Waarom de sleutelbloem geen schatplaatsen meer openmaakt - Een wonderlijk verhaal over de gouden sleutelbloem (Primula veris) - |
Toen er nog feeën op de wereld waren die zich aan de mensen vertoonden, bezat de sleutelbloem een zekere toverkracht. Als ze in de lente weer ging bloeien en iemand plukte haar op het juiste ogenblik, dan kon je er rotsen met verborgen schatten mee openmaken.
Op een keer overkwam dit ook een herder. Toen het lente werd dreef hij zijn schaapjes de wei in en vond onder een rots, aan de rand van het bos, een groot aantal bloeiende sleutelbloemen. De herder vond ze prachtig en zocht de mooiste en grootste sleutelbloem uit en stak hem op zijn hoed.
Plotseling werd zijn hoed vreselijk zwaar. "Wat is er toch met mijn hoed aan de hand?" vroeg de herder zich verbaasd af. Hij deed zijn hoed af en bleef stokstijf staan. Op de plaats van de bloem lag nu een echte sleutel en daar kwam nog bij, dat hij helemaal van goud was.
Nauwelijks had hij hem in zijn handen genomen om te voelen hoe zwaar hij was, of daar verscheen een beeldschone fee. De herder had haar niet horen komen en schrok.
"Wees niet bang," zei de fee. "De sleutel zal je geluk brengen. Leg hem daar op de rots. De rots zal opengaan en je zult er alle schatten van de wereld vinden. Neem daarvan, zoveel je wilt. Maar let wel op dat je tot slot het beste niet vergeet."
De herder wist niet of hij wakker was of droomde. Hij liep naar de rots, legde de gouden sleutel erop en inderdaad, de rots ging open en in een duistere grot glinsterden de verborgen schatten. Er lag zoveel goud, zilver en edelstenen, dat je af en toe je ogen dicht moest knijpen. De herder liep de grot in, spreidde zijn jas op de grond uit en legde er net zoveel schatten in als hij kon dragen. Toen gooide hij de bundel over zijn schouders en verliet de grot. Maar het belangrijkste liet hij liggen. De gouden sleutel, die de verborgen schatplaatsen open moest maken, liet hij op de grond liggen. De rots sloot zich weer achter hem en niemand heeft de sleutel ooit weer gezien.
Vanaf die tijd hebben de sleutelbloemen hun toverkracht verloren. En feeën, die zich aan de mensen vertonen, die bestaan ook niet meer.
* * * einde * * * |
Bron : - "De betoverde tuin" door Marie Mrstikova. Nederlandse vertaling van Els Nuijen. Uitgeversmaatschappij Holland, Haarlem, 1978. ISBN: 90-251-0297-2 - www.beleven.org |
|