In navolging van Kuifje, Neil Armstrong en David Bowie droomde Salvatore Adamo in 1969 ook van een uitstap naar de maan. Met een prachtige barokke trompet en op het einde hoor je zelfs een Indiase sitar weerklinken.
Op het Eurovisiesongfestival van 1969 kon Louis Neefs de hoofdvogel niet afschieten met "Jennifer Jennings" maar met "Iris" won hij een internationaal festival in Griekenland. De b-kant is trouwens "Agapo Tin Ellada", volledig in het Grieks gezongen.
In eigen land was Arthur Blanckaert wel sant. In 1969 scoorde hij met deze prachtige compositie. Een Engelse vriend uit Zaventem vertelde mij toen dat deze song een wereldhit had kunnen zijn mits hij in het Engels was gezongen. Ondertussen is de zanger 72 en nog altijd actief.
En ik eindig vandaag met een andere track uit dat fantastisch album "Laughing Cavalier" uit 1969 en trouwens ook op single uitgekomen. Blijkbaar hadden Sylveer Vanholme & C° niet al te veel vertrouwen op de maan want ze vroegen meteen om terug naar de aarde te vliegen.
In 1971 zorgden de Wallace Collection voor de soundtrack van de film "La Maison".
De best verkopende Belgische artiest aller tijden!
"Serenade" was ook een mooie single van de Brusselse band.
Deze Nederlandse band uit Den Haag is de langst actieve muzikale groep. Hij bestaat een jaar langer dan de Stones! In 1969 waren zij een van de eerste Europese groepen om doorheen de VS te touren. Toch zou het tot 1973 duren eer ze ginder konden doorbreken. Hoeveel mijlen zouden ze toen werkelijk afgelegd hebben?
Dan ging het heel wat makkelijker voor de band van Robbie van Leeuwen om door te breken in Amerika in 1969. Het was een meesterlijke zet van hem om de zanger te vervangen door Mariska Veres. Haar taalfoutje (ze zingt 'godness' i.p.v. 'goddess') bedekken we met de mantel der liefde. Zo ook de inspiratie voor dit nummer: "The Banjo Song (Oh Suzanna!)" van de 'Big Three'. Dat kwamen we pas vele jaren later te weten dankzij het internet. Toch een geweldige intro. Ze geraakten niet verder dan een 2de plaats in Nederland (geen sant in eigen land) maar stonden wel op 1 in het land van Uncle Sam.
In het kielzog van Shocking Blue braken ook deze Nederlandse jongens door in de USA. Toen ik deze single voor het eerst hoorde in 1969 dacht ik meteen aan Paul Anka. Ik vond dat de stem van Hans Bouwens (echte naam van George Baker) daar heel hard op leek. Jaren later koos Quentin Tarantino voor deze song toen hij de soundtrack samenstelde voor zijn film "Reservoir Dogs". Ook duidelijk een fan.
En het bleef maar goed gaan voor de Nederlandse groepen. In het najaar van 1969 stonden Peter Tetteroo ('zwarte' stem) en Hans van Eijck (toetsenist en componist van de song) ook hoog in de hitlijsten van de Benelux. In het voorjaar van 1970 bereikten ze zelfs de Amerikaanse charts! "Après tous les beaux jours je te dis merci, merci"...
En ik beëindig dit onderonsje van onze Noorderburen uit het formidabel en gevarieerd muzikaal jaar 1969 met de opvolger van "Venus", die ik -zo mogelijk- nog leuker vond. "Mighty Joe with the bass voice"...♥♪♫♪♫♥♪♫♪♫♥♥♥♪♫♪♫♥♪♫♪♫♥...
Golden Earring werkte naarstig aan een internationale carrière.
Shocking Blue met de flamboyante Mariska Veres.
Sommigen meenden een verdoken boodschap voor drugs te ontdekken maar ik zie hier alleen maar een groen tasje.
De Amerikanen dachten eerst dat dit een Schotse groep was.
Het mooie hoesje van de single en geef toe, we waren toen toch allemaal een beetje verliefd op Mariska.
Eind september 1969 werd het 'magnum opus' van de Fab Four uitgebracht met deze song als eerste single uit dat legendarisch album "Abbey Road". De naam van de band stond niet eens op de voorzijde van de elpeecover, enkel een foto van hen bij het oversteken van het zebrapad in de nabijheid van de opnamestudio's (genomen op 8 augustus 1969). 40 jaar later (op 15 augustus 2009) zou ik exact hetzelfde doen, samen met mijn drie alter ego's.
Op de achterzijde van de cover stonden de woorden "Beatles" en "Abbey Road" op een muur afgebeeld met daaronder de songs (kant A en kant B).
Op 15 augustus 2009 (40 jaar na The Beatles) steken Mike, Michael, Mitchell en Michel het beroemde zebrapad nabij de Abbey Roadstudio's over. Foto links bovenaan (c) Chantal De Keyster
De b-kant van "Come Together" was deze wondermooie compositie van George Harrison en in sommige landen werd ze zelfs tot a-kant gepromoveerd. John Lennon kreeg jaren later nog last met Chuck Berry omwille van vermeend plagiaat van "Come Together" met "You Can't Catch Me" maar de zaak werd in der minne geregeld. En Harrison ontleende de eerste zin "Something in the way she moves" uit een gelijknamige song van James Taylor, maar het blijft toch een van zijn mooiste composities.
Maar de geliefkoosde slow van mijn allerliefste en mij is deze 'Lennon/McCartney'-compositie waarop Paul zich de longen uit het lijf zingt. Speciaal voor Chantal De Keyster, met dank aan de goede herinneringen!
In januari 1969 was John Lennon beginnen jammen met Billy Preston op het orgel en experimenteren met synthesizers en dat resulteerde in deze jazzy compositie vol met 'white noise' op het einde. Luister ook naar de formidabele bas van McCartney. Speciaal is ook het abrupt einde. It's driving me mad...
Kant 2 van de elpee opent met alweer een prachtige compositie van George Harrison. De song werd geschreven in de tuin van Eric Clapton in Surrey. Harrison zong, speelde akoestische gitaar en de Moog synthesizer; McCartney zorgde voor backing vocals en speelde basgitaar en Starr beroerde de drums. En Lennon? Die was waarschijnlijk al plannen aan 't maken voor zijn Plastic Ono Band.
Simplistische tekst maar wat voor een samenzang! De Moog synthesizer wordt bediend door Harrison. De akkoorden zijn geïnspireerd door Ludwig van Beethoven's "Moonlight Sonata". Lennon zei hierover dat hij in de zetel lag terwijl Yoko die compositie van Beethoven op de piano speelde. Plots vroeg hij haar de akkoorden achterstevoren te spelen. Zo geschiedde en John schreef 'Because' daarrond. Luister vooral naar het drievoudig harmonieus gezang van Lennon, McCartney en Harrison, dat vervolgens driemaal werd opgenomen zodat ze klonken als negen zangers. Op de intro speelt George Martin (producer) op een "harpsichord".
En toen kwam de medley en die was handig want in die tijd nam ik vroeger een douche en was ik klaar om uit te gaan. Daarna kwam "The End" wat mij toen al deed vermoeden dat het wel eens kon gedaan zijn met mijn favoriete groep. Na "The End" komt de allereerste "hidden track" uit de muziekgeschiedenis: "Her Majesty". Mijn grootste ontgoocheling zou er pas komen in april 1970 want toen was het definitief afgelopen. Ondertussen geniet ik nogmaals van het volledig album.
Klaar om over te steken? (8 augustus 1969)
Let op de Volkswagen "beetle" links in beeld! (front cover)
Kenny Rogers zong voordien bij de New Christy Minstrels ("Green, Green"), net zoals o.a. Barry McGuire ("Eve Of Destruction"), Gene Clark (later bij The Byrds) en Kim Carnes ("Bette Davis Eyes"). In 1968 had zijn groep The First Edition al enige bekendheid verwormen met het fantastische "Just Dropped In (To See What Condition My Condition Was In"), een psychedelische song die door Jerry Lee Lewis werd geweigerd. Dit nummer gaat over een soldaat die terugkomt van de oorlog in Vietnam en zijn geliefde Ruby terugvindt... Hier bestaat enige tegenstrijdigheid. Volgens een bron is die "crazy Asian war" die van Korea omdat er in het lied niet specifiek verwezen wordt naar Vietnam. Maar omdat die song werd geschreven door Mel Tillis in 1967 werd algemeen aangenomen dat het om de oorlog in Vietnam ging.
Burt Bacharach en Hal David schreven dit juweeltje speciaal voor de film "Butch Cassidy and the Sundance Kid" (september 1969) met in de hoofdrollen Paul Newman en Robert Redford. Billy Joe Thomas had er in dat najaar een wereldhit mee tot diep in 1970.
Van deze geweldig mooie compositie uit 'Porgy & Bess' (George & Ira Gershwin/Dubose Heyward) bestaan ontelbare versies. Een van mijn favoriete is deze van de Nederlandse blues/rockband met muzikale grootheden als gitarist Jan Akkerman, drummer Pierre van der Linden en zanger Kazimir 'Kaz' Lux. Volop zomerse muziek in de herfst moet kunnen, toch?
Het hoesje van de single. De man is intussen heel wat veranderd. Hij draagt nu een grijs ringbaardje. Zijn neus is nog altijd dezelfde gebleven...
"Groupy Girl" is ook een mooie single van Tony Joe White.
Uiterst links zit Jan Akkerman voor wie Eric Clapton een grote bewondering heeft.
Deze Amerikaanse folkzangeres schreef dit lied als een ode aan haar schoonbroer, de tweede echtgenoot van haar zus Mimi. Ze voerde het ontroerend (echt gebeurd) verhaal al op tijdens het Big Sur Festival en bracht het later dat jaar uit op een elpee. Tijdens haar optreden op Woodstock 1969 kon je de spreekwoordelijke speld horen vallen. De twee tortelduifjes stierven helaas allebei in 2001.
Deze Amerikaanse singer-songwriter was ook op Woodstock 1969. Hij schreef parels als "Reason To Believe", "How Can We Hang On To A Dream?" en "If I Were A Carpenter" die veelvuldig werden gecoverd. Vreemd genoeg zou hij even later scoren met een song van Bobby Darin. Zijn plankenkoorts en heroïneverslaving waren er de oorzaak van dat de folkzanger nooit echt is doorgebroken en altijd een cultfiguur bleef. In 1980 stierf hij op 39-jarige leeftijd aan een overdosis.
Op Woodstock 1969 kwamen zowat alle muziekgenres aan bod gaande van folk, rock, pop tot soul en funk. Zoals deze knappe medley van "Dance To The Music", "Music Lover" en "I Wanna Take You Higher". Ondertussen viel de regen met bakken uit de hemel...
'The Guitar Man' op Woodstock 1969 zonder zijn backing band Experience (Noel Redding & Mitch Mitchell). Dat Jimi Hendrix gitaar kon spelen bewijst hij hier nogmaals wanneer hij de snaren met zijn tanden beroert. Wat zouden Alvin Lee en Pete Townshend van zijn prestatie gevonden hebben? De congaspeler was in elk geval uitgeput na zijn optreden.
CCR trad ook op in Bethel, NY waar het driedaags Festival van Woodstock werd gehouden (15-18 augustus 1969). Maar vanwege de slechte klankkwaliteit wou John Fogerty niet op de verzamelelpee verschijnen. Het duurde tot in 1994 want ter gelegenheid van de 25ste verjaardag van het festival werd een compilatie-cd uitgebracht inclusief het optreden van Creedence Clearwater Revival. CCR was trouwens ook niet te zien in de documentaire van Michael Wadleigh over het hippiefestival. John Fogerty schreef er nadien nog een song over, maar dat is voor later. Geniet nu van dit tijdsdocument!
De familie Baez met uiterst rechts Joan (14 jaar oud) en uiterst links haar jongere zus Mimi.
Soul en funk waren het handelsmerk van Sly & The Family Stone.
James Marshall Hendrix (1942-1970)
Een uitstekende elpee van CCR uit die periode.
En toen het festival teneinde was hield het eindelijk op met regenen. Tijd voor een vreugdedansje zullen de hippies gedacht hebben. "Let the sunshine in..."!
Ondertussen terug naar Woodstock (15-18 augustus 1969). Bob Dylan had zijn afspraak met de muziekgeschiedenis gemist maar zijn vroegere muze was wel present met haar glasheldere stem. Het strijdlied uit 1963 dat indertijd door miljoenen studenten en Amerikaanse zwarten werd meegezongen voor de gelijkheid van de rechten van blank èn zwart, werd nu stil en geruisloos beluisterd door de massa en beloond met een geweldige ovatie.
De nieuwe supergroep samengesteld uit vroegere leden van Buffalo Springfield (Stephen Stills & Neil Young), The Byrds (David Crosby) en The Hollies (Graham Nash) trad ook op in de wei van Max Yasgur. Hier zijn unieke beelden van "Helplessly Hoping" en "Long Time Gone". Jammer genoeg is het geluid van slechte kwaliteit.
Die 17de augustus 1969 konden nagenoeg een half miljoen muziekliefhebbers het optreden van Jefferson Airplane meemaken met de lieftallige frontzangeres Grace Slick. De song die gaat over geestesverruimende middelen werd al uitgebracht door de band in 1967 en dankzij dit optreden kwam de single terug de hitlijsten binnen. Slick schreef haar nummer toen ze nog bij The Great Society zong en gaf later toe dat ze zich baseerde op de Avonturen van Alice in Wonderland (Lewis Carroll).
Ook de Amerikaanse zangeres Melanie was van de partij op dat reusachtig muziekfestival. De song gaf meteen weer waar het op dat concert om ging: drie dagen van vrede en muziek... en mooie, jeugdige mensen.
De vingervlugge Alvin Lee zal mij altijd bijblijven want twee jaar later zag ik hem in Vorst-Nationaal vanop de eerste rij. Mijn trommelvliezen moesten het ontgelden. Wat zou Jimi van hem gedacht hebben? Lee was een hevige fan van Elvis Presley en daar komt de groepsnaam vandaan: de doorbraak van The King kwam er in 1956 en 10 jaar later werd TYA opgericht (1966).
De Britse band was de enige die zich liet betalen vóór de aanvang van het concert. Ze zijn hier te zien bij het spelen van een fragment van "We're Not Gonna Take It", de finale song van de rockopera 'Tommy' waarin deze passage zit. Het nummer werd na het Woodstockfestival gemakshalve omgedoopt tot "See Me, Feel Me" en ook zo als single uitgebracht.
Melanie Safka
Ten Years After met frontman Alvin Lee (onderaan links).
Deze song van de blues/boogieband Canned Heat kwam uit 1968 maar werd opnieuw een hit in 1969 door het Woodstockfestival. De tekst leek wel speciaal geschreven voor het gebeuren en toen gingen letterlijk honderdduizenden jongeren de boer op. "I'm gonna leave this city, got to get away. All this fussing and fighting, man, you know I sure can't stay"...
Een ander hoogtepunt van het Woodstockfestival (1969) was de uitvoering van dit "Lennon/McCartney"-nummer. Joe Cocker's versie kwam ook al uit 1968. Memorabele beelden al had de Brit -volgens mij- toch beter achtergrondzangeressen gekozen i.p.v. -zangers. Met zijn spastische bewegingen mag hij zeker aanspraak maken op het uitvinden van de luchtgitaar.
De blanke blueszangeres die aanvankelijk zong bij 'Big Brother & The Holding Company' was ook al het hoogtepunt geweest op het Monterey Festival (1967). Hier schittert zij weer op Woodstock met het doorleefde "Try (Just A Little Bit Harder)" en vooral met "Ball And Chain". Redenen genoeg om geboeid te blijven luisteren.
Maar de band die bij mij toch wel de meeste indruk naliet met zijn Latijnse sound was Santana. Geniet mee van deze 11:45 minuten lange versie van "Soul Sacrifice" op het festival van Woodstock. Morgen meer muzikale hoogtepunten uit die boeiende periode.
Artiesten die optraden of op Woodstock waren, alfabetisch gerangschikt: Joan Baez - The Band - Blood, Sweat & Tears - Paul Butterfield Blues Band Canned Heat - Joe Cocker - Country Joe and the Fish - Creedence Clearwater Revival - Crosby, Stills, Nash & Young - Grateful Dead - Arlo Guthrie - Tim Hardin - Keef Hartley Band - Richie Havens - Jimi Hendrix - The Incredible String Band - Jefferson Airplane - Janis Joplin - Melanie Mountain - Quill - Santana - John Sebastian - Sha-Na-Na - Ravi Shankar Sly & the Family Stone - Bert Sommer - Sweetwater - Ten Years After - The Who - Johnny Winter (c) Wikipedia
Grote afwezigen volgens mij: The Beatles - The Rolling Stones - Bob Dylan - The Doors - The Byrds - Donovan - Manfred Mann - e.v.a.
Richie Havens (links) met zijn gitarist
Country Joe McDonald
Prachtig beeld van het optreden van Joe Cocker
Janis Joplin met de mooie zonnebril
Legendarisch gitaarduel tussen David Brown (bas) en Carlos Santana (rechts)
Op 8 augustus 1969 werd het zebrapad overgestoken in de nabijheid van de Abbey Road studio's. De foto zou dienen als cover voor het allerlaatste album van The Beatles. De elpee "Let It Be" werd eerder opgenomen (tijdens de "Get Back Sessions") maar door allerlei perikelen werd hij pas uitgebracht in 1970.
Tijdens mijn verblijf in Londen (juli 1969) staken mijn kameraden en ik vaak muntjes in de juke-box van de lokale pub. "The Ballad of John & Yoko" werd vaak gedraaid maar ik koos altijd voor de b-kant, een magistrale compositie van George Harrison. Dat hij het duo Lennon/McCartney begon in te halen zou op het einde van september 1969 blijken toen de elpee "Abbey Road" uitkwam. Luister vooral naar het gitaargeluid van Harrison en de pompende bas van McCartney.
Op 4 juli 1969 was de nieuwe single van The Rolling Stones officieel uitgebracht: "Honky Tonk Women" heette hij en ik had hem live gehoord in het Hyde Park de dag nadien op het gratis concert. De b-kant was minstens even opwindend: luister maar naar de orgelpartij van Al Kooper en de backing vocals van het London Bach Choir. Jimmy Miller, producer van tijd tot tijd voor de Stones, drumt hier i.p.v. Charlie Watts. Al Kooper speelt ook op piano en blaast op de Franse hoorn terwijl de Afrikaanse percussionist Rocky Dijon zorgt voor de conga's en de maraca's. Nanette Workman is backing vocaliste en wordt gecrediteerd als "Nanette Newman". Geniet van deze gospelsong.
Deze cover van de Amerikaanse band -waar ook Al Kooper ooit deel van uitmaakte- stond al op de LP "Blood, Sweat & Tears", uitgebracht op 11 december 1968 maar als single stond deze pas hoog in de hitlijsten in juli 1969. Kooper werd in april 1968 uit de band gezet en als zanger vervangen door de Canadees David Clayton-Thomas. Pas vele jaren later zou ik het origineel van Brenda Holloway (op Motown Records) leren kennen.
Ook een leuke hit uit die fantastische periode is deze instrumentale rocker die tijdens de maand juli 1969 hoog in de Britse charts stond. En in de discotheken was de dansvloer altijd goed gevuld als deze single werd gedraaid. Hopla met de beentjes!
Welke andere opwindende muziek werd er in de maand juli 1969 op de BBC-radio en in de winkelstraten van Londen (Carnaby Street en Soho) nog gespeeld? Vele fragmenten uit de rock opera van Pete Townshend, zoals deze eerste single daaruit met een formidabele gitaarriff:
De opvolger van "Pinball Wizard" was ook een schot in de roos. Eind 1968 had Pete Townshend al tijdens een interview laten vallen dat hij aan een rock opera werkte. En wat voor een...
Maar de man die zijn single met een perfecte timing uitbracht was David Jones, die de artiestennaam Bowie aannam om niet verward te worden met de zanger van The Monkees. De titel is een woordspeling op de film van Stanley Kubrick "2001: A Space Odyssey" (1968). Die 21ste juli 1969 zag ik dus de maanlanding live vanuit Londen op de BBC-tv en won Eddy Merckx tevens zijn eerste Ronde van Frankrijk. Een memorabele dag uit mijn leven.
En als ik Bowie hoor zingen "Ground control to Major Tom" moet ik altijd weer denken aan deze b-kant van "I'm Free", ook uit die rock opera "Tommy". De ultieme nachtmerrie van een astronaut is het contact met de aarde te verliezen en voor eeuwig te blijven rondzweven in het heelal.
1969 was een cruciaal jaar voor de Fab Four. De 'Get Back'-sessies waren achter de rug maar niet goed genoeg bevonden om er een LP van uit te brengen. De promotiestunt op het dak van de Apple building was gelukt, de single "Get Back/Don't Let Me Down" samen met Billy Preston was een succes en stond in juli 1969 nog in de onderste regionen van de charts, toen deze single naar de top van de hitparades vloog. Zonder George en Ringo evenwel want die hadden de groep even verlaten in april 1969. John was getrouwd met Yoko in Gibraltar en Paul nam Linda Eastman als zijn wettige echtgenote in Londen. Deze ballade vertelt het liefdesverhaal van Lennon en Ono en McCartney drumt hier als de besten...
De allereerste Rock opera en meteen ook een conceptalbum.
Een beeld uit de originele videoclip van "Space Oddity" uit 1969.
Toen ik dit beeld live zag in Londen was het even over middernacht, dus eigenlijk al 21 juli 1969. In Amerika was het nog altijd 20 juli.
Eddy Merckx was op 21 juli 1969 wel de overwinnaar in de Tour de France. Er zouden nog vier overwinningen volgen.
Deze sessies konden door Glyn Johns niet bewerkt worden tot een goed resultaat tot Phil Spector er in 1970 de LP "Let It Be" van maakte, tot grote wanhoop van Paul McCartney.
Het liefdesverhaal van John & Yoko verteld in amper drie minuten.
Tijdens de hele maand juli 1969 logeerde ik in een Engels gezin in Winchmore Hill. Elke voormiddag liep ik school in Londen en 's namiddags waren we meestal vrij. Behalve die 5de juli want toen moesten we de kathedraal van Canterbury bezoeken. Met 4 kameraden besloten we te spijbelen en naar het Free Concert in Hyde Park te gaan. Meestal wordt dit evenement enkel in verband gebracht met The Rolling Stones maar in het voorprogramma zaten Battered Ornaments (zonder Pete Brown), King Crimson, Roy Harper, Third Ear Band, Alexis Korner's New Church, Screw en Family. John Lennon had enige tijd voordien gezegd dat Roger Chapman het enige nieuwe geluid was van de late jaren '60. In afwachting van de hoofdact luisterden we dus bij een temperatuur van 30 °C naar deze muziek:
Het was lang wachten op The Rolling Stones die zonnige 5 juli 1969 in het Londens Hyde Park. Zouden ze wel komen opdagen want Brian Jones was enkele dagen voordien in mysterieuze omstandigheden om het leven gekomen. In afwachting luisterden we aandachtig naar de melancholische sound van Robert Fripp & Co. De fantastische elpeehoes zouden we pas enkele maanden later in de platenwinkels ontdekken.
Ondertussen was de massa jongeren aangegroeid tot ongeveer 200.000 (600.000 op het einde van het concert, zo vernamen we later via het journaal op radio en TV). Een bonte menigte van hippies, rockers, folkies en jammer genoeg ook Hell's Angels. De peetvader van de Britse blues (van Griekse komaf nota bene) maakte het lange wachten in die hitte draaglijk. Alexis Korner met zijn nieuwe band 'New Church':
En eindelijk waren ze daar, de Stones. Mick Jagger citeerde een gedicht, bracht hulde aan de pas overleden Brian Jones en liet honderden vlinders vliegen. Wat kan ik zeggen over hun optreden? Het was niet zo denderend: Jagger was zwaar aangeslagen, de overige bandleden waren niet zo erg in vorm en alleen Mick Taylor bewees een volwaardige vervanger te zijn. Maar toen de intro van hun kersverse single werd ingezet ging er een rilling doorheen de massa.
Met een tevreden gevoel maar moe van mij doorheen die grote massa te wringen en een beetje verbrand van de hevige zon keerde ik die 5de juli 1969 terug huiswaarts (in Winchmore Hill bij Mr. & Mrs Farthing, die zeer ongerust waren). Daar wachtte mij een uitbrander van jewelste want in die tijd bestonden nog geen gsm's en wij hadden er niet aan gedacht dat de prefect met de vaste telefoon ons gastgezin ging opbellen vanuit Canterbury. Deze eendagsvlieg stond toen hoog in de Britse hitlijsten en er hing toen werkelijk iets in de lucht...
In de vroege voormiddag was het nog gezellig, wachtend op het grote spektakel.
Maar eens de muziek begon te spelen begonnen enkele fans hevig te dansen.
In de late namiddag was de massa uitgegroeid tot ongeveer 600.000 man.
De peetvader van de Britse blues.
Brian Jones was net enkele dagen vóór het concert in duistere omstandigheden gestorven.
De laatste weken kreeg ik van correspondenten uit Brussel en Nederland nog enkele vinylplaatjes. Het gaat om singles op 45 toeren. Ik deel ze graag met jullie en nogmaals mijn hartelijke dank daarvoor. Ze krijgen alle vier een mooi plaatsje in mijn collectie. Hier zijn de mooie hoesjes:
Dit singletje kreeg ik van de artiest zelf. Het is een vertaling van een nummer van Raymond van het Groenewoud.
Ondertussen zijn we terug aanbeland in het jaar 1969. Dit is de fantastische b-kant van de single "Get Back" waarop ook Billy Preston heerlijke klanken tovert uit zijn elektrische piano. De zwarte Amerikaan speelde trouwens ook mee met de Fab Four op het dak van de Apple building (30 januari 1969).
Vrolijk nummer van de Antwerpse popgroep. Naar het schijnt werd het singletje naar Apple opgestuurd en verzond George Harrison prompt een gelukstelegram naar The Pebbles. Maar ze kregen geen contract bij Apple Records en bleven bij Barclay. Of was het een promotiestunt?
"Happy Charly Madman" van The New Inspiration, met Danny Sinclair als zanger. Een van zijn laatste wapenfeiten want in de jaren '70 werd hij vervangen door Guido Wolfaert. Deze single werd in 1969 hevig geplugd door de RTBF. Een van mijn favorieten dankzij de vele tempowisselingen.
Producer Mickie Most zorgde in 1969 soms voor de vreemdste combinaties. Maar deze samenwerking tussen de Schotse bard en de geweldige gitaar van Jeff Beck (ex-The Yardbirds) werkte wel. Wie kan er trouwens blijven stilzitten bij wilde kreten als 'goo goo barabajagal, love is hot!"?
Zeer leuke en herkenbare intro met de drums. Tommy Roe kende ik nog uit 1962 ("Sheila" waar de Franse zangeres Annie Chancel inspiratie vond voor haar artiestennaam) en van "Sweet Pea" dat vooral bekend werd door Manfred Mann (1966). Maar plots was de Amerikaanse singer-songwriter terug van weggeweest. Tommy Roe leefde een tijd in Engeland en maakte in maart 1963 een tournee samen met Chris Montez en een beginnend groepje dat luisterde naar de naam... The Beatles! Van al dat dansen en rondhuppelen zou een mens nog duizelig worden.
Deze Nederlandse supergroep kon de concurrentie met de Angelsaksische bands moeiteloos aan. Oordeel zelf maar: Jan Akkerman (gitaar), Pierre van der Linden (drums) en Kazimir 'Kaz' Lux (zang). Het trio bracht een progressieve blues sound met een intro om steil achterover te slaan. Down and out, man!
Het lijkt alsof het gisteren was maar het komt wel uit 1969. Toenmalige bezetting: Mike Harrison (vocals), Luther Grosvenor (gitaar), Henry McCullough (gitaar), Chris Stainton (bas-piano-orgel-gitaar), Alan Spenner (bas) en Mike Kellie (drums). Maar wie bespeelde die spookachtige mondharmonica?
Deze parel werd geschreven door Mike d'Abo toen hij nog zanger was bij Manfred Mann. Chris Farlowe nam de originele versie op en zijn single kwam al in december 1967 uit. Op deze versie van Rod the Mod speelde d'Abo piano en zorgde hij ook voor het arrangement. Stewart begon met deze single stilaan bekend te raken in West-Europa. In de VS zou het tot 1972 duren eer het plaatje in de hitparade geraakte, dankzij een heruitgave. d'Abo omschrijft zijn compositie als volgt: "Saying to a teenage girl that the way to happiness is not through being trendy. There are deeper values.".
Deze mooie slow werd in december 1968 in Canada uitgebracht en bereikte daar de eerste plaats in de charts. In april 1969 volgden de VS en rest van de wereld. De groep (afkomstig uit Winnipeg, Manitoba) bevatte twee sterke karakters en op en top vakmannen: Burton Cummings (vocals, toetsen) en Randy Bachman (vocals, gitaar, viool). Ze zouden allebei apart doorbreken in de jaren '70.
Een van de beste songs van The King uit zijn repertoire van de sixties. Geschreven door Mark James, de componist van o.a. "Hooked On A Feeling" en "Always On My Mind". De geest van Elvis dwaalde afgelopen dinsdag nog rond in mijn gemeente (On the road met Elvis dankzij Kris Clerckx) en vandaag op mijn Fb-muur. "We're caught in a trap, I can't walk out...". En wie zat daar in de studio te prutsen met die fade out-knoppen?
Ook dit is 1969. Mark James schreef de song in 1968 en B.J. Thomas bracht het origineel uit. In 1972 had Jonathan King een hit met zijn versie (hij voegde de indianenkreten toe) en in 1974 maakte de Zweedse groep 'Blue Swede' er een hilarische versie van (dankzij de steeds weerkerende 'ooga chaka'-kreten). De elektrische sitar is kenmerkend voor de sound van B.J. Thomas zijn single.
"Maggie May" (1971) zou de grote doorbraak betekenen voor de Schotse zanger.
Met deze single uit januari 1970 werden ze pas heel bekend.
Die prachtige dinsdagavond 23 oktober 2012 waren een twintigtal Elvisfans of nieuwsgierigen afgezakt naar Den Dam om Kris Clerckx te horen vertellen over de weg die Elvis Aaron Presley vanaf zijn jeugd had afgelegd tot aan zijn dood in 1977. De spreker van dienst heeft een boek geschreven n.a.v. zijn vele reizen in de VS in 2010. Dat jaar was het inderdaad 75 jaar geleden dat The King of Rock & Roll werd geboren in Tupelo (8/1/1935), in een klein onooglijk huisje dat er nu nog staat. Hij groeide op in een arm gezin. Zijn moeder was Gladys (van Cherokee indiaanse komaf) en zijn vader heette Vernon. Diens voorouders waren afkomstig uit Europa. De Amerikaanse zegswijze “From zero to hero” is volledig toepasselijk op Elvis. Als jonge knaap woonde hij de wekelijkse zondagsmis bij en genoot hij ten volle van de zwarte gospelmuziek. Naar verluidt danste hij als driejarige al mee met het kerkkoor. De 'Tupelo Hardware Store' is een winkel waar werkelijk alles verkocht wordt. De elfjarige Elvis mocht een geschenk voor zijn verjaardag uitkiezen. Eerst ging zijn voorkeur uit naar een geweer dat hij niet kreeg. Vervolgens wou hij een fiets maar die was te duur. De derde keuze was dan maar een gitaar.
Er staat ook een 'Johnny's Drive-in' in Tupelo. Een hamburgertent die zowaar concurreert met McDonald's. In het museum van Linda & Bill zijn verscheidene memorabilia te zien en zelfs de zogenaamde TCB-bus waar de populaire zanger zijn laatste rit mee maakte. Tot het echtpaar door de mand viel en bleek dat de echte bus elders was opgedoken...
Rond het museum wordt een muur gebouwd en elke rechtgeaarde fan kan voor 100 dollar een baksteen sponsoren. In het dorpje Home Springs woont Paul McLeod, een hevige fan die lijdt aan verzamelwoede. Ooit vroeg zijn vrouw hem te kiezen tussen het idool en haar. Hij koos voor Elvis. 'Graceland II', zoals het museum wordt genoemd, is beveiligd met hekkens want er staan ook veel auto's die Elvis ooit bezat. 24 u op 24 en 7 dagen op 7 is het museum open en de memorabilia gaan van damesslipjes die het idool naar zijn hoofd kreeg geslingerd tot gedroogde bloemen die op zijn graf hebben gestaan. Daarbij komt nog dat elke bezoeker gefotografeerd wordt en die foto wordt dan in een speciale kamer opgehangen. Prins Albert van Monaco is een grote fan en komt geregeld langs...
Na zijn schooltijd in 1953 besloot Elvis een plaatje op te nemen voor de verjaardag van zijn moeder. Het werd “My Happiness/That's When Your Heartaches Begin”. Hij kreeg de nodige aandacht maar het duurde tot 1954 eer de zanger zijn eerste officiële plaat mocht opnemen in de Sun Studio's van Sam Phillips. Samen met Scotty Moore (gitaar) en Bill Black (contrabas) vormde hij het trio The Blue Moon Boys en hun eerste single “That's Alright Mama/Blue Moon of Kentucky” was een voltreffer. Elvis had voordien gewerkt als trucker, in een elektriciteitscentrale en zelfs in een bioscoop, maar vanaf nu werd hij voltijds zanger/entertainer. In die befaamde studio's werkten ook o.a. Johnny Cash, Ike Turner, Carl Perkins en Jerry Lee Lewis.
Op 21 november 1955 werd Colonel Tom Parker zijn manager en verhuisde Elvis van de Sun Studio's naar RCA. Dries van Kuyck was de echte naam van de manager, die in Breda werd geboren. Naar verluidt had hij een onfris verleden en daarom wou hij de VS nooit verlaten en bijgevolg heeft Elvis ook nooit een wereldtournee gemaakt buiten Amerika. Binnen een jaar was de zanger miljonair en kocht hij Graceland. Daar ligt hij nu begraven naast zijn moeder want de twee graven werden van Memphis overgebracht na een mislukte poging tot kidnapping.
Even terug naar de nieuwe opnamestudio's in Nashville, de bakermat van de Country & Western. Zijn eerste optreden (Grand Ole Opry) in een volledig blanke stad op amper 200 km van het overwegend zwarte Memphis was geen succes. Zijn rock-'n-roll en zijn heupbewegingen (Elvis the Pelvis) werden veel te wild bevonden. Diezelfde avond traden de Blue Moon Boys op in de 'Ernest Tube Record Shop' en die show kreeg enorm veel bijval.
In Las Vegas ontmoet Elvis de entertainer Liberace. Die geeft hem de raad meer glamour en glitter in zijn show te steken. Michael Jackson was ook fan van Liberace. In die periode volgden de liefjes elkaar in snel tempo op, o.a. Gloria Paul, een stripdanseres met wie hij in de film “Jailhouse Rock” speelde en Ann-Margret, zijn tegenspeelster in “Viva Las Vegas”.
Tijdens zijn legerdienst in West-Duitsland (1958-1960) ontmoette Elvis de minderjarige Priscilla Beaulieu, de dochter van een legeroverste. Hij trouwde met haar in 1967. Het huwelijk hield niet lang stand en Linda Thompson werd zijn gezellin na de scheiding.
Van Las Vegas verhuisde Presley naar Hollywood want de kolonel had ervoor gezorgd dat de zanger ook acteur zou worden en in de jaren '60 werden er enorm veel films gedraaid waarvan de inhoud niet zoveel voorstelde maar waar ook soundtracks aan vastzaten die dan verkochten als zoete broodjes. In Hollywood leert hij actrices kennen met wie hij een verhouding zou hebben: Nathalie Wood (bekend van o.a. “West Side Story”) en naar verluidt ook Marilyn Monroe alhoewel ze 9 jaar ouder was. Ook Candice Bergen en Cybill Shepherd passeerden de revue.
Door die middelmatige films ging zijn carrière slabakken tot hij in 1968 een geweldige comeback maakte. Zijn dochter Lisa Marie is dan ook nog een tijdje getrouwd geweest met Michael Jackson, die zoals haar vader ook op jonge leeftijd overleed door teveel pillen gemengd met alcohol.
De laatste stop van Kris Clerckx was Hawaii waar Elvis wordt vereerd als een afgod. Colonel Parker had gemerkt dat er uit die Amerikaanse staat veel meer fanmail kwam dan uit de rest van de VS. In 1961, exact 20 jaar na Pearl Harbour, bezocht Presley Hawaii en gaf hij een benefietconcert. Met de opbrengst daarvan werd een monument opgericht boven de wrakken van de gekelderde schepen. De films “Blue Hawaii” (met de hit 'Can't Help Falling In Love') en “Girls, Girls, Girls” (met de hit 'Return To Sender') werden op die eilanden gedraaid. In 1973 gaf Presley een Live Concert “Aloha From Hawaii” dat door miljarden mensen rechtstreeks werd gevolgd op televisie via de satelliet. Een unicum in die tijd.
Op 16 augustus 1977 was het afgelopen met het idool en hingen de vlaggen wekenlang halfstok in heel Amerika.
Hieronder enkele zeldzame foto's van The King of Rock & Roll.
Op deze foto is duidelijk te zien dat het slecht ging met Elvis. Naast hem Ginger Alden, zijn laatste geliefde.
Elvis vervulde zijn dienstplicht in West-Duitsland (1958-1960).
In 1968 bracht de Jamaicaanse groep The Maytals het nummer "Do The Reggay" uit, geschreven door zanger Toots Hibbert. Er heerste toen op het eiland een nieuwe dansrage. In 1969 werd 'reggay' reggae en dankzij Desmond Dekker & The Aces brak het nieuwe muziekgenre (voortvloeiend uit ska en rocksteady) wereldwijd door. Typerend is de off-beat gewoonlijk gespeeld door de piano of de gitaar of allebei en bekend als skank. "Get up in the morning, slaving for bread, sir, So that every mouth can be fed. Poor me, the Israelites, sir."
James Chambers was er als de kippen bij om onder de naam Jimmy Cliff ook vaandeldrager te worden van de nieuwe muzikale rage die iedereen nu kende als 'reggae music'. Dit is zijn hit uit 1969:
Mijn voorkeur ging uit naar instrumentale nummers zoals dit geweldige "Return of Django" uit 1969. Er bestaat ook een gezongen versie van en die is hilarisch: "Big May, what you gonna do?". Het platenlabel bij uitstek voor reggae is natuurlijk Trojan Music.
Ook Max Romeo was een van de vroege reggae artiesten. Bob Marley was binnen zijn groep The Wailers al actief bezig op Jamaica maar het zou tot 1973 duren eer de erkenning er kwam, grotendeels dankzij Eric Clapton. Deze Romeo zal gedacht hebben wat Gainsbourg kan, mag ik ook en hij nam deze sensuele song in 1969 op met de expliciete tekst "lie down gal, make me push it up, push it up... in bed". En de single werd prompt verbannen op de BBC maar geraakte toch in de Top 10 van de toenmalige hitlijsten.
Door het succes van Reggae music kwam er een revival van de Calypso op gang. Dat muziekgenre was al enigszins bekend geworden door de Bondfilm "Dr. No" uit 1962. Een single uit 1966 werd in 1969 opnieuw uitgebracht met nog meer succes. In 1977 stonden beide artiesten wekenlang in de Nederlandse hitlijsten met dezelfde single en in 1978 werd een nieuwe versie ervan uitgebracht in het Verenigd Koninkrijk. Hoe een dubbeltje rollen kan...
Maar soul music kwam in 1969 ook nog aan bod. Het oorspronkelijk duo 'Bob & Earl' bestond uit Bobby Byrd en Earl Nelson (geboren als Earl Lee Nelson, 8 september 1928, Lake Charles, Louisiana - overleden op 12 juli 2008, Los Angeles). Beiden waren lid geweest van The Hollywood Flames, een bekende doo-wop groep in L.A. Om contractuele redenen veranderde Bobby Byrd zijn naam in Bobby Day toen hij solo ging. Hij werd bekend door "Little Bitty Pretty One" (1957) en "Rockin' Robin" (1958). In 1962 werd Bobby Relf gerecruteerd en samen met Earl Nelson zong hij deze parel in 1963 tot in de Amerikaanse charts. Een zekere Barry White (pianist en baszanger) arrangeerde de song. In 1969 werd het een geweldige hit in het VK en George Harrison noemde dit zijn favoriete plaat aller tijden. "Shake, shake, shake... shake a tail feather baby, whew!"...
Een van de laatste wapenfeiten van de Britse supergroep Cream in 1969 was deze fantastische compositie van George Harrison/Eric Clapton, de twee boezemvrienden. De song had nog geen naam en Harrison had op zijn velletje papier haastig 'Bridge' geschreven, daar waar Clapton moest invallen met zijn gitaarsolo. En die dacht dat hij "Badge" bedoelde. "I told you about the swans that they live in park" zou dan weer in het brein van Ringo ontsproten zijn die naar verluidt de opname in dronken toestand bijwoonde.
Telkens ik deze melancholische gitaarintro hoor spits ik mijn oren en word ik heel stil. Volgens mij is dit een van mooiste composities van Peter Green uit 1969: "I could tell you about my life And keep you amused I'm sure About all the times I've cried And how I don't want to be sad anymore And how I wish I was in love"... Prachtig, toch?
Foot tappin' music uit 1969. De zoveelste single uit de gelijknamige elpee en het waren telkens 45-toeren plaatjes met een dubbele A-kant! John en Tom Fogerty samen met Stu Cook en Doug Clifford op hun best. "Well!"...
Ook in 1969 waren rassendiscriminatie en vreemdelingenhaat een dagelijks gegeven, jammer genoeg. Londen barstte toen uit zijn voegen door de vele inwijkelingen uit de vroegere kolonies, in het bijzonder uit India en Jamaica. De Britse hoofdstad telde in die dagen ongeveer 10 miljoen inwoners, meer dan in heel België (!). "Get back, get back Get back to where you once belonged Get back, Jojo Go home"... Daar gaat deze single van de Fab Four over.
Een beetje uitleg van Paul McCartney zelf over de betekenis van zijn lyrics en op het einde weet John Lennon ook nog iets toe te voegen: "McCartney: When we were doing Let It Be, there were a couple of verses to “Get Back” which were actually not racist at all - they were anti-racist. There were a lot of stories in the newspapers then about Pakistanis crowding out flats - you know, living 16 to a room or whatever. So in one of the verses of “Get Back,” which we were making up on the set of Let It Be, one of the outtakes has something about ‘too many Pakistanis living in a council flat’ - that’s the line. Which to me was actually talking out against overcrowding for Pakistanis… If there was any group that was not racist, it was the Beatles. I mean, all our favourite people were always black. We were kind of the first people to open international eyes, in a way, to Motown. McCartney: Many people have since claimed to be the Jo Jo and they’re not, let me put that straight! I had no particular person in mind, again it was a fictional character, half man, half woman, all very ambiguous. I often left things ambiguous, I like doing that in my songs. Lennon: Yes, I played the solo on “Get Back.” When Paul was feeling kindly, he would give me a solo! Maybe if he was feeling guilty that he had most of the a-side or something, he would give me a solo. And I played the solo on that."
De hoesfoto van de debuutelpee van Blind Faith. In de VS kreeg die meteen een sticker...
Steve Marriott had de Small Faces eind 1968 verlaten om met Peter Frampton (ex-The Herd), Greg Ridley (bassist, ex-Spooky Tooth) en drummer Jerry Shirley (slechts 17 jaar in 1969) deze nieuwe band te vormen die meteen hoog scoorde met "Natural Born Boogie", terwijl ze duidelijk "Natural Born Woman" zingen. Wat er ook van zij, deze single swingt als een tiet.
Een andere opwindende single uit 1969 was "Deep Water". John Lennon gaf de band zijn naam naar het boek dat zijn toekomstige vrouw Yoko Ono geschreven had. Het belangrijkste lid van de groep was George Alexander, geboren als Alexander Young. Hij was de broer van George Young (The Easybeats/Flash and the Pan) en Malcolm en Angus Young (AC/DC). Het water is veel te diep...
"One" is een prachtige compositie van de Amerikaan Nilsson wiens voorvaderen uit Scandinavië kwamen. The Monkees hadden zijn talent al ontdekt door zijn compositie "Cuddly Toy" op te nemen en The Yardbirds hadden zijn "Ten Little Indians" gecoverd. Met deze versie bereikte Three Dog Night (met de formidabele stem van Chuck Negron) de 5de plaats in de Amerikaanse hitlijsten. 'Een' is inderdaad een zeer eenzaam nummer...
De song werd eerst uitgebracht door Kelly Gordon (1969) maar The Hollies maakten er een wereldwijde hit van en Neil Diamond later nog eens. Aan de piano zat een jonge Reginald Kenneth Dwight die enkele maanden later zou doorbreken als Elton John. De zegswijze komt uit de 19de eeuw en werd ook gebruikt in de film "Boys Town" (1938) met Spencer Tracy als Father Flanagan en Mickey Rooney als onhandelbare jongen. Zou Paul McCartney door deze song beïnvloed zijn geweest toen-ie "The Long And Winding Road" schreef?
Zoals ik reeds schreef in het begin van deze muzikale reeks was 1969 het jaar van de doorbraak voor Creedence Clearwater Revival. Deze "Lodi" was slechts de b-kant van "Bad Moon Rising", maar absoluut geen afdankertje! "Oh! Lord, I´m stuck in Lodi again"...
Steve Marriott en Peter Frampton op het Immediate label.
De groep werd opgericht in 1968 en kreeg veel steun van de Fab Four.
De drie zangers van Three Dog Night hadden elk een geweldige stem.
"Bad Moon Rising" en "Lodi" kwamen uit deze uitmuntende LP ("Green River").
In 1968 zong Julie Driscoll nog bij Brian Auger & The Trinity maar op het einde van dat jaar gingen hun wegen uiteen. Uit het album "Definitely What!" komt deze wondermooie versie van dat legendarisch nummer van The Beatles uit 1967. Ooit gebruikte de RTBf deze tune voor een zondagmiddagprogramma op TV.
Orkanen, donder en bliksem, overstromende rivieren en aardbevingen: het was niet nieuw in 1969 en ook niet vandaag. En dat de aantrekkingskracht van de maan invloed heeft op de getijden staat zo vast als een paal boven water. En dat wist John Fogerty ook: "Hope you got your things together..."!
Af en toe een koekje bij een lekkere kop koffie of thee kan geen kwaad. Uit 1969 komt dit heerlijke popdeuntje van een groep waar niet zo bijster veel over geweten is. Onlangs werd de "Muffin Man" bij ons veroordeeld voor het wegnemen van koekjes uit een afvalcontainer maar hij werd in beroep alsnog vrijgesproken. En ja, ik lust ook bij tijd en wijle een koekje...
Het duo had al een grote hit gescoord in 1968 met "Only One Woman". Deze opvolger uit 1969 en eveneens geschreven door Barry, Maurice en Robin Gibb had iets minder succes maar mocht er toch zijn. Trevor Gordon en Graham Bonnet zijn twee neven. Gordon ontmoette The Bee Gees in Australië en keerde net als zij terug naar het VK om zijn geluk aldaar te proberen. Het bleef echter bij deze luttele wapenfeiten als lid van The Marbles en enkel Bonnet kon solo of in de band Rainbow nog af en toe iets van zich laten horen.
Brian Auger (vooraan) met zijn Trinity.
(vlnr) Tom en John Fogerty, Doug Clifford en Stu Cook.
Don Partridge begon zijn carrière als straatzanger (busker).
Graham Bonnet en Trevor Gordon zijn twee neven en ze vormden samen de groep The Marbles.
Dit is een van de meest sexy songs die ik ken. Stevland Hardaway Morris schreef hem toen-ie 18 jaar oud was (!) en hij kwam op de b-kant te staan van zijn single "My Cherie Amour". The Rolling Stones namen hun versie op eind juni 1969 en toen ze de song aan het mixen waren vernamen ze het overlijden van Brian Jones (3 juli). Pas in 1975 kwam die versie op de LP "Metamorphosis" te staan, rijkelijk laat maar dat was de schuld van Allen Klein, hun ex-manager bij ABKCO Records.
In 1969 gingen de jongeren helemaal anders uit dan de jeugd van tegenwoordig. Op zaterdag was het steevast eerst de kamer opruimen en als de vaat gedaan was mocht ik af en toe naar vrienden thuis om muziek te beluisteren. Vaak nam ik dan mijn taperecorder mee. Zo leerde ik deze LP kennen uit de platenkast van de vader van Filip. Het was vooral het sexy geluid van het Hammondorgel dat mij aansprak.
Maar de single die de meesten onder ons rode oortjes deed krijgen was dit duet dat uit dezelfde LP werd getrokken. In 1967 had Gainsbourg het erotisch lied geschreven voor zijn toenmalig lief, Brigitte Bardot. Gunter Sachs met wie ze toen nog getrouwd was kon niet verdragen dat de hele wereld zou weten dat B.B. een scheve schaats had gereden en hij stelde zijn veto. Die fameuze versie zou alsnog worden uitgebracht in... 1986. Deze single kreeg de sticker "mag niet verkocht worden onder de 21" en hij werd bijna op alle radiostations geweerd zodat hij zelfs in het VK op nummer 1 kwam te staan. De paus en het Vaticaan spraken een banvloek uit en Gainsbourg wreef zich in de handen want de verkoop liep in de miljoenen exemplaren. Oh, ja: de titel is een boutade op een uitspraak van Salvador Dali over Pablo Picasso.
En de song die dan elke week op de BBC-radio werd gedraaid telkens als de Top 30 werd gedraaid was deze kuise versie van het schandaalduet van Jane Birkin en Serge Gainsbourg. Het orgeltje van dit studio-orkest geeft het geheel een bijna religieuze inslag wat totaal niet de bedoeling van de componist is geweest. Hij was in elk geval blij want hij scoorde tweemaal toen de royalties verdeeld werden.
De blinde neef van Ray Charles staat al sinds zijn 12 jaar op het podium.
De opnames van deze LP namen het volledige jaar 1968 in beslag.
Jane Birkin en haar sexy uitstraling.
De schone en het beest kwamen elkaar op de set van deze film tegen.
Gainsbourg, van Joods-Russische komaf, was veel ouder dan de Britse Jane B.
Soms wordt deze song uit 1969 geschreven als "Break Away" en het was meteen de laatste single op het Capitol platenlabel waarmee The Beach Boys in een rechtzaak verwikkeld waren. De jongens vonden dat ze te weinig gepromoot werden en nog altijd als een surfband werden beschouwd. Brian Wilson schreef de muziek op lyrics van zijn vader Murry Wilson die het pseudoniem Reggie Dunbar gebruikte.
Eind 1968/begin 1969 trok Wicked Pickett, zoals zijn bijnaam luidde, naar de Fame Studios, Muscle Shoals in Alabama, om er samen te werken met Duane Allman, gitarist en ook met drummer Ronnie Hawkins en bassist David Hood. Niettegenstaande de talrijke racistische tegenstellingen die op het einde van de jaren '60 doorheen de VS raasden met hevige rellen tot gevolg, verliep deze samenwerking tussen blank en zwart vlekkeloos. Oordeel zelf maar en luister naar deze prachtige en soulvolle versie van de Lennon/McCartney-compositie.
Na zijn monstersucces "Where Do You Go To My Lovely" was het voor Peter Sarstedt heel moeilijk om een gepaste opvolger te vinden. Hij koos voor dit vrolijk uptempo nummer met een zomers tintje maar het werd helaas geen nummer 1-hit in zijn thuisland (Hoogste positie: nr. 10). In Nederland geraakte hij onderaan in de Top-20 en dus kreeg hij ook enige airplay op onze radiostations in de zomer van 1969. De Britse zanger van Indiase afkomst bleef in ons land helaas een one-hit wonder.
Deze Amerikaanse singer/songwriter overleed jammer genoeg op 5 september 2012. Hij schreef "Down In The Boondocks" en "Hush", twee internationale hits voor Billy Joe Royal. Maar ook als zanger wist hij te scoren zoals in 1969 met deze geweldige song. Vooral de 'sitarachtige' klank van de gitaar boeit mij. En dat mensen spelletjes kunnen spelen is weer eens gebleken na de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober. Whoa!
Klein van gestalte maar o, zo groot van talent.
In 1969 waren ook The Beach Boys flink behaard en voorzien van een stevige baard.
Peter Sarstedt siert de cover van het jongerentijdschrift Teenbeat in mei 1969.