Welkom bij saagje!
Foto
Inhoud blog
  • Het oude moedertje
  • De legende van de maïs
  • Mans van de Maone
  • De boer en de duivel
  • De twee advocaten(slot)
  • De twee advocaten
  • Het geitje Pak-me-dan
  • De natgeregende kabouter
  • De zeven heksen
  • Het aardmannetje van de Röhrerbühel 2
  • Het aardmannetje van de Röhrerbühel
  • Nikola staat borg
  • De vurige man van de Geute
  • De geschiedenis van de boerendochter Ketilrídur 2
  • De geschiedenis van de boerendochter Ketilrídur
  • Op reis gaan
  • De luie hasjverslaafde en zijn verstandige vrouw(vervolg)
  • De luie hasjverslaafde en zijn verstandige vrouw
  • Het toverfluitje en het toverhoedje (vervolg)
  • Het toverfluitje en het toverhoedje
  • Waarom de bomen in de herfst geel worden
  • Tijl Uilenspiegel en de paardenkoopman
  • De nimf Daphne
  • De geschiedenis van de reuzenkreeft
  • De toren van Medemblik
  • Theseus en Hippolytus
  • Duimedik
  • De vuurman van Soest
  • Maan, Djabu en de dood
  • De jakhals en de patrijs
  • Goudsbloempje
  • Afspraak is afspraak
  • Het spook van de Zeedijk
  • Rata's wonderbaarlijke reis-einde
  • Rata's wonderbaarlijke reis-vervolg
  • Rata's wonderbaarlijke reis
  • Waarom de hyacint maar zo kort bloeit
  • De citerspeler
  • Van een opgeverfde haan
  • Het land van moeder Soemba
  • Het zwanennest
  • De engel
  • De gebarsten emmer
  • De hondenmarkt van Boedapest (slot)
  • De hondenmarkt van Boedapest
  • Billy de coyote (slot)
  • Billy de coyote(vervolg)
  • Billy de coyote
  • Garuda
  • De dood van de sprookjesverteller
    Foto
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Hoofdpunten blog waaroemni
  • Kerstgroet
  • Luchtballonvaart
  • Paulus Potter
  • Sint-Elisabethsvloed
  • Willem Tell
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Categorieën
  • aardgeest (21)
  • avonturenverhaal (6)
  • dierenverhaal (5)
  • duivels (46)
  • fabels (57)
  • gedichten (1)
  • geesten (griezellen) (12)
  • heksen (52)
  • historisch verhaal (13)
  • historische sagen (35)
  • legende (42)
  • Luchtgeest (30)
  • Mythe (24)
  • parabel (7)
  • Plaaggeest (10)
  • sagen (87)
  • Sinterklaasverhalen (4)
  • sprookjes (118)
  • Tovenaars (38)
  • toverboeken (13)
  • volkssprookje (40)
  • volksverhalen (140)
  • vuurgeest (26)
  • watergeest (19)
  • weerwolven (15)
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    'VOLKSVERHALEN'

    problemen
    Verhalen, sprookjes, fabels, mythen, sagen en legenden
    welkom!
    Problemen
    Er zijn nogal wat problemen met het lezen van de teksten, daarom volgende tip :
    Met de muis links klikken en over de tekst schuiven.
    De tekst verschijnt duidelijk leesbaar.
    31-07-2011
    nieuwsgierig héDe citerspeler
    De citerspeler
    - Een Fins volksverhaal over een door heksen ontvoerd meisje -

    Er was eens een knaap die geen liefje had. Het werd Kerstmis, en de andere jongens gingen allemaal naar het feest, maar hij bleef alleen thuis zitten. "Wat moet ik nou?" dacht hij. Hij pakte zijn beurs, ging een kaars kopen, haalde thuis zijn citer op en begaf zich naar het badhuisje, waar hij de kaars ontstak en op de kachel zette. Toen begon hij te spelen. Verzonken in droef gemijmer had hij zo een tijdje zitten tokkelen toen er plotseling een meisje het badhuisje binnentrad en begon te dansen. Vervolgens kwam ze naar de jongen toe en gaf hem een kus. Pas toen de klok middernacht sloeg verdween ze weer.

    De volgende avond begaf de jongen zich opnieuw naar het badhuisje om daar op zijn citer te spelen. En wederom kwam het meisje binnen en danste voor hem en gaf hem een kus. De derde avond nodigde de jongen zijn oude petemoei uit en vroeg haar om raad. De wijze oude vrouw dacht diep na en raadde hem toen: "Hang een kruis om je hals, over je kiel heen, en als dat meisje nu weer komt en je een kus geeft, hang haar dan snel het kruis om haar hals." Toen het meisje die avond kwam en hem wilde kussen hing hij gauw het kruis om haar hals. Ze riep zacht iets uit het raam, en van buiten hoorde hij het geluid van andere meisjesstemmen... De jongen schrok zo dat hij bewusteloos neerzeeg.

    De volgende morgen, toen hij ontwaakte, zag hij dat het meisje nog steeds bij hem zat. Hij liep naar huis, op de voet gevolgd door het meisje. Hij probeerde met haar te praten, maar ze kon geen woord uitbrengen. Meneer pastoor werd erbij geroepen en die las haar Gods woord voor. Dit gaf het met stomheid geslagen wicht op slag haar spraakvermogen terug, en ze vertelde waar ze vandaan kwam, dat ze geboren was op het slot en de dochter van de graaf was. "Wil je me begeleiden naar mijn vader?" vroeg ze de jongen.

    Zo gingen ze samen op weg, met een paard en een krakkemikkige wagen, waarmee ze het slot niet mochten bereiken, want de wagen begaf het en stortte in elkaar en het paard was binnen de kortste keren bekaf. Ze vervolgden hun weg nu te voet, tot ze tenslotte bij het kasteel kwamen. Daar werden ze echter niet zomaar binnengelaten. "Heeft de graaf niet een lief kindje?" vroegen ze. "Dat klopt ja," luidde het antwoord. "Wij komen met nieuws over dat kind," zeiden ze, en toen werden ze bij de graaf gebracht.

    De graaf vroeg: "Wat weten jullie van mijn kind?" - "Het enige wat we weten," zeiden ze, "is dat het kind eenentwintig jaar oud is, en dat het nooit gegroeid is en toch niet doodgaat. Dat is jullie kind namelijk helemaal niet, ik ben jullie dochter."

    "Jij? Ons kind?" riep de graaf perplex uit. "Hoe kan dat nou?"

    "Dat zit zo," legde het meisje uit, "ik ben ontvoerd door een heks die dat kind in mijn plaats in de wieg heeft gelegd. Ik ben nu al eenentwintig jaar bij haar."

    Even was het stil. Toen vroeg het meisje de graaf: "Hebben jullie destijds niet een bal gegeven?"

    "Dat klopt ja, ik herinner me dat bal nog als de dag van gisteren."

    "En is er toen niet een zilveren lepel gestolen?"

    "Dat is waar ook!" zei de graaf met toenemende verbazing.

    "En wat hebben jullie toen met de huishoudster gedaan?"

    "Die hebben we laten kastijden wegens diefstal."

    "En een tijdje later, gaven jullie toen niet weer een bal? En is er bij die gelegenheid niet een zilveren beker gestolen?"

    "Klopt," prevelde de graaf.

    "Die huishoudster, dat was geen slecht mens," zei het meisje, "wij hebben toen die beker gestolen! Ik hoop dat het nu duidelijk is dat ik jullie dochter ben, en deze jongeman hier wil ik als echtgenoot."

    "Waar heb je die arme sloeber in godsnaam opgeduikeld?" vroeg de graaf.

    Het meisje vertelde: "Het was kerstavond en deze schat zat in het badhuisje op zijn citer te spelen. Toen vroeg ik of ik naar hem mocht kijken. Dat mocht. Ze stuurden me naar binnen om voor hem te dansen en ze bevalen me hem te kussen, want we wilden hem inpalmen. Maar deze snuiter was ons te slim af! Twee avonden achtereen bracht ik vrijblijvend met hem door. Maar de derde avond gooide die rakker me een kruis om mijn hals, en toen ben ik bij hem gebleven. De volgende morgen ben ik hem achternagelopen. Kortom, zo heeft hij mij uit de ban van die heksen verlost."

    De graaf erkende het meisje als zijn dochter. "Maar wat moeten we nu beginnen met dat kindje dat al eenentwintig jaar bij ons is?" vroeg hij. "Er zit maar een ding op," sprak het meisje op gedecideerde toon. "Je moet een brandstapel laten bouwen en die aansteken en mij dan het kind geven!" Ze brachten haar het poppedeintje, dat zij met een fluks gebaar op een grote spa legde en met een boogje in het vuur wipte. De ontzette heksen krijsten uit het raam: "Verbrand ons kind niet!" Maar reeds sloegen de vlammen hoog op, de huid van het kindje barstte open en spatte van het lijfje af, en toen de vuurzee luwde bleek er van het heksenkind niets anders over te zijn gebleven dan een klomp elzenhout.

    Het meisje liep naar haar aanstaande toe en toonde hem de houten stomp te midden der smeulende resten van de brandstapel, en de graaf zei tegen hem: "Het lijkt me dat jullie maar eens moesten gaan kijken hoe het met je huis is!" - "Maar ik heb niet eens paarden voor de reis erheen," antwoordde de jongeling. De graaf liet paarden en een gerieflijke reiskoets voor ze aanrukken en gaf hun bovendien ook nog een koetsier, en zo reden ze in ongekende luxe naar het huisje waar de jongeman gewoond had. Zijn povere hut maakte een armzalige indruk en de graaf sprak: "Over een maand staat hier een degelijk huis van steen!" Ze bouwden een mooi stenen huis voor hem, waar hij met zijn jonge bruid introk, en daar, in dat fraaie en deugdelijke bouwwerk, wonen ze nu nog.

    * * * einde * * *

    Bron : - "- "Sprookjes uit Finland en Estland" bijeengebracht door August von Löwis of Menar. A.W. Bruna & Zoon, Utrecht/Antwerpen, 1979.
                - Oorspronkelijke titel: Finnische und Estnische Märchen © 1962 Eugen Diederichs Verlag Düsseldorf-Köln. ISBN: 90-229-3311-3
                - www.beleven.org

    31-07-2011 om 00:40 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:heksen
    » Reageer (1)
    28-07-2011
    nieuwsgierig héVan een opgeverfde haan
    Van een opgeverfde haan
    - Een sage uit Hoogezand-Sappemeer over een evangelist -

    In het begin van de jaren negentig van de negentiende eeuw is er te Hoogezand een man neergestreken die veel van zich had laten horen. Dat was de heer Kanon, evangelist. Het was een vriendelijke, vrij grote baas van middelbare leeftijd, stemmig gekleed en van een baard voorzien. Als er kermis was bij de Bonthuizerbrug en Berend Smit vanuit hotel 'De Unie' wielerwedstrijden organiseerde, dwaalde Kanon over het kermisterrein met pamfletten waarin tegen de drank werd gewaarschuwd.

    Hij deed dat niet alleen op papier. Ook vergaarde hij goedwillende mensen om zich heen, stelde zijn woning - dicht bij het vroegere schoolgebouw te Martenshoek - voor samenkomsten open, hield er toespraken en trachtte ook overigens hun vorming gunstig te beïnvloeden. De chocoladeketel ging rond en men was gezellig bijeen.

    Maar in de jeneverstreek Martenshoek zette de propaganda en zelfs reeds de verschijning van de heer Kanon kwaad bloed. Spot en hoon, modder tegen de glazen, het werd hem royaal toegemeten.

    Het waren niet de meest notabele inwoners van Hoogezand die de woonkamer van Kanon vulden en de chocoladeketel mee leegdronken, maar berooide lieden die - met zichzelf enigszins verlegen - wilden luisteren naar een woord van hoop en troost. Meerderen heeft de heer Kanon aldus van de drankduivel bevrijd en in veler gezin is de orde hersteld en het vertrouwen tussen man en vrouw in elkander weer vernieuwd. Het levensverhaal van één dier 'geredden' willen wij de lezer niet onthouden.

    Willem Smittenberg was een arbeidersjongen afkomstig uit de Heerenlaan te Sappemeer. Of hij als jongen reeds balorig was, is moeilijk na te gaan, maar wel is bekend dat Willem als koloniaal naar Oost-Indië is gegaan en de militaire dienst in tropisch-Nederland met pensioen heeft kunnen verlaten. Toen ging Willem trouwen met een vrouwtje, dat er overgeschoten was. Zij was de zuster van de in Slochteren zo bekende Wilhelm Schröder, de holbewoner van het Slochterbos. Deze Schröder zwierf bij dag overal rond om tegen de nacht naar zijn hol terug te keren. De politie loerde op hem. Maar vinden liet Wilhelm zich niet. Totdat hij op het laatst gevonden is, in zijn boshol.

    Welnu, van deze rare snijboon was Willem Smittenbergs vrouw een zuster. Boze buren vertelden wel eens dat vrouw Smittenberg soms rookte. En dat was in die tijd een hebbelijkheid waarmee een vrouw haar eer inboette, zo dacht men.

    Het echtpaar woonde in de achterkamer van een oud huis aan de nu gedempte Molensloot, waarvan het voorste gedeelte werd bewoond door een lorrenboer, Bollegraaf geheten. Een man, die niet hield van bedrog en geen vijanden heeft gekend, maar die stierlijk het land had aan de onverlaat, die het loon dat hij met los werk verdiende, in jenever omzette, die na het ontvangen van zijn pensioen als een Razende Roland huis hield en de hele buurt op stelten zette.

    Kwam Willem dronken thuis, dan moest Willemientje, zijn vrouw, heel hard maken dat ze weg kwam, want anders vielen er klappen. Ze vluchtte dan met haar kinderen de deur uit en schold manlief de huid vol.

    Willem begaf zich dan gekleed te bed, maar niet geheel en al. Met zijn achterwerk bedekte hij het echtelijke bed, maar de benen lagen op een stoel. Willem, die dan een lang broodmes hanteerde, kreeg in die toestand lust om een lied te zingen. En op avonden dat het weer mis was met baas Smittenberg, klonk een luidkeels gezongen lied uit de oude woonkamer naar buiten, waarvan het refrein ons bijgebleven is: "O Heer! Vergeet de arme werkman niet." Zijn echtvriendin moest dan bij herhaling de waarschuwing incasseren: "Vrouw! Kom niet in mijn kamer!" Dan liet hij het uiteinde van het heft van het broodmes daveren op het blad van de tafel!

    Jarenlang is het misgegaan met deze gepensioneerde militair. Het gezin had een behoorlijk inkomen doordat Willem gepensioneerd was. Maar de welstand was allesbehalve. Want de jeneverfles had het voor het zeggen.

    Totdat, totdat meneer Kanon zich met de familie ging bemoeien en Willem tot inzicht werd gebracht, dat hij het roer van het schip radicaal moest omgooien, zou het wrakke scheepje niet te pletter slaan tegen de rots van het alcoholisme.

    Zo gij Zijn stem dan heden hoort
    Gelooft zijn troost- en heilrijk woord,
    Verhardt u niet, maar laat u leiden!

    Willem Smittenberg heeft de stem die in bewogenheid had gesproken verstaan. Hij heeft zich niet verhard, maar zich laten leiden door de evangelist Kanon, op meer gebaande wegen. In het gezin is het anders en beter geworden. Enige jaren van vredige arbeid en huiselijke vreugde heeft het echtpaar nog mogen smaken.

    Willem wist vaak op originele wijze aan wat extra's te komen. Daar hij jaren in tropische gebieden had geleefd, zag hij kans de onderwijzeres wijs te maken, dat hij een Indische vogel kon laten zien. In werkelijkheid kocht Willem dan een gewone haan, nam penseel en verf te baat en beschilderde het dier. Zo werd het een tropische vogel. Willem trok zijn beste jasje aan en reisde met zijn wondervogel de scholen af. Willem was een goed spreker en leverde dan bij de geverfde haan een 'les in dierkunde' die er mocht wezen. En dat alles voor één cent per leerling...


    * * * einde * * *

    Bron : - "De opgeverfde haan. Bekende & onbekende verhalen over schelmen & vagebonden, tovenaars & heksen, boze moeders & ontaarde zonen, ezels & schapen, reuzen & dwergen, kluizenaars & molenaars, tempeliers & wonderdokters, spoken & weerwolven, juffers & bruiden, zeemeerminnen & nachtmerries, bokken & egels, soldaten & jagers, katers & eksters, knechten & meesters, kooplieden & dieven & vele andere eeuwige stuiverzoekers" samengesteld door Willem de Blécourt.
               Uitgeverij Spectrum, Utrecht/Antwerpen, 1982. ISBN: 90-274-7115-0
               - www.beleven.org

    28-07-2011 om 21:13 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:sagen
    » Reageer (1)
    27-07-2011
    nieuwsgierig héHet land van moeder Soemba
    Het land van moeder Soemba
    - Een Surinaams-Creools sprookje à la Vrouw Holle -

    Er wordt verteld, dat in een dorp een moeder met haar dochter woonde en dat ze als buren een moeder en een dochter hadden, die zeer jaloers waren. Het eerste meisje was een allemansvriend; zij werd door iedereen bemind en heette Akoeba. Akoeba nam haar buurmeisje Afi tot vriendin aan, maar deze benijdde haar in alles.

    Eens kwam een oude vrouw bij Akoeba en gaf haar een kalebas cadeau. Ze zei: "Ik ben een arm mens; ik bezit niets op aarde wat waarde heeft om het je als geschenk te geven; daarom hoop ik, dat je deze kleinigheid aan zult nemen, alsof het een kostbaar geschenk van een rijk man was. Maar, mijn kind, deze kalebas moet gewassen worden in het land van moeder Soemba, opdat hij u gehoorzame. Dat land is niet ver van hier, maar de wegen die daarheen leiden, zijn zo goed als onbekend, omdat er geen andere mensen wonen dan moeder Soemba zelf, die de sleutel van alle toverspreuken in handen heeft. Het is niet makkelijk om bij moeder Soemba te komen, als men niet vooraf is ingelicht door betrouwbare personen. Je gaat van hieruit rechtdoor, tot daar waar de weg zich in tweeën splitst: de ene kant is schoon, de andere vuil. Neem de vuile weg; aan het einde zul je moeder Soemba vinden. Zij zal tot je spreken en als ze je iets vraagt, moet je gehoorzamen, dan zal ze je kalebas wassen. Wanneer je vreemde dingen ziet onderweg, mag je er niet mee spotten, maar het lied zingen, dat ik je zal leren, maar eerst moet je vragen om voorbij te mogen gaan."

    Na verloop van een week ondernam Akoeba de reis, naar de aanwijzingen van de vrouw. Toen ze een eind op weg was, zag ze twee kankantries, die aan het vechten waren. Ze hielden op en het meisje ging voorbij, zingende:

    Doegwèh a doegwèh, o!
    Ik smeek mijn vader, door te mogen gaan
    Doegwèh a doegwèh, o!

    Ze liep door en zag twee voeten vechten. Ze vroeg en kreeg toestemming om door te gaan, onder het zingen van haar lied. Iets verder trof Akoeba twee vechtende matta's. Ze vroeg om door te mogen gaan en dat werd haar toegestaan, toen ze met haar lied begon. Eindelijk kwam ze aan het punt waar de weg zich in tweeën splitste; de ene zijweg was schoon, de andere vuil en onbegaanbaar.

    Ze sloeg de weg in, die haar was aangewezen en zag voor een huis een vrouw, moeder Soemba, vol wonden en schurft zitten.

    "Wat kom je hier doen?" vroeg ze aan het meisje. "Wil je alsjeblieft mijn rug wassen, er is water achter het huis." Akoeba waste haar rug schoon, waardoor ze haar handen vol bloed kreeg van de vele open wonden. "Was je handen af en geef mij je kalebas, dan zal ik die voor je wassen," zei de vrouw. Moeder Soemba waste de kalebas en gaf haar aan Akoeba terug. "Keer nu naar huis terug en je zult je loon ontvangen. Bewaar je kalebas goed en vrede zij verder met je."

    Het meisje vertrok en was na een paar uur weer thuis. Of haar onderweg, bij het naar huis gaan, iets overkwam wordt niet verteld. Haar moeder wachtte haar met ongeduld en vroeg of ze succes had gehad. "Ja," antwoordde Akoeba.

    Na enige dagen kwam Afi haar vriendin bezoeken. Akoeba was net bezig haar kalebas te proberen, en tot haar grote verbazing kwamen er allerlei gouden, zilveren en andere waardevolle voorwerpen uit te voorschijn.

    Het afgunstige buurmeisje vroeg haar hoe ze aan die kalebas gekomen was, omdat zij al dat moois ook wel graag zou willen hebben. Akoeba vertelde haar vriendin alles en leerde haar ook het lied.

    De volgende dag, reeds voor zonsopgang, ondernam Afi de tocht. Toen zij de verschillende creaturen tegenkwam dreef ze er de spot mee. Deze vervloekten haar met de woorden: "Loop, en je zult vinden!" Ze bereikte de splitsing van de weg en daar begon ze haar vriendin grof uit te schelden. "Ze dacht mij wat op de mouw te spelden, maar ik ben wijzer dan zij denkt. Het is uit afgunst, dat ze mij heeft gezegd die vuile weg te nemen. Ze wil niet, dat ik in haar geluk zal delen. Ja! Zo zijn de mensen. Maar ik neem die schone weg."

    Op het einde gekomen, trof ze moeder Soemba aan, bezig toverdrank te koken. Moeder Soemba vroeg haar, om haar te wassen, maar de juffer begon haar uit te schelden. "Geef me uw kalebas, dan zal ik haar uitwassen; vrees niets," zei de vrouw. Maar juffer Afi bedankte haar niet eens, en zei slechts: "Geef mij m'n kalebas terug, want je maakt haar weer vuil met je handen."

    Vol blijdschap kwam ze weer thuis bij moeder, die haar dadelijk vroeg of alles in orde was. "Zeker, mam, onze buurvrouw wilde mij misleiden, maar ik ben wijzer dan zij denkt. Ik heb ook met moeder Soemba gesproken en ik zal Akoeba laten zien, dat niet alleen zij in het bezit is van een wonderkalebas."

    Toen ze nog dezelfde dag het voorwerp raadpleegde, weigerde het; het gaf geen resultaat. Haar vriendin raadde haar toen aan om de kalebas alleen in geval van nood te gebruiken. Maar Afi antwoordde dat ze geld nodig had en begon opnieuw haar kalebas te raadplegen. Toen kwam er allerlei ongedierte uit te voorschijn, dat haar doodde. Zo wordt het spreekwoord weer bewaarheid: "Ge hebt het gezocht, ge hebt het gevonden, ge moet het dus dragen."

    * * * einde * * *

    Bron : - "Westindische sprookjes" uitgegeven door Elmar, Rijswijk, 1994.
               ISBN: 90389-02719
               - www.beleven.org

    27-07-2011 om 23:09 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:sprookjes
    » Reageer (0)
    26-07-2011
    nieuwsgierig héHet zwanennest
    Het zwanennest
    - Een Deens nationalistisch verhaal van Hans Christian Andersen -

    Tussen de Oostzee en de Noordzee ligt een oud zwanennest en dat wordt Denemarken genoemd. Daar worden nog steeds zwanen geboren, waarvan de naam nooit zal uitsterven. In de oudheid vloog er een vlucht zwanen hier vandaan de Alpen over naar de groene vlakten van het Land van de Mei, waar het goed wonen was. Die zwanen werden de Longobarden genoemd.

    Een andere schare, met schitterende veren en trouwe ogen, zwierde naar Byzantium, ging daar rondom de troon van de keizer zitten en spreidde de grote witte vleugels als schilden uit om hem te beschermen. Zij kregen de naam Weringen.

    Er klonk een angstschreeuw van de kust van Frankrijk voor die bloedige zwanen, die met vuur onder hun vleugels uit het noorden kwamen, en het volk bad: "Van de wilde Noormannen, bevrijd ons, Heer!" Op de lentefrisse, groene vlakte van het open strand van Engeland stond de Deense zwaan met een driedubbele koningskroon op zijn hoofd.

    Zijn gouden scepter strekte hij uit over het land. Op hun knieën bogen de heidenen neer aan de kusten van Pommeren en de Deense zwanen kwamen met hun vlag met het kruis en met getrokken zwaarden. Dat was in de oeroude tijd, zeg je. Maar ook korter geleden werden er machtige zwanen gesignaleerd die het nest uitvlogen.

    Er ging een lichtstraal door de lucht, er kwam licht over de landen van de wereld, de zwaan kliefde met zijn sterke vleugelslag de schemerende mist en de sterrenhemel was weer beter te zien, het leek wel of hij dichter bij de aarde kwam. Dat was de zwaan Tycho Brahe. "Ja, toen!" zeg je. "Maar in onze tijd dan?" Toen zagen we de ene zwaan naast de andere in zijn schitterende vlucht.

    Eén streek er met zijn vleugel over de snaren van de gouden harp en het weerklonk in het hele noorden. De bergen in Noorwegen richtten zich hoger op in het zonlicht van de oudheid, het suisde door dennen en berken. De goden, helden en edele vrouwen vertoonden zich tegen de achtergrond van het diepe, donkere woud.

    We zagen een zwaan met zijn vleugels tegen de marmeren rots slaan, zodat die opensprong en de in het steen vastgelegde gestalten van schoonheid bij klaarlichte dag te voorschijn traden en de mensen in de landen eromheen hun hoofd optilden om deze machtige gestalten te zien. We zagen een derde zwaan de draad van de gedachte spinnen, die nu van land tot land bevestigd wordt, de aarde rond, zodat het woord nu met de snelheid van de bliksem door de wereld gaat. Onze-Lieve-Heer heeft het oude zwanennest tussen de Oostzee en de Noordzee lief. Laat er maar machtige vogels door de lucht komen om het te vernielen: "Dat zal niet gebeuren!" Zelfs de jongen zonder veertjes gaan in een kring op de rand van het nest staan, dat hebben we gezien.

    Ze laten zich in hun jonge borst steken tot hun bloed vloeit.

    Ze verdedigen zich met hand en tand.

    Er zullen nog eeuwen voorbijgaan, zwanen zullen uitvliegen en overal ter wereld te zien en te horen zijn, voordat de tijd komt dat er naar waarheid gezegd kan worden: "Dat is de laatste zwaan, het laatste lied uit het zwanennest."

    * * * einde * * *

    Bron : - "Hans Christian Andersen - Sprookjes en vertellingen"

    - uitgegeven door Van Holkema & Warendorf / Unieboek, Bussum, 1975.
    - www.beleven.org

    26-07-2011 om 22:23 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (0)
    25-07-2011
    nieuwsgierig héDe engel
    De engel
    - Een cultuursprookje van Hans Christian Andersen -

    "Telkens wanneer een goed kind sterft daalt er een engel van God op aarde neer. Hij neemt het dode kind in zijn armen, spreidt zijn grote, witte vleugels uit, vliegt over alle plaatsen die het kind heeft liefgehad en plukt een handvol bloemen die hij meeneemt naar God, opdat ze daar nog mooier dan op aarde mogen bloeien. De goede God drukt al die bloemen aan Zijn hart, maar de bloem die Hem het liefst is kust Hij en dan krijgt de bloem een stem en kan meezingen in het koor der zaligen."

    Kijk, dat alles vertelde een engel van God, terwijl hij een dood kind naar de hemel droeg, en het kind luisterde alsof het droomde; en zij vlogen over alle plekken bij zijn huis waar de kleine gespeeld had, en zij kwamen door tuinen met prachtige bloemen.

    "Welke zullen wij nu meenemen en in de hemel planten?" vroeg de engel.

    Daar stond een ranke rozenstruik, maar een boze hand had de stam geknakt zodat alle takken, vol grote, half ontloken knoppen, verdord neerhingen.

    "Die arme boom!" zei het kind. "Neem hem mee, opdat hij boven bij God in bloei komt."

    En de engel nam hem mee en kuste het kind tot beloning, en de kleine opende half zijn oogjes. Ze plukten van de rijke, prachtige bloemen, maar namen ook het verachte madeliefje mee en het wilde viooltje.

    "Nu hebben we bloemen!" zei het kind, en de engel knikte, maar zij vlogen nog niet naar God omhoog.

    Het was nacht, het was stil, ze bleven in de grote stad, zij zweefden rond in een van de nauwste straten waar hopen stro en as en allerlei rommel lagen, het was verhuisdag geweest; er lagen stukken van borden, brokken gips, dweilen en oude bollen van hoeden, niets dan lelijke dingen.

    De engel wees te midden van die rommel op een paar scherven van een bloempot en op een kluit aarde die uit de pot was gevallen en bijeen werd gehouden door de wortels van een grote, verdorde veldbloem, die niets waard was en daarom op straat was gegooid.

    "Die nemen we mee!" zei de engel. "Ik zal je wat vertellen terwijl we vliegen!"

    En toen vlogen ze en de engel vertelde:

    "Daar beneden in de nauwe straat, in die lage kelder, woonde een arme, zieke jongen; van zijn prille jeugd af had hij altijd op bed moeten liggen; wanneer hij op zijn best was kon hij op krukken de kleine kamer een paar malen op en neer wandelen, dat was alles.

    Enkele dagen in de zomer vielen de zonnestralen gedurende een half uur in het voorhuis en wanneer de kleine jongen daar zat en de warme zon op zich liet schijnen en het rode bloed zag door zijn tere vingers die hij voor zijn gezichtje hield, dan heette het: Ja, vandaag is hij buiten geweest! Hij kende het bos en het heerlijke voorjaarsgroen alleen maar doordat een buurjongen de eerste groene beuketak voor hem meebracht. Die hield hij boven zijn hoofd, en dan droomde hij dat hij onder de beuken zat waar de zon scheen en de vogels zongen. Op een voorjaarsdag bracht de buurjongen ook veldbloemen voor hem mee en toevallig was er onder die veldbloemen een met de wortels er nog aan. En daarom werd ze in een pot geplant en in de vensterbank gezet dicht bij het bed. De bloem was geplant met een gelukkige hand. Ze groeide, schoot nieuwe loten en droeg elk jaar bloemen; het werd voor de zieke jongen zijn mooiste tuintje, zijn kleine schat hier op aarde. Hij gaf het water, verzorgde het en paste er goed op dat het elke zonnestraal die over het lage venster gleed, tot de laatste toe kreeg. En de bloem zelf groeide met zijn dromen samen want voor hem bloeide zij, voor hem verspreidde zij haar geur, en in zijn stervensuur toen Onze Lieve Heer hem riep, wendde hij zich tot haar. Een jaar is hij nu bij God geweest, een jaar heeft de bloem vergeten in de vensterbank gestaan en ze is verdord, en daarom is zij bij de verhuizing met allerlei rommel op straat gegooid. Dat is de bloem, de arme verdorde bloem, die wij in ons boeket hebben meegenomen, want die bloem heeft meer vreugde gebracht dan de rijkste bloem in de tuin van een koningin."

    "Maar hoe weet u dat allemaal?" vroeg het kind, dat de engel meevoerde naar de hemel.

    "Ik weet het!" zei de engel, "ik was zelf het zieke jongetje dat op krukken liep! Mijn bloem ken ik heus wel!"

    En het kind deed nu helemaal zijn ogen open en keek de engel in het schone, blijde gelaat, en op hetzelfde ogenblik waren zij in Gods hemel waar vreugde was en zaligheid. En God drukte het dode kind aan zijn hart en toen kreeg het vleugels als de andere engel en het vloog met hem hand in hand. God drukte alle bloemen aan Zijn hart, maar de arme verdorde veldbloem kuste Hij en zij kreeg stem en zong met alle engelen, die rondom God zweefden, sommigen dichtbij, anderen verder weg in wijdere kringen, steeds verder weg in het oneindige, maar allen even gelukkig. En allen zongen ze, kleinen en groten, het goede kind en de arme veldbloem die verdord in het straatvuil had gelegen, weggeworpen met de verhuisrommel in de nauwe, sombere straat.

    * * * einde * * *

    Bron : - "Hans Christian Andersen - Sprookjes en verhalen" opnieuw uit het Deens vertaald door Dr. Annelies van Hees.
               Uitgeverij Lemniscaat, Rotterdam, 1997.
               - www.beleven.org

    25-07-2011 om 17:11 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volkssprookje
    » Reageer (1)


    Welkom bij saagje !
    Foto


    Laatste commentaren
  • Harden vol 1 (Rodolfo)
        op De mythe van Stinsterloo
  • Cheap Jerseys From China (Anthony)
        op De mythe van Stinsterloo
  • Lieve groetjes vanwege DEWESTHOEK (Annie & Rogier)
        op De boer en de duivel
  • Hallo Saagje,heel mooie story, (paolo)
        op De boer en de duivel
  • Piepelou Saagje (Jeske)
        op De boer en de duivel
  • Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Kribbelboekboek
  • Fijne midweek toegewenst
  • Lieve midweekgroetjes blogmaatje
  • Het blijft hier stil
  • Een fijne Donderdag gewenst
  • Voor alle Papa's en Opa's een fijne vaderdag gewenst

    bedankt voor de trouwe bezoekjes
    saagje


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    E-mail mij


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per week
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 05/12-11/12 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Welkom bij
    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!