Kroniek van een toffe familie en een toffe gemeente.
17-06-2005
Mont Saint Eloi en Arendonk
Arendonk verbroedert met Mont-Saint-Eloi. Arendonk is sinds enkele jaren verbroederd met Mont Saint Eloi in de regio van Nord-Pas-de-Calais. Tijdens de eerste wereldoorlog lag het dorpje op de frontlijn tussen de Franse en Duitse legers. Het hele gebied werd plat gebombardeerd. Enkel de ruine van de abdijkerk bleef staan en is nu een beschermd monument.
Arendonk verbroedert met Mont-Saint-Eloi. De link tussen Arendonk en Mont Saint Eloi zijn de gesneuvelde soldaten van het 4de regiment. Op 22 en 23 mei 1940 stierven er in de buurt van Mont Saint Eloi 51 manschappen, terwijl er op 14 mei 1940 aan het Kempisch Kanaal in Arendonk 5 soldaten van het regiment sneuvelden.
Arendonk verbroedert met Mont-Saint-Eloi. In Mont Saint Eloi staat er een monument ter nagedachtenis aan de gesneuvelden van het 4de Regiment Dragons Portés, gevallen in Nederland, België en Frankrijk.
Onder de vlag van verenigingen zoals de KWB, de vrouwengilde, de gepensioneerdenbond en lokale politici gingen wij einde januari akkoord om te veranderen van stroomleverancier. We zouden klant gaan worden bij Essent. (zie mijn berichtje van 17/05).We zouden van een overschakeling niets voelen, we moesten geen stappen ondernemen en we zouden minstens 50 euro per jaar profijt doen. Op 20 april krijgen wij onze eerste voorschotnota van Essent met daarop extra 50 euro éénmalige kosten per jaar. (nooit over gesproken !!!) 's Anderendaags is daar reeds de eindafrekening van Electrabel met een boete van 99 euro voor contractbreuk. Na een maand van zagen, plagen, emails sturen, telefoneren en scheldpartijen mag ik, neen moet ik, van Essent terug naar Electrabel. Als ik braaf ben en me schik naar de voorwaarden krijg ik mijn boete terugbetaald. Ik heb verdomme alles volgens het boekje gedaan. Ik moet nu dus bij Essent opdraaien voor bijkomende éénmalige kosten à 50 euro en naar het beloofde voordeel van 50 euro kan ik ook fluiten. Ik heb ondertussen mijn domiciliering wel opgezegd. Als zij nu één van de volgende dagen hun definitieve afrekening durven sturen dan zullen ze van goede huize moeten zijn om aan hun centen te geraken. ...De mannekens van Essent....het zijn klein deugnietjes. Wat zouden ze daar bij de KWB, de KAV en de KBG van zeggen???. Wedden dat die verschrikkelijk geambeteerd zijn?? ...om nog niet te spreken van die politiekers die in hun hemd zijn gezet. Oh ja...de grote baas van Essent-Nederland had die geen jaarsalaris van 800.000 euro ??? (dat is 32.000.000 ouw belse frankskes. ) Ik zal die eens bellen ! Met zo'n pree moet ge toch wat kunnen oplossen hé.
Een vriend van mij vroeg me laatst waar mijn blognaam "Jef Koffie's trots" vandaan kwam. In 1302, met de Brugse Metten, moest elke Bruggeling "Schild en vriend" kunnen zeggen. De Arendonkenaars kunnen allemaal "flioewren brioewk" en "flikketeir" zeggen. Die van Lier, van Retie en de Nepalezen die hier wonen kunnen dat niet. We hebben ook allemaal een bijnaam. Tegen sommigen zeggen ze 'die van Kreugele' of 'die van Botmanne' of 'Jan Schijt'. Onze vader was Jef van Gust Koffie. Als ze ons vroegen "van wie zijt gij d'r ene" dan moesten we zeggen: "ene van Jef Koffie". Vanwaar die bijnaam komt weten we niet. Hij zit al zo'n 6 generaties in de familie. Onze va en ons moe, Jef en Marie Koffie dus, hebben 5 kinderen. Met den aangetrouwde kant en daarbij de kleinkinderen en de achterkleinkinderen komen we aan zo'n 40 man. Allemaal volk van die van Koffie'en.En ik mag het zeggen: pront volk,... allée echt "Jef Koffie's trots". Moeten we nu trots zijn op die bijnaam? Och we worden er niet slimmer of rijker van, maar het had ook erger gekund. Er lopen er hier in Arendonk rond waar ze tegen zeggen: 't Sauspanneke, Gloeiig Hol, Krom Jefke, 't Pispotje, Jef Pallul of den Baviaan.
Afgelopen zaterdag was het huifkarrendag. Al de kindjes van de buurt, tesamen met de kinderen van het asielcentrum hier in Arendonk waren uitgenodigd om met de huifkar te gaan rijden. Twee grote karren, ieder getrokken door twee rasechte Brabantse trekpaarden, zaten vol volk. Het initiatief voor deze tocht ging uit van de buurtvereniging. Het feest viel in goede aarde bij zowel de kinderen als de meegereisde ouders. Alles liep en speelde door elkaar: witte, zwarte, geel en bruin kinderkens. Een feest om opnieuw te doen.
Olga zal eindelijk tevreden zijn over ons buurt.!!!
Nog veertien daagjes. Dan schiet mijn vriend weer uit zijn zetel. De bosbesjes zijn dan rijp. Weken op voorhand valt hij vriend en vijand lastig met de vraag - smeekbede - om mee op bosbessenjacht te trekken. Weken op voorhand is hij bossen en heggen gaan inspecteren op de groei van de bessen. En dan is het zover: Vergezeld van zijn echtgenote, die hij onder de dreiging het huishoudgeld te schrappen heeft meegekregen, duikelt mijn vriend andermans privébossen in. Fauna en flora verwoestend. Iedereen heeft de mond vol over de achteruitgang van de natuur: In de Kempen wordt de bosbesstruik met uitsterven bedreigd. Mijn vriend huurt zelfs volk in: een gepensioneerde leerkracht mechanica laat hij met speciale kammen de struiken leegritsen, toevallige passanten worden gemaand een uurtje mee te plukken en een plaatselijke Macedonische leefgemeenschap verricht "um sonst" plukwerk. Na een dag ploeteren en ander mensen lastigvallen heeft mijn vriend een kilootje blauw bosbessen bijelkaar geplukt. Al zijn werkvolk staat vol bulten van stekende muggen en de dazerikken en het bos is voor jaren zijn ecologisch evenwicht kwijt. Jaja, mijn vriend is een natuurmens. !!!
Bezijden Mol op de grens met Nederland ligt Postel. Postel, zult ge zeggen, dat ken ik ergens van. Inderdaad in Postel huizen nog paterkens. Sinds vele eeuwen staat er een Norbertijnerabdij omringt door een slotgracht en een metershoge muur. Dat moest vroeger zo. Buiten de abdij telt Postel nog een tiental huizekes, drie café-restaurants, een kaaswinkel, een heel grote parking en een kasteel van de familie de Brocqueville met annex een golfterrein. Dat laatste is verboden terrein. Doordeweek telt Postel zo'n 50 inwoners waarvan zo'n 25 paters Norbertijnen. Dan zijn die kloostermuren en die slotgracht voor nikske nodig. 't Is er rustig, zoals het bij een abdij past. Maar zondags...Met honderden, duizenden tegelijk stromen ze toe van uit het noorden. Allemaal nederlanders op zoek naar rust, belse frit en creemglas. Ge kunt er over de koppen lopen dwars door de kwakken mayonaise en de gevallen crême-glacebollekens. "Nou leuk hé" en "fijn, gesellich". "Kom, we bellen effe lekker aan bij die paters". Nadat de laatste drie paters-conciergen afgevoerd werden met een zenuwinzinking hebben de paters zich strategisch teruggetrokken in hun alkoof, doen voor niemand meer open en wachten smachtend op de maandagmorgen. Ondertussen stinkt de hele parking en omgeving van de abdij naar de curryworsten en de verbrande cervela's. Ongegeneerd hebben onze noorderburen zich neergepoot op alles waarop men kan zitten: op bloembakken, op de slotmuur, op de wegwijzers, en maar smikkelen en smekkelen. Cultuur kan voor sommige volksstammen toch eenvoudig zijn.
Een van mijn blogvrienden [bedankt André } vertelde me dat een rekel - mijn blognaam - een mannetjesvos is. ( de vrouwtjes zijn moervossen.) Nieuwsgierig van aard ben ik op het internet eventjes gaan kijken wat er zoal te vertellen valt over een rekel. Vooral zijn sexuele geaardheid wil ik jullie niet onthouden: "...de rekel is in de paartijd 3 maanden (nov. dec. jan.) paringsbereid, het wijfje slechts drie dagen. De relatie is monogaam. Gedurende deze drie dagen wordt er meermaals gepaard, waarbij na elke paring de rekel nog een half uur blijft 'vasthangen' aan het wijfje, waardoor ze beiden in een zeer kwetsbare situatie komen..." Zoals gezegd is een rekel monogaam maar als hij toch moet gaan lopen dan bedraagt zijn maximum snelheid zo'n 50 km. per uur. Zo genoeg verteld, nu ga ik de rekel uithangen.!!!
Vrienden van mij, met z'n zestienen zijn ze, zijn een bowlingclub begonnen. Een jonggepensioneerde die met zijn vrije avonduren geen blijf weet heeft vrienden en familieleden afgestruind en ze warm gemaakt om te gaan bowlen. Vorige week was hun maidenmatch. Drie banen hadden ze afgehuurd voor twee rondes van tien beurten. De vriendenkring kennende had de verantwoordelijke een bowlingcenter gezocht waar alles automatisch werkte, ook de scoreborden. Kwestie van geen ruzie te krijgen vooraleer de eerste bal gegooid was. Het kiezen van de bowlingsloefen leverde geen noemenswaardige problemen op en de fijne groep maakte zijn opwachting op centre court. Groot was hun verwarring toen zij daar de andere bowlers aantroffen: Allemaal professionals: keurige versgestreken shirts met discrete reklame, allen voorzien van een keukenhanddoek om hun ballen op te poetsen en een steunverband aan hun gooiarm. De ballen mooi verpakt in een lederen etuike. De vrienden keken zich de ogen uit. Na een kwartiertje gooien had een deelnemer een uitgerokken ringvinger - het gaatje in de bol was te klein voor zijn hoveniershanden - een andere kreeg per abuis een bal op zijn tenen en de zaalwachter had drie keer moeten ingrijpen: Eénmaal voor het storend gedrag naar andere ploegen toe, éénmaal voor een pint bier die over het toetsenbord was gekieperd en éénmaal omdat hij een deelnemer terug moest roepen die halverwege de baan een stilliggende bal was gaan halen. De vriendenkring heeft geen enkele strike gegooid. De hoogste score was 156 en die kwam van een jonkman die bekende dat hij onder de uren van zijn baas wel eens dierf gaan striken. Laatst in het klassement was een jongedame, geheel gekleed op dit evenement: kort rokske en een heel groot decolleté.Waar ze ook stond of wat ze ook deed, altijd was er wel iets te zien dat niet op bowlingballen leek.
Als we het over vroeger hebben dan zeg ik altijd dat ik in de bossen ben grootgebracht. Tussen de hazen en de wilde varkens. Sommigen zeggen dat ze dat aan mij zien. Anderen twijfelen en vragen dan om bewijsmateriaal. Ik heb hem eindelijk terug gevonden: een foto uit 1956 (ik was tien jaar) waarop 2 varkens te zien zijn: één groot wild varken op de ladder en één klein varkentje naast de ladder.
Een bevriend echtpaar houdt van dansen. Met gelijkgestemde zielen frequenteren ze wel eens een dancing. Niet zoiets als de Zillion of La Rocca in Hoogstraten maar meer zoiets als destijds "de Veertien Billekens", " Tijl Uilenspiegel" of "De Zweep". Mijn vrienden trekken naar "de Kaasboerin", een etablissement gelegen in Postel op de Grens tussen Belgïe en Nederland. In "de Kaasboerin" komt Margriet Hermans haar parlementaire vragen voorbereiden onder het zingen van een vlaams volksliedje voor de geinteresseerden. (12 maal in de maand februari ). Bij het nuttigen van een Postelse trappist - Blonde Leffes zijn verboden wegens de concurrentie van een andere patersorde - gaan dan de beentjes los op de voortreffelijke dansvloer. Buiten Margriet komt ook de rest van het fiere vlaamse schlagersheir naar Postel: Marc Deckx, Jules Kabas, Tina Rosita, Franky Hayse en andere Johny White's. Ook de heer Willy Claes maakt zijn opwachting in de bossen van Postel. Willy Claes zult U zeggen. Jazeker, Willy Claes, de opvolger van Kop Van den Eynde als voorzitter van de BWP, voormalig minister van alles en nog wat, de vroegere secretaris-generaal van de Nato, en de man van Agusta. De Willy komt in de Kaasboerin piano spelen. In het voorprogramma van Mieke en Jules Kabas. Op zijn vleugel begeleidt hij aanstormend en terminaal talent, en zalig glimlachend overschouwd hij het 'waarkvolk' en de aanwezige busladingen dagjestoeristen die zich waarschijnlijk een sexier verrassingsact hadden voorgesteld. Na zijn capriolen met de helikopters gun ik mijnheer Willy natuurlijk zijn muzikaal plezierke, en ook de mensen van de Kaasboerin krijgen van mij hun vertier, maar ik blijf het toch een beetje genant vinden om een ex-minister van Buitenlandse zaken de "vogeltjesdans" te horen uitvoeren op een vleugelpiano. (...en om mijn vriend een plezier te doen: Leo Delcroix vind ik ook een kukelekuu.)
Als het regent, leest hij boeken. Als het niet regent ook. Mijn vriend is een belezen man. Ook citaten en spreuken zijn aan hem besteed. Hij noteert die en gebruikt die te pas en te onpas. Ik heb er enkele mogen lenen. Hij beweert dat deze van hem komen. Ik heb zo mijn twijfels. Hier komen ze: - Vrouwen zijn gek op zwijgende mannen. Ze denken dat die luisteren. - De grootste verdienste van sommige mensen is hun vrouw. - De beste tijd om gazongras te zaaien, is onmiddellijk nadat je vrouw het gezegd heeft. - Veel mannen zouden graag gehuwd zijn maar geen 24 uur per dag. - Er zijn meer mannen dan vrouwen in het gekkenhuis, wat bewijst wie wie gek maakt. - Een gentleman is iemand die de deur openhoudt als zijn vrouw de vuilbak buitenzet. - Er zijn mensen die uitgerekend op de mooiste dag van hun leven in het huwelijk treden. - Mannen dragen een stropdas omdat dat er minder idioot uitziet als een leiband. ....Ge moet er maar opkomen hé.
Een vriend van mij, eentje van het zorgzame type, is sinds enkele maanden lid geworden bij de plaatselijke gepensioneerdenbond. Hij kreeg daar direkt een hoogst belangrijke functie. Die van wijkmeester. Die baan houdt in dat hij bij een twintigtal leden maandelijks het ledenblaadje gaat ronddragen, lidgeld moet ophalen, ledenfeesten en groepsreizen gaat aankondigen en hen op de hoogte brengt van sterfgevallen van andere gepensioneerden. De meeste van zijn klanten zijn weduwevrouwtjes. Hij heeft ze in alle soorten: schone en minder schone, struise en minder struise, jonge en minder jonge. Zijn job heeft hij met vallen en opstaan moeten leren. Zijn klanten, de weduwevrouwtjes dus, hebben hem de weg gewezen. .....'t Was beter dan hij in de voornoen langs kwam, 't was beter dat hij het ledenboekske persoonlijk kwam overhandigen. 't Heeft een paar maanden geduurd voor mijne vriend begon te snappen wat de bedoeling was. Als hij nu 's morgens met zijn boekskes langskomt zitten zijn vrouwen mooi opgedirkt op de sofa, hun nachtjapon mooi gedrapeerd over hun benen en de split keurig opengeplooid over de knieen. En altijd verse koffie op de leuvense stoof. Mijne vriend heeft het getroffen in zijne nieuwe job. Hij heeft zelfs zijn persoonlijke coiffeuse de opdracht gegeven om hem een ietwat wilder kapsel aan te meten en zijn polohemdje hangt voortaan boven op zijn broek in plaats van d'r in.
Als ik in mijne "gouden tijd" op het - privé- bedrijf waar ik werkte, openbaar een collega van een ander bedrijf uitmaakte voor een "onnozel manneke"dan moest ik 's middags bij den baas komen, kreeg verschrikkelijk naar mijn voeten, mijne C4 en mocht ik 's anderendaags het heir der werklozen vervoegen. Zoniet in het Koninkrijk België: Premier Balkenende van het naburig koninkrijk een 'Harry Potter' noemen!!! Karel, Karel,.. zo'n dingen moet ge denken.Het typeert wel het olifantengedrag van exellentie De Gucht.
Vrienden van mij hadden kennis aan chique volk...het was familie van tante Petje de "Sint Nicolas". Het oudste prentje is van 19 juli 1874. (klik op de foto)