Welpe en de wolf - Een indianenverhaal uit Mexico over een slimme en listige jongen - |
's Morgens vroeg vloog de indiaanse vrouw haar tent uit, rukte het haar uit haar hoofd en gilde: "Wat een ramp! De grijze wolf heeft mijn man vermoord!" De jagers schoten toe, maar ze konden de dode man niet meer tot leven wekken. "Daar gaat-ie!" riep jager Bereklauw en hij wees in de richting van het bos. Daar verdween een grijze wolf, als een kalf zo groot, in de struiken.
De nacht daarop sloop de wolf opnieuw de nederzetting binnen, vermoorde twee mannen en verdween. De derde nacht verloren drie inwoners het leven. "We moeten het bos in om de wolf dood te maken," zei het stamhoofd en hij stuurde er vier jagers op uit. Maar niet een kwam er van de jacht terug. Daarna stuurde het stamhoofd vijf mannen het bos in, maar ook die kwamen niet weer thuis. Het stamhoofd liet een bericht over het gebeurde verspreiden en vroeg om hulp.
Als eerste kwam een Engelsman de nederzetting bezoeken. Hij droeg een korte broek en een lang geweer. "Die wolf schiet ik wel even neer," zei hij verwaand. "Vanavond breng ik jullie zijn pels. Maar eerst wil ik theedrinken om kracht voor de jacht te verzamelen." Hij ging bij het vuur zitten en zette een keteltje water op. Toen hij evenwel behaaglijk zijn hete thee zat te slurpen, kwam uit de struiken de grijze wolf aansluipen en vermoorde de Engelsman.
De volgende dag kwam een Duitser de nederzetting binnenrijden. "Ik moet eerst in de boeken nakijken, hoe je op wolven jaagt," zei de Duitser, ging onder een zware eik zitten, haalde drie dikke boeken uit zijn rugzak en begon erin te bladeren.
Uit de struiken kwam de grijze wolf aansluipen en vermoorde ook de Duitser.
De derde dag verschenen er in een elegante koets twee Fransen. Ze zochten een plaats dicht bij de struiken, waaruit de wolf steeds te voorschijn kwam, dronken wijn en wachtten af. Eindelijk zagen ze de ogen van de wolf glinsteren in de schemering van het bos.
De ene Fransman legde het geweer tegen de schouder en legde aan. Hij liet het evenwel weer zakken, overhandigde het aan de andere Fransman en zei hoffelijk: "Na u, meneer." Eer de tweede Fransman kon schieten, sprong de wolf de struiken uit en vermoorde beide jagers.
Enkele dagen daarna kwamen drie Amerikanen de nederzetting binnen. Ze waren in het bezit van fraai glanzende geweren en hadden de weitassen vol beefsteaks. Ze braadden hun vlees aan het spit, aten het op en dronken er koffie met melk bij en vervolgens begonnen ze op hun gemak hun geweren schoon te maken en te oliën.
Onderwijl was de grijze wolf uit de struiken dichterbij geslopen. Hij had de drie Amerikanen al vermoord, nog eer ze hun geweren hadden kunnen laden.
Beneden in het dal waren Mexicaanse dagloners op een plantage bezig de katoen te plukken. Er werkte een kleine jongen met hen mee, die zij Welpe noemden. De dagloners hadden het onder het werken alleen maar over de grijze wolf en Welpe luisterde aandachtig.
Hij smeet de linnen baal met katoenzaaddozen van zich af en zei: "Ik ga die wolf doodmaken." Iedereen lachte hem uit. "Zet dat maar uit je hoofd, jongen, de Engelsman kreeg de wolf niet te pakken en de wolf heeft de Duitser, de Fransen en de Amerikanen ook versmoord. En jij hebt niet eens een geweer!"
Welpe liet zich evenwel niet van zijn grootse voornemen afbrengen en sloeg ogenblikkelijk de weg naar het indianendorp in.
Hij nam niets anders mee dan drie spiegels. Een grote, een kleine en een nog kleinere spiegel. Zodra hij de nederzetting had bereikt, informeerde hij waar de grijze wolf precies kwam aansluipen. De jagers wezen in de richting van het bos en het speet hun, dat de knaap zijn jonge leven zo zinloos wilde opofferen.
Welpe haalde de grootste spiegel te voorschijn, zette hem tegen een boom en verstopte zich achter een steen.
Al gauw sloop de grijze wolf het bos uit en zag zichzelf in de spiegel. "Ik wist niet dat ik zo groot was," dacht de wolf. "Ik hoef voor de sterkste vijand niet bang te zijn." Hij rende het dorp in en smoorde twee paarden.
Het stamhoofd werd kwaad en zei: "Nou, je hebt ons fraai geholpen, Welpe." Sussend zei Welpe tegen het stamhoofd: "Even geduld, u zult zien dat ik die wolf overwin."
De volgende dag ging de Mexicaanse jongen weer naar de bosrand, haalde de kleinere spiegel uit zijn zak en zette hem tegen een boom.
De grijze wolf kwam de struiken uit en ging recht op de spiegel af. Hij keek erin en gromde: "Wat gek! Gisteren was ik zo groot, dat ik twee paarden durfde smoren. Hoe kan ik in een nacht nu zoveel kleiner zijn geworden? Zou ik me te veel ingespannen hebben? Zouden twee paarden te veel voor me zijn geweest?"
En de grijze wolf sloop het dorp in en smoorde twee veulens. Ditmaal verweet het stamhoofd de kleine Welpe niets. Misschien had die jongen toch meer verstand in zijn hoofd dan hij gedacht had.
De volgende dag zocht Welpe voor de derde keer de bosrand op. Nu haalde hij de kleinste spiegel uit zijn zak en zette hem tegen een boom. Weer verstopte hij zich achter een steen.
Even later kwam de wolf het bos uit en liep regelrecht naar het spiegeltje. Hij had er nog niet ingekeken of hij huilde: "Nu is het afgelopen met me! Ik ben vannacht in een jong wolfje veranderd. Ik moet maken dat ik wegkom, anders zullen de jagers me te pakken krijgen en me het vel over de oren halen." En met de staart tussen de benen vluchtte de wolf het bos in.
Welpe, de Mexicaanse jongen, werd door het stamhoofd de nederzetting binnengebracht. Hij kreeg een feestmaal voorgezet en werd beloond met een schitterend paard en een hoed met brede rand op de koop toe.
* * * einde * * * |
Bron : - "Sprookjes van de prairie. Verhalen uit Noord-Amerika" door Vladimir Stuchl. Uitgeverij Ankh-Hermes, Deventer, 1982. ISBN: 90-202-0051-8 - www.beleven.org |
|