Anansi - Een half dorp voor twee kippen(vervolg) - Meester Superspin Anansi - |
In het dorp dat hij later die middag aandeed, eiste hij dat de varkens van de Gouverneur bij de koeien werden ondergebracht. Toen dat was gebeurd, wilde hij wel feestvieren, eten, drinken en dansen. Tegen twaalf uur wilde hij nog even naar zijn varkens kijken; nee, niemand hoefde met hem mee. Toen hij terugkwam, zei Anansi dat ze het goed maakten en dat hij nu ging slapen want hij moest weer vroeg op. Ze maakten het helemaal niet goed, die twee varkens. Anansi had ze gedood! Zo kon hij de volgende ochtend weer zijn toneelstuk opvoeren dat hij nog zo gezegd had, dat... dat de Gouverneur niet alleen hem maar het gehele dorp zou straffen... dat die varkens vannacht om twaalf uur nog kerngezond waren... dat het hun schuld was: hij had willen doorvaren, zij hadden zo nodìg feest willen vieren.
"U kunt twee andere varkens krijgen!" - "Wàt twee andere varkens. Als het nou nog een koe was!" En zo voer Anansi weg met de vetste koe van het dorp. Maar dat viel tegen... Met dat dikke beest in zijn bootje kwam Anansi nauwelijks vooruit, hoe hij ook pagaaide en pagaaide... En wat was dat? Er kwam water in zijn korjaal! Snel peddelde Anansi naar de oever. "Eruit!" gilde bij tegen de koe die het bos in vluchtte. "Donkedam!" vloekte Anansi. "Stomme koe! Maar wat moet ik nu doen?"
Terwijl hij somber voor zich uit staarde, vingen zijn oren het gehuil van een begrafenisstoet op. Anansi kroop achter een boom en wachtte tot de begrafenis voorbij was. Toen iedereen weg was, rende hij naar het graf en groef de kist op, waarin hij een kinderlijkje aantrof. Dood is dood, dacht Anansi, maar ik moet verder.
Het schemerde reeds toen Anansi met het zieke zoontje van de Gouverneur het volgende dorp bereikte. Dat zei hij, ja, dat de Gouverneur hem had opgedragen diens zieke zoontje naar de dokter verderop te brengen. Omdat het al donker begon te worden, wilde hij wel in dit dorp overnachten, als zij hem en het zieke kind een rustige hut gaven.
Het was doodstil in het dorp, iedereen liep op zijn tenen en probeerde niet te hoesten of te kuchen. Fluisterend vroeg de vrouw van het Dorpshoofd of het kleintje van de Gouverneur niet een beetje bananenmeel-pap lustte. "We kunnen, het proberen," zei Anansi. "Breng maar een grote kom, dan zal ik hem hapje voor hapje voeren." Wat was iedereen blij toen Anansi even later een lege kom buiten zette. "Het smaakte hem," zei Anansi en hij loog niet; het had hèm gesmaakt!
Een uurtje later kwam de vrouw van het Dorpshoofd een bord je tajer-soep brengen. Ook dat at Anansi smakeliik op, maar intussen zag hij wel zijn kans. Je hebt namelijk eetbare èn giftige tajers, net zoals bij paddestoelen. Dus gilde Anansi even later dat het zoontje van de Gouverneur was overleden en dat het door de soep kwam. "Maar hij was toch al ziek..." probeerde het Dorpshoofd nog.
Anansi beet zo hard op zijn onderlip dat die opzwol. "Dan was mijn lip zeker ook ziek? Hoe denkt u dat ik aan deze dikke lip kom? Dat is gebeurd toen ik proefde of de soep niet te heet voor het kind was." Nu begon het Dorpshoofd Anansi te smeken: "Wat moeten we doen? Wat zal de Gouverneur doen als hij hoort dat zijn zoontje in ons dorp is overleden? Help ons, Anansi, zeg ons wat we moeten doen!"
Anansi deed of hij nadacht: "Het is jullie schutd... Jullie zullen het kind moeten begraven." Natuurlijk zouden ze dat doen. "En dan... dan zullen jullie de Gouverneur iets moeten aanbieden." - "Hij kan krijgen wat hij wil," riep het Dorpshoofd. "Het halve dorp als hij wil!" Anansi fronste zijn wenkbrauwen: "Wat zegt u daar? Herhaalt u dat eens." - "Ons halve dorp," herhaalde het Dorpshoofd. "Zou hij dat aannemen?"
"We kunnen het proberen," zei Anansi, "ik zal het opschrijven, dan kunnen jullie het tekenen." Zo vertrok Anansi weer, met in zijn zak een papier waarop alle dorpsbewoners hun handtekening hadden gezet. "Ons halve dorp geven wij hierbij aan de Gouverneur" stond op het papier. Nog eenmaal klonk zijn lied op de rivier:
"Pagaai, doe je werk Anansi is niet sterk Anansi is een slimme spin Iedereen trapt erin Waarin Daarin Anansi krijgt zijn zin." "Zo, ben je terug, Anansi. Waar is dat halve dorp van je?" Met deze woorden ontving de Gouverneur Anansi. "Wat dacht u? Dat ik het in mijn zak had gestopt?" zei Anansi op vrijpostige toon. "Zegt u mij eerst maar eens hoe u mij gaat belonen." - "Belonen waarvoor?" - "Hiervoor!" En Anansi overhandigde het papier met het halve dorp aan de Gouverneur.
De Gouverneur dacht razendsnel na. Hij was blij met het halve dorp, maar hij werd ook een beetje bang: Waar moet dat naartoe als alle spinnen halve dorpen gaan veroveren en... ze niet aan mij geven? "Een bezem!" besliste de Gouverneur. "Ik beloon je met een bezem!" Toen Anansi dat hoorde, rende hij weg. Hij vertrouwde het zaakje niet. Daarom gaan spinnen er nog steeds snel vandoor, als je begint te bezemen.
* * * einde * * * |
Bron : - "Volksverhalen uit kleurrijk Nederland. Dieren. Dierenverhalen uit de Chinese, Joodse, Nederlandse, Indiase, Turkse, Surinaamse, Marokkaanse en Indonesische verteltraditie" Lemniscaat, Rotterdam, 1990. - www.beleven.org |
|