De jaguar en de geitenbok - Een Braziliaanse fabel over samenwerking tussen gezworen vijanden - |
Een jaguar wilde wel eens een huis bouwen; hij zocht een plek uit, rooide het bos en was van plan de volgende dag te beginnen met bouwen. Een geitenbok die ook van plan was een huis te bouwen, kwam langs de plek waar de jaguar al had gerooid en sprak: "Bravo! Wat een mooie plek om mijn huis te bouwen!" De geitenbok sneed direct een paar gevorkte takken af en stak die op de bewuste plaats in de grond en vertrok.
De volgende dag kwam de jaguar terug en toen die de gevorkte takken ontdekte, zei hij: "O, wie helpt me daar! Bravo! Het is God die me helpt." Hij legde vervolgens de balken in de vorken en ook de dakbalken en ging weg. Toen de geitenbok opnieuw kwam verwonderde hij zich en zei: "O, wie helpt me?! Het is God die me helpt." Hij legde de daklatten op hun plaats en ging weg. Toen de jaguar kwam, was die nog meer verbaasd. Hij legde niettemin de pannen neer, maakte de afdekking en ging weer weg. De geitenbok kwam en dekte nog beter af. Zo waren ze, elk op hun manier, druk bezig en maakten het huis af. Toen het klaar was, kwam de jaguar, maakte zijn bed op en ging erin liggen. Direct daarna kwam de geitenbok en toen hij de ander zag, riep hij:
"Nee, mijn vriend, dit huis is van mij, want ik stak de gevorkte takken in de grond, ik legde de daklatten en ik timmerde alles dicht."
"Nee, mijn vriend," antwoordde de jaguar,"het huis is van mij, want ik heb de plaats gerooid, de balken gelegd, de dakbalken, de pannen en de afdichting en het stro voor het dak".
Nadat ze onderhandeld hadden, zei de jaguar die de geitenbok eigenlijk wilde opvreten: "Maar we hoeven geen ruzie te maken, vriend geitenbok, want wij kunnen allebei in het huis leven."
De geitenbok aanvaardde dit angstig; hij zat hem behoorlijk te knijpen. De geitenbok hing zijn hangmat dan ook ver van het bed van de jaguar. De volgende dag zei de jaguar: "Vriend geitenbok, als je me mijn voorhoofd ziet fronsen, dan ben ik woedend en moet je oppassen!"
"Moet je luisteren, vriend jaguar, als je ziet dat mijn baardje trilt en ik nies, maak dan dat je wegkomt, omdat ik niet tegen grapjes kan."
Daarna ging de jaguar weg, zeggend dat hij eten ging zoeken. Daar, ver van het huis, pakte hij een grote geitenbok en doodde hem, en om zijn makker angst aan te jagen, bracht hij hem mee naar huis. Hij gooide hem op de grond en zei: "Daar, vriend bok, stroop hem en maak hem voor ons als eten klaar." De geitenbok mompelde in zichzelf toen hij dat zag: "Als je die grote al kon pakken, is het geen kunst om mij te doden!"
De volgende dag zei hij tegen de jaguar: "Nu, vriend jaguar, zal ik eten gaan zoeken!" En hij ging weg. Toen hij ver weg was, zag hij een grote, dikke jaguar, en hij deed of hij hem niet had gezien. Hij begon slingerplanten uit het bos te trekken. De jaguar kwam dichterbij en toen hij dat zag, zei hij: "Vriend bok, waar heb je zoveel slingerplanten voor nodig?" - "Hm, waarvoor? De zaak is ernstig! Bekommer je om jezelf! De wereld staat op het punt te vergaan, en het zal door een zondvloed zijn..." - "Wat zeg je daar, vriend bok?" - "Het is de waarheid; en jij, als jij je wilt redden, kom dan en bind je vast, want ik bind me ook vast."
De jaguar ging en koos een heel hoge stam uit en vroeg de bok hem vast te binden. De bok wikkelde hem helemaal in, en toen hij hem helemaal had vastgesnoerd, sloeg hij er flink op los, tot de jaguar dood was. Vervolgens sleepte hij hem mee, kwam met hem thuis, liet hem op de grond vallen en sprak: "Daar! Als je wilt, stroop hem dan en maak hem klaar!" De jaguar was verbaasd en verschrikt tegelijk. Ze waren allebei bang voor elkaar.
Op een dag ging de bok onder de douche om zich te verkoelen. Hij keek naar de jaguar die zijn voorhoofd fronste. Hij werd bang, liet zijn baard trillen en niesde. De jaguar sprong weg, hij trilde van angst, maar de bok ging er eveneens in volle vaart vandoor. Zelfs tot op de dag van vandaag gaat elk van hen zijn eigen weg.
* * * EINDE * * * |
Bron : - "Zuidamerikaanse sprookjes" verzameld door Felix Karlinger. Uitgeverij Elmar, Rijswijk, 1992. ISBN: 90-6120-95-60 - www.beleven.org |
|