De vrouw die haar man naar Aguarenta volgde - Een volksverhaal uit Bolivia over het dodenrijk en zijn bewoners - |
I
Een meisje wilde met een man trouwen, maar hij stierf. Zij had veel van hem gehouden. De volgende morgen, de dag na zijn dood, stond zij voor het huis van haar ouders toen het nog donker was en stampte in de vijzel. Toen kwam er iemand die de vijzelstamper beetgreep. "Wie ben je?" vroeg zij. "Ik ben het," zei hij. Het was haar dode man. "Wil je meekomen?" - "Ja," zei ze, daar zij veel van hem hield.
Hij begaf zich nu in de richting waar de zon opgaat. Zijn gezicht was verborgen opdat niemand het zou zien. Zij liep achter hem aan. Ze gingen door het bos, ze liepen over de pampas en toen weer door het bos. Overdag sliep hij en 's nachts was hij wakker.
Toen de vader zijn dochter miste, ging hij haar zoeken. Hij volgde haar sporen. Voor hem liep een vossenspoor. "Anya heeft mijn dochter genomen," zei de vader. Tenslotte vond hij haar dood langs de weg. Hij maakte haar echter weer levend en bracht haar naar huis. Toen ze over de pampas liepen, zagen ze een vos rondsluipen. De volgende dag stierf zij. De vader weende. Toen kwam Ururuti, de witte condor en zei dat hij niet moest klagen. Ururuti nam hem op zijn rug en vloog met hem naar Aguararenta.
In Aguararenta sliep men overdag en was men 's nachts wakker. Toen de vader daar kwam, dronk men maïsbier. Uruturi bracht hem naar het huis van zijn schoonzoon. Hij sprak zijn dochter aan, maar hij kreeg geen antwoord. Hij ging nu naar Ururuti die hem naar huis bracht. Noch hij noch zijn vrouw beweenden de dode dochter. De volgende dag stierf de vader.
II
Er was eens een vrouw wier man was gestorven. 's Nachts kwam hij bij haar in de gedaante van een man en sliep bij haar. Hij vroeg haar met hem naar zijn dorp Aguararenta te gaan. Zij volgde hem. Toen ze vlak bij het dorp waren, hoorden zij gezang en gedans. Zij ging met haar man naar het marktplein waar een groot drinkgelag plaatsvond. Zij zag daar veel doden die zij kende. De doden waren echter bang van haar en bleven op behoorlijke afstand. Zij bleef daar tot het morgen werd. Toen verdwenen alle hutten en zij bevond zich op een vlakte vol vossensporen. Haar man veranderde zich in een rat. Zij bleef daar de hele dag, zittend op de stam van een algarrobo. Toen het donker werd, kwamen de mensen weer en er had daar een groot drinkgelag plaats. 's Morgens zeiden de doden: "Ik ga als boomstam; ik ga als rat; ik ga als gier; ik ga als vos; ik ga als vleermuis," etc.
Zij keerde terug naar huis. Haar man zei dat hij haar zou komen halen. Na drie dagen was zij dood. Zij was haar man naar Aguararenta gevolgd.
* * * EINDE * * * |
Bron : - "Volkssprookjes en legenden uit Zuid-Amerika" door Felix Karlinger. Uitgeverij Elmar B.V., Rijswijk. ISBN: 90-6120-433-X - www.beleven.org |
|