Hiernaast links een fotootje van mij uit november 1972, toen ik 21 jaar oud werd.
Een tweede nieuwkomer was een single uit 1970 die gebruikt werd als thema van een Amerikaanse TV-serie waarin Shirley Jones en David Cassidy speelden. De song werd geschreven door Tony Romeo die ook verantwoordelijk was voor o.m. 'Indian Lake', 'I'm Gonna Make You Mine' en 'Oh Boy (The Mood I'm In)'. Sessiegitarist Larry Knechtel speelde gitaar op de single. Maar bij ons verscheen hij dus pas in de hitlijsten op 4 november 1972.
En ook deze Noorderbuur kon in november 1972 even van het succes proeven met een heus countrynummer. Na deze single hoorde ik niets meer over hem zodat dit een typische eendagsvlieg blijft. De steelgitaar doet mij denken aan 'It's A Beautiful Day' van Pendulum. Boudewijn de Groot was de producer van Don Rosenbaum, hij speelde tevens gitaar op deze song en Frans Doolaard (van de Chico's en de Kilima Hawaiians) steelgitaar.
Op 11 november 1972 kwam deze fantastische single de BRT Top-30 binnen en mijn verloofde kende al vlug mijn muzikale smaak want ik kreeg hem van haar cadeau voor mijn 21ste verjaardag. Donald Fagen en Walter Becker werden dan ook de komende jaren mijn beste maten, zij het via hun elpees.
Van de weinige momenten waarop we vrij van dienst waren in de kazerne maakten we gretig gebruik om naar muziek te luisteren op onze transistor of via de cassettespeler. Deze meeslepende melodie hing regelmatig in de ether vanaf midden november 1972.
Via de langspeelplaat bereikte ons een heel andere soort muziek dan de commerciële deuntjes uit de hitparades. In november 1972 bracht de Amerikaan Lou Reed zijn elpee 'Transformer' op de markt onder het goedkeurend oog van David Bowie met daaruit deze rockende "visjes"...
Een ander hoogtepunt uit die LP is ook deze prachtige ballade:
Het was al een tijdje geleden dat The King met een uptempo nummer in de hitparade stond. Dat was het geval op 11 november 1972 met deze rocker geschreven door ene Dennis Linde. In het tijdperk zonder Google of YouTube wist ik niet dat dit slechts een cover was.
Want de original was van deze Amerikaanse "Alexander de Grote":
De allermooiste melodie uit die sombere en koude maand kwam op 11 november 1972 binnengeslopen in de BRT Top-30 om er vele weken te vertoeven. Het was de zoveelste compositie van Gilbert O'Sullivan. Op het einde van het nummer kom je eindelijk te weten wie Clair eigenlijk is. Dat truukje werd in 1976 nog eens overgedaan door de toenmalige winnaars van het Eurovisiesongfestival.
Een maxi-single!
Lou Reed ging in 1972 op de travestietentoer...
Onderstaande link vertelt wie Clair eigenlijk is...
Deze mooie instrumentale song schreef Thijs van Leer voor de achtergrondzangeres Sylvia Alberts, die destijds net als hijzelf in de cabaretgroep van Ramses Shaffy werkte. Jan Akkerman speelt gitaar en kreeg in 1972 veel respect van collega Eric Clapton. Het nummer is ook te vinden op de elpee 'Focus III'.
En met deze song stak Jan Akkerman zelfs Carlos Santana naar de kroon. Uit de LP 'Moving Waves' aka 'Focus II' uit oktober 1971 en veel gehoord op de radio in 1972:
Eric Clapton had deze Amerikaanse zanger/gitarist al in 1970 ontdekt want hij maakte toen diens compositie 'After Midnight' wereldbekend. Uit de LP 'Naturally' verscheen in april 1972 deze single in de U.S. Charts. 'Laidback music' om bij weg te dromen...
En hier is de auteursversie van 'After Midnight' uit hetzelfde album met als bonustrack 'River Runs Deep':
Enkele weken na zijn echtscheiding nam The King in 1972 zijn versie op van dit countrynummer. Het verscheen in de VS op de b-kant van zijn nieuwe single 'Seperate Ways' maar in het VK was het net andersom. Wat moet Priscilla gedacht hebben toen zij deze twee songs hoorde?
Dit is een eendagsvlieg uit 1972 die regelmatig opduikt in muziekquizzen. Jay Ferguson en Mark Andes (ex-Spirit) richtten de band op in 1971 en samen met broer Matt Andes en William 'Curly' Smith maakten zij deel uit van deze Amerikaanse rockgroep. De naam werd ontleend aan een nummer van Chuck Berry uit 1958: 'Joe Joe Gun'. Een paar keer gehoord op de radio in 1972 en daarna nooit meer want zelfs in de VS bleef het bij dit one-hit wonder.
Nog zo'n plaat die tijdloos is. Oorspronkelijk verscheen het nummer op de LP 'Acid' uit 1968. De single was geen hit in 1969 maar dankzij het hevig pluggen van Radio Veronica werd het alsnog een succes in de discotheken voor Ray Barretto in 1972. Hij maakte ook deel uit van de Fania All Stars.
Intussen zijn we weer aanbeland in oktober 1972 toen deze prachtige ballade even op de radio te horen was en in Nederland zelfs een klein hitje werd. Niet te verwarren met de gelijknamige Schotse zanger want zelfs in 'Hit Dossier' staat deze Amerikaanse countryzanger geklasseerd onder 'The Sensational Alex Harvey Band'!
Op 25 oktober 1972 raasde Hurricane Smith als een orkaan de BRT Top-30 binnen met een compositie van Gilbert O'Sullivan. Zijn stem was niet van de zachtste maar die onweerstaanbare saxofoon maakte veel goed.
Diezelfde 25ste oktober 1972 schoot CCR de Top-30 binnen met een cover van een machtige compositie van Screamin' Jay Hawkins. Het nummer stond al op de eerste elpee uit 1968 en dankzij deze re-issue werd het alsnog een Top-10 hit voor de inmiddels gesplitte band. Het fantastisch nummer zou in 1990 nog eens uitgebracht worden op single. Tijdloze klasse!
Ondertussen was mijn oproepingsbevel binnengekomen waarin 4 maanden opleiding in Mechelen werden aangekondigd en ook 8 maanden West-Duitsland in onze toenmalige 10de provincie, de Belgische Strijdkrachten in Duitsland. Er stak ook een treinkaartje bij voor een enkele reis van Brussel-Centraal naar Nekkerspoel. Toen ik op 2 november 1972 gepakt en gezakt door de hevige koude naar de Baron Michelkazerne trok spookte deze song door mijn hoofd...
U.K. Single
U.S. Single
Slechts een b-kantje...
1969
1972 re-issue
1968
1972 re-issue
Op 2 november 1972 ging ik naar Mechelen om mijn dienstplicht te vervullen.
Roland Kent LaVoie speelde in 1961 nog in een lokaal groepje genaamd The Rumours samen met Gram Parsons en Jim Stafford. In 1972 schreef hij onder het pseudoniem Lobo deze prachtige slow voor The Hollies, die de song nooit opnamen. Hij nam hem dan maar zelf op en het resultaat was een grote hit.
Muziek en film, het blijft een machtige combinatie! De Britse singer/songwriter, acteur, dichter en platenproducer Ewan MacColl schreef deze wondermooie ballade in 1957 voor Peggy Seeger, de halfzus van Pete Seeger, toen hij nog getrouwd was met zijn eerste echtgenote. Na zijn scheiding hertrouwde hij met de Amerikaanse folkzangeres Peggy Seeger. Kirsty MacCall werd geboren uit zijn tweede huwelijk: Jean Newlove was haar moeder. Ewan MacColl was in totaal driemaal getrouwd en zijn echte naam was James Henry Miller. De song stond op de LP 'First Take' van Roberta Flack uit 1969 (!) en Clint Eastwood zette de ballade op de soundtrack van zijn film 'Play Misty For Me' (1971). De platenmaatschappij zag zich verplicht het lied op single uit te brengen met als gevolg een grote internationale hit in 1972. Hoe een dubbeltje rollen kan...
Deze Amerikaanse singer/songwriter met Canadese en Duitse roots had een krachtige stem. Zij zat vaak achter een grote vleugelpiano en wist als geen andere rock, pop en jazz te mengen tot aanstekelijke composities. Hier is een zeldzame clip te zien uit november 1972.
Deze song, die gaat over rassendiscriminatie, werd al in 1954 geschreven en opgenomen door Pete Seeger in 1956, gevolgd door Sammy Davis Jr. in 1957. The Maytones uit Jamaïca en Greyhound uit het VK namen een reggaeversie op in 1971. Toen Three Dog Night de versie van Greyhound hoorde, waarin de originele lyrics waren aangepast, namen de Amerikanen hun eigen versie op in 1972 met als gevolg een groot internationaal succes in de nazomer van dat jaar. De originele lyrics uit 1954 luiden als volgt: "Their robes were black, their heads were white, the schoolhouse doors were closed so tight, nine judges all set down their names, to end the years and years of shame."...
Goede wijn behoeft geen krans... Wat kan ik meer zeggen over deze single uit 1972? Alles past perfect in mekaar: de melodie, de stem, de orchestratie, de tekst. In iets meer dan drie minuten vertelt de Ierse zanger hier zijn trieste leven (alhoewel hij het tegendeel beweert) en zoiets waren we sinds de gloriedagen van Ray Davies en The Kinks niet meer gewoon.
Elton John was blijkbaar een fan van David Bowie want deze song herinnert sterk aan 'Space Oddity' en 'Life On Mars?'. "Mars ain't the kind of place to raise your kids - In fact it's cold as hell" zingt hij en dat was goed gevonden. Deze single getrokken uit zijn LP "Honky Chateau" schoot dan ook als een raket naar de hoogste regionen van de hitparades in 1972.
Deze Amerikaanse singer/songwriter, gitarist en pianist leerde ik kennen toen hij nog deel uitmaakte van de 'Mad Dogs & Englishmen', de dolle bende muzikanten van Joe Cocker tijdens zijn Amerikaanse tournee na Woodstock. Deze parel stond op de LP 'Carney' (1972) van Leon Russell, de man met de lange witte baard en de hoge hoed. Zijn compositie werd later gecoverd door George Benson en The Carpenters. En dan te bedenken dat dit kleinood slechts op de b-kant stond van de single 'Tight Rope'.
Hier is de a-kant van de single die in ons land volledig de mist inging in 1972:
Deze Britse groep uit Birmingham had in augustus 1972 een hitje in het Verenigd Koninkrijk met de single 'Standing In The Road'. De sound doet mij onwillekeurig denken aan die van Slade. Ik zou het plaatje dan ook klasseren onder het fenomeen glamrock.
De Amerikaanse zangeres Lyn Collins werd ontdekt door James Brown, die hier trouwens op de achtergrond te horen is samen met The J.B.'s. Haar bijnaam was "Female Preacher". In 1972 was dit geheid een floorfiller in de Brusselse discotheken. In 1988 werd de single opnieuw uitgebracht met nog meer succes. "Yeah! Woo!" en "It takes two to make a thing go right" werden later meermaals gesampled in 'hip-hop' en 'drum and bass', maar dit was wel degelijk soul/funk uit 1972, geproducet door "The Godfather of Soul".
En plots stak de platenmaatschappij 'Philadelphia International' de soul- en funkreuzen Motown en STAX naar de kroon met een hele nieuwe lichting artiesten. In oktober 1972 waren The O'Jays de eersten om vanuit de VS Europa en de rest van de wereld te veroveren met hun dansbare soulmuziek. De groep was al actief sinds 1958 en na vele personeelswisselingen nam het schrijversduo 'Gamble & Huff' de touwtjes in handen en schudden beide heren de ene hit na de andere uit hun mouw, ook voor andere groepen. Maar daarover later meer...
In juni 1972 bracht The Move deze laatste single uit geschreven door Jeff Lynne die -zoals eerder vermeld- langzaam maar zeker het laken naar zich toe trok en Roy Wood in de wind zette. Het werd geen hit. Lynne zou de song heropnemen met het Electric Light Orchestra... in 1977.
Chris Andrews schreef menige hit voor Sandie Shaw maar zijn compositie uit 1969 werd geen hit in het Verenigd Koninkrijk. In de Benelux daarentegen wel en een heruitgave uit 1972 zou deze mix van pop en ska nog bekender maken.
Deze single uit 1967 werd in augustus 1972 opnieuw uitgebracht. Plots was blue beat of ska enorm populair in de discotheken. Lou Deprijck die ik in die periode tegen het lijf liep in 'Le Noeud' zou het genre later oppikken en er hopen geld mee verdienen met zijn single 'Kingston, Kingston'. Ook de Britse groep Madness herontdekte deze Jamaïcaanse singer/songwriter en producer en zou vanaf 1979 een heuse skarevival teweegbrengen.
Nog zo'n leuke re-issue (het origineel komt uit 1964):
De vroegere zanger van The Zombies probeerde eerst solo door te breken in 1969 als Neil MacArthur, met succes overigens, maar in 1972 bracht hij twee schitterende singles uit onder zijn eigen naam. In deze song verwerkt hij zijn breuk met een bekend fotomodel/actrice Caroline Munro. Blunstone kreeg enige airplay in de Benelux maar zijn single flopte helaas.
Op de b-kant stond deze parel geschreven door Denny Laine die in 1972 deel uitmaakte van de groep Wings en die in de mid-sixties nog zong bij The Moody Blues:
Nog een hele leuke song uit de elpee 'Paul Simon' die ook als single werd uitgebracht in mei 1972. De unieke percussiesound werd gecreëerd met een "cuica", een Braziliaans druminstrument dat vaak gebruikt wordt in sambamuziek.
Deze moderne bewerking van een compositie van Tchaikovsky door Kim Fowley is ook heel leuk. De single stond in 1962 op nr. 1 in het VK en de re-issue kwam op nr. 20 terecht in juli 1972.
Ook Emerson, Lake & Palmer waren fans want de song stond op de LP 'Pictures At An Exhibition' uit november 1971 en was altijd een hoogtepunt tijdens hun live optredens. Kijk en luister maar:
Deze noveltysong werd in 1952 geschreven door Dave Bartholomew en de cover van Chuck Berry werd zijn enige Amerikaanse nr. 1 hit in juli 1972. De moraalridders stonden meteen op hun achterste poten en de single werd dan ook meestal geweigerd op sommige radiostations. Niet echt mijn ding maar een grote hit kon ik jullie moeilijk onthouden. Dit is de lange versie die later dat jaar op de elpee 'The London Chuck Berry Sessions' stond. Twee leden van de Average White Band, gitarist Onnie McIntyre en drummer Robbie McIntosh, speelden mee op de single.
De Schotse soulband 'Average White Band' brengt mij dan naadloos bij de Amerikaanse jazzformatie 'The (Jazz) Crusaders', want deze geweldige dansplaat werd iets later ook op het repertoire van de kiltdragers gezet. Maar dit is de enige, echte original uit 1972.
Het populaire TV-programma 'The Persuaders' met Roger Moore en Tony Curtis in de hoofdrollen zorgde ervoor dat dit leuk deuntje vaak werd gespeeld op radio en televisie in 1972. In Vlaanderen heette het feuilleton 'De Speelvogels' en in Nederland 'De Versierders'. De glansrol in het orkest van John Barry was weggelegd voor de Moog synthesizer!
Prachtige b-kant, ooit gebruikt in een reclamespotje voor shampoo (Sunsilk):
In 1972 had deze Franse zanger nog eens een grote hit te pakken. Met de Paasvakantie in het vooruitzicht zingt Polnareff nog eens deze mooie slow met het geluid van een slidegitaar. Deze all-round muzikant is nog altijd actief en speelt niet alleen piano maar ook gitaar, bas, keyboards, xylofoon, synthesizer en percussie.
Aan de overkant van de grote plas was de familie Staples ijverig bezig met het opnemen van muziek. De groep begon met gospel en rhythm & blues. In 1972 werd deze fantastische single bekend in de West-Europese discotheken onder de noemer 'soul music'.
De opvolger uit datzelfde jaar was even opwindend als dansbaar:
Joseph Arrington, Jr. alias Yusuf Hazziez kwam uit Texas en met zijn 'southern soul' kreeg hij vele dansers op de vloer. Vanwege zijn unieke manier van zingen wordt Joe Tex vaak de grondlegger van de rapmuziek genoemd. Ook Quentin Tarantino is een fan want hij gebruikte de song voor de soundtrack van 'Reservoir Dogs' (1992).
In september 1972 bracht de Braziliaan Eumir Deodato de Almeida zijn elpee 'Prelude' op de markt met daarop deze moderne jazz/funk bewerking van een bekende compositie van Richard Strauss. Later kwam er een ingekorte versie uit op single, maar dit is de 9 minutenlange elpeeversie van 'Also Sprach Zarathustra (2001)' met de onvolprezen Ray Barretto op conga's!
De laatste loodjes wegen het zwaarst... Terug naar 1972: steengoede LP van Alexis Korner en zijn collectief simpelweg getiteld CCS, maar om verwarring te vermijden met de allereerste gelijknamige plaat uit 1970 wordt deze vaak aangeduid als CCS 2 alhoewel dat nergens op de hoes vermeld staat. De eerste LP wordt vaak omschreven als 'Whole Lotta Love' maar aangezien er van deze song ook een versie op de tweede plaat staat is er verwarring alom! Een eerste track hieruit die ook op single verscheen is 'Brother'.
De tweede track is, na 'Whole Lotta Love', alweer een cover van Led Zeppelin:
Als we nou eens zongen in plaats van te klagen over het slechte weer. Vannacht (zondag 24 maart 2013) is er een pak sneeuw van 8 cm uitgevallen in het Brusselse. Dat is geleden van eind maart 1952, toen ik nog in mijn wieg lag.Ik heb altijd een boon gehad voor deze Franse zanger, sinds zijn debuut in 1968. Hier is zijn heerlijke meezinger uit 1972.
Zeer vruchtbare samenwerking tussen David Bowie en Ian Hunter in 1972. Toen ik deze song voor het eerst hoorde dacht ik meteen aan Bowie en inderdaad hij schreef het nummer, zong in de achtergrond mee, speelde saxofoon en Mick Ronson zijn gitaarsound is sinds 'Ziggy Stardust' meteen te herkennen. Luister naar deze knappe alternatieve versie met mooie flarden tekst als "when I got T. Rex" en "with his Beatles and his Stones"...
De single uit 1970 (Part 1 + 2) stak natuurlijk al in mijn verzameling 45-toeren plaatjes en het duurde niet lang of deze live elpee uit 1972 kwam in mijn collectie langspeelplaten terecht. Het hele album is trouwens zeer de moeite waard. Hier volgen meer dan 12 minuten dansplezier! Hoedje af voor deze rasartiest!
Ik herinner mij levendige discussies indertijd. Was dit een onbekende zanger die Rod Stewart nabootste? In 1968 kwam een Australisch groepje overgevlogen naar Engeland met de bedoeling een single op te nemen. Aangezien de zanger van de band 'Python Lee Jackson' zich niet in staat voelde dit nummer te zingen werd een beroep gedaan op een sessiezanger. Rod Stewart probeerde toen solo door te breken en verhuurde zijn schuurpapieren stem in de studio's. De single werd in oktober 1970 uitgebracht en flopte. Een re-release in september 1972 had meer succes in het VK en Australië, vooral toen er op het hoesje "featuring Rod Stewart" werd bijgevoegd. Het mysterie was opgelost... Veel later voegde Rod the Mod het zelfs toe aan zijn compilatieplaten met grootste successen.
Alexis Korner (rechts) met Peter Thorup.
Het tweede album van Collective Consciousness Society (voor- en achterkant).
Alexis Korner, Herbie Flowers en Peter Thorup vormden de kern van C.C.S. Een hele rits studiomuzikanten uit de blues- en jazzwereld kwamen daarbij in de studio tijdens de opnames.
Countryrock in 1972. Naast o.a. The Byrds, Eagles, Nitty Gritty Dirt Band en Country Gazette waren daar ook de Flying Burrito Brothers met deze mooie cover van een compositie van Merle Haggard, die de gevaren bezingt van het snuiven van een lijntje cocaïne. In tegenstelling tot Gram Parsons leeft Haggard nog altijd. Hij is ondertussen 75 jaar oud.
Voor een derde en laatste fragment uit de debuutelpee van de Eagles heb ik gekozen voor dit mooie en rustige 'Peaceful Easy Feeling' uit 1972. De song werd geschreven door Jack Tempchin. Glenn Frey zingt lead vocal terwijl Bernie Leadon zorgt voor de tweede stem (vanaf het tweede refrein) en Randy Meisner vervolledigt deze prachtige driestemmige samenzang.
Deze single werd in 1972 getrokken uit de LP 'Nilsson Schmilsson' (november 1971) waarop o.a. de parels 'Without You' en 'Coconut' stonden. Maar deze schreeuwerige rocksong flopte toen jammerlijk. Luister vooral naar de pompende bas en de formidabele drumsolo.
Een stukje kokosnoot kan er bij mij altijd in:
Deze prachtige single uit 1970 was toen helaas een flop maar een re-issue uit 1972 bracht daar gelukkig verandering in. Als ik deze melodie hoor zie ik instinctmatig een ranke jonkvrouwe, in een lang wit gewaad gehuld, langs mistige vijvers rondzwerven.
Gisteren was het voor het eerst sinds een lange winter eindelijk lente en was ik van plan 'Een vrolijk lentelied' te posten. Het zal de versie uit 1990 (LP 'Hè Hè') worden, want die uit 1972 is van YouTube verwijderd. Meteen daaronder post ik ook 'Joke' uit hetzelfde jaar, dat toen niet alleen haar witte jurkje deed opwaaien maar ook veel stof want op het einde van dit lied trekt ze het uit! Hier is een livefragment uit 1974.
Daar is de lente, daar is de zon! [Dat begint hier al serieus te kriebelen...]
In 1967 schreef Michel Fugain de prachtige ballade 'Je n'aurai pas le temps' dat een jaar later door John Rowles als 'If I Only Had Time' werd uitgebracht. In 1972 richtte de Franse zanger 'Le Big Bazar' op en samen zongen ze over deze mooie romance. Een jaar nadien was het aan Ann Christy om in de Nederlandse vertaling te zingen over 'Een mooi verhaal'.
Countryrock begon in 1972 stilaan meer en meer ingang te vinden. Begonnen als backing band van Linda Ronstadt (t.e.m. 1971) gingen Don Henley, Glenn Frey, Bernie Leadon en Randy Meisner resoluut hun eigen weg en uit de eerste LP -simpelweg getiteld 'Eagles'- volgt hier een eerste fragment.
Als tweede track uit die debuutelpee kies ik voor deze betoverende vrouw:
John Carter schreef deze song samen zijn vrouw Gill en bracht het singletje uit onder de naam Kincade zonder dat er een groep bestond. Carter zong en speelde zelf gitaar. Het plaatje flopte in het VK in 1972 maar in West-Duitsland kwam het in de Top-3 terecht. Ook in Nederland, Zuid-Afrika, Scandinavië en Australië was het een hit en in België vaak te horen op de radio. Inderhaast werd een groep samengesteld rond zanger John Knowles die zich liet overhalen zijn naam te veranderen in John Kincade en op wereldtournee te gaan. Later probeerde de zanger het nog eens solo maar het bleef helaas bij deze "eendagsvlieg".
Deze Franse zangeres had met deze parel geen hit toen het plaatje uitkwam op 20 maart 1972. Elton John hoorde het en vroeg aan de Engelse zangeres Kiki Dee een cover op te nemen. Dat gebeurde in december 1973 en haar Engelstalige versie onder de titel 'Amoureuse' (!) kende enorm veel succes in 1974. Of Sanson dit chanson schreef voor Stephen Stills weet ik niet. Feit is dat ze met de Amerikaanse zanger/gitarist getrouwd was tussen 1973 en 1979 en dat ze er beiden een zoon aan overhielden, m.n. Chris Stills. In 1993 stapte hij ook in de muziekbusiness.
Toen ik deze hoes voor het eerst zag dacht ik aan een UFO die boven de cactussen hing.
Rariteit zowel in de betekenis van zeldzaamheid als in die van eigenaardigheid. "Oh, moeder wat is het moeilijk te rocken in het Nederlands!"... Niet dus voor Peter Koelewijn of Raymond van het Groenewoud die in 1972 met deze single bewees dat zijn groep 'Louisette' swingde als een tiet. Erik Van Neygen (ex-Motten Drizzle samen met een piepjonge Johan Verminnen en ex-Pendulum) kwam er pas in 1973 bij. "Vergeet nooit dat Maria erg veel van u houdt!"...
Rupert Holmes schreef deze song voor de groep die hij ontdekte. Het nummer ging over drie mijnwerkers die vastzaten na een instorting. Twee van hen gaven zich over aan cannibalisme tegenover de derde kompel. Prompt werd de single verbannen in de VS maar hij kwam toch terecht in de Billboard Hot 100 en kreeg bij ons enige airplay in 1972. Holmes zou internationaal doorbreken in 1979 met zijn 'Escape (The Pina Colada Song)'. Later vertelde hij dat Timothy in feite een eend was...
In april 1972 bracht deze Amerikaanse singer/songwriter zijn elpee 'Still Bill' uit. Ik kies vandaag eerst en vooral voor 'Lean On Me' dat ook als single werd uitgebracht. Iedereen heeft iemand nodig.
In september 1972 bracht de platenmaatschappij deze tweede single uit de LP 'Still Bill' op de markt en dat is dan ook mijn tweede keuze uit deze plaat:
De Britse singer/songwriter Labi Siffre bracht in 1972 de steengoede elpee 'Crying Laughing Loving Lying' uit met daarop dit juweeltje dat jà ren later nog bekender werd in de versie van de ska/popgroep 'Madness' (1981). Hier is dan ook de enige, echte original:
Deze Belgische studiomuzikanten scoorden een 'one-hit wonder' in de VS in 1972 en toentertijd werden ze ook regelmatig gedraaid in de Brusselse discotheken. In 1958 hadden ze tijdens de Expo al een grote hit met 'Eso es el amor'. Gaston Bogaert was de bandleider en de song dook in 1997 nog eens op in de film 'Boogie Nights'.
Raymond van het Groenewoud (links op de foto) was in 1972 een hevige fan van Peter Gabriel, toen nog lid van de artrockgroep Genesis.
De heruitgave van 1979.
De prachtige elpee die ik jaren later op de kop kon tikken, zij het in de cd-versie.
The Chakachas (soms ook vermeld als Les Chakachas of Los Chakachas) stonden zelden of nooit op hun hoezen. Zij maakten bijgevolg vaak gebruik van schaarsgeklede of naakte fotomodellen.
De LP 'Wild Life' werd gereleased op 7 december 1971 maar het was pas in januari 1972 dat er daaruit regelmatig tracks op onze radiozenders werden uitgezonden. De groep Wings bestond toen uit Paul McCartney met zijn vrouw Linda, drummer Denny Seiwell en Denny Laine, de voormalige leider van de Moody Blues. Mijn keuze uit dat album valt vandaag op de geweldige titelsong.
Op 19 februari 1972 bracht Wings deze protestsong uit n.a.v. Bloody Sunday in Noord-Ierland op 30 januari 1972. Ondertussen had McCartney de Ierse gitarist Henry McCullough aan zijn band toegevoegd. De single werd prompt verbannen door de BBC, zowel op radio als op TV. McCullough kwam in november 2012 nog in het nieuws toen hij na een hartaanval verkeerdelijk dood werd verklaard door de BBC. Hij overleefde het infarct, maar hij zal waarschijnlijk nooit helemaal recupereren. Zijn broer werd kort na het uitbrengen van de controversiële single afgeranseld. Op de b-kant staat de instrumentale versie, de enige ooit op het Applelabel. De song werd bij de heruitgave op cd aan het album 'Wild Life' toegevoegd, samen met nog andere bonustracks.
Een laatste track uit dat fantastisch album 'Sail Away' (mei 1972). Dit is de auteursversie want de song kende ik nog uit 1967 toen The Alan Price Set daar een hit mee scoorde. Later bracht Nilsson ook zijn versie uit. Fozzy Bear van The Muppets zette op deze vrolijke tonen eveneens zijn beste beentje voor. Deze videoclip werd live opgenomen voor het Duits TV-programma 'Musikladen' in 1975.
Elke woensdagnamiddag luisterde ik in 1972 naar Francine Arnaud van de RTBf waar zij in haar radioprogramma 'Generation' de nieuwste elpees ontleedde (*). Muziek die niet of nauwelijks op de BRT aan bod kwam. Zo herinner ik mij deze opwindende track uit de LP 'Argus' van de Britse rockgroep 'Wishbone Ash'. (*) Zie link onderaan.
Phillip Goodhand-Tait, de Britse singer/songwriter, bracht in 1972 de langspeelplaat 'Songfall' uit met daarop de wondermooie song 'Leon' die ik pas in 1974 leerde kennen in de versie van Euson uit Aruba en heel populair in Nederland. Ook Roger Daltrey zou in 1978 zijn versie uitbrengen, maar dit is de enige originele uitvoering!
Op de cover van de elpee stonden geen groepsnaam noch titel.
Na Bloody Sunday schreef Paul McCartney inderhaast een protestsong. Het werd hem niet in dank afgenomen!
Perfecte symbiose: zowel Randy Newman als Nilsson profiteerden van elkaars talent om bekend te worden in de muziekbusiness.
Zoals beloofd elpeemuziek uit 1972. Uit het album " Smokin' " dat opgenomen werd na het vertrek van Peter Frampton, zodat Steve Marriott weer in het middelpunt van de belangstelling stond. Hij krijgt hier hulp van Stephen Stills op het orgel en hij mag ook rekenen op diens achtergrondstem. De LP werd de bestverkochte van Humble Pie. Frampton zou wereldwijd doorbreken in 1976 met zijn dubbele liveplaat.
De enige echte originele versie van het geweldig nummer 'You Can Leave Your Hat On' uit de LP 'Sail Away' (mei 1972). Het sarcasme druipt van de song af, iets wat ik mis in de latere coversies van de Jess Roden Band (uit 1976 en niettegenstaande Newman hier zelf op meespeelt) en die van Joe Cocker uit 1986 in de film '9½ Weeks' van Adrian Lyne, gebruikt tijdens een striptease. De fantastische slidegitaar op de original is van Ry Cooder.
De LP 'Talking Book' bevatte naast 'Superstition' nog andere parels, zoals deze ballade bijvoorbeeld. De grootste hit uit het album zou pas in maart 1973 onze hitlijsten veroveren. Maar deze song uit oktober 1972 blijft mijn favoriet. Stevie Wonder schreef hem samen met Yvonne Wright, neemt alle zangpartijen voor zijn rekening en bespeelt alle instrumenten zelf (!). It's not a wonder, it's a miracle!
Twee nieuwe namen om te onthouden in november 1972: Donald Fagen en Walter Becker. Uit de LP 'Can't Buy A Thrill' met op de hoes een rij straatmadelieven die hun klanten staan op te wachten. De hoes werd in het katholieke Spanje van Franco meteen vervangen door een concertfoto van de groep. ♫♫♫ "I'm a fool to do your dirty work, oh yeah!" ♫♫♫...
Ook een mooie cover uit 1978:
Eveneens uit november 1972 is de elpee 'Transformer' van Lou Reed, ex-Velvet Underground en nu geproducet door David Bowie en Mick Ronson. Naast de single die uit deze 33-toerenplaat werd getrokken zijn er nog drie nummers die ik uitgekozen heb. Maar die post ik later wel. En wie goed luistert hoort Bowie als backing vocalist.
Tweemaal Lou Reed op de achterflap: eenmaal als travestie en andermaal als macho.
Vandaag, maandag 18 maart 2013, moet ik weer eens de lof bezingen van de Fab Four. Ik kon het niet laten want al meer dan 50 jaar zijn zij mijn favoriete popgroep. Meer kan ik er ook niet over kwijt... Luister en kijk liever mee naar onderstaande videoclips!
Grappige tekening met een knipoog naar Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band.
Een van de mooiste tekeningen die ik ooit van The Beatles gezien heb.
Vandaag schenk ik aandacht aan de buitenbeentjes in de popmuziek van het jaar 1972. De Canadees R. Dean Taylor is er zo een. De song is waarschijnlijk bekender in de VS, Canada en Europa dan in New Mexico zelf. Vrolijke meefluiter om de dag mee te beginnen, ook in 2013.
Wie de afgelopen weken goed opgelet heeft zal gemerkt hebben dat 'Crunchy Granola Suite' op de B-kant stond van de single 'Stones' uit het najaar van 1971. Na de proloog van 3:10 minuten begint de eigenlijke song. Dit is de liveversie uit de LP 'Hot August Night' (1972). Doet dit geen belletje rinkelen? In 1974 nam het orkest van Percy Faith een instrumentale versie op die door de piratenzender Radio Veronica als tune werd gebruikt.
John Lewis schreef deze leuke meestamper uit 1971. Toen werd het geen hit maar in de zomer van 1972 kwam de single toch in de Britse charts terecht en bijgevolg hoorde ik hem ook een aantal keren hier op de radio. Leuke eendagsvlieg met het geluid van de accordeon en rondvliegende meeuwen die doet denken aan 'In The Summertime' van Mungo Jerry uit 1970. Componist en zanger John Lewis ontpopte zich later tot Jona Lewie.
De Sutherland broers werden pas een paar jaren later bekend toen ze een pact gesloten hadden met de groep 'Quiver' en tevens omdat Rod Stewart deze song coverde in 1975. Deze sound die door merg en been gaat werd bij ons geen hit in 1972. Toch mag ik hem in geen geval over het hoofd zien.
Maar het echte buitenbeentje uit 1972 was deze experimentele, psychedelische en progressieve bewerking van de apocalyps volgens Apostel Johannes, in een dubbelelpee gegoten door Vangelis Papathanassiou. Aphrodite's Child was al lang gesplit toen deze cultplaat uitkwam. Demis Roussos koos resoluut voor de commerciële hitsingles en drummer Loukas Sideras bracht ook een elpee en een single uit, zij het met veel minder succes. Toetsenist/componist kortte zijn naam in tot Vangelis en begon vanaf 1973 bekende filmmuziek uit te brengen. Daarover later meer!
Nog een track:
John Lewis aka Jona Lewie scoorde later ongewild een grote kersthit.
Tekening op de achterzijde van de LP. Typisch geval van vluchtmisdrijf. Hit and run!
Tijd om even stil te staan bij parels die niet noodzakelijk onze hitlijsten haalden in 1972. De song stond op de LP 'Harvest' en werd ook als single uitgebracht met als b-kant 'The Needle And The Damage Done'. Young schreef hem speciaal voor de huisbewaarder van zijn ranch. James Taylor (op 6-string banjo) en Linda Ronstadt zorgen voor de prachtige achtergrondstemmen.
Deze "oude man" stond op het prachtig album 'Sail Away', ook al uit 1972. Op meesterlijke wijze, die hem zo eigen is, vertelt Randy Newman over een grijsaard die op sterven ligt, eenzaam en verlaten, zonder iemand om hem bij te staan. Alleen de componist is er om hem een hart onder de riem te steken. Aangrijpend...
Op de elpee 'All Together Now' uit 1972 stond deze parel geschreven door Rod Argent en Chris White. Het vroeger lid van The Zombies viert op deze lange versie zijn kunsten bot op het Hammondorgel. De herkenbare baslijn doet denken aan 'Let There Be More Light' van Pink Floyd. Kop omhoog want dit is classic rock!
Oordeel zelf maar:
Deze Amerikaanse singer/songwriter bracht in 1972 een parel van een song uit. Op deze single krijgt hij bijstand van Jesse Ed Davis op gitaren terwijl David Crosby en Graham Nash zoals altijd zorgen voor de o, zo mooie achtergrondstemmen. De pessimistische song gaat over een man die zoveel tegenslagen gekend heeft dat hij vreest geen gevoelens meer te hebben. Vreemd genoeg was het de cover van de Jackson Five die een hit werd in Europa.
Toen Stevland Hardaway Morris deze parel schreef was hij slechts 22 jaar oud. De drumbeat werd hem geschonken door Jeff Beck die zijn eigen versie later opnam met de groep 'Beck, Bogert & Appice'. De song stond op zijn LP 'Talking Book' uit oktober 1972 en zou pas in februari 1973 een hit worden in het VK. Best zwarte katten vermijden en niet onder ladders lopen, vandaag. Classic funk!
September 1972 was voorbijgevlogen. Mijn dagen werden gevuld met solliciteren maar zolang mijn legerdienst niet achter de rug was moest ik niet rekenen op een vaste betrekking. Behalve dan tijdelijke jobs zoals op het Uitvinderssalon in het Rogiercentrum en op het Voedingssalon aan de Heizel. Lynsey de Paul zorgde voor mijn gezellige achtergrondmuziek in oktober 1972. Oei, lag daar niet teveel suiker op mijn pannenkoek?
De zomer was al voorbij in oktober 1972 en toch kwam dit leuke plaatje binnengevlogen in de BRT Top-30. Die vrouwelijke stem herkende ik meteen want dat was de beschermelinge van Paul McCartney. Mary Hopkin had zich inderdaad in dit trio geïntegreerd. Het bleef bij dit one-hit wonder. Wist ik toen veel dat het bijna een exacte kopie was van een Amerikaanse hit uit 1958.
Nog zo'n typisch herkenbare stem is die van Noddy Holder. Niet alleen deze single uit oktober 1972 maar ook de elpee 'Slayed?' verkocht als zoete broodjes. Let the good times roll!
Het grootste commercieel succes uit oktober 1972 was waarschijnlijk weggelegd voor de Brit Les Humphries die in West-Duitsland woonde samen met zijn gospelzangers. De melodie is gebaseerd op een oud lied uit 1957: 'Battle of New Orleans'. Het origineel is van Jimmy Driftwood en gebaseerd op een traditional. Deze leraar geschiedenis schreef de tekst al in 1936. Arnold Rypens vermeldt dit: covers van Johnny Horton (1959), Lonnie Donegan (1959), Vaughn Monroe (1959), Homer & Jethro (1959) [parodie als 'The Battle Of Kookamonga'], Brothers Four (1964), Harpers Bizarre (1968), Les Humphries Singers (1972) [zelfde melodie gebruikt in hun hit 'Mexico'], Eric Weissberg (1973) [als 'The Eight Of January' in film Deliverance; 8 januari 1815 was de datum van de historische Battle of New Orleans], Floyd Cramer (1973), Nitty Gritty Dirt Band (1974), Buck Owens (1975), Barefoot Jerry (1976), Bill Haley & The Comets (1979), Big Audio Dynamite (1988) [gedeeltelijk in 'The Battle Of All Saints Road'], Gerard Cox (2002) [als 'Het gras is nergens groener dan bij Feyenoord'], Asleep At The Wheel (2003) [als 'Eight Of January'].
Toen ik deze wondermooie intro met de wah-wah gitaar voor het eerst hoorde was ik meteen verkocht. Larry Knechtel was oorspronkelijk sessiegitarist maar maakte toen deel uit van de Amerikaanse softrockgroep 'Bread' met de zoetgevooisde David Gates als leadzanger. Knechtel speelde gitaar bij o.a. Simon & Garfunkel, Duane Eddy, The Beach Boys, The Mamas & the Papas, The Monkees, The Partridge Family, The Doors en Elvis Presley. In oktober 1972 voelde ik mij ook een beetje 'The Guitar Man', op luchtgitaar dan.
Lynsey de Paul was naast zangeres en componiste ook fotomodel. En dat stak ze niet onder stoelen of banken.
Zo schreef ze ook 'Storm In A Teacup' dat een hit werd voor The Fortunes'.
Lynsey de Paul op latere leeftijd.
Mary Hopkin uit Wales.
Ze trouwde niet met Paul McCartney maar met Tony Visconti, sinds de jaren '70 de medewerker/producer van David Bowie.
Een bonte bende hippies die zo uit de cast van de musical 'Hair' leken te komen.
Verder kwam de glitterband Sweet opnieuw de hitlijsten binnen in september 1972 met de zoveelste single geschreven door Nicky Chinn & Mike Chapman. De sound klonk al een beetje ruiger want dit was de eerste single waarop enkel leden van Sweet speelden. Voor de gelegenheid zijn ze voor hun optreden bij Top Of The Pops uitgedost als indiaan.
Het was al enkele jaren geleden dat Johannes Bouwens met zijn groep een grote hit had gescoord. Die kwam dan de hitparade binnen in september 1972. Voor wie het zich mocht afvragen, hij was onder andere onderweg naar Mexico en New York City.
De voormalige Beatle bracht de LP 'Some Time In New York City' op de markt met daaruit deze single die ook in september 1972 de charts binnenstormde. Ondanks de Dolle Mina's uit de jaren '60 en het algemeen verkregen stemrecht voor de vrouw vond Lennon dat zij nog altijd gediscrimineerd werd net zoals... een zwarte. Hij kreeg meteen weer de wind van voren omdat hij het aangedurd had het woord 'nigger' te gebruiken en moest zich komen verantwoorden in de Dick Cavett Show. De single werd dan ook hier en daar geboycot.
Een kort fragment uit The Dick Cavett Show:
Maar een "echte" nieuwkomer uit september 1972 was deze Nederlandse zanger met een heus pleidooi om niet overdreven veel alcohol te gebruiken. Het gevoel van een "kater" wordt hier op zeer originele manier met muzikale klanken weergegeven. Het nummer werd trouwens in 1999 gebruikt in een campagne tegen drankmisbruik. Harm Douwe Breemer, zoals hij in het echt heette, is de enige Nederlander die in zijn land een hit scoorde in drie verschillende talen: in het Engels (deze nr. 1), in het dialect uit Veluwe ('Guus') en in het Nederlands ('Hollanders'). De begeleidingsband op deze single was 'Unit Gloria'.
New York City moet zowat de meest bezongen stad ter wereld zijn want ze komt driemaal voor in dit bericht.
Mijn favoriete Griekse popgroep 'Aphrodite's Child' was helaas gesplit al zou hun laatste LP nog uitgebracht worden in 1972. Vangelis draaide aan de laatste knoppen in de studio terwijl de zanger, na zich een flinke baard aangemeten te hebben en na een flink pak kilo's aangekomen te zijn, regelrecht de commerciële toer opging, inclusief bouzouki's! Hij kwam dan ook regelrecht de Top-10 binnengeduikeld in september 1972.
Ondertussen kwam uit Italië deze mooie smeekbede van Peppino di Capri gericht aan ene Roberta. Het werd dan ook een veelgedraaide slow vanaf september 1972. Helaas bleef het bij deze ene hit. Deze Napolitaan is actief sinds 1958 en hij fungeerde als openingsact tijdens de tournee van The Beatles in Italië in het jaar 1965.
De Nederlandse popgroep The Cats stoften een oude song af en hadden daar een grote hit mee in september 1972. De componisten zijn Larry Russell/Inez James/Buddy Pepper. Anita O'Day bracht de original uit in 1953 en de covers kwamen van Les Paul & Mary Ford (1953), Guy Lombardo (1953) , Beverley Sisters (1953), Luis Mariano (1954) [als Vaya Con Dios (Que Dieu pense à toi)], Slim Whitman (1955), Blue Diamonds (1961), Drifters (1964), Al Martino (1964), Charlie & Inez Foxx (1968), Tony Orlando & Dawn (1972), The Cats (1972), Millican & Nesbitt (1973), Freddy Fender (1976), Jeff Beck (2011). [Met dank aan Arnold Rypens]. Gelukkig heeft de groep van Dani Klein nooit een song opgenomen met als titel 'The Cats' of de verwarring zou nu groot zijn.
De mooiste slow, voor mij althans, kwam in die maand september 1972 van de Griekse popgroep Axis, die met deze tweede hit bewees geen eendagsvlieg te zijn. Er kwam echter bij mijn weten nooit een derde succes.
En of ik het nog weet! Net of het eergisteren was. In september 1972 vernam ik dat Willy, tijdens een personeelsfeest en zo fier als een De Gieter, mijn verloofde ten dans had gevraagd. Gelukkig had hij geen lieve woordjes in haar oren gefluisterd, want daarvoor was hij toen veel te schuchter. Anders had ik de hulp ingeroepen van zeven kanjers van matrozen! Dit was de Vlaamse zomerhit van 1972.
De opvolger van 'Après toi', haar overwinningsnummer op het Eurovisiesongfestival van 1972, liet niet lang op zich wachten. Jammer genoeg had deze single minder succes en viel hij in die zomer een beetje tussen de plooien. Nochtans hoorde ik dit melancholisch lied veel liever.
Een onwaarschijnlijke nummer 1 in de Britse hitlijsten van 15 april tot 20 mei. Deze single kwam in de zomer van 1972 zowaar ook even piepen in de onderste regionen van onze hitparade. Enkel voor de liefhebbers van muziek met Schotse doedelzakken.
Een andere onwaarschijnlijke hit uit september 1972 is een moderne bewerking van dit jazznummer uit 1939. Onze ouders waren natuurlijk enthousiast want zij kenden 'In The Mood' nog uit hun jeugd. Hier is een oudere versie dan die van 1972.
Maar de allerleukste plaat uit september 1972 vond ik deze 'Cave Man'. Na The Troggs, Tyrannosaurus Rex en de 'Neanderthal Man' was het nu tijd voor de 'Troglodyte' in de popmuziek. ♫♫♫ "Sock it to me!" ♫♫♫...
Op 1 september 1972 werd deze single van David Bowie uitgebracht. De Britse zanger was begin dat jaar uit de kast gekomen als biseksueel. De song gaat over een homoseksuele relatie waarin een van beide partners met een meisje danst en de andere geruststelt. De videoclip werd geweigerd door de BBC en de single werd in de VS niet uitgebracht vanwege te geriskeerd. Hij wordt wel algemeen gezien als een mijlpaal in 's mans carrière.
Gilbert O'Sullivan bleef maar hitsingles uit zijn mouw schudden. Hij gooide zijn pet en zijn bretellen weg, liet zijn haar groeien en weg was zijn imago van schooier uit een of andere film van Charlie Chaplin. Dit is zijn single die in september 1972 in onze hitparade stond, met een knoert van een onomatopee in de titel en meteen een tongbreker voor menig deejay.
Norman Smith was nog geluidstechnicus geweest in de Abbey Road-studio's. Zo werkte hij met The Beatles, Pink Floyd, The Pretty Things en Barclay James Harvest. John Lennon gaf hem ooit de bijnaam "Normal". Smith had "Hurricane" gekozen als artiestennaam omdat zijn stem klonk als een orkaan. En inderdaad, echt mooi gezongen is dit niet maar de saxofoon mag er best wel zijn. In september 1972 was deze single dan ook een van de 30 best verkochte plaatjes in onze contreien.
Mijn tijdelijke job bij een reisagentschap tijdens de maand augustus 1972 was met succes afgelopen, maar het was niet makkelijk ander werk te vinden zolang mijn legerdienst niet was vervuld. Gelukkig kreeg ik in september een uitnodiging voor "3 dagen Klein Kasteeltje". De keuring was na anderhalve dag al afgelopen en ik moest nog een paar maanden geduld uitoefenen. De tijd van studeren was in elk geval afgelopen en Vincent Furnier maakte dat dan ook duidelijk via de radiogolven.
Samen met Willy Delabastita van Omroep Antwerpen was deze dansplaat ook een van mijn favorieten uit september 1972. De single werd grijsgedraaid in de jeugdhuizen en discotheken en mijn verloofde en ik konden onze danskunstjes dan ook wekelijks bijschaven op deze funky tonen. Hit it!
De single werd later omstreeks 1977, in volle discoperiode, nog eens uitgebracht.
Ondertussen zijn we aangekomen in de periode eind juli/begin augustus 1972 met deze Nederlandse band uit Zaandam, waarvan de sound mij herinnerde aan 'The Greatest Show On Earth' ("Real Cool World"). Droevig verhaal over de welbekende olifant maar de blazerssectie imiteert perfect het geluid van de dikhuid. Sorry, Jumbo!
En plots stond iedereen te huppelen op de tonen van 'Pop Corn', een oude song uit 1969 geschreven door Gershon Kingsley. Er waren verschillende versies in omloop, waaronder ook die van 'Hot Butter' maar het was die van Anarchic System die het pleit won en het meest gedraaid werd in augustus 1972. De synthesizer was goed op weg om de gitaar in de popmuziek te verdringen. En wat zal het zijn: popcorn met suiker of met zout?
De originele song uit 1969:
Nog een beetje gepofte maïs:
Deze zomertrein van de Nederlandse band 'Sandy Coast' kwam, ondersteund met een melancholische mondharmonica, de BRT Top-30 van begin augustus 1972 binnengereden. In 1974 splitte de groep en richtten de broers Hans en Jan Vermeulen 'Rainbow Train' op. Tuut zei de trein en het station vertrok...
Deze populaire en melancholische song over een zomerliefde werd geschreven door Peter Udell en Gary Geld. De originele uitvoering van The Four Voices uit 1960 was geen hit maar de cover van Brian Hyland uit 1962 wel. In 1968 nam Gary Lewis, de zoon van de Amerikaanse komiek Jerry, met zijn Playboys ook een versie op maar de jongeren onder ons herinneren zich vast en zeker nog die van Jason Donovan uit 1989. In augustus 1972 had Bobby Vinton alweer succes met deze slow.