Verhalen, sprookjes, fabels, mythen, sagen en legenden
welkom!
Problemen Er zijn nogal wat problemen met het lezen van de teksten, daarom volgende tip :
Met de muis links klikken en over de tekst schuiven.
De tekst verschijnt duidelijk leesbaar.
15-11-2009
10 sloten
10 sloten - tovenaars -
Een man uit Neerpelt had in Weert een toverboekje gekocht, waardoor hij over bijzondere krachten beschikte.
Nadat de man op de Dommelse Hei door de politie was opgepakt, trakteerde hij de agenten in een herberg op een biertje.
Tot de bazin sprak de man: "Overmorgen kom ik hier weer een glas drinken", waarop de agenten zeiden: "Neen, neen!"
Toen de politieagenten naar huis gingen, liep de man hen rustig voorbij zonder dat ze hem konden tegenhouden.
Zelfs wanneer een deur met tien sloten was vergrendeld, kon de man ontsnappen zonder brokken te maken.
Een schaapherder uit Rutten wandelde met zijn zwarte hond naar huis. Onderweg hoorde de man in een huis een hoogoplopende ruzie, waarbij iemand riep: "Moge de duivel je komen halen!" Daarop gooide de schaapherder zijn zwarte hond door het raam naar binnen.
Plots werd het muisstil; de mensen waren er van overtuigd dat de zwarte hond de duivel was.
De oude veerman uit Uukeve woonde bij een brug over de Maas.
Wanneer het in de maand november stormde, hoorde de veerman altijd een stem die riep: "Haal over, haal over!" De veerman vroeg dan: "Wie is het?", maar hij zag niets.
Veiligheidshalve bleef de man op de oever staan. Wanneer hij met de boot zou vertrokken zijn, zou het bootje zeker gezonken zijn.
Pastoor Xelen van Beek was op een dag langs de familie Youma en de familie Zalven naar Weert gegaan. Toen de pastoor 's avonds terugkwam, ontmoette hij twee mannen.
De mannen wilden de pastoor beroven van de zilveren gespen op zijn schoenen. De jammerklachten van de pastoor negerend, begonnen de mannen de gespen los te maken.
Daarop sprak de pastoor: "Wie zit, blijft zitten en wie staat, blijft staan."
De pastoor vertrok en liet de mannen onbeweeglijk achter. Wat verderop kwam de pastoor iemand tegen, die zei: "Je moet eens tot daar gaan; daar zijn twee mannen vastgenageld aan de grond",
waarop de pastoor antwoordde: "Zeg maar tegen de mannen dat ze kunnen gaan".