu weer opgedragen?" "Ik moet morgenvroeg met twee pasgeboren kinderen, die papa en mama kunnen zeggen, voor de deur van z'n kasteel staan of hij hangt me op." - "Kom smid, daar kan ik je wel aan helpen. Morgenvroeg, voor het kraaien van de haan sta ik er mee bij je werkplaats en ga nu maar gauw naar je vrouw en slaap lekker."

    En weg was ze. Vol goede moed ging de smid terug en kroop lekker warm achter zijn vrouw. Het grootje hield weer woord. Nog voor de zon op was gaf ze twee kinderen aan de smid, en die ging er op een draf mee naar de heer. Verbouwereerd stond deze te kijken toen hij de kinderen duidelijk papa en mama hoorde zeggen, en hij werd boos omdat hij de smid niet uit de weg kon ruimen.


                                      * * * wordt vervolgd * * *
    Bron : - "Alle sprookjes van de Lage Landen" door Eelke de Jong en Hans Sleutelaar.
               Uitg. Rebo Productions, Sassenheim, 1985.
               - www.beleven.org

    01-06-2011 om 01:51 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:sprookjes
    » Reageer (1)
    31-05-2011
    nieuwsgierig héHet boertje van Wakelslag ...(vervolg)
    Het boertje van Wakelslag en de duivel (slot)
    - Een Gelders volksverhaal over een boer die de duivel te slim af is -
    Toen de tijd aanbrak dat er weer gezaaid en gepoot moest worden, wist ons boertje niet zo een, twee, drie wat hij moest doen. Want zodra het weer herfst zou zijn, moest de duivel zijn portie hebben. Maar hij was een slimmerd en had er gauw wat op bedacht.

    Met een opgeruimd hart deed hij het werk en wachtte geduldig de tijd van oogsten af. Op de bepaalde tijd in de herfst kwam de duivel om zijn aandeel van de vruchten te halen. Maar de room was eraf, want wat had de boer gedaan? Hij had alleen maar aardappels gepoot! Daar ze afgesproken hadden dat de duivel alles zou hebben wat boven de aarde groeide, moest hij zich tevreden stellen met de struiken.

    Toen de duivel merkte dat de boer hem erin had laten lopen, werd hij hels en hij begon te vloeken. Maar de boer hield zich rustig en hij zei: "Weet je niet meer wat in het contract staat? Lees het maar eens na, ik sta in mijn recht."

    De duivel moest zich, al vloekte hij de bomen uit de grond, gewonnen geven. Maar nu wilde hij een ander contract. Na veel gezeur en gezanik kwam het eindelijk in orde. Volgend jaar zou de duivel alles hebben wat onder de aarde zou groeien. Toen dit zwart op wit stond, vloog de duivel tandenknarsend weg.

    Weer ging de winter voorbij en het voorjaar kwam. De boer begon weer te bouwen en te zaaien. Er kwam op tijd regen en droogte. Alles groeide en bloeide. In de zomer toen het Sint-Japik werd, sloeg de boer de sikkel in de rogge, hij had nu alleen rogge gezaaid. Op tijd pakte hij de rogge op de balken en de duivel kreeg, toen hij om zijn aandeel kwam, de stoppels. De duivel was zo nijdig als een spin, maar hij verbeet zich, want hij dacht: De derde keer zal ik mijn aandeel in de buit hebben.

    Hij begon dan ook te vleien: "Ja, vriendje, dat was ook deze keer een handigheidje van je en het is niet onaardig. Maar je begrijpt wel: vóór wat, hóórt wat. De derde keer zullen we eerlijk delen van wat onder en boven de aarde groeit."

    De boer hield zich dom en deed of hij er niets van begreep. Maar de duivel wist zijn voorstel zo duivelachtig in te kleden dat het boertje toch maar weer in het nieuwe contract toestemde. En met een vrolijk gezicht nam de duivel afscheid.

    Midden in de zomer van het volgende jaar, op een stralende dag, kwam de duivel de boer eens opzoeken om te zien waar de vruchten op het land stonden. De boer leidde hem overal rond. Overal stonden mooie blauwe bloemetjes. Een maand of wat later haalde de boer zijn gewas in huis. En toen de herfsthonden begonnen te blaffen, kwam de duivel weer om met de boer te delen; hij grijnsde.

    De boer, die de laatste tijd erg hard had gewerkt, was net het laatste vlas aan het braken en hij had de hekel al klaar staan om het te hekelen. Hij had dit jaar alleen maar lijnzaad gezaaid! Toen de boer klaar was zei hij tegen de duivel: "Dat is mijn portie." En hij hield het vlas. "Dat is jouw deel," zei hij toen. En hij wees de duivel de hoop met afval. "Daar kun je een oven in de hel mee stoken. Me dunkt: nu is het dan toch wel eerlijk toegegaan. Driemaal is scheepsrecht."

    Maar de duivel werd spin- en spinnijdig. Hij maakte de boer uit voor alles wat lelijk was. "Je bent een ploert, een schoft, nog slechter dan... de duivel!" Maar dat was te veel gezegd. De boer werd giftig, greep de duivel bij kop en staart en trok hem een keer of wat met zijn achterwerk over de hekel heen. Hij gilde het uit van pijn! Toen de boer hem eindelijk losliet, vloog de duivel, of er vuur in zijn broek gestookt werd, met een wilde kreet de lucht in...

    Na die tijd is hij nooit terug geweest en de boer had voor altijd rust. Maar niet alleen ons boertje, ook de anderen, al hadden ze het niet verdiend, hadden rust. Ja, geen boer van Wakelslag komt sindsdien meer in de hel, want de duivel is veel te bang dat ze de hekel meebrengen!


                                              * * * einde * * *
    Bron : - "Volksverhalen uit kleurrijk Nederland. Draken en andere vreemde wezens.
               Verhalen uit de Chinese, Joodse, Nederlandse, Indiase, Turkse, Surinaamse, Marokkaanse en Indonesische verteltraditie"
               uitgegeven door Lemniscaat, Rotterdam, 1991. ISBN: 90-6069-719-7
               Oorspronkelijke titel: t Boertjen van Wakelslag en 'n duvel
               - www.beleven.org

    31-05-2011 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:duivels
    » Reageer (1)
    30-05-2011
    nieuwsgierig héHet boertje van Wakelslag ...
    Het boertje van Wakelslag en de duivel
    - Een Gelders volksverhaal over een boer die de duivel te slim af is -
    In vroeger jaren moet er eens een grote wervelstorm geweest zijn, wel niet zo erg, maar voor wie het aanging, naar genoeg. In Wakelslag lagen op een morgen kort na Allerheiligen alle huizen tegen de grond. Nu waren het allemaal huizen van rijke boeren en die konden wel weer een nieuw huis kopen, maar er was ook een boertje dat het zonder storm al erg arm had, en nu was zijn huis ook nog geruïneerd! Hij was zo arm dat hij geen nieuw huis zou kunnen kopen. En zo lag hij dan met vrouw en kinderen onder de blote hemel. Helpen? Ho maar! Iedereen had het te druk met zichzelf. En de arme boer was aan de wil van God overgelaten. Maar het ging hem als de meesten: hij verliet zich er niet op.

    Op een nacht ging hij naar de kruisweg met een zwarte haan onder zijn arm. Daar wachtte hij tot de klok in het dorp twaalf uur zou slaan. De klok had nog geen twaalf geslagen of hij hakte de zwarte haan de kop af en hij riep: "De duivel!"

    Die liet niet lang op zich wachten. De boer had zijn naam nog maar nauwelijks genoemd of hij hoorde een ketting rammelen en daar stond de duivel voor hem. De boer klaagde hem zijn nood. Toen hij merkte dat de duivel met hem te doen kreeg, smeekte hij hem te helpen een nieuw huis te krijgen, vooral met het oog op zijn vrouw en kinderen.

    De duivel had het te kwaad gekregen. Hij veegde een paar tranen uit zijn ogen, maar toen hij hoorde dat de mensen die in goede doen waren, het boertje niet wilden helpen, werd hij boos. Hij zei dan ook: "Als ze u allemaal in de drek laten zitten, dan haal ik u eruit. Morgen heb je een nieuw huis, een mooier en beter dan je gehad hebt. Maar dan moet ik wel je ziel hebben!"

    De boer wist niet wat hij hoorde: morgenvroeg al een nieuw huis! Zijn hart bonsde van blijdschap.

    Maar dat laatste zinde hem niet. Zijn ziel voor een huis... Nee, nee, dat ging niet, dat kon hij niet riskeren... Op een echt duivelachtige wijze spiegelde de duivel hem het mooie huis voor. Maar de boer weigerde daar zijn ziel voor te geven. Toen de duivel zag dat het boertje niet wilde, kwam hij met een ander plan: "Als je mij van de herfst alle vruchten van je land geeft, dan zal ik je helpen."

    "Nee, dat is te veel," antwoordde de boer, "waar moeten we dan van leven?"

    Hoe de duivel ook praatte - en dat kan hij goed - het boertje wilde niet. Uiteindelijk keerde hij de duivel de rug toe. Maar een duivel laat zijn slachtoffer niet zo makkelijk weer los. En zo begon hij opnieuw met de boer te sjacheren. "Nu dan," zei hij, "dan zal ik omdat jij het bent, deze keer tevreden zijn met wat boven de aarde groeit."

    "Ook dat is te veel," spartelde het boertje tegen. Maar de duivel wist het toch zo mooi te draaien dat het boertje uiteindelijk in de koop toestemde.

    Dadelijk stelde de duivel een contract op en de boer schreef er met bloed zijn naam onder.

    De duivel stak de overeenkomst in zijn achterzak en toen ging hij aan het werk. Zulk werken had de boer nog nooit gezien. Het was een wonder! Nog voordat de hanen begonnen te kraaien, was het huis kant en klaar. En toen de zon opging, kon de boer met zijn vrouw en kroost de nieuwe woning betrekken. Je had de buren eens moeten zien kijken, toen ze daar dat mooie huis zagen staan! Hoe was het mogelijk: in één nacht zo'n huis!?

    Ons boertje was wel slim genoeg, toen ze hem ernaar vroegen, om hun dat niet te vertellen. Ze hadden niets met hem te maken willen hebben, nu wilde hij niks meer met hen te maken hebben. Blij en tevreden zag de boer de winter tegemoet.


                                        * * * wordt vervolgd * * *
    Bron : - "Volksverhalen uit kleurrijk Nederland. Draken en andere vreemde wezens.
               Verhalen uit de Chinese, Joodse, Nederlandse, Indiase, Turkse, Surinaamse, Marokkaanse en Indonesische verteltraditie"
               uitgegeven door Lemniscaat, Rotterdam, 1991. ISBN: 90-6069-719-7
               Oorspronkelijke titel: t Boertjen van Wakelslag en 'n duvel
               - www.beleven.org

    30-05-2011 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:duivels
    » Reageer (1)


    Welkom bij saagje !
    Foto


    Laatste commentaren
  • Harden vol 1 (Rodolfo)
        op De mythe van Stinsterloo
  • Cheap Jerseys From China (Anthony)
        op De mythe van Stinsterloo
  • Lieve groetjes vanwege DEWESTHOEK (Annie & Rogier)
        op De boer en de duivel
  • Hallo Saagje,heel mooie story, (paolo)
        op De boer en de duivel
  • Piepelou Saagje (Jeske)
        op De boer en de duivel
  • Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Kribbelboekboek
  • Fijne midweek toegewenst
  • Lieve midweekgroetjes blogmaatje
  • Het blijft hier stil
  • Een fijne Donderdag gewenst
  • Voor alle Papa's en Opa's een fijne vaderdag gewenst

    bedankt voor de trouwe bezoekjes
    saagje


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    E-mail mij


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per week
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 05/12-11/12 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Welkom bij
    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!