Ene zeker
Marc Reugebrink mag een kerstessay schrijven in De Standaard. Over de ontmenselijking van de
maatschappij. Volgens deze auteur is een deel van deze kwalijke tendens te
merken in hoe de maatschappij met kunst, meer bepaald literatuur omgaat. In
niet mis te verstane bewoordingen laat deze Nederlander blijken dat hij
zichzelf toch wel heel goed vindt. Maar
tussen de lijnen valt te lezen dat het maatschappelijk succes dat hem te beurt
valt, een beetje aan de kleine kant is. Natuurlijk ligt dat zeker niet aan zijn
kwaliteit, die is hoog. Zeg maar zeer hoog, zegt hij zelf. Maar het zijn de
media. Die zoeken boerenlullen om op te voeren. Of aan alles lak hebbende
onbenullen zoals een Brusselmans.
Nu is het
eerste dat mij opvalt als ik dat kerstessay lees dat Reugebrink 10 woorden
nodig heeft om er één te zeggen. Een oeverloos eindeloze diarree aan woorden. Dat alles in een stijl
waar zelfs een leesverslaafde bibliofiel een punthoofd van krijgt. Onbegeesterde
en niet geïnspireerde woordenbrij. Woordenkramerij om ter meest. Dat zulke
mensen geen breed maatschappelijk succes hebben, is met de ogen toe zonneklaar.
Dat zulks in de literaire wereld kan overleven, ja zelfs prijzen bij elkaar
schiet, is alleen mogelijk dank zij de
beschermende houding van de inteeltige ons-kent-ons kliek die het literaire
kunstwereldje in stand wil houden. Hierin gesteund door een pers die heftig
meewerkt aan het zuiver houden van het door de in-crowd aanvaarde paradigma van
wat kunst of literatuur zou moeten zijn. Dat hiervoor niet welkome meningen
worden gecensureerd en niet conformistische geluiden worden geweerd (bvb
Brusselmans) maakt de angstige bloedarmoede, die er in de ernstige Nederlandstalige
literaire kringen heerst, alleen maar
meer duidelijk. Dat deze Reugebrink zich van wild natrappen moet bedienen ligt
overduidelijk gefundeerd in de frustratie door het eigen onvermogen zich
schrijvend tot een maatschappelijk relevant niveau op te tillen. Dat literatuur
weldegelijk een breed respect krijgt in de maatschappij werd onmiddellijk
duidelijk door de vele reactie van mensen omtrent dit onderwerp.
Niet alleen
de stijl is ondermaats, hetzelfde geld voor wat voor de inhoud moet doorgaan. Een
verzameling open deuren en andere reeds dood beschreven evidenties. Elke
individuele verantwoordelijkheid afschuivend naar de maatschappij. Blind voor
de realiteit van de belangrijkheid van de economie, maar vooral gefrustreerd
door het succes van anderen. De ontmenselijking van de maatschappij is al veel
mooier, veel schrijnender, veel literairder, veel boeiender, veel
aantrekkelijker beschreven. Ik denk zo maar voor de vuist weg aan Brave New
World (Huxley) of 1984 van George Orwell.
De Standaard
presenteert hier een mooi voorbeeld van iemand wie reeds veel eerder zou moeten
aangeraden zijn iets anders te gaan doen dan schrijven. Te zien aan de
kwaliteiten van de pleegsels lijken pareltjes rijgen, bloemschikken of
misschien zelfs duivensport nauwer aan te sluiten bij de auteur zijn
capaciteiten. Blijven proberen wat men echt niet kan, leidt tot zulke schabouwelijke
kerstschrijfsels. Zo slecht hebben ze het
nog nooit gebakken bij de Vlaamse kwaliteitskrant. Door zulke mensen een dergelijk
breed forum aan te bieden laat men ze in hun eigenwaan van goed bezig te zijn.
Erger nog het zou kunnen worden gezien als een aanmoediging verder te krasselen
in de wanstaltigheid. Door meningen te censureren laat De Standaard zien dat ze
ijverig meewerkt deze mediocere uitwassen tegen alle fatsoen in te willen
beschermen. Als Dylan dan toch bij dit
kerstmonster (en Dylan kent wat van kerstmonsters) moet worden gesleurd, dan is
zijn Is there a hole for me to get sick in? heel wat beter geschikt dan het
gebruikte There must be some way out of here.
Bruiloft op Capri van Paul Heyse. Eens iets
totaal anders. Een korte novelle. Vervlogen tijden in een vergeten stijl. Geen
rauw modernisme maar zweemzoete geromantiseerde feel-good literatuur. Geen
engagement anders dan het leven, de wereld, de mensen mooi voor te stellen.
Vermooid. Het is eens een leuk intermezzo, doch niet meer van deze tijd. De
enkele uren die ik mij in de tijdsgeest van midden 19de eeuw heb
ingeleefd, waarin ik mij heb laten meeslepen in die dramatisch verhaal met een
goede afloop waren wel besteed. Doch de andere novellen die in het boek staan,
zullen voor een andere keer zijn. Eén portie Heyse met de keer.
Heyse was
tweede helft 19de eeuw het grote Duitse literaire hoogtepunt. Hij
inspireerde vele mindere goden uit zijn tijd. Door zijn schrijfstijl is het
niet te verwonderen dat vooral vrouwen zich grote fan toonden van zijn werk. De
Nobelprijs in 1910 kwam eigenlijk te laat voor hem. Zijn poëtische romantiek
was toen reeds een voorbijgestreefde literaire vorm. Het naturalisme had zijn
opgang gemaakt. Een van zijn laatste werken, Merlin, was dan ook niet meer dan
een verbitterde aanval op die nieuwe literaire richting. Het werk van Heyse is
dan ook in een snel tempo in de vergetelheid geraakt. Rond de eeuwwisseling
naar de 20ste eeuw werd de markt overspoeld met Heyse. Zijn
gedichten werden op muziek gezet. In scholen was Heyse verplichte literatuur.
Nu wordt Heyse zelfs door literatuurcritici nog nauwelijks vernoemd en wordt
zijn werk als middelmatig en oubollig beschouwd.
De dollartekens in de ogen van Moeder Theresa - Herman Brusselmans
Wat moet ik
met dit boek. Ik ben er door geraasd op anderhalve dag tijd. Het was ook dun,
130 of zo wat bladzijden. Ik kon het moeilijk weg leggen, en als het weg lag
voelde ik de drang om toch verder te lezen.
Was het dan
zo goed ? Neen zou ik zou direct zeggen. Want ik heb reeds ver voor het midden
mijzelf de opmerking gemaakt dat dit een verplicht nummertje was. En over
verplichte nummertjes ken ik nu wel iets. Ik zeg dat niet veel dat ik over
dingen iets ken. Toch boeide het verhaal. Nochtans is het een flutverhaal. Ik zei zo bij mijzelf, van ingewikkelde plots
zal een Brusselmans het echt wel niet moeten hebben. Met overdrijvingen en
Brusselmansiaanse neuk, pieseloe, piemel, penis scenes erop en eraan. Was het
misschien omdat de setting Hamme is, en ik daar toevallig ook geboren ben. Ik
kon de tocht van het hoofdpersonage volgen en erkende dingen uit mijn jeugd.
Sus Castelijn bijvoorbeeld. En Hermans zus, die nu nog les geeft aan de school
van Hamme.
Het
hoofdpersonage, Herman Brusselmans zelf is op zoek naar roem en bekendheid. Hij
kiest daarvoor de muziek. Om zijn doel te bereiken koopt hij twee gitaren, die
hij omruilt voor een drumstel en richt hij een band op, met alles op en aan.
Zelfs achtergrondzangeressen. Repeteren, opnames en een optreden. The
rise and fall of the The Hidden Creators of the Sleepy Daydreams.
Maar zijn
ogenschijnlijk oeverloze gezemel is van het hoogste niveau. Het werk mag dan
nauwelijks passen binnen het dominante paradigma van wat goede literatuur is,
zijn ook hier aanwezige, wellicht wat karikaturale schetsen van de gewone
burgerman of vrouw komen dichterbij het echte leven dan in menig roman van erkende
topauteurs. Bovendien is zijn sublieme gevoel voor taal weer verantwoordelijk
voor vele hilarische situaties en levert het een aanvulling van het vocabulaire
van de lezer op. Ook weet Brusselmans met een paar korte scènes nog wat
eigentijdse problematiek uiterst treffend te behandelen waar anderen boeken
over vol leuteren.
Drie maal daags een passage lezen. Ik zweer hett
je, het helpt. Tenzij het de lezer ontbreekt aan gevoel voor humor is het werk
van Brusselmans de beste remedie tegen depressies. Een dik verdiende 7/10 !
Dun, kleine
verhaaltjes en eens iets anders. Dat laatste hoopte ik toch. Sartre en zijn De
Muur. Ach ja Sartre de man van wie ik De Walging had gelezen en daarvan zeker
niet onder de indruk was. Een betere Brusselmans komt zeker zeer dicht in de
buurt. Maar waarom niet ? Wij kunnen boeken toch steeds wegleggen als ze ons
niet aanstaan ?
De Muur dus.
Ook meteen het openingsverhaal. Speelt zich af in de Spaanse Burgeroorlog. Het
hoofdpersonnage wordt ter dood veroordeelt en de laatste nacht mogen wij
meemaken. Dit wordt een overpeinzing van
zijn leven natuurlijk. Intermenselijke relaties, zoals ze echt zijn.
Onverbloemd en niet op gekuist. Een meesterlijk geschreven verhaal. Prachtige
stijl, met een niet voorspelbaar eind. Sartre op het niveau van een
nobelprijswinnaar ! Groots.
Hierna
volgen nog de kleine verhalen de kamer, herostratos en Intimiteit. Het
boek sluit af met de iets langere novelle De jeugd van een leider. Allemaal
in dezelfde wervelende stijl. Grootse proza, aangrijpend menselijk. Allemaal
vormen het verhalen van mensen die op zoek zijn naar de essentie van hun leven.
Waarom zijn ze en hoe moeten ze zijn ? Moeilijke vragen denkt u ? Filosofisch
gezever ? Neen ! Doorleefde en menselijke verhalen. Herkenbaar. Geen ellenlange
uiteenzettingen maar een verhaalverloop gebaseerd op dingen die verstaanbaar
zijn voor iedereen. Geen rationeel afgeleide voorspelbaarheden. Soms een beetje
absurd ? Ja dat wel maar nooit overdreven. De vereenzaamde of gewoon eenzame
hoofdpersonage dwalen door een onverschillige wereld. Zij moeten hun weg maken
door zelf te bepalen wat ze nu gaan doen. Geen hogere hokus pokus maar gewoon
het leven zelf.
Knappe
verhalen. Verfrissend ook al dateren ze van 1939. Eindelijk nog een een boek
uit de topregionen van de literatuur. Een dikke 8,5 /10 !
Het nieuws
is tegenwoordig van zulke triestheid dat ook ik het zo ongeveer beu ben. Radio
1 is reeds weg uitmijn favorieten. Wie heeft er nood aan dagenlang
negativistisch gekwaak. Herhaald tot een self-fulfilling mantra. De krant
blijft meer en meer ongelezen liggen. Ook daar strijden de
"journalisten" naar de gouden medaille zwartkijkerij. Het lijkt wel
of het hedendaags journaille vooral vitriool moet gedronken hebben en
gemarineerd zijn in een maatschappij kwellende zwartkijkerij. Maar alsof dat
nog niet genoeg is moet dit in Vlaanderen overgoten met de ophemeling van de
versnelde neergang. Egoïstisch negativisme, destructief nestbevuilen en de
gekoesterde verrotting kan het in
Vlaanderen tot man van het jaar schoppen ?! Intellectueel onbegrijpelijk maar
vooral gevaarlijk contraproductief. Maar dat lijkt de bedoeling in deze tijden
van negativistisch nihilisme.
En er zijn
niet veel lichtpuntjes die een verandering zouden kunnen initiëren. Music for
life misschien, waar eens niet geappelleerd wordt aan het gevaarlijk egoïsme
dat onze huidige maatschappij regeert. Voor de rest zie ik niet veel
optimistische hefbomen die verandering mogelijk zouden kunnen maken. In deze
eindejaarsdagen waar iedereen zich moe loopt in de ratrace naar het ultieme
consumentalisme ? Waar de enige zorgen van de vooral zichzelf als hardwerkend
beklagende mens erin bestaat een soort van egoïstisch bekommernis te koesteren
dat hun kinderen toch maar beter worden door enkele dompelaars dieper de put in
te duwen ?! Neen, buiten dit navelstarend introvert tunnelgedrag vlijmscherp
aan te klagen kan men blijkbaar weinig ondernemen...in de hoop dat bij de door
spruitjeslucht verdoofde mens misschien eindelijk de ogen gaan open gaan en dat
het groter geheel duidelijk wordt. Zodat de kleppen afvallen en voorbij de
parochiezaal en de kerktoren kan gekeken worden.
De wereld
draait gewoon verder. Och ja, ze staken. Tegen wat of om wat. Van Quickenborne
heeft zich wat overhaast. Was te verwachten ik heb dat ventje altijd al een
rare kwiet gevonden. Een wat afwerelds figuur dat denkt dat de wereld één groot
virtueel twitterpretpark is. De ganse commotie die hij nu opwekt verbaasd mij dus
niet. Die man heeft nog nooit meer dan gebakken lucht verkocht. Administratieve
vereenvoudiging...mijn oog ! Het is allemaal nog wat ingewikkelder geworden. En
het is niet omdat het via internet kan dat het per definitie eenvoudiger is.
Dus ja het
land zou moeten stil liggen. Het openbaar vervoer heeft sowieso al geen klant
aan ons. Bussen zijn oncomfortabele sardienenblikken waarop men toch lastig
gevallen wordt door allochtonen. Geen politie te zien of te horen dan. Zelfs
niet als men ze opbelt en de bus blijft staan. En een auto hebben wij toch
nodig om naar het dichtst bijzijnde station (12 km) te rijden. Als men toch al
een auto heeft is hij veel goedkoper in gebruik dan het openbaar vervoer.
Vandaar laat die lamzakken maar staken. Dat ook het internationale treinverkeer
plat zal liggen ? Treintje spelen is blijkbaar wel echt voor lamzakken die niet
graag werken nationaal internationaal het maakt hen niet uit als ze maar kunnen
niet-werken.
Ook het
onderwijs zal staken net die mensen die hun leven eigenlijk al in niets doen
doorbrengen, gaan staken ! Omdat ze moeten blijven staan tot hun 60ste
?! Van vakantie naar vrijaf hun carrière opbouwen en dan nog vroeger willen
stoppen. Trouwens of die luitjes nu staken of niet. Deze week werken die toch
al niet meer. De kinderen zwalken nu al doelloos rond op straat, zichzelf bezig
te houden.
En de rest ?
Het OCMW staakt profiteurs gaan dus last krijgen van de luiheid van de
ambtenaren ? Toch crimineel lollig ? En de bib blijft toe ach ja wij kunnen wel
enkele weken doorlezen zonder naar de bib te trekken. En het zwembad. Welk
zwembad ? En TV en Radio de VRT dan toch. Alsof die nog veel opstaat in de tijd
dat er 100 kanalen beschikbaar zijn ? En de cipiers doen ook wat wij van hen
gewoon zijn, namelijk staken. Om cipier te worden moet men allicht geen
arbeidscontract tekenen maar een verklaring van stakingsbereidheid. Maar zoals
steeds zal dat ook nu niet meer hinder opleveren dan een scheet in een fles.
En de post
Willem de post staakt ook. Ze lijken daar wel het orkest van de Titanic. Kunnen
ze ook geen rekeningen meer aanbrengen. Taksen, belastingen en heffingen
ronddragen. Maar ze werken met die domme staking ook heel hard verder aan hun
eigen nutteloze overbodigheid. Wij zullen nog meer e-mails met PDF aanhangsels
verzenden tot B-Post tot een atavistische ruïne is vervallen die alleen nog de
museumfunctie bekleed om mensen duidelijk te maken tot welke machtspositie
idioten konden uitgroeien voor de e-mail was uitgevonden.
Blijven de
ziekenhuizen en de loodsen. Wie echt in medische nood zit, zal wel nog geholpen
worden. Dokters moeten wel. Alleen de verpleging gaat op zondagsdienst .wat een
arrogant gedrag. Het is een zware job, verplegende zijn. Maar die dames en
heren moeten zich wel bewust zijn dat elke eurocent die aan hen gespendeerd
wordt, wel word verdiend en belangeloos afgedragen door mensen die wel
economische meerwaarde creëren. De witte meute leeft op ons kap ! Bovendien
zouden deze mensen het ethische gevoel moeten hebben dat staken in sector
gewoon pervers is ! En die loodsen die via de havens het land echt wel
economisch kunnen treffen ? Wel hier krijgt Di Rupo een eerste kans om het haar
op zijn tanden boven te halen ! Opeisen die zooi !
vandaag was ik mezelf liever niet tegengekomen Herta Müller
Het werk van
Herta Müller kent als terugkerend thema het leven onder de Roemeense dictatuur
van Nicolae Ceauşescu. Herta Müller is geen schrijver die een verhaal met een
kop en een staart weet te vertellen. Zij geeft op een impressionistische manier
uitdrukking aan wat haar bezig houdt en opvalt. In korte stukken, niet
gestructureerd met behulp van hoofdstukken, laat zij een stroom individuele observaties
op de lezer los.
De
vrouwelijke hoofdpersoon dient haar opwachting te maken bij majoor Albu die
haar aan een verhoor onderwerpt. Dat is een gebeurtenis die vaker plaatsvindt.
Een groot deel van het boek bestaat uit indrukken van dat verhoor, de last die
het vooruitzicht ervan met zich meebrengt en de reis er naar toe met de tram.
De gedachten van de ik-persoon waaien alle kanten op. Het gedrag van de
trambestuurder en van sommige medepassagiers worden minutieus onder een
vergrootglas gelegd. Dat begint al bij het instappen als de vrouw zich
voorneemt een oude man voor te laten gaan. De stijl van Müller is zeer
beeldend. Geleidelijk leren we de hoofdpersoon wat beter kennen. Zij is
gescheiden van haar eerste man en leeft nu samen met Paul. Paul is een
liefhebber van brandewijn. Om zes uur gaat de bar open maar pas vanaf elf uur
is alcohol toegestaan. Daarom gaat de brandewijn eerst in koffiekopjes en pas
later in glazen. De ik-figuur richt zich vaak tot haar vriendin Lili die bij
een vlucht naar het buitenland door een grenswacht is doodgeschoten. De
hoofdpersoon was werkzaam in een fabriek maar is ontslagen na verklikt te zijn.
Overal ligt dreiging op de loer. Via omzichtige beschrijvingen krijgt de lezer
de verschrikkingen van het leven in een dictatuur mee. Het is een permanente
oefening in ongemakkelijkheid. Onzekerheid kruipt in alle poriën. Zelfs het
taalgebruik lijkt ondergronds te gaan. Wat de verontrusting doet toenemen zijn
de behoeftige omstandigheden waarin de mensen verkeren. Mensen staan in de rij
voor openbare toiletten en maken gebruik van een draagbare deur als zij aan de
beurt zijn. Somberheid is troef.
Soms is
lezen doorzetten. Deze Herta Müller vergt een inspanning van de lezer. Maar wie
zich die getroost krijgt een prachtig boek in ruil. Als scherven worden de
verhaalbrokken gepresenteerd. Lezen is puzzelen, tot de vaas weer heel is. Beklijvend
zonder spannend te zijn. Uitnodigend interessant. Zeer knap geschreven.
Eindelijk nog eens een boek dat ver boven de middelmaat uitsteekt. Een knappe
7,5 op 10 !
Column schrijvers en hoofdredacteurs worden te veel betaald !
Geachte dames
heren veelverdieners...als u echt teveel verdient ga dan naar uw baas en doe
het voorstel om alles wat u meer dan 1200 euro per maand netto verdient terug
aan uw patroon over te maken ! Als u na 6 maand leven van 1200 euro netto op de
maand nog zo overtuigd bent dat de indexkoppeling moet afgeschaft worden,
schrijf dan nog eens een opiniestuk. Nochtans ik persoonlijk vind het gegeven
van moeten rondkomen met 1203 (om precies te zijn) euro per maand een
economisch argument genoeg om die indexkoppeling toch maar te behouden. Vanuit
een overbetaalde luxepositie is het gemakkelijk roepen dat Di Rupo het niet
kan. Vanuit de situatie van 1200 euro per maand ben ik echt wel heel blij dat
Di Rupo mensen van mijn inkomenscategorie wil ontzien ! Mochten wij wisselen
van job, en ik ben daar wel eens een paar maand voor te vinden hoor, dan zou ik
de lofzang zingen in mijn opiniestukken over een moedig politicus die eindelijk
de fiscale wantoestanden met de bedrijfswagens wil aanpakken, over de
verantwoorde houding van politici die de luiaardij-cheques willen duurder maken
en niet meer fiscaal afrekbaar...en zou ik, in volle bewustzijn dat er
weldegelijk nieuwe belastingen moeten komen, blij zijn dat men eerst denkt aan
eerste klas vliegreizen, beleggingen (met geld dat toch op overschot is),.....
Maar blijkbaar heb ik nooit het geluk gekend de juiste kruispunten in mijn
leven tegen te komen zodat ik kon evolueren van een dwazekloot die zijn schaars
inkomen verdedigt naar een slim en erudiet man die pleit om arme mensen nog armer
te maken. Misschien gelukkig maar, want ik zou niet meer in de spiegel durven
kijken.
de ondraaglijke lichtheid van het bestaan Milan Kundera
Na een
mislukte poging om Meneer Biswas en zijn huis gelezen te krijgen was het alweer
tijd voor iets luchtigers. Boven in de reservekast, waar de moet ooit eens
gelezen worden boeken staan, stond al jaren ene zeker Milan Kundera te roepen
en te schreeuwen voor aandacht. De ondraaglijke lichtheid van het bestaan. De titel zei mij iets. Hersencellen gingen
nijverig aan de slag. Een film ? The unbearable lightness of being. Nooit
gezien. Gewoon een cultboek ? Bekend
omdat het in het communistische Oostblok verboden is geweest ? Of is het gewoon
zo bekend omdat het zo fenomenaal goed is ?
Het boek
volgt twee koppels, Tomas en Tereza enerzijds en Sabina en Franz, anderzijds,
tijdens en kort na de Praagse lente van 1968, terwijl ze zich door het leven en
de liefde proberen te slaan. Tereza en Tomas zijn elkaars tegenpolen, de ene
jaloers tot in haar kleine teentje, de ander lichtzinnig tot en met. Ook Franz
en Sabina blijken niet voor elkaar geboren: Sabina snakt naar vrijheid, terwijl
Franz net probeert haar met alle mogelijke middelen aan zich te binden. Kundera
laat ondubbelzinnig zien waar zijn sympathie naar uitgaat, en dat is meteen de
reden waarom vanaf 1970 al zijn literaire werk, te beginnen met "De
ondraaglijke lichtheid van het bestaan" in zijn geboorteland
Tsjecho-Slowakije verboden werd.
Het boek
begint in een luchtige doch zeer te smaken stijl. Voor u het beseft bent u aan
pag 200. U gaat er later voor slapen of staat er vroeger voor op. Maar dit
eerste deel van het boek is een literaire hoogstand. Ondanks het boek
filosofisch wordt genoemd is de taal van een fenomenale lichtvoetigheid en
storen de kleine filosofische uitweidingen zeker niet. Het verhaal, opgebouwd
door kleine fragmenten, is gemakkelijk te volgen en bouwt zich op naar een te
verwachten doel of climax.
Maar een
mens moet eens gaan slapen, en dus het boek weg leggen. Niet getreurd, er komt
een volgende morgen die toevallig een luie zondagochtend is en dus kijk ik al
uit om binnen enkele uren het boek terug op te nemen. Had ik nu niet goed
geslapen, of was ik niet in de mood maar het vervolg van het verhaal las
moeilijk. Politieke uitweidingen doorspekt met bij de haren erbij gesleurde
vrijscenes. Het verhaal zwalpte alle kanten uit en ik had het lastig om er de
bedoeling van te begrijpen. Dus na een uur en slechts 7 bladzijden verder lag
de ondraaglijke lichtheid al terug gesloten op tafel. Bomen snoeien leek mij
interessanter.
En het ging
van kwaad naar erger. Het verhaal was verdwenen. Individuele woorden en zinnen
namen de plaats in. De 100 bladzijden tussen 200 en 300 waren een marteling.
Met als dieptepunt één volledig en lang hoofdstuk of stront (letterlijk) en
kitsch. De zelfs na 6 keer lezen onbegrijpelijke defintie van kitsch werd
over tientallen bladzijden uitgesmeerd, doorspekt met het woord stront en
verzoop in oeverloos gezever en bodemloos geëmmer. Zo erg zelfs dat ik het laatste hoofdstuk
niet meer gelezen heb. Blijkbaar mis ik dus het literaire afscheid van twee van
de personage van hun hond. Wereldschokkend kan het niet zijn en zelfs al mocht
het de literaire aantrekkelijkheid van de eerste 200 bladzijden hebben, het kan
het boek niet meer redden. Dus overslaan was de boodschap. Masochistische tijdsverspilling.
Ik kan dus
de lyrische bewierrokingen die op internet te vinden zijn van dit boek niet
bijtreden. De diepgaande filosofische uitleg die aan het boek gegeven wordt,
kan ik niet in overeenstemming brengen met enerzijds de ondraaglijke lichtheid
van het mooi geschreven eerste deel en zeker niet associëren aan het
ondoorgrondelijke en afstotende gewrocht dat zich vanaf pagina 200 ontvouwt. Voor
mij is het boek een groot fiasco, nochtans zeer belovend begonnen valt het
niveau in het tweede deel zeer ver beneden het aanvaardbare om er ook maar één
boom, zelfs geen dunne, aan op te offeren. Een welverdiende 2 op 10 !
Vanwaar dat
pervers genoegen om die domme NVA weer bij enige onderhandelingen te betrekken
? Meer dan een vol jaar heeft die compleet geconstipeerde partij de kans gehad
een construktieve bijdrage te leveren aan de toekomst van ons land. Tot spijt
van wij er zijn ijdele electorale hoop in gelegd had, heeft NVA op geen enkel
moment een milligrammetje constructivisme kunnen opbrengen om ook maar één
positief zinnige bijdrage aan het debat te leveren. Met een grote
"zeg-eens-ferm-neen-met-bart" show heeft de NVA zichzelf geheel
buiten de onderhandelingen geplaatst. Geen dwang (hebt u dwang gezien ?) geen
druk. Gewoon vrijwillig opgeven.
En de rest
fietste rustig verder. En werkte één voor één een aantal zeer belangrijke
etappes af. NVA voelde zich niet echt goed in hun rol van "zeikers aan de
zijlijn". De kakafonie van miscommunicatie bewees dat....trouwens ook nu
alweer kon NVA geen enkel onderbouw woord van kritiek geven op de akkoorden. Ze
moesten zielig in hun calimero-schelpje een beetje stampen naar de andere
partijen die wel verder hun kiezers wilden vertegenwoordingen op de plaats waar
het echt op aan kwam, namelijk de regeringsonderhandelingen.
En dan
gisteren. 1 april op 6 november. Jambonsconi of Janjambondreou mocht alweer
opdraven. Het is dan steeds lachen gieren brullen...herinner u Linkebeek en
zijn 3000 oude verzuurde ventjes. Ook daar was Jambon in beeld ! Lachen gieren
brullen dus. Ze willen terug meedoen....joehoe jongens....wij wisten niet wat
neen betekent ? Wij willen wel meespelen....Zielig ! En ongeloofwaardig en
helemaal niet ernstig. Welk normaal denkend mens wil in volle crisistijd, als
elke dag de te saneren miljarden oplopen als hopscheuten, welk normaal mens dus
wil nog een 500 dagen verspelen door de opgevers terug met de kopgroep te laten
meerijden ? Enkele kompleet irrealistische gekken allicht....maar toch geen
rationeel denkend mens. Trouwens in het echte leven hebben opgevers ook niet
het recht om enkele etappes later terug mee te huppelen met diegenen die wel
hebben doorgedaan. Dus in de politiek kan dat ook niet....trouwens de
diepstgelovigen moeten dat niet erg vinden....die denken dat de belachelijke
opgevers volgende keer alle stemmen gaan halen. Ondertussen moeten wij het met
Jambon doen...en toegegeven een groter politieke clown bestaat er niet in het
Vlaamse poucinellentheater.
Papandreou
wil een referendum ! Het moet zowat het beste nieuws zijn wat er de laatste
maanden te rapen was ! Eindelijk wordt de mening van de burger gevraagd.
Democratie noemt zoiets. Een van de meest waardevolle waarden die het Westen
kent.
De afwijzing
van de andere Europese politici is dan ook niet goed te begrijpen. Met die
Eurocrisis bleek meer Europa te gaan bestaan uit nog meer boven de hoofden van
de mensen beslissingen nemende politici. Een groepje onderling konkelfoezenden
politiekers die er alles aan deden hun achje te redden. Europa de meer en meer
verglijdt naar een permanente inkomensgarantie voor nationaal geloosde
politici. Mensen die door de wil van de kiezer getekend zijn als prutsers en
ongeschikten. Europa als vluchtoord voor zulke onbenullen. Een vehikel dat
alleen tot doel heeft de schade van de politieke onkunde van de politici van
einde 20ste en begin 21ste eeuw naar de geldbeugel van de
burger af te wimpelen !
Dergelijke
hautaine politieke mislukkelingen tonen nu een schandalige dedain tegenover de
democratie. De kleine Griek moet betalen en zijn bek houden. Stel je voor, die
betaalslaven hun mening vragen ? Ongehoord !
Maar Willem,
die Grieken, ook de kleintjes leefden toch ver boven hun stand. En dan nog op
kosten van de staat. Ja, dat zal wel. Maar kan men dat die kleine Griekse
burger verwijten ? Het zijn toch de politici die systemen opzetten en
administraties uitbouwen die alles in goede banen moet leiden. Als die
verkeerde systemen uitbouwt of gewoon willens en wetens systeemdodende
constructies in stand houd, kan men de werkende burger toch niet verwijten dat
ze ervan profiteren. Naar die kleine Grieken meppen is gemakkelijk. Maar waar
blijft de vernietigende kritiek op parasitaire profitariaten zoals de subsidie
van zonnecellen, brugpensioen, notionele interestaftrek, dienstencheques ook
deze zuigen het land financieel volledig droog en brengen het systeem in
ademnood. Maar ja die Grieken hé .echte profiteurs met de verkeerde mentaliteit.
Kijk naar die Vlamingen, die verzaken spontaan aan zulke wantoestanden ? Euh ?
Europa is in
crisis. De euro ook. De euro het grote politieke fiasco van de generatie
Verhofstadt. De man voor wiens kwalijke verwaarlozing België nog ettelijke decennia
zal moeten betalen. En blijkbaar was het elders in Europa niet beter. De
geschiedenis geeft de euro-sceptici gelijk. De promotoren van meer Europa
worden door die zelfde geschiedenis gedegradeerd tot postjesschuimers en Europese
zakkenvullers zonder veel politieke inhoud en volledig verstoken van visie wat
resulteerde in een rampzalig beleid dat er alleen uit bestond hun eigen grote
profijt na te huppelen.
De beelden
schokten. Flitsen. Lucht. Voeten. Bloed. Maar hij liep. Gekrijs, hongerige
leeuwen zijn beschaafder. Gieren vechtend om het vlees. Meute, bende, cohorte,
zooi, crapuul. Middeleeuwse gevangenname. Maar hij leefde. Ze leken er op los
te beuken. Lucht, voeten, grond, ruggen, bloed. Veel lawaai. Geroep. Getier.
Schoten. In de lucht, naar ik verhoop. Dierlijk, maar op de beelden waren het
mensen. Lybiërs.
Stilte, en
dan het nieuwsanker even. Fotos. De wandelende man is dood. Opgezwollen
gezicht. Ze beukten er niet naast. Bloed. Ontluisterend.
De dode man
was een monster. Zeggen ze. Is ook zo. Geen groot gemis voor de gemeenschap.
Hij verdiende niet beter ? Ola. Lybië wou bevrijd worden van een moordende
smeerlap. Oog om oog is geen goed begin op weg naar de moderniteit. Wie heeft
dat ooit geloofd ? Bengazi in maart april. Het was crapuul. Toen al.
Ongeloofwaardig en ongedisciplineerd. Ik zou zo en bende nooit steunen. Onze
westerse leiders wel. Waarom ? Het is mij nog niet duidelijk. Bescherming van
de bevolking ? Zijn Lybiërs dan van goud en Syriërs van lood ? Oliebelangen.
Allicht.
Lybië wacht
nu een stralende toekomst. Elke Lybiër zou een zonnebril moeten kopen. Het
westen heeft ook daar de democratie een handje geholpen. Irak straalt nog. De
rechtstaat komt wat later. Nu mogen levenden gewoon worden afgeknald zonder
proses. Leuk hé ? Hoe gaan onze grote leiders, vroegere Kadhafi-vrienden dat
verklaren ? Prille democratiën hebben minimis nodig. Louis Michel wist dat al vroeger.
En nu ?
Bescherming voor de inwoners van Lampeduza ? Als het bevrijdde schorem merkt
dat ze niet vooruit komen door alleen maar een man te doden ? De Arabische lente
is gedoemd tot een complete mislukking als er daar geen beschaafde mensen gaan
inzien dat vrijheid maar komt als het volk wat rijkdom vergaart. Dat een goed
draaiende economie meer wonderen verricht dan een zootje ongeregeld uit Bengazi
of een Tahrirplein vol met werkschuwe mannen ?
Golding ? De
heer van de vliegen ! Die mannekes die neergestort zijn met hun vliegtuig op
een onbewoond eiland. Op den duur zouden ze elkaar opeten. Ik vond het verhaal
meer mythe dan het boek. Het boek is moeilijk. Een worstelpartij die
onbevredigd eindigt. Maar terug dus een Golding genomen. Duisternis Verklaard.
Darkness Visible.
Een raar
boek. Begint met het leven van Matty. Een naamloze jongen die uit een
verschrikkelijke brand komt gelopen. Geheel verminkt wordt hij in de wereld
geworpen. Van hospitaal naar hospitaal, van school naar school. Op de duur is
de bijbel zijn enige kompaan op zijn zoektocht naar antwoorden op vragen zoals wie
ben ik, wat ben ik. Hij lijkt gek, gestoord maar is door en door goed. Het
is een sterke opening van het boek. Een hoofdstuk met niet zo veel van die
typische Goldingiaanse filosofie gekenmerkt door halve zinnen en worden
schijnbaar zonder nut.
Het tweede
deel is plots het verhaal van Toni en Sophie. Een tweeling. Mooi en meedogenloos.
Berekend, zoals in de mooie beschrijving van het werpen van een steen die
eindigt in de dood van een eendekuiken. Ook zij maken een zoektocht door. Niet
zozeer spiritueel maar materieel op zoek naar meer. Naar bevrediging. Sex ? Ja
maar.
In het derde
deel komt alles samen. Matti en Sophie omgeven door pedofielen, gekke
boekhandelaars en al even geflipte onderwijzers. De verhaallijnen komen samen.
Het misdaadplot eindigt en geeft aanleiding tot het pedofilieplot om ook te
kunnen eindigen.
Een moeilijk
boek. Een literaire worsteling. Ach, niet al te erg. Maar het boek vraagt
duidelijk voor een tweede lezing om beter begrepen te worden. En neen, ik heb
het niet zo erg op zulke boeken. In Duisternis Verklaard (net als in De Heer
der Vliegen) is het niet de mooie taal die voldoening schenkt. Het is de
levensvisie van Golding, zijn bizar realistische kijk op mensen. Confronterend
en duister. Het boek moet doorgeslikt. En pas met het proberen schrijven van
dit kort memorandum beginnen de lagen zich meer en meer te ontvouwen en komt
een glimp van het briljant van Golding in dit boek eventjes kijken. Een 6,5 op
10 !
Ze is dood Sinds
gisteren. Mijn vriendin.
Laat mij niet verkeerd verstaan. Ik ben gelukkig, heel gelukkig getrouwd. Al 22
jaar.
Maar Lucie was mijn vriendin. Van mijn 9de jaar reeds. Dus nu zon
38 jaar.
Wij groeiden op iedereen zei dat wij liefjes waren. Maar wij wisten beter.
Zonder al dat hartstochtelijk gedoe, matchten wij elkaar. Wij vulden elkaar aan
waar nodig, steunden elkaar waar niemand anders steun kon bieden en verstonden
de wereld samen beter dan wie ooit.
Moppie kwam,
en Bert. Een ander lief ? De wereld zag een breuk. Wij verzaamden sterker dan
ooit. Moppie had nooit een concurentiegevoel. Bart is de beste café-maat die ik
heb. Nooit heb ik Moppie of Bart bedrogen. Of zou het Lucie en mijzelf geweest
zijn die wij zouden bedrogen hebben ? Gelukkig weet ik het niet. Boezemvrienden
door dik en dun maar dan van een ander geslacht.
Wij
trouwenden, beiden met een ander. Peterschap en meterschap van de kinderen.
Ondeugende knipogen, fantastische etentjes, bowlingavonden het ultieme
vangnet. Moppie doet raar ach koop ze een bloemetje. Bert ziet mij niet meer
staan zou hij misschien opgebruikt worden door het werk een weekendje aan zee
met zijn vieren streek alle plooien vlak.
Tot die
rampzalige 17de april 1992. Altzheimer ! 28 jaar. Ze vergat nogal
veel de laatste tijd. Stress dachten wij. Ook zij. Toch maar eens naar de
dokter. Antistress pillen hoopte ze. En ja daarmee moest ze het doen. Tot ze
vergat welke dag het was, en rustig in bed bleef op een donderdag. Het was toch
zaterdag beweerde ze. Ze reed zich verloren naar het werk. Ach ja dat kan. Tot
ze de verjaardag van haar dochter vergat. Dat doet een moeder niet !
Het werd
erger. Ze legde dingen verkeerd. Vond ze nooit meer terug. Maar ze bleef
werken. Functionerend werken. Dingen kwamen moeilijker naar buiten. Het duurde
soms enkele keren voordat we begrepen wat ze nu net wou zeggen. Maar de
weekends aan zee gingen door. De bowlingavonden bleven leuk. Tot ze drie weken
na elkaar de eerste bladzijde van een boek las. Drie dagen later was haar laatste
werkdag.
Halftijds
werd één dag in de week. En minder. Woorden vervangen door kneepjes met de
hand. Flikkeringen in de ogen. Op den duur niets meer. Bert zocht en vond tijd.
Om haar thuis op te vangen. Moppie verzorgde haar. En ik ging langs en we steunden
elkaar alle vier. Soms gaf ik haar eten. Ze kon niet meer. Soms voelde ik mij
gewoon een voeder. De sonde moest komen. Anders zou het snel afgelopen zijn.
Zouden wij ? Is dit nog menselijk ? Heeft zij er nog iets ? En wij ?
Ze was 44,
toen de sonde kwam. Woorden waren helemaal weg, zelfs de geluidenbrei was stil
gevallen. Ogen twinkelden niet meer, vingers knijpten niet. Maar we steunden
elkaar alle vier. Midden september, onlangs dus. Ik was er. Ze ging achteruit.
Snel. En sneller. Ikkeek naar haar en
daar viel één traan ! Bij mij vele. Nu zelfs op mijn klavier. Sorry. Ik
omhelsde haar. Ze legde haar hand op mijn arm. Man, ik weende van geluk.
Nu praten ze
over euthanasie voor dementen. Gevraagd dementendoders ! Soylent green is op
komst. Mocht ik ooit gevonden hebben dat ze dood mocht gaan voor de sonde ik
zou mij gaan ophangen aan een viaduct over de autostrade. Iemand die dat éne
grootste moment van geluk wgedoodt, verdient niet meer dan een publieke
vernederende dood.