Enkele jongens kwamen te voet terug van de kermis in Rummen. Toen ze door de dreef wandelden, werd één van de jongens bang, en hij spoorde zijn vrienden aan om wat sneller te lopen. Hij had immers een grote zwarte hond gezien, die met hen had meegelopen tot aan het draaikruis. De anderen lachten de jongen uit en zeiden: "Jij met je hond, je bent gek.
Als er dan toch een hond zit, laat hem dan maar komen. We zullen hem eens een lesje leren!" Hun woorden waren nog niet koud of daar stond de hond: een zwart beest, zo groot als een beer en met ogen als vuur.
De jongens maakten zich snel uit de voeten en haastten zich naar de schuur van X, waar ze tot 's ochtends angstig bleven zitten.
regio : Nieuwerkerken verzamelaar - F.Beckers - |