Vogels en Natuur in Friesland
Inhoud blog
  • Nieuwsbrief 64 Vogelnieuws Leeuwarder Courant.
  • Nieuwsbrief 63 Vogelnieuws Leeuwarder Courant.
  • Nieuwsbrief 62 Vogelnieuws Leeuwarder Courant.
  • Nieuwsbrief 61 Vogelnieuws Leeuwarder Courant.
  • Nieuwsbrief 60 Vogelnieuws Leeuwarder Courant.
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Vrijwillig Wetenschappelijk Onderzoeker
    27-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuwsbrief 11 Vogelnieuws Leeuwarder Courant.

    Boerenzwaluwen hebben ook in voorjaar 2022 overlast van stof en zandstormen.

    Op 15 maart 2022 werd een pluim van Saharastof uit Noord-Afrika en over de Middellandse Zee naar West-Europa geblazen. Net in een periode dat boerenzwaluwen en andere zangers (lange afstandstrekkers) op weg zijn naar hun broedgebieden in Europa. Het stof kleurde op veel plaatsen in Europa de lucht oranje en bedekte steden en dorpen. Het vermindert de luchtkwaliteit en door regen kwam het op veel plekken naar beneden.

     Foto © NASA 15 maart 2022

    Hele gebieden met stofwolken Sahara-zand in Portugal, Spanje en Frankrijk werden via zuidelijke winden (atmosferische rivieren) naar ons land gevoerd.

     Informatie van NASA.

    We wisten al dat stof en zandstormen in de Sahara voor veel overlast kunnen zorgen bij ons in voor en najaar. Helaas was het dit voorjaar weer het geval. Via luchtstromingen (“Atmosferische rivieren “genoemd door NASA) komen zowel vocht/regen en stof via stormen snel in Europa. Volgens NASA hebben “heeft 78 procent van de atmosferische rivieren boven Noordwest-Afrika de afgelopen vier decennia geleid tot extreme stofgebeurtenissen boven Europa”.  Dat betekent dat de afgelopen periode van 4 x 10 jaar (1980-2020!) we steeds meer met deze ontwikkeling te maken hebben gehad.  Misschien toevallig; Maar hebben we niet toevallig (?) sinds de tachtiger jaren te maken met langzaam slechter wordende omstandigheden voor al onze lange afstandstrekkers van en naar Afrika? 

    Kijken we nu naar de recente foto’s van NASA van 14 en 15 maart (hieronder) dan zien we dat net in die gebieden waar veel van onze Nederlandse /Friese boerenzwaluwen proberen te overwinteren) en hun veren pakket ruien (Nigeria/Ghana /Ivoorkust /Sierra Leone/ Burkine Faso/ Centraal African Republiek/ Congo ook de extreme stofstormen voorkomen.

    Foto © NASA 14 - 15 maart 2022

    De stof en zandstormen van 14 en 15 maart in Midden-Afrika worden door de GEOS-5 van NASA aangeven waar ze plaatsvinden en dat is net in het gebied waar onze Nederlandse boerenzwaluwen trachten te overwinteren.

    Volgens NASA waait er meer dan 100 miljoen ton stof uit Noord-Afrika, opgetild uit de Saharawoestijn door sterke seizoens winden. Dit gebeurt een paar keer per jaar.  Het stof speelt een belangrijke rol in het klimaat en de biologische systemen van de aarde. Het bemest onder anderen oceaanecosystemen met ijzer en andere mineralen die planten en fytoplankton nodig hebben voor de groei. Deze stof en zandstormen tasten echter ook de hoeveelheid zonlicht en de luchtkwaliteit aan. Verder kan het leiden tot verdonkering van de sneeuwlaag waardoor de reflectie (ook albedo genoemd) van de sneeuw met 40% daalt en het oppervlak verwarmt (sneeuw smelt). Volgens NASA verminderde dit in 2021 de sneeuwdiepte in de Alpen met de helft in minder dan een maand.

    Kan me voorstellen dat ook vogels (ook vlinders) gebruik maken van deze luchtstromingen (“Atmosferische rivieren “) om zich zo economisch snel te verplaatsen. Volgens mij is de Rosse grutto daar een van.

    De natuur trekt zijn eigen wegen.

     Referenties en bronnen (van NASA).

    - Africa Times (2022, 15 maart) Sahara-stofexplosies over Noord-Afrika en Europa . Geraadpleegd op 16 maart 2022.

    - Chakraborty, S., et al. (2021) Uitbreiding van het concept van atmosferische rivieren tot aerosolen: gevolgen voor klimaat en luchtkwaliteit . Geofysische onderzoeksbrieven, 48, e2020GL091827.

    - Copernicus Atmosphere Monitoring Service (2022, 16 maart) Copernicus: CAMS bewaakt het stoftransport in de Sahara door West- en Midden-Europa . Geraadpleegd op 16 maart 2022.

    - Francis, D., et al. (2022) Atmosferische rivieren zorgen voor uitzonderlijk stoftransport uit de Sahara naar Europa . Atmosferisch onderzoek, 266, 105959.

    - Magnusson, L., et al. (2021) Sahara-stofgebeurtenissen in het voorjaar van 2021 . Europees centrum voor weersvoorspellingen op middellange termijn. Geraadpleegd op 16 maart 2022.

    - Murcia Today (2022, 14 maart) Saharastof verft Murcia en Alicante Sky Orange . Geraadpleegd op 16 maart 2022.

    - NASA Earth Observatory (2021, 22 juni) African Dust bezoekt Europa .

    - NASA Earth Observatory (2021, 19 februari) Saharastof op weg naar Europa .

    - NASA Earth Observatory (2018, 27 maart) Saharastof maakt oranje sneeuw .

    - NASA Earth Observatory (2011, 8 april) Saharastof naar Europa .

     Jan de Jong ,24 maart 2022.


    Aankomst boerenzwaluwen in 2022.

    Rond deze tijd komen de eerste boerenzwaluwen weer terug in ons land. We zijn erg benieuwd wanneer U ze weer tegenkomt in dorp of stad. Voor de statistiek houden we graag bij wanneer de eerste broedvogels weer terug zijn in stallen en schurenVaak zie je de boerenzwaluw al enkele dagen ervoor wat rondvliegen, doch dit kunnen dan best geen “eigen” broedvogels uit de schuur, ligbox of garage zijn die bij U altijd broeden. Doch ook zwaluwen van elders kunnen nog aan het voedsel zoeken zijn ver van hun broed of geboortegrond. Graag hoor ik dan ook de aankomstdatum en het aantal terugkerende boerenzwaluwen op de broedplaats. Meldingen graag voorzien van naam en adres, en waar mogelijk het aantal jaarlijkse broedparen. Bij voorbaat mijn hartelijke dank. Ook losse meldingen van eerste boerenzwaluwen zijn welkom. Meldingen kunnen zowel schriftelijk als telefonisch of per email worden opgegeven aan; Jan de Jong E.A. Borgerstraat 66 8501 NG Joure. Tel. 0513-414788. Email;j.d.jonglc@home.nl

    Vroege meerkoet in Franeker.

     Op 15 maart kreeg ik van Willem van der Meulen uit Franeker een berichtje dat bij de voormalige psychiatrische inrichting daar al tien dagen een meerkoet zat te broeden. Dat is vroeg. Meestal beginnen ze pas begin april met de eerste eieren. Doch door de steeds zachter wordende winters (invloed klimaat) passen meerkoeten zich wat aan. Ook late legsels komen voor. Zo werd op 7 december 2021 nog een nest met 4 eieren van de meerkoet gevonden in vaart bij het MCL in Leeuwarden door A. Terpstra uit Sint Anna Parochie. Helaas heeft het nest het niet gehaald. Zo meldde Jeroen Breidenbach uit Leeuwarden me op 15 januari. Het nest was een stuk verdreven omdat het niet verankerd was en lag in de hoek van de sloot bij het MCL.

    © Jeroen Breidenbach Leeuwarden.

    Meerkoetnest leeg en naar de hoek van de vaart rechts afgedreven (zonder jongen) bij het MCL Leeuwarden.

    Bij het nazien van oude aantekeningen en jeugdherinneringen kwam plots het verhaal wat ik als jongen had gehoord van een plaatselijke broodjager.  Een raadsel van een veldwachter en de slimme eierraper dat toen mening eierzoeker in die tijd (vlak na de 2e wereldoorlog) bezighield.  Hieronder het verhaal en de ontknoping.


    Een veldwachter en een slimme eierraper.

    Opgetekend door Jan de Jong

     Een kort en waar gebeurd verhaal.

     Van uit mijn jeugdjaren weet ik me nog te herinneren dat de eieren van wilde eenden maar ook van meerkoeten in het Lage Midden en zuiden van Friesland na de tweede wereldoorlog (1940-45), tot wel diep in de zestiger jaren, nog werden gezocht en gegeten. Ook vóór de tweede wereldoorlog werden de eieren van de meerkoet gezocht en als eiwit aanvulling op het dagelijkse voedsel gegeten. Dit tot ergernis van de plaatselijke veldpolitie die probeerde de illegale rapers te betrappen en te bekeuren.  Vroeger had je meer eendeneizoekers dan kievitseizoekers.  Zo weet ik me nog een voorval te herinneren uit mijn jeugd (rond de zestiger jaren) verteld door een plaatselijke broodjager. Een keer werd de eierraper bijna betrapt doch door een gelukkige omstandigheid wist ie zich er toch nog uit te redden.

     In en voor de 2e wereld oorlog werd op het zoeken naar eenden en meerkoeteieren wat minder toegekeken. Toch kende de plaatselijke veldwachter in de omgeving van Rohel (bij het Tjeukemeer) wel de mensen die naar deze eieren zochten. Vaak werden regelmatig dan ook rapers betrapt op het meenemen van deze eieren. Toch was de veldwachter gebrand om één van die rapers (beter bekend als alias Jan van Jel) op hederdaad  te betrappen en te verbaliseren. Doch dit gelukte hem niet, ook na de 2e wereldoorlog niet. Het bleef een raadsel.  Een plaatselijke broodjager vertelde me dat Jan van Jel (later in het stuk Jan genoemd) altijd vroeg op pad was en de veldwachter dus vroeg uit de veren moest om hem te betrappen. Ik heb Jan ook persoonlijk gekend, hij woonde vlak bij ons in Vierhuis aan de vaart.  De broodjager kwam er na jaren achter hoe de slimme eierraper steeds aan de veldwachter wist te ontkomen. Tijdens mijn jeugd kwam ik regelmatig bij deze broodjager daar hij ook beroepsvisser was op het Tjeukemeer en bij een van deze bezoeken kwam ik door vragen hoe zoiets toch kan aan de weet.  

    Het verhaal.

    Vaak was de veldwachter al te laat en kwam Jan alweer terug uit het veld. Tijdens een van zijn controles kwam de veldwachter Jan tegen.  De veldwachter vroeg hem; Jan wat moest jij vanmorgen zo vroeg in het veld?.  Jan antwoorde dan steevast; Ik was op zoek naar kievitseieren, maar helaas kon ik er deze keer geen een vinden. De veldwachter vroeg dan of hij dan ook wel even onder zijn alpinopet, in de broekzakken en in de jaszakken mocht kijken of hij ook andere eieren bij zich had. Ja, natuurlijk zei Jan op vriendelijke toon. De veldwachter kreeg de alpinopet aangereikt. Daar zaten geen eieren in. Wel zat er aan de buitenzijde van de achterkant van de pet een spijker in de rand van de alpino pet. De veldwachter vroeg hem; wat moet jij met een spijker in de pet Jan?  Nou zei Jan dan; die heb ik er ingestoken omdat de pet me eigenlijk wat te groot is en als ik die spijker er insteek is de pet wat kleiner en past ie beter op mijn hoofd. Want ja, die kievitseieren zijn maar klein en zouden er zo uit kunnen rollen bij een te grote pet, en dat zou zonde zijn. Ja, natuurlijk zei de veldwachter, maar meteen daarachteraan, ik zou ook graag jouw broek en jaszakken wel eens willen controleren of de eieren daar in zitten.  Moet dat dan, ik draag eieren altijd onder de pet antwoorde Jan. De broekzakken werden geleegd; een zakdoek, wat touw, zakmes en een kapotte kam kwamen tevoorschijn.  Ook in de broekzakken geen eieren.  Dan nu maar de jas even controleren zei de veldwachter. Dat kan zei Jan. Hij haalde een grote fles uit de lange jas en gaf de veldwachter de jas om deze te laten controleren. In de jas zat een oude doek die niet al te fris meer ruikte, maar geen eieren. Wat zit er in die fles Jan? O, deze zei Jan daar zit mijn “Beerenburg” (drank) in. Ik neem die altijd mee het veld in want morgens is het toch nog vrij koud als ik achter een hek zit om de kieviten te observerend, dan heb ik even een hartversterkertje nodig. Of wilde jij ook een slokje veldwachter? De veldwachter keek Jan aan en zei; nee dank je Jan, ik drink niet in diensttijd. Hier is je jas terug en als je weet wie die eenden en meerkoeteieren langs de ruige slootkanten en in de petgaten raapt dan wil ik het wel van jou weten. Jan pakte de jas weer aan en stopte de Beerenburg fles weer terug en groette de veldwachter met de woorden; veel succes veldwachter met het vinden van de eierrapers. De veldwachter gromde dan wat en zei; Ja dat hoop ik ook Jan!

     Vaak herhaalde zich het tafereel van aanhouden en controleren zich gedurende een lange periode daar de veldwachter Jan ervan verdacht dat ie toch op een of andere manier de eendeneieren meenam. Misschien had ie ze dan wel ergens verstopt. Op een ochtend ging de veldwachter wel heel erg vroeg uit bed en zei tegen zijn vrouw; ik wil nu de eendenei-raper wel eens te vroeg af zijn en hem op hederdaad betrappen. Nog in donker arriveerde de veldwachter op de fiets en hield zich schuil achter een hek. De fiets wat weggestopt aan de kant van de sloot. Het was die ochtend wat heiig over het veld en de veldwachter hield op gepaste afstand van Jan zijn woning in de gaten zodat hij nog net het erf kon onderscheiden. En nu maar afwachten of Jan op pad zou gaan. Na een tijdje werd het al maar kouder achter het hek en de veldwachter dacht; eigenlijk geen gek idee van Jan om toch maar een fles Beerenburg mee te nemen om het wat warmer te houden.

    Toen de veldwachter bijna op het punt stond om de missie toch maar op te geven zag hij in de schemering dat er beweging was bij de achterdeur van Jan zijn woning. Zou hij er toch nog op uit gaan? Nadat de schapen werden voorzien van wat hooi stond Jan nog even achter huis en keek naar het petgatengebied dat dicht achter huis lag. Daar had hij in de loop der jaren al heel wat eenden en meerkoeteieren gevonden. Ze smaakten best.  In een klein stukje moeras met trilveen moest toch nog een eendenest liggen, de vorige keer kon ie het nest niet vinden, doch het vrouwtje wilde eend kwam daar wel weg uit die omgeving. Zeker steeds van het nest geslopen en een stukje verder opgevlogen uit het water van het petgat. Toch maar eens kijken of ie het nest nu kon vinden, jas (met fles) en laarzen uit het klompenhok gepakt en er op uit.  De veldwachter dacht dat Jan weer in huis ging en stond al op het punt om op te staan toen ie nog net zag dat Jan wegglipte. Met de polsstok sprong Jan met een flinke aanloop over de sloot en liep richting het petgat.  De veldwachter zag dat en wreef zich eens in de al maar kouder wordende handen en dacht; It giet oan. Zou hij dan eindelijk Jan op hederdaad kunnen betrappen?

    Toen Jan over de sloot sprong zag ie nog net in zijn ooghoeken dat er een kievit verschrikt opvloog van de greppelkant van de derde eker op het weiland. Zou dan daar toch nog de eieren van het kievit legsel wat hij nooit kon vinden liggen? De locatie goed in de gaten houdend waar de kievit opvloog liep hij in rechte lijn naar de plek waar hij dacht dat de kievit was opgevlogen. Bij de plek aangekomen, gooide Jan zijn pet op het grasland neer en zocht dan ook geruime tijd in een steeds wijder wordende kring om de pet naar het nest. De veldwachter zag ook dat Jan nu aan het kievitsei zoeken was en dacht nog; zou hij dan toch de waarheid spreken?  Jan die moeite had om kievitseieren te vinden (hij had daar vaak minder geduld voor) wilde het eigenlijk voor gezien houden toen hij vlak voordat hij zijn alpinopet opraapte het nest met vier eieren zag liggen. Ha eindelijk dacht Jan, nu heb ik ze dan toch gevonden. Snel bukkend, een broedsje nog wel, (zijn eerste) en de eieren in de pet. Voorzichtig de pet met de vier eieren opgezet en zijn weg vervolgend naar het trilveen waar waarschijnlijk nog een nest met eieren op hem wachtte.

    Foto © Bart Rijpma

     Daar lag het prachtige mooie broedsje van de kievit wat Jan zijn eerste was.

     Klimmend over hekken en over smalle slootjes met een pet met vier kievitseieren eronder bereikte hij het trilveen. De veldwachter bleef Jan op gepaste afstand volgen en zag dat hij zich nu naar trilveen begaf. Jan hoorde het mannetje wilde eend al roepen in de plas en stapte flink door.

    Foto © Bart Kisteman.

    Het mannetje van de wilde eend  liet met zachte kwaakgeluiden weten dat er onraad op komst was zodat  het vrouwtje het nest voorzichtig kon verlaten.

      Daar bij wat zeggenpollen aan de rand van het petgat vloog het vrouwtje eend plotseling vlak voor Jan op. Jan schrok enorm. Het laatste kleine stukje moest ie wel wat voorzichtig aandoen want de bovenlaag van het trilveen was daar dun en je kon daar er zo maar doorzakken. Bij de plek aangekomen zag hij het nest al zitten tussen twee zeggenpollen in, mooi veilig en droog. Er lagen zeker acht eieren in.  Ook de veldwachter had gezien dat Jan naar de plek ging waar het vrouwtje wilde eend opvloog. Nu heb ik hem dan toch op hederdaad betrapt dacht de veldwachter op dat moment, eindelijk na zoveel jaren!  Jan had zich inmiddels gebukt en de pet naast zich naar gelegd. De Beerenburg fles kwam tevoorschijn! Het duurde nog zeker een vijf a zes minuten voor Jan weer opstond en de pet met eieren weer opzette. De veldwachter had al die tijd gewacht en kwam plotseling van achter een hek tevoorschijn en zag dat Jan weer over het trilveen terugkwam. Jan was geschrokken dat de veldwachter hem had gezien maar vervolgde zijn weg toch maar en liep de veldwachter tegemoet.

     Zo Jan, dan heb ik jou dan eindelijk betrapt! Goedemorgen veldwachter: U bent er ook vroeg bij, zei Jan. Jazeker Jan, maar jij bent erbij!  Jan keek hem met een paar verbaasde ogen aan en zei; maar veldwachter hoe kom je daar nu bij? Veldwachter lachte en zei; ja Jan hier red je jou niet uit! Laat de eieren maar zien die je gepakt hebt. Ik hem alléén vier kievitseieren antwoorde Jan en haalde voorzichtig zijn pet van het hoofd en liet de vier kievitseieren zien. Jan, zo red je jou er niet uit, maak je zakken maar leeg en leg de eendeneieren terug in het nest. Ik heb ze echt niet zei Jan, je mag alles wel controleren, je vindt toch verder geen ei.

    De veldwachter controleerde de broekzakken en trof geen ei aan. Jan deed de jas uit en pakte zijn Beerenburg fles eruit en zei deze jas mag je ook wel bekijken. De veldwachter, al wat vreemd opkijkend dat hij nog steeds geen eieren aantrof zei; Jan, waar heb je die eieren gelaten, ik heb duidelijk gezien dat je op de knieën een tijdje bij het eendennest hebt gezeten. Jan zei; dat zal ik je uitleggen als je wat tot bedaren komt.

    Wel nu zei Jan; Toen ik vanmorgen de schapen wat te eten had gegeven meende ik dat ik een kievit hoorde. Al een tijdje verbleef er een paartje achter huis op de landerijen en al die tijd had ik nog steeds het nest niet kunnen vinden. Toch maar een poging gedaan vanmorgen, want ja om eieren te vinden moet je er vroeg bij zijn veldwachter. De veldwachter keek hem aan met een blik van ja dat weet ik maar al te goed.

    Jan vervolgde zijn verhaal en de veldwachter begon al wat tegen te strubbelen en zei; ja dat weet ik allemaal wel Jan, ik heb gezien dat jij die kievitseieren daar geraapt hebt. Ik wil graag weten waar jij die eendeneieren verstopt hebt! Maar veldwachter ik heb geen eendeneieren verstopt zei Jan. Toen ik bij het trilveen aankwam realiseerde ik me dat ik een legsel van vier kievitseieren had gevonden en dat ik niet gecontroleerd had of de eieren al reeds bebroed waren. Dus liep ik naar de oever van het petgat over het trilveen en wilde de kievitseieren daar controleren of ze nog vers waren. Dit was me eens gezegd door een broodjager die ook altijd naar kievitseieren zocht. Vlak voordat ik bij de rand van het petgat was vloog die eend voor me van het nest. Ik heb toen voorzichtig de pet van mijn hoofd gezet, en nam eerst even een “slokje” uit de fles om wat van de schrik te bekomen. Ja Jan dat zal wel, ik weet dat je graag een slokje neemt in het veld, had er zelf vanmorgen ook wel een kunnen gebruiken daar ik een hele tijd achter een hek heb gezeten om je te betrappen. Vertel me nu eerst maar waar die eendeneieren zijn. Nou zei Jan, simpel die liggen allemaal nog in het nest. Na dat ik ze bekeken had (wat zijn ze toch groot hé veldwachter) heb ik het nestje weer met het dons van het nest bedekt zodat ze niet door een vliegende rover gepakt zouden worden. De bruine kiekendief is hier elke dag en struint menig plekje af naar prooien.

    Dat geloof ik niet Jan zei de veldwachter. Nou zei Jan dan moeten we het nest dan nog maar eens bezoeken wat ik eigenlijk niet goed vind omdat het vrouwtje wilde eend nog steeds in de buurt is. Ik geloof jou niet Jan en wil het nest toch zien zei de veldwachter. Beiden gingen voorzichtig naar het nest. Veldwachter zei Jan, denkt U er wel om niet alle dons van het nest met eieren te halen omdat anders de eend het nest kan verlaten. Schuif het dons wat aan de kant met een rietstengel en controleer maar of de je de eieren ziet, er moet zeker acht in liggen. De veldwachter zei tegen Jan; ga maar wat naar achteren ik wil niet dat je me hier in de plop duwt!

     Jan ging naar wat naar achteren en de veldwachter naderde het nest. Voorzichtig met een riet schoof hij het dons wat aan de kant, en…… warempel daar zag hij al enkele eieren stijf tegen elkaar aanliggen door al het eenden dons. Verbaast keek hij naar de witte schalen. Jan had gelijk de eieren liggen nog in het nest. Snel vroeg Jan; en veldwachter klopt het?  Ja Jan, ik heb enkele eieren gezien. Nou doe dan voorzichtig het rest van het dons er maar weer over met het rietje en laten we hier dan snel vertrekken antwoorde Jan.  Zogezegd zo gedaan, de veldwachter dekte de eieren weer toe en liep voorzichtig terug. Geloof je me nu veldwachter vroeg Jan nog.  De veldwachter was nog beduusd hetgeen hij met eigen ogen had gezien en keek Jan met ongeloof aan. Hij was er dan toch zo zelf van overtuigd dat Jan de eieren had gepakt, hij had hem toch een tijdje hier zien zitten bij het eendenest. Ja zei Jan dat deed ik om de kievitseieren te controleren snap je? De veldwachter had daarop geen antwoord. Samen liepen ze nog terug naar de weg en de veldwachter maakte nog zijn excuus dat hij Jan van het rapen van eendeneieren had beschuldigd.  Hindert niet zei Jan, jij hebt nu zelf ook ondervonden dat het in de vroege ochtend toch nog flink koud kan zijn, ik zou toch maar overwegen om wat warms mee te nemen. Een slokje “beerenburg” kan niet maar een flinke kan met warme koffie in de fietstas zou wel kunnen. De veldwachter lachte en zei dat ie wel eens gelijk kon hebben. Bij de weg aangekomen namen ze afscheidt met een groet. Thuis gekomen vroeg de vrouw van de veldwachter of ie nou de eierraper had gepakt. Nee, helaas niet vrouw, ik neem een volgend keer als ik weer eens zo vroeg wegga toch maar een warme kan met koffie mee. Sinds die tijd heeft de veldwachter nog vele eendeneirapers gepakt en geverbaliseerd maar nooit heeft hij de slimme Jan kunnen betrappen op het bezit van eendeneieren.

       Tot zover het verhaal wat de broodjager me vertelde.

    Ik vroeg de broodjager hoe “Jan van Jel”, zo noemden wij hem altijd, dan wel aan zijn eendeneieren kwam en waarom de veldwachter hem al die tijd nooit heeft kunnen betrappen.  Nou zei de broodjager daar was ik ook benieuwd naar omdat ik steeds hoorde dat anderen wel betrapt werden maar de slimme Jan niet.  Na jaren wachten ging de veldwachter bijna met pensioen en nog steeds was het raadsel niet opgelost. Toch ben ik het te weten gekomen zei de broodjager.  Toen Jan al wat ouder werd en steeds minder in het veld kwam trok ik als broodjager de stoute schoenen aan en bracht een bezoekje aan Jan nadat ik de ronde in het veld had gedaan met het jachtgeweer op de schouder. Jan was bezig op zijn kampje grasland met de schapen.  Even een praatje over het wild in het veld over kieviten, grutto’s, reeen en de eenden stand in en rond de petgaten. Zo kwam het ter sprake dat er in de loop der jaren heel wat eendeneirapers gepakt waren en dat de veldwachter nu bijna met pensioen ging. Eentje had de veldwachter hem toevertrouwd heeft hij nooit kunnen pakken zei de broodjager.   De ogen van Jan glunderden en hij lachte toen. Of weet jij meer zei de broodjager. Dat was ik zei Jan toen. Maar hoe heb je dat altijd geheim kunnen houden Jan. Onder de ogen van de veldwachter eieren meenemen en toch niet gepakt worden.  Jan keek hem onderzoekend aan en zag dat hij de broodjager wel kon vertrouwen. Ik wil het je wel vertellen doch je moet mij beloven dat je het zolang de veldwachter nog dienst heeft en ik niet meer het veld in ga als dat niet meer kan het geheim zal houden. Dat beloofde de broodjager.

     De ontknoping.

     Wel nu zei Jan en pakte zijn alpinopet. In de pet zat nog steeds een lange (nu nieuwe) spijker achter in de rand. Deze heb ik altijd bij me als ik het veld in ga.  De alpinopet is me altijd wat te groot en daarom steek ik er spijker door achter in de rand. De broodjager keek naar de pet en antwoorde; met een spijker in jouw pet vroeg hij nog eens? Wat doe je met een spijker in de pet als je toch een ander maat alpinopet kan kopen, zo duur zijn die petten toch niet? Klopt zei Jan, maar ik heb de veldwachter wijs gemaakt dat ik die spijker nodig had omdat anders bij een te grote pet de eieren er wel eens uit konden vallen. De broodjager zag het verband niet met de pet en die spijker en vroeg; hoe kon je de eieren dan meenemen terwijl de veldwachter je in de gaten hield.  Nou zei Jan lachend; Ik neem altijd een donkere oude beerenburg fles mee het veld in. Met deze fles en die spijker heb ik al heel wat eendeneieren kunnen binnenhalen.  Vond ik een nest met flink wat eieren dan prikte ik met de spijker op beide polen van de eieren een gat en blies de inhoud in de fles. Zo deed ik met alle eieren en lag ze dan soms weer leeg terug in het nest, ook toen ik bijna betrapt werd door de veldwachter. Ook toen ik bijna door de veldwachter betrapt werd had ik de eieren uitgeblazen, dat nam even tijd en was mijn geluk. De veldwachter maakte ik toen wijs dat ik de kievitseieren aan het controleren was (alle vier!), hij trapte daarin. Toch geloofde hij me niet en wilde het nest met eieren zien. Gelukkig had ik de eieren (uitgeblazen ) weer teruggelegd om de concurrentie een lesje te leren. Dat was mijn geluk. Als ik haast had en er veel concurrenten (rapers) aanwezig waren brak ik de eieren ook wel doch dit is een kliederboel. Vandaar dat ik ook altijd een oude doek in de jaszak had. Simpel was het maar het was altijd opletten niet ontdekt te worden. Vandaar de spijker in de alpinopet en de fles zogenaamde beerenburg in de jaszak. Zo deed hij ook met eieren van meerkoet en werd nimmer gepakt met deze slimme combinatie omdat ik bekend stond als iemand die wel een slokje lust. Als ie dan thuiskwam nam hij de koekenpan en vulde de fles met een beetje zout, schudde deze, en bakte zo diverse eieren tot een omelet voor op brood of tijdens de maaltijd.

     Slimme Jan (“Jan van Jel”) is al jaren geleden overleden en de veldwachter is er ook al niet meer.

     Dit verhaal schoot me te binnen toen ik de meldingen van de eerste eieren van wilde eenden en meerkoeten binnen kreeg en heb het hierbij uitgewerkt en opgetekend. Heeft U ook zo’n “natuurverhaal “dat zich echt heeft afgespeeld laat het ons dan even weten.

     26 maart 2022.

    Jan de Jong, Joure.

    E.A. Borgerstraat 66

    8501 NG Joure.

    Tel. 0513-414788

    E: j.d.jonglc@home.nl

     Vogelkundig medewerker Leeuwarder Courant (sinds 1977).

    27-03-2022, 11:23 Geschreven door Jan de Jong, Joure
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuwsbrief 10 Vogelnieuws Leeuwarder Courant.

    Nieuwsbrief 10 Vogelnieuws Leeuwarder Courant.

    Witte kwikstaart overwintert vaker.

    De witte kwikstaart is een soort die in zwakke winters in Friesland steeds vaker wordt gezien. Kennelijk overwinteren er in ons land steeds meer vogels door de zachte winters. De herkomst van deze recente overwinteraars is echter nog onbekend. Dit jaar werden in de maanden januari en februari echter op veel plaatsen in de provincie Friesland witte kwikstaarten gezien, soms meerdere bijeen.

    Foto © Jan van Wijngaarden

    Steeds meer witte kwikstaarten overwinteren in Friesland door de zachte winters.

    06 januari 2022.  8 bij de Grote Wielen bij Leeuwarden (Koos Klijnsma).

    17 januari 2022.  14 in het Lauwersmeer (Theo Bakker).

    24 januari 2022.  7 te Oosterwolde (Rudie Huiting).

    02 februari 2022. 12 te Oosterwolde (Lex Wieringa.

    Meer meldingen uit januari en februari dit jaar verspreidt over de provincie kwamen o.a. uit; Oudemirdum, Feanwâlden, Surhuizum, Beetsterzwaag, Stiens, Leeuwarden, Buitenpost, Bakkeveen, Ferwerd, Harlingen, Kootstertille, Opeinde, Makkum, etc.  

    Mogelijk zijn deze “wintervogels” meer afkomstig van wat noordelijker gelegen broedgebieden.  Normaal keert de soort bij ns in Friesland rond de eerste/tweede decade van maart terug uit Zuid-Europa (Spanje/ Portugal) en de Noord Afrikaanse westkust (Marokko). De echte terugkeer van “onze” eigen broedvogels komt door deze toegenomen recent overwinteraars minder goed in beeld.  Toch zijn er aanwijzingen zoals de melding van Ita Spoelman uit Berlikum.  Op 3 maart zag ze dat de witte kwikstaart weer terug was bij haar huis, de vogel zat druk te zingen op het dak. Vorig jaar had een paar daar een nest onder de zonnepanelen bij de buren. Ik ben dan ook benieuwd of de witte kwikstaart op meer plaatsen in Friesland begin maart al terug was op de broedplek. 

    Veel van de in Friesland in de omgeving van Kimswerd/Berlikum op slaapplaatsen (in kassen) geringde witte kwikstaarten in de jaren 1979-1981 zijn teruggemeld uit Marokko. Enkele voorbeelden uit het archief van het Vogeltrekstation in Wageningen (www.vogeltrekatlas.nl ).

     A…648119 op 13-8-1983 als eerste jaars geringd te Berlikum. 

    Vers dood teruggemeld op 3 december 1983 te Tiznit in Marokko.

     

    A…433124 op 4 juli 1981 als eerste jaars geringd te Berlikum.

    Op 8 november 1981 gemeld uit Echemmaia in Marokko.


    A…235736 op 27 augustus 1979 als volwassen geringd te Berlikum.

    Op 8 januari 1981vers dood te Jamaat Shaim in Marokko.


    A…408601 op 30 augustus 1980 als eerste jaars geringd te Kimswerd.

    Op 10 februari 1981 vers dood gemeld in Sidi Smail in Marokko.

    A…235682 op 3 september 1979 als eerste jaars geringd te Oosterbierum.

    Op 5 december 1979 gecontroleerd en los te Settat in Marokko.


    A…489548 op 29-8-1981 als eerste jaars geringd te Berlikum.

    Op 13 november 1981 gecontroleerd te Dar Bouazza in Marokko.


    A…356632 op 6 september 1979 als volwassen geringd te Kimswerd.

    Op 15 augustus 1989 vers dood gevonden onder Lahsasna in Marokko.

    Dit is meteen ook de oudste witte kwikstaart in ons land (9,9 jaar).


    A…592345 op 9 juli 1983 als volwassen geringd te Berlikum.

    Op 7 maart 1985 vers dood gevonden bij Ourtzagh in Marokko.

    Deze vogel was in maart dus nog in zijn overwintergebied in Marokko.


    Verder nog een opvallende vondst van een buitenlandse ring in Friesland.

    …2312651 op 7 januari 1976 geringd als volwassen man te Settat in Marokko.

    Op 14 mei 1976 vers dood gevonden te Rotstergaast.


    Er zijn weinig geringde witte kwikstaarten uit noordelijker gebieden gecontroleerd.

    Zo zijn o.a. deze twee meldingen bekend uit Denemarken;


    AG…07858 op 2 april 2004 als volwassen geringd te Lauwersoog.

    Op 10 juni 2004 dood gevonden te Hvide Sandre in Denemarken.


    DKC. …9101982 op 13 september 1967 als eerste jaars geringd te Naskov in Denemarken.

    Op 25 maart 1969 vers dood gevonden op Terschelling.

    Kokmeeuwen zwerven wat om.

     Uit de ringgegevens van kokmeeuwen die op de Tsjûkepolle in het Tjeukemeer geringd zijn als nestjong komen soms opmerkelijke zwerfgedragingen voor. Ik zal er eens twee uitlichten.

     NLA. …3738887. Geringd als nestjong op 26 mei 2016 op het Tjeukemeer op de Tsjûkepolle bij Oldeouwer. Teruggemeld op 6 februari 2022 in Zwolle in het winkelcentrum Westerholte te Zwolle.

    NLA. …2516729. Geringd als nestjong op 7 juni 2019 op het Tjeukemeer op de Tsjûkepolle bij Oldeouwer. Teruggemeld op 5 januari 2021 uit Montearagon, Toledo in Spanje.

    Foto © Jan de Jong

    Jonge kokmeeuwen hebben een opvallend vlekkerig dons kleed en zoeken wat beschutting bij brandnetels.

     De ene kokmeeuw in ons land en gaat niet ver weg (45 km) maar blijft in ons land in de wintermaanden in een winkelcentrum in Zwolle en de andere gaat wel naar het zuiden en verblijft zelfs in Spanje om daar te overwinteren (1643 km). Toch zijn het beide vogels van dezelfde geboortegrond (eilandje).  Ook bij vogels heb je dus individuen die meer in eigen omgeving blijven en vogels die de wijde wereld intrekken. We zien dit bij meer levensvormen. Ook onder de mensen heb je “huismussen” en “globetrotters”.  De kokmeeuw echter staat bekend om zijn zwerfgedrag. Vooral tijdens koude perioden komen er veel kokmeeuwen uit de noordelijke broedgebieden (Noorwegen, Zweden, Finland, Rusland) bij ons, of trekken nog verder naar het zuiden, om daar te overwinteren.

    Daar de winters van de afgelopen jaren steeds zachter zijn door de klimaatsverandering zou je denken dat wegtrekken van onze eigen broedvogels en jongen tijdens zacht winters niet of nauwelijks nodig zijn. 

    Foto © Jan de Jong.

    Kokmeeuwen broeden op stenen walbeschoeiing in het Tjeukemeer op Tsjûkepolle.

     

    Boerenzwaluwen zijn in aantocht.

     De Boerenzwaluwen zijn in aantocht! De eersten zijn al in Zuid Frankrijk gezien en de aantallen beginnen al aardig op te lopen. Naast de boerenzwaluwen vooral op Corsica ook al een sterke toename van huiszwaluwen.

    © www.trektellen.nl Kaart Frankrijk.

    De aantallen op Corsica (Trekstation Dunes de Prunete) ,met rode stip op kaart in de Middellandse Zee nemen vanaf 1 maart t/m 12 maart al flink toe.

     

    1 maart. 1 boerenzwaluw/geen huiszwaluw.

    2 maart. 3 boerenzwaluw/18 huiszwaluw.

    3 maart. 9 boerenzwaluw/12 huiszwaluw.

    4 maart. 16 boerenzwaluw/22 huiszwaluw.

    5 maart. 12 boerenzwaluw/34 huiszwaluw.

    6 maart. 7 boerenzwaluw/8 huiszwaluw.

    7 maart. 15 boerenzwaluw/52 huiszwaluw.

    8 maart. 25 boerenzwaluw/11 huiszwaluw.

    9 maart. 71 boerenzwaluw/158 huiszwaluw

    10 maart. 48 boerenzwaluw/96 huiszwaluw

    11 maart. 188 boerenzwaluw/130 huiszwaluw.

    12 maart. 215 boerenzwaluw/236 huiszwaluw.

     Door de oplopende aantallen boerenzwaluwen op Corsica (eiland) neem ik aan dat de terugkeer uit de overwintergebieden in gang is gezet

    Uit de aantallen op Corsica kunnen we opmerken dat de eerste boerenzwaluwen in aantocht zijn. Of het echter Friese vogels zijn is nog niet te zeggen. Dat moet blijken of ze straks sneller dan andere jaren terugkeren naar de broedschuren. Opvallend is dat er ook al veel huiszwaluwen aanwezig zijn op Corsica.

    © www.trektellen.nl Kaart Frankrijk.

    Trekstation Falaise de Leucate/rode stip (oostelijk Pyreneeën).

    Opvallend is dat op de trektelpost Falaise de Leucate in Zuid-Frankrijk (oostelijk Pyreneeën) veel minder boerenzwaluwen en huiszwaluwen zijn gezien dan op Corsica in dezelfde periode.

     1 maart. 1 boerenzwaluw/2 huiszwaluw.

    2 maart. 4 boerenzwaluw/1 huiszwaluw

    3 maart 0 boerenzwaluw/44 huiszwaluw

    4 maart. 4 boerenzwaluw/23 huiszwaluw

    5 maart. 1 boerenzwaluw/52 huiszwaluw

    6 maart. 11 boerenzwaluw/63 huiszwaluw

    7 maart. 4 boerenzwaluw/25 huiszwaluw

    8 maart. 8 boerenzwaluw/ 0 huiszwaluw

    9 maart. 5 boerenzwaluw/11 huiszwaluw

    10 maart. 3 boerenzwaluw/23 huiszwaluw

     

    Fenologie van de tjiftjaf verzameld.

     Op 10 maart ontving ik van Johannes Grondsma uit Gorredijk de melding dat hij die ochtend zijn eerste tjiftjaf dit jaar weer had gehoord om 8:45 uur bij het sportcentrum Kortezwaag in Gorredijk.  Uit de correspondentie bleek dat hij al sinds 1986 (!) de eerste meldingen van deze soort bijhoudt. Op mijn vraag of ie het lijstje nog heeft werd positief geantwoord en werd me dit toegezonden.Een mooie lijst van 1986-2022 met gegevens van de tjiftjaf. Reden genoeg om deze lijst eens te tonen en aan te geven hoe groot soms de spreiding in aankomst jaarlijks wel kan zijn.

     

    Tjiftjaf /Fenologie gegevens Johannes Grondsma Gorredijk

    Datum

    Soort

    Aantal

    Plaats

    Opmerkingen

    9-4-1986

    tjiftjaf

    1

    Joure

    Bij Douwe Egberts

    7-4-1987

    tjiftjaf

    1

    Joure

    bij Douwe Egberts

    25-3-1988

    tjiftjaf

    1

    Joure

    bij Douwe Egberts

    14-3-1989

    tjiftjaf

    1

    Joure

    Wildehornstersingel

    15-3-1990

    tjiftjaf

    1

    Joure

    ook 1 in Oudehaske aan Nannewijd

    20-3-1991

    tjiftjaf

    1

    Joure

    bij Douwe Egberts

    25-3-1992

    tjiftjaf

    2

    Sint Nicolaasga

    Vegelinbossen

    15-3-1993

    tjiftjaf

    3

    Sint Nicolaasga

    Vegelinbossen

    21-3-1994

    tjiftjaf

    1

    Joure

    bij Douwe Egberts

    12-3-1995

    tjiftjaf

    1

    Joure

    museumtuin

    5-4-1996

    tjiftjaf

    1

    Joure

    museumtuin

    9-3-1997

    tjiftjaf

    1

    Joure

    Heremastate

    10-3-1998

    tjiftjaf

    1

    Joure

    Overspitting

    16-3-1999

    tjiftjaf

    1

    Joure

    Overspitting 07:00 uur

    16-3-2000

    tjiftjaf

    1

    Joure

    bij Douwe Egberts

    29-3-2001

    tjiftjaf

    2

    Joure

    Vegelinsweg

    16-3-2002

    tjiftjaf

    1

    Schiermonnikoog

    Kobbeduinen

    18-3-2003

    tjiftjaf

    1

    Joure

    Jousterweg bij Douwe Egberts

    18-3-2004

    tjiftjaf

    1

    Joure

    Overspitting

    2005

    tjiftjaf

     

     

    geen gegevens

    29-3-2006

    tjiftjaf

    1

    Katlijk/Oranjewoud

    12:40 uur. Na nacht met matige ZW wind Temp.14 graden

    13-4-2007

    tjiftjaf

    1

    Joure

    in kom van Joure

    2008

    tjiftjaf

     

     

    geen gegevens

    21-3-2009

    tjiftjaf

    1

    Gorredijk

    Dwersfeart. 17:35 uur

    22-3-2010

    tjiftjaf

    1

    Leeuwarden

    Begraafplaats

    22-3-2011

    tjiftjaf

    1

    Leeuwarden

    Begraafplaats

    18-3-2012

    tjiftjaf

    1

    Gorredijk

    De Leijen. Bomen. Klaas Boersma

    6-4-2013

    tjiftjaf

    1

    De Deelen

    geen zang

    8-3-2014

    tjiftjaf

    1

    Gorredijk

    Dwersfeart. 10:00 uur

    18-3-2015

    tjiftjaf

    1

    Grou

    Oud Friesmahiem/De Warring

    23-3-2016

    tjiftjaf

    1

    Gorredijk

    Dwersfeart. Bosje

    11-3-2017

    tjiftjaf

    1

    Gorredijk

    Dwersfeart. 17:50 uur

    27-3-2018

    tjiftjaf

    1

    Gorredijk

    De Leijen 69

    9-3-2019

    tjiftjaf

    1

    Gorredijk

    Dwersfeart. 09:40 uur

    14-3-2020

    tjiftjaf

    1

    Gorredijk

    De Leijen 69

    22-3-2021

    tjiftjaf

    1

    Gorredijk

    Dwersfeart 10:05 uur

    10-3-2022

    tjiftjaf

    1

    Gorredijk

    De Leijen/sportcentrum Kortezwaag.

     

    Natuurlijk ziet en hoort de een de tjiftjaf vaak wat vroeger of later dan andere waarnemers.  Door nu jaarlijks je eigen 1e waarnemingen bij te houden krijg je een indruk wanneer je de eerste weer ziet of hoort. Uit jou lijst van vroege aankomsten kan je dan een Top 10 samenstellen. Hieronder het lijstje met de Top 10 van Johannes.

    Gemiddelde aankomst Top 10 is 11 maart (11,2).

    Top 10 1e tjiftjaf

      Meldingen Johannes Grondsma Gorredijk

    Datum

    Plaats

    1

    8-3-2014

    Gorredijk

    2

    9-3-1997

    Joure

    3

    9-3-2019

    Gorredijk

    4

    10-3-1998

    Joure

    5

    10-3-2022

    Gorredijk

    6

    11-3-2017

    Gorredijk

    7

    12-3-1995

    Joure

    8

    14-3-1989

    Joure

    9

    14-3-2020

    Gorredijk

    10

    15-3-1990

    Joure

                                                                                                                                                   Dergelijke fenologie lijstjes zullen er ongetwijfeld wel van veel meer vogelsoorten zijn onder de lezers.  Bijvoorbeeld van; fitis/ rietzanger/ kleine karekiet/ bosrietzanger/ bonte vliegenvanger/ grauwe vliegenvanger/ boerenzwaluw/ huiszwaluw/ koekoek/ visdief/ tuinfluiter/ spotvogel/ gekraagde roodstaart/ zanglijster/ blauwborst/ grasmus/ braamsluiper/ etc.

     

     Wie heeft er nog oude (aankomst) aantekeningen liggen en zou ze aan ons willen melden?

     Ik ben ontzettend benieuwd of er meer mensen aankomst lijstjes en lijstjes met 1e waarnemingen bijhouden. Ook van vlinders (citroenvlinder/ kleine vos/ atalanta/ dagpauwoog/ koolwitje/ etc.) zijn zeker de moeite waard.

     Joure, 13 maart 2022.

    Jan de Jong

    Vogelkundig medewerker Leeuwarder Courant.

    j.d.jonglc@home.nl

    0513-414788.

    14-03-2022, 00:00 Geschreven door Jan de Jong, Joure
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    26-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Broedvogels keren terug naar broedgebieden

    Nieuwsbrief 9 Vogelnieuws Leeuwarder Courant.

    door Jan de Jong

    Ransuilen kunnen al vroeg broeden.

    Treja Snelter uit Tjerkgaast ontdekte dat er al een tijdje een ransuil bij haar woning in de bebouwde kom aanwezig was. Vorig jaar zag ze hem daar ook al vanuit de woning op die plek. Op 3 februari waren er plotseling weer twee.  Mogelijk dat deze ransuilen al teruggekeerd zijn naar de broedplek. In de dichte begroeiing van de boom kunnen ze best een oud nest van een houtduif of ekster gaan betrekken.

    Foto © Treja Snelter, Tjerkgaast.

    3-12-2022. Ransuilen keren vaak snel terug naar hun broedgebied in zachte winter.

     

    De ransuil kan bij zwakke winters soms al vanaf half maart beginnen met het leggen van de eerste eieren. Begin maart kunnen ze al wel een territoria bezetten. Zo vond ik in mijn archief een vijftal meldingen in maart van ransuilen die al bij de nesten waren en of al eieren hadden. Op 8 maart 1979 zat er in Terhorne al eentje op oud eksternest (Hans Noppert).  Op 8 april 1984 ontdekte H. Smits uit Terkaple in een natuurgebiedje van Staatsbosbeheer bij zijn woonplaats in een oud zwart kraaiennest op 2 meter hoogte in een wilg een nest met 1 jong en 1 ei. Het nest werd door mij gecontroleerd en het jong bleek 6 a 7 dagen oud te zijn.  Bij een broedduur van gemiddeld 28 dagen en legselgrootte van 2 eieren moet het 1e ei rond 10 maart al gelegd zijn. Ransuilen leggen met een tussenpose van 2 dagen een ei en het vrouwtje begint na het leggen van het eerste ei te broeden.

    Foto © Archief Jan de Jong, Joure

    4-4-2014. Broedende ransuil op een oud kraaiennest in de gemeente De Fryske Marren.

     

    De ransuil broedt steeds vaker in de bebouwde kommen van stad en dorp. Dit doen ze om zich te beschermen in de meer beschutte bebouwde kommen tegen de flink toegenomen populatie van haviken. Haviken jagen nogal eens op de ransuil. Vaak zoeken ransuilen oude zwarte kraai, ekster of houdduif nesten op in de meer dichte begroeiing. Zodra de vogels zitten te broeden vallen ze door hun nachtelijke leefwijze overdag zelden op. Tegen de avond zoeken ze vaak voedsel (muizen) en worden dan actief. Doch zodra er jongen zijn kunnen deze overdag in en de schemerig ook worden gehoord als ze bedelen om voedsel. Ik ben dan ook benieuwd of er na deze zwakke winter op meer plaatsen al ransuilen zitten te broeden.

     

    Speciale nestkast voor de boerenzwaluw. 

    De boerenzwaluw zal ook dit voorjaar wel weer vroeg terug zijn op de broedplek. De mannetjes keren dan    vaak als eersten weer naar hun oude nesten terug en bezetten dan de geschiktste broedplekken. Vaak zijn dat plekken die niet erg beschermd zijn tegen predatoren (uilen, ratten, steenmarters, sperwers, gaaien etc.). Jaren terug maakte ik eens enkele speciale nestkastjes voor boerenzwaluwen die we uitprobeerden in Terwispel. We noemden deze kastjes toen Hirundo Palace.

    Een bouwtekening is op aanvraag via email (onderaan nieuwsbrief) beschikbaar en wordt U dan toegezonden.

    Deze nestkastjes kunnen onder een brede balk worden bevestigd zodat steenmarters en ratten er niet zomaar bij kunnen. Vooral met slechte muizenjaren en langdurige periode met storm en zware regenval jagen kerkuilen ook vaak meer in de schuren en stallen op zoek naar prooien. Ze kunnen dan grote schade aanrichten in broedschuren van boerenzwaluwen als ze gemakkelijk in en uit kunnen vliegen. Vaak grijpen ze dan die nesten waar jongen en of oude vogels gemakkelijk zijn te pakken. Met het plaatsen van een speciale kast onder de steunbalken in schuren kunnen ze maar moeilijk landen en zien de kerkuilen de nesten van boven niet zitten.

    Foto © Jan de Jong, Joure

    02-7-2014. Nest met jonge boerenzwaluwen in schuur in speciale Hirundo Palace nestkast in schuur te Terwispel.

     

    Rita Delger in Bovensmilde (Drenthe) maakte gebruik van de bouwtekening en hing op 28 januari een vijftal in haar pony schuur waar elk jaar meerdere legsels groot worden. De nestkastjes zijn gemakkelijk te maken en te bevestigen en kunnen daardoor bijdragen tot een veiliger broedplek.

    Foto © Rita Delger, Bovensmilde.

    Zeven speciale Hirundo Palace nestkastjes zijn snel gemaakt.

     

    Naast het ophangen van nestkastjes kan men voor boerenzwaluwen al snel een plekje maken in schuur of stal waar de vogels hun nest kunnen maken. Soms zijn een paar langen spijkers al voldoende om een nestje van klei, modder en strootjes op te bevestigen. Ook een latje op een balk gespijkerd wordt wel al nestplek gebruikt.

    Foto © Jan de Jong, Joure

    27-7-2021. Nest van een boerenzwaluw op een plankje in de stal.

     We zijn benieuwd of boerenzwaluwen ook dit jaar weer vroeg in de stallen zullen terugkeren en of ze ook speciale nestplaatsen gaan benutten.  De eerste boerenzwaluwen zijn in februari alweer in Zuid-Frankrijk gezien. Hopelijk treffen ze dit jaar eens geen grote zand en stofstormen in Afrika en kunnen ze veilig bij Gibraltar oversteken naar Europa. Ook in januari en februari zijn er in ons land boerenzwaluwen gezien, voornamelijk in Zeeland en Noord-Holland. Mogelijk zijn dit toch weer vogels die overwinteren. 

    Waterrietzanger uit gemeente de Fryske Marren teruggemeld uit Frankrijk. 

    Op 11 augustus 2021 werden er aan de noordoever van het Tjeukemeer op Ringstation Rohel, in het Staatsbosbeheer gebied “Marswâl” twee waterrietzanger geringd samen met 33 rietzangers,  de laatste is de algemeen voorkomende soort die ook hier broedt. Waterrietzangers worden zelden in de gemeente De Fryske Marren gezien laat staan gevangen.

     Op 30 januari 2022 kregen we bericht dat 1 van de twee vogels door een vogelringer in Frankrijk is gevangen en gecontroleerd op 26 augustus 2021 bij Etang de la Mazière, Villeton, Lot-et-Garonne, Aquitaine in Frankrijk. Afstand 1032 km. Tijd 15 dagen. Gemiddeld dus 68,8 km per dag. Een snelle doortrekker dus. Dit is voor zover bekend de 4e terugmelding uit het buitenland van een geringde waterrietzanger in Friesland (1 x Duitsland, 3 x Frankrijk). Voor Friesland zijn er maar weinig gegevens voorhanden van teruggemelde waterrietzangers. Hier volgen nog drie. 

    NLA. F…644972. Op 6 augustus 1994 als eerste jaars geringd op de Zuidwaard te Makkum door Willem Bil van de Ringgroep Menork. Op 26 juli 1995 gecontroleerd en los door S. Mueller aan Galenbecker See bij Neubrandenburg in Duitsland.  Afstand 557 km. Tijd 354 dagen.

     NLA. F.213653. Op 11 augustus 1990 als eerste jaars geringd op de Zuidwaard te Makkum door Willem Bil van de Ringgroep Menork.  Op 31 augustus 1990 gecontroleerd en los door Franse ringer bij Etang de Turnvel, Finistere in Frankrijk. Afstand 894 km. Tijd 20 dagen.

     NLA. AS…32180. Op 8 augustus 2010 als volwassen vogel geringd op Vlieland. Deze vogel werd op 25 juli 2014 teruggemeld uit Polen bij Szorce.

    Foto © Jan de Jong, Joure

    11-8-2021. Een van de zeldzame waterrietzangers van Ringstation Rohel werd al na 15 dagen teruggevangen in het buitenland. 

    J. van der Veen  uit Drachten zag op 15 februari al dat de ooievaars  tussen Lippenhuizen en Beetsterzwaag weer op de nesten zaten. We zijn benieuwd of op andere plaatsen de ooievaars  terug zijn. Deels zijn het mogelijk  ooievaars die niet zijn weggetrokken(project ooievaars)  doch rond half februari kunnen ze al wel hier terug zijn uit Afrika. Mogelijk hebben de stormdagen van vorige week dat wat vertraagd.

    Foto © . J. van der Veen, Drachten.

    De ooievaar zocht vroeger vaak de grote daken van boerderijen uit om er op schoorstenen en “ûleboerd “te nestelen.

    We zijn benieuwd hoe het met de nesten en nestbomen is gegaan na de storm van vorige week. Er zijn nogal wat bomen in Friesland gesneuveld.

    Zwarte roodstaart in de winter.

     Van Keimpe Bleeker uit Oenkerk ontving ik een foto van een vrouwtje zwarte roodstaart die hij gezien had op 10 februari bij Holwerd. Normaal trekken zwarte roodstaarten toch weg schreef hij me? Ja, dat klopt. Een flink deel verlaat in augustus/september ons land en overwinterd in het westelijke deel van het Middellandse Zeegebied tot ver in Noord-Afrika. Een klein deel blijft hier waarschijnlijk in zwakke winters.  De winter waarnemingen in Friesland zijn schaars. Zal wel komen door die zachte winters van de laatste jaren dat ze nu hier nog zijn. De herkomst van de wintervogels is nog onbekend. Kan zijn dat het lokale overwinteraars zijn, doch kunnen ook vogels zijn uit meer noordelijker broedgebieden. De eersten komen zo rond begin maart al terug naar de broedplaatsen.

    Foto © Keimpe Bleeker, Oenkerk.

    10-02-2022. Een vrouwtje zwarte roodstaart overwinterd in Holwerd

     

    Meldt vroege broedgevallen, bijzonderheden en terugkeer van de eerste zangers.

     We zijn benieuwd of er dit jaar ook vroege broedgevallen door het zachte winterweer ontdekt zullen worden van merel, zanglijster, meerkoet en fuut. In Joure  zit een Turkse tortel op 16 februari al op het nest in de Midstraat (Tsjepke van der Honing). Ook boerenzwaluw, tjiftjaf en andere zangers worden vroeg verwacht. Houdt U ons op de hoogte van allerlei meldingen uit de natuur?

    Op 23 februari vonden we in huis een kleine vos vlinder op de bovenverdieping, de vlinder heeft hier kennelijk overwinterd. Tijdens een zonnige periode hebben we hem zijn vrijheid gegeven en fladderde hij rustig in de tuin op zoek naar de eerste krokussen.

    Opgemaakt 26 februari 2022.

    Jan de Jong

    Vogelkundig medewerker Leeuwarder Courant (sinds 1977).

    Email  j.d.jonglc@home.nl

    E.A. Borgerstraat 66 8501 NG Joure.

    Tel. 0513-414788

     BELANGRIJK!

     Mocht U verzekerd willen zijn van het lezen van de nieuwsbrief Vogelnieuws Leeuwarder Courant dan kunt U zich kosteloos opgeven (j.d.jonglc@home.nl) als correspondent/lezer van dit vogel en natuurnieuws uit Friesland. Regelmatig worden nieuwsbrieven verzonden. 

    Lezers die in het verleden al de Nieuwsbrief via de mail hebben ontvangen zijn automatisch al toegevoegd aan de verzendlijst.

    26-02-2022, 10:14 Geschreven door Jan de Jong, Joure
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    12-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Steenuil wordt steeds zeldzamer

    De steenuil is zeldzaam geworden in Friesland.

     Voor velen is de steenuil een onbekende uilensoort die maar weinig wordt gezien in de provincie Friesland. Kijken we naar de laatste broedvogelverspreiding in ons land van 2017-2019 (SOVON) dan is de gemeente De Fryske Marren geheel wit. Noord-Nederland stevent af op het volledig verdwijnen van de steenuil al er niks wordt gedaan aan de bescherming van zijn broedareaal. Vaak is er sprake van onbekendheid met de soort en wordt er maar weinig per gebied met geluid geïnventariseerd om te ontdekken waar de steenuilen zich bevinden. Vanaf half februari tot ver in mei kan men aan de hand van de baltsroep de aanwezige steenuil mannetjes opsporen.  Ook helpt een oproep in lokale en regionale couranten om meer aandacht te vragen voor deze voor Noord-Nederland steeds zeldzamer wordende soort te helpen bestaan.

    De broedplaatsen die er nog zijn worden soms per toeval ontdekt tijdens het afbreken of renoveren van oude gebouwen, opruimen van rommelige hoekjes en het verwijderen van oude boomsingels met holle bomen. De steenuil lijkt zich vooral uit Friesland, Groningen en het noord- en noordoosten van de provincie Drenthe terug te trekken als broedvogel.

    In Drenthe is de achteruitgang recent gestopt door het ophangen van speciale marterproof nestkasten. Zou het ophangen van deze speciale nestkasten in Friesland (en Noord-Nederland) voor de steenuil ook net zo goed werken als dat met de kerkuil het geval is? Zou best eens kunnen dat er toch te weinig (kunstmatige) nestgelegenheid aanwezig is. Of moeten we overgaan naar het uitdelen van oorkonden of vergoedingen (zoals ook bij de grutto) aan eigenaren bij het de zeldzame broed locaties die er nog zijn in Friesland?


    Hoe zien steenuilen  er eigenlijk eruit?

    Vaak wordt me deze vraag gesteld als we het over de steenuil hebben. Veel boeren, nazorgers, vogel waarnemers en correspondenten hebben de soort nog nooit gezien, laat staan gehoord tijdens de aanwezigheid in het veld. Johan de Jong van de Werkgroep Kerkuilen meldde het zo treffend in een artikel wat in maart 2003 in Geaflecht verscheen; De Steenuil is de kleinste onder onze uilen. Hij is herkenbaar aan de geringe grootte (22 cm) en de plompe gestalte. De helder citroengele ogen met de donkere pupil en de afgeplatte kop geven hem een fel en streng uiterlijk. Het verenkleed is van boven bruin met op de kop enkele witte vlekken. De onderzijde is licht gekleurd met donkere vlekken. De staart is bruin en heeft een aantal witte dwarsbanden. De vleugelspanwijdte bedraagt 55-60 cm. De Steenuil is veel minder nachtvogel dan andere uilen. Overdag zit hij vaak te zonnen en tegen de avond, wanneer het nog licht is, gaat hij al op jacht. Wanneer de uil opgewonden raakt, laat hij een blaffend "kjè - kjè - kjè - kjè " horen. De Steenuil is een vogel van het halfopen agrarische landschap met houtwallen en een korte vegetatie. Ook parkachtige landschappen en oude hoogstamvruchtbomen zijn erg geschikt voor de Steenuil. Maar ook bij boerderijen, aan de rand van dorpen en langs landwegen kan hij voorkomen, als er maar rustige hoekjes zijn, zoals oude schuren en holle bomen.

     

    Foto © Jan Houwen Steenuilen broeden graag in een wat rommelige schuren, hokken en loodsen waar ze zich overdag kunnen verstoppen.

     Het voorkomen in ons land en in de gemeente De Fryske Marren.

     Kijken we naar de meer uitgebreide gegevens uit vroegere jaren in ons land dan is daar maar weinig bekend over het voorkomen van de steenuil in de gemeente De Fryske Marren in Friesland.  Deels zal dat komen door onbekendheid denk ik. Laten we eerst eens gaan kijken wat men vroeger schreef over het voorkomen van de steenuil in ons land en wat de aantallen broedparen waren. Daarbij moet men bedenken dat het in de tijd veel minder hulpmiddelen had om de soort vast te stellen en door determinatie en inschattingsfouten grote verschillen konden ontstaan qua aantal broedparen tellingen.

    Wat zegt de literatuur.

     1897. Mr. Herman Albarda noemde in zijn Aves Neerlandicae (Naamlijst van Nederlandsche Vogels) in 1897 de steenuil al; In het gehele Rijk voorkomende. Zwerft na den broedtijd rond. Maakt haar nest somtijds in konijnenholen, wat te Lisse en bij Arnhem werd waargenomen.

     1925. Dr. G.J. van Oordt en Jan Verwey publiceerden in 1925 in Voorkomen en trek der in Nederland in het wild waargenomen vogelsoorten van de steenuil; “Vrij algemeene broed- en standvogel; op de Waddeneilanden ontbrekende; tegenwoordig ook veel in konijnenholen”.

     1942. Mr. Fr. Haverschmidt publiceerde in 1942 in zijn Faunistisch overzicht van de Nederlandsche Broedvogels; Algemene broedvogel, die op de Waddeneilanden echter nog steeds schijnt te ontbreken,wat vooral met het oog op de beschikbare nestplaatsen, in de vorm van konijnenholen, opvallend is. Vroeger broedde de steenuil waarschijnlijk op Terschelling o.a. 1879 (Van Musschenbroek).

     1970. De Commissie van de Nederlandse Avifauna publiceerde in 1970 de Avifauna van Nederland. Deze noemde de steenuil; Vrij schaarse broedvogel (250-2500 paar), standvogel.

     1977. In Vogels in Friesland, 1977, deel2 blz. 871-873 schreef Piet de Bruin voor Friesland; jaarvogel en schaarse broedvogel (5-25 broedparen). In de periode 1972 t/m 1975 werden er tijdens de broedvogel inventarisatie geen steenuilen vastgesteld in de gemeente De Fryske Marren.

     1979. R.M. Teixeira, 1979, noemt in de Atlas van de Nederlandse broedvogels; De Nederlandse broed-populatie wordt (tussen 1973-1977) geschat op 6000-8000 paar, waarvan 75-130 in Groningen en Friesland, 75-150 in Drenthe, 100-150 in Noord-Holland, 950-1050 in Overijssel en de Achterhoek, 75—125 op de Veluwe en de Gelderse Vallei,2000-2400 langs de grote rivieren, 300-500 in Midden-Nederland, 250-400 in West Nederland, 250-500 in Zeeland, 700-1050 in Noord Brabant en 1150-1450 in Limburg.

     

    Vastgestelde steenuilen in gebiedsgrenzen van de gemeente De Fryske Marren.

     De gemeente de Fryske Marren (sinds 1-1-2014- heden) heeft een oppervlakte van maar liefst 549,1 km², waarvan 351, 29 km² land en 197,81 km² water. Het heeft een openlandschap met veel meren, plassen en enkele bosgebieden bij Oudemirdum, Sint Nicolaasga en Haskerhorne. Een gevarieerd landschap waarin de steenuil goed zou passen als broedvogel. Ook in de omgeving van Heerenveen en gebieden langs de Tjonger zijn geschikte gebieden te vinden. Nu blijkt dat we elders in Friesland een sterke afname is van de steenuil hebben we onze hoop gevestigd op deze gemeenten De Fryske Marren en Heerenveen. Vooral vanuit de oost en zuidoostelijke grens met de gemeente Weststellingwerf en de provinciegrens met Drenthe zouden steenuilen gelokt kunnen worden met het ophangen van nestkasten (voor broedgelegenheid) op geschikte plaatsen.  Ook zou er naast het ophangen/plaatsen van deze speciale nestkasten een intensievere inventarisatie van het gebied (met geluidsdragers) gestart kunnen worden. Naast de hulp van veel boeren (zij zijn vroeg op en horen of zien nogal eens wat) zou men ook overdag in geschikte broedgebieden op zoek kunnen gaan naar de vogel. Ze zitten overdag nogal eens in het zonnetje te rusten in de omgeving van de broedplek.

    © Wikipedia. Gemeente  grenzen van  De Fryske Marren.

    Voor de gemeente De Fryske Marren zijn er helaas maar enkele zekere broedgevallen in het verleden vastgesteld (Haskerhorne, Doniaga/Sint Nicolaasga en mogelijk Vegelinsoord).  Tsjepke van der Honing uit Joure van de Werkgroep Kerkuilen Friesland noemde de steenuil in het jaarverslag 2005 van de Vogelwacht Joure terecht het zorgenkindje onder de uilen.


    Ik zou het erg op prijs stellenom op de lijst met waarnemingen en  broedgevallen aanvullingen te mogen ontvangen. Naast de meldingen uit de gemeente De Fryske Marren houden we ook uit de andere gemeenten bij waar de steenuilen in het verleden zijn gezien en of er ook broedgevallen of vondsten zijn geweest. Mogelijk dat er toch op veel meer plekken de soort nog aanwezig is en kunnen we mogelijk deze plaatsen nog behouden als broedgebied. Hieronder een kaartje van Friesland met aangegeven plekken (per km²) waar steenuilen in het verleden zijn gezien en of mogelijk hebben gebroed.


    Hieronder zie je de verspreiding van steenuilen in Friesland van het aantal waarnemingen wat op www.waarneming.nl is gemaakt. Het kan zijn dat U gebied of woonplaats er niet op staat omdat die niet gemeld. Graag horen we waar recent, maar ook in het verleden, steenuilen aanwezig waren/gebroed hebben/gevonden of gezien zijn.

    © www.waarneming.nl Steenuil waarnemingen in Friesland van 1900- 2021.

    Hieronder het specifieke aantal meldingen binnen de huidige gemeentegrenzen van De Fryske Marren. Daarbij valt het op dat vooral aan de provinciegrens in zuid- oost Friesland nogal wat meer waarnemingen zijn geweest.

    Tabel waarnemingen in de gemeente De Fryske Marren.

    Foto © Uit het Archief van Tsjepke van der Honing, Joure.

    Nestje met jonge steenuilen in Waverveen, foto gemaakt door boer aldaar.


    Naast de waarnemingen en broedgevallen kijken we ook naar waar er in Friesland steenuilen zijn geringd.In de overzichtsfoto hieronder staan de omgevingen aangegeven waar tussen 1911 en 2021 steenuilen zijn geringd (www.vogeltrekatlas.nl ).

    © Vogeltrekstation Wageningen.  Steenuilen geringd in Friesland tussen 1911-2021 (stand 2-2-2022).

    In Friesland zijn tussen 1911 en 2021 zeker rond de 305 steenuilen geringd.


    Opmerkelijke terugmeldingen uit Friesland.

    Ondanks dat er maar weinig steenuilen in Friesland zijn geringd zijn er toch flink wat meldingen van gecontroleerde en of gevonden vogels. Daar de vogel geen echte trekker is maar een standvogel zijn de afstanden waarover ze gezien en of gevonden zijn niet zo groot.

    NLA. 3467232. Geringd door vogelringer Willem Louwsma op 17 juni 1992 als nestjong (uit een nest met 4 jongen) te Jonkershuizen bij boer Haarsma. Dood gevonden door Harry de Vries op 10 Januari 2004 te Sint Nicolaasga. Tijd 4224 dagen. Afstand 19 km. De oudste in Friesland?

    NLA. 3413986. Geringd door Willem Louwsma op 16 juni 1988 als nestjong (uit een nest met 3 jongen) te Heidenschap. Op 23 mei 1999 gecontroleerd en weer los door J. van der Sluis uit IJlst te Jonkershuizen bij boer Haarsma. Tijd 3993 dagen. Afstand 9 km.

    NLA. 3538393. Geringd door R. Dillerop uit Schildwolde op 7 juni 2008 als nestjong te Anderen in Drenthe. Op 9 juni 2011 vogel gecontroleerd te Blesdijke aan Markerweg (Friesland) door      Ringer Ultsje Jellema uit Steggerda. Tijd 1097 dagen Afstand 50 km.

    NLA. …78306. Geringd op 20 juni 1931 in de omgeving van Franeker. Gepakt door een kat te Bierum (Groningen) op 6-1-1940. Tijd plm. 3123 dagen. Afstand plm. 92 km.  

    NLA. 3755861. Geringd op 1 juni 2013 als volwassen vogel bij Randwijk (provincie Gelderland). De vogel is daar op 17 mei 2014 nogmaals gecontroleerd en weer losgelaten. Op 8 april 2016 de vogel gecontroleerd en los bij Burgwerd. Tijd plm. 1043 dagen. Afstand plm. 134 km.

    NLA. 3629392.  Geringd op 4 juni 2007 als volwassen vogel in de omgeving van Doesburg (bij Achter-Drempt). Op 12 augustus 2010 dood gevonden op eiland Griend in Waddenzee. Tijd plm.1166 dagen. Afstand plm. 150 km.  

     NLA. 3746404. Geringd  als volwassen vrouw  op nest op 21juni 2018 te Amen door R. Dillerop uit Veenhuizen. Gecontroleerd  12 juni 2019 te Boijl door ringer Ultsje Jellema. Afstand 26, 9      km. Tijd  356 dagen.                 

    Tot zover de  aantekeningen van de steenuil. Wie vult deze aan?

    Jan de Jong

    Joure ,9 februari 2022 j.d.jonglc@home.nl 

    Vogelkundig medewerker Leeuwarder Courant (sinds 1977).

    Tel. 0513-414788

    12-02-2022, 00:00 Geschreven door Jan de Jong, Joure
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    29-01-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Staartmezen in de Winter.

    Staartmees zwerft in herfst en winter graag om.

     Op 20 januari melden Joke en Rinke Koopmans uit Oudemirdum me dat ze al een paar weken een groepje van 5 á 6 staartmeesjes op de voedertafel hebben. Ze vroegen zich af of het overwinteraars op doortocht of toch vroege terugkerende vogels zijn. We weten dat in herfst en winter onze “eigen” staartmezen aan het zwerven gaat en er vanuit het noorden van Europa soms flinke groepen hier proberen te overwinteren. Vooral in de wat strengere winters komen noordelijke vogels waaronder witkopstaartmees en de witkoppige staartmees hiervoor.

     Foto © Peter Boltje 

    25-04-2011. Staartmees (Europese vorm) komt op veel plaatsen in Friesland voor als broedvogel.

    In de maand januari zwerven in Friesland staartmezen om en worden dan vaak in groepjes gezien in het buitenveld en af en toe eens komen ze massaal op voedertafels af.

     Zo zijn er in januari onder anderen enkele grotere groepjes gezien op;

     01-01. 15 in Lauwersmeergebied (Jeroen Breidenbach/Merel Zweemer).

    01-01. 10 te Beetsterzwaag (Hiele Lootsma).

    05-01. 10 te Heerenveen/De Akkers (Jens Tamminga).

    12-01. 10 bij Sippefennen (Wiebe Sjoerd van der Veen).

    13-01. 10 bij de Knolle/Fochteloo (Willem Bosma).

    13-01. 10 Oranjewoud (Jens Tamminga).

    14-01. 12 Ketlikerskar (Peter Post).

    15-01. 10 Delleboersterheide (Haye Valkema).

    16-01. 10 Twijzelermieden (Joost de Bruin).

    20-01. 12 Duurswoudsterheide (Koert Scholten).

    25-01. 14+10 Wijnjewoude/Opperbuorren (Koert Scholten).

     De staartmees is in ons land een standvogel van bosrijke en parkachtige omgeving. In Nederland komt de soort in het hele land voor, maar in de open landschappen van Noord-Groningen, Friesland en Zuidwest-Nederland is de bezetting vaak dun.  Hieronder zien we dat er dit jaar in de maand januari opvallend minder waarnemingen binnen komen aan de kusstrook van de vaste wal van Friesland.

    Foto © www.waarneming.nl

    Verspreiding van staartmees waarnemingen in Friesland van 1-1-2022 t/m 26-1-2022.

    Ook in Zuid-Friesland (gemeenten De Fryske Marren/ Sûdwest Fryslân) en langs de kust van Afsluitdijk tot Lauwersmeer is vrijwel geen staartmees gemeld in de januari maand. Mocht U toch een staatmees hebben gezien in U woonplaats en staat deze niet op deze kaart dan zouden we U melding graag ontvangen.  

     Trekgegevens van ringvondsten/vangsten.

    Van in Friesland geringde staartmezen zijn 3 trekgegevens bekend geworden van vogels die in najaar en winter in Friesland zijn geringd en in Duitsland zijn teruggemeld (archief Vogeltrekstation Wageningen). 

    NLA. M…26830. Geringd 21-10-2007 als volwassen bij de Burgumermar.

                            Terug 06-06-2008 te Horumsiel in Duitsland.

                            Terug 12-10-2008 te Horumsiel in Duitsland (noordelijk van Willemshaven).

    NLA. Y…64650. Geringd 17-02-2011 als volwassen te Franeker.

                           Terug 18-04-2011 vers dood te Schortens Duitsland (oostelijk van Willemshaven).                                           

    NLA. G…02976.  Geringd 28-10-2004 als adult aan de kust bij Wijnaldum.

                            Terug 24-06-2005 levend te Ostercappeln Duitsland (noordoostelijk van Osnabrück).                                          

     Dat staartmezen ook meer uit zuidelijker streken in Friesland worden gemeld blijkt uit een melding van een geringde staartmees uit Belgie die in Friesland werd aangetroffen.

    BLB. AZ…71161. Geringd als jonge vogel op 29-10-2011 te Zele in Belgie.

                             Terug op 10-10-2012 te Laaxum.

    Terugmeldingen van geringde staartmezen in Friesland komen uit heel Nederland. Door hun omzwervingen worden ze vaak in het najaar gevangen/gecontroleerd door vogelringers. Ringvondsten komen niet vaak voor.

     Hoge leeftijden.

     De staartmees kan toch nog een respectabele leeftijd bereiken voor zo’n kleine vogel. De oudste werd zelfs 9,2 jaar geringd in Friesland (NL05) en teruggemeld uit provincie Overijssel (NL15).  Een enkele keer wordt een oude vogel vers dood aangetroffen zoals nr.7 van de Top10 lijst met oudste vogels uit ons land. Deze vogel (NLA. T…25671) geringd in Friesland werd na 6,7 jaar vers dood aangetroffen in de provincie Groningen (NL07).  De oudste vogel van Schiermonnikoog (NL12), nummer 9 van de top 10 lijst werd maar liefst 6,3 jaar en is ook op hetzelfde eiland gecontroleerd.

    Top 10 oudste vogels in Nederland (bron Vogeltrekstation Wageningen).

    Ringlocatie

    Terugmelding

    Plek

    Ringnummer

    Datum

    Plaats

    Leeftijdsklasse

    Datum

    Plaats

    Conditie

    Leeftijd (jaar)

    1

    G....64353

    17-10-2004

    NL05

    Leeftijd onbekend

    14-1-2014

    NL15

    Levend en gezond, losgelaten door ringer

    9.2

    2

    G....96447

    26-8-2007

    NL09

    Leeftijd onbekend

    27-12-2015

    NL09

    Levend en gezond, losgelaten door ringer

    8.3

    3

    M....83966

    3-10-2003

    NL14

    Leeftijd onbekend

    23-3-2011

    NL14

    Levend en gezond, losgelaten door ringer

    7.5

    4

    AAY....047

    30-9-2012

    NL07

    Leeftijd onbekend

    20-10-2019

    NL07

    Levend en gezond, losgelaten door ringer

    7.1

    5

    S....58862

    17-10-1964

    NL19

    Leeftijd onbekend

    24-10-1971

    NL19

    Levend en gezond, losgelaten door ringer

    7

    6

    T....07446

    6-3-1999

    NL14

    Volwassen

    22-1-2006

    NL14

    Levend en gezond, losgelaten door ringer

    6.9

    7

    T....25671

    4-10-1998

    NL05

    Leeftijd onbekend

    15-6-2005

    NL07

    Vers dood, maximaal een week

    6.7

    8

    G....96144

    30-10-2006

    NL09

    Leeftijd onbekend

    27-2-2013

    NL09

    Levend en gezond, losgelaten door ringer

    6.3

    9

    M....71400

    1-8-1998

    NL12

    Volwassen

    15-11-2004

    NL12

    Levend en gezond, losgelaten door ringer

    6.3

    10

    G....48606

    24-10-2004

    NL15

    Leeftijd onbekend

    24-1-2011

    NL15

    Levend en gezond, losgelaten door ringer

    6.3

    Bron; www.vogeltrekatlas.nl

     Staartmezen zwerven graag om en worden dan op allerlei plekken gezien. Vaak in groepjes, soms hangend aan vetbollen in tuinen, soms in gezelschap van groepjes pimpelmees of koolmees. Mocht U deze winter groepjes hebben gezien laat het ons dan weten. 

    Opgemaakt 29 januari 2022. 

    Jan de Jong

    Email  j.d.jonglc@home.nl

    E.A. Borgerstraat 66 8501 NG Joure.

    Tel. 0513-414788

     

    29-01-2022, 08:36 Geschreven door Jan de Jong, Joure
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    17-01-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roodborst als gast in de tuin

    Roodborst als gast in de tuin.

    Inleiding

    Mr. Herman Albarda noemde in 1897 in zijn Aves Neerlandica naamlijst van de Nederlandsche vogels de roodborst al; Zomervogel. Van maart tot october. Overal in bossen en buitentuinen broedende. Een vrij groot aantal blijft den winter over en zoekt dan de nabijheid van woningen.

     Foto © Ricardo van Dijk. 

    In de wintermaanden is de roodborst een algemene verschijning in mening tuin of park, ook nu nog.

     Afname roodborst als broedvogel in Friesland.

     

    Sinds het verschijnen van het drie delige Friese standaardwerk van Vogels in Friesland (1976-1979) onder redactie van de Stichting Avifauna van Friesland zijn er voor Friesland heel wat meer gegevens over het voorkomen van de roodborst bekend geworden.  J.H.P. Westhof beschreef destijds de roodborst in deel 3 van dit standaardwerk en noemde het een vrij talrijke (250-1000) broedvogel, een doortrekker in groot aantal (2000-10.000) en een wintergast in vrij groot aantal (500-2000). De Stichting Avifauna van Friesland gaf toen tevens een verspreidingskaartje van de broedgevallen van de roodborst in de provincie door inventarisaties van het Atlas project tussen 1972-1977. Toch neemt mijns inziens de roodborst als broedvogel af in Friesland. Het nieuwe recente naslagwerk Vogelatlas van Nederland (SOVON/2018) geeft geen exacte aantallen weer maar spreken meer van een relatieve dichtheid van broedvogels. Voor Friesland wordt een flinke afname tijdens een telling van 2013-2015 van broedgevallen van roodborsten geconstateerd in delen van de Zuidwesthoek van Friesland met name in de gemeenten De Fryske Marren (559,8 km2) en Sûdwest Fryslan (907,9 km2). Beide gemeenten vertegenwoordigen in totaal ruim 25 % van de totale oppervlakte (5749 km2) van de provincie Friesland. Zie de broedvogelkaart hieronder.

     Voorkomen in broedseizoen.

     Dat de roodborst wat als broedvogel is afgenomen in Friesland verbaast me toch wel wat. Ik zie grote witte plekken met name in de Zuidwesthoek van Friesland en langs de gehele kuststrook van het IJsselmeergebied bij Stavoren tot aan het Lauwersmeer als ik de verspreidingsgegevens van broedvogels bekijk van de SOVON-tellingen van 2013 t/m 2015. Zouden daar geen roodborsten broeden dan? Alleen in Haulsterbossen en in de omgeving van Heerenveen (Oranjewoud) zijn de aantallen wat hoger. Op de Waddeneilanden komt hij als broedvogel ook nog regelmatig voor.  De hoogste dichtheden komen vooral voor in de bossen van Gaasterland (groot aaneengesloten gebied) en de grote bosgebieden in het oosten van Friesland (Appelscha). De roodborst is een soort die in het broedseizoen een wat teruggetrokken leventje leidt, vandaar dat nesten bij toeval gevonden worden. Tellingen zijn dan mijns inziens ook vooral gedaan aan de hand van zingende mannetjes in het broedseizoen. Vooral de mannetjes zingen gedurende de eerste weken van het broedseizoen uitbundig in de vroege ochtenduren. Ook tijdens de wintermaanden zingen beide geslachten en verdedigen zo hun winterbiotoop. In het voorjaar stopt het vrouwtje met de zang en wordt alleen het mannetje nog met volle zang gehoord.

    Broeden. 

    De roodborst broedt van half april tot diep in juli. Er kunnen per jaar zeker twee legsels (soms 3?) grootgebracht worden. De kleur van de eieren is vaak witachtig met soms een flauwe lichtblauwe kleur. Eieren zijn bezet met fijne lichtbruine tot roze achtige spikkels die aan de stompe pool meer opvallen.  De legselgrootte bestaat meestal uit 5 a 7 eieren, zelden meer dan 7 eieren.  Het nest wordt alleen door het vrouwtje gebouwd van wat dorre bladeren en droog gras, mos en haren. Zelden worden veertjes in het nest aangetroffen. Nest lijkt soms wel wat op een nestje van de winterkoning omdat het deel overkapt kan zijn, doch zelden geheel overkapt met kleine opening. Het vrouwtje broedt alleen (12 á 15 dagen) en wordt regelmatig door het mannetje gevoerd tot de eieren uitkomen. Beide ouders voeden de jongen. In de eerste dagen houdt het vrouwtje de jongen nog warm en brengt het mannetje voedsel aan. Soms wordt al met een tweede legsel begonnen als de jongen van de eerste leg nog in het nest zitten. Het mannetje neemt dan tevens de voedering van het eerste legsel over. Na ca. 14 á 15 dagen kunnen de jonge roodborsten uitvliegen. Ze hebben dan nog het opvallende jeugdkleed wat sterk afwijkt van de volwassen roodborsten.

     

     

     Foto © Lonnie Dueholm.

     Een net vlieg vlugge roodborst heeft nog niet de kleuren van een volwassen roodborst.

    Jonge roodborsten kunnen (vlekkerige kleed) in het buitenveld wel eens verward worden met een jonge gekraagde roodstaart die ook een vlekkerig kleed heeft. De jonge gekraagde roodstaart heeft echter opvallend roestbruine staartpennen en licht bruine zoomranden op de slagpennen van vleugel. Zie foto hieronder.

     Foto © Huub Crommentuyn

     2-8-2014. Een net uitgevlogen jonge gekraagde roodstaart heeft bijna net zo’n vlekkerig kleed als een jonge roodborst.

     Nestvondsten van roodborsten in Friesland zijn er maar weinig. Vaak worden ze ontdekt bij woningen op uiteenlopende plaatsen. Opvallend weinig broedgevallen worden er uit de Zuidwesthoek van Friesland gemeld. Zijn daar geen nestvondsten vastgesteld? Aanvullingen op deze lijst ontvang ik graag. 

    Enkele gegevens van nesten uit mijn archief;

    12-05-1939. Nest met 5 eieren te Nijemirdum in een oude koffiekan (S. Keuning).

    17-06-1984. Nest met 6 jongen (7 ei) in tuin te Nieuwehorne (J. Tazelaar).

    17-06-1991. Nest met 7 jongen geringd Leeuwarden (archief Vogeltrekstation).

    26-06-1991. Nest met 6 jongen geringd Beetsterzwaag (archief Vogeltrekstation).

    19-05-1992. Nest met 6 jongen geringd te Tietjerk/Noardburgum (archief Vogeltrekstation).

    05-06-1992. Nest met 2 jongen in brievenbus te Oranjewoud (Mevr. Van der Weij). Een eerder legsel dit jaar op dezelfde plek werd verlaten.

    26-06-1992. Nest met 6 jongen geringd te Goutum/Leeuwarden (archief Vogeltrekstation).

    18-04-1993. Nest met 1 ei in een oud merelnest in winterjasmijn te Beetsterzwaag (J. van Burum).

    24-05-1993. Nest met 2 jongen geringd te Surhuizum (archief Vogeltrekstation).

    04-06-1993. Nest met 5 jongen geringd te Tietjerk/Noardburgum (archief Vogeltrekstation).

    09-07-1993. Nest met 4 jongen geringd te Tietjerk/Noardburgum (archief Vogeltrekstation).

    15-05-1994. Nest in een houtbult bij de woning te Zwaagwesteinde (Frans Hoekstra).

    27-05-1995. Nest met 5 jongen geringd te Surhuisterveen (archief Vogeltrekstation).

    22-05-1999. Nest met 5 jongen geringd te Ravenswoud (archief Vogeltrekstation).

    20-05-2002. Nest met 4 ei in bosstrook op begroeide boomstronk te Haskerhorne (P. Zeldenthuis/Jan de Jong).

    09-07-2002. Nest met 5 jongen geringd te Surhuizum (archief Vogeltrekstation).

    00-00-2003. In de zomer van 2003 heeft de soort gebroed te Nijbeets in een hok, het nest zat op een bakje op de stelling (H. van der Meulen).

    24-05-2003. Nest met 6 jongen geringd te Tietjerk/Hardegarijp (archief Vogeltrekstation).

    25-05-2004. Nest met 6 jongen van 9 dagen oud geringd in speciale nestkast in bosje langs A6 bij de afslag Sint Nicolaasga (Jan de Jong).

    27-05-2009. Nest met 6 jongen geringd te Surhuisterveen (archief Vogeltrekstation).

    23-06-2012. Nest met 6 jongen (5 geringd) te Langezwaag (archief Vogeltrekstation).

    23-05-2014. Nest met 6 jongen geringd te Hemrikscharren (archief Vogeltrekstation).

    21-05-2014. Nest in een bos telefoonkabels in het fietsenhok te Kollumerzwaag (Geeske Winia/Rindert Foekema).

    14-05-2020. Nestje met 6 jongen geringd op een stelling achterin een open garage te Terwispel bij Sjoerd Wagenaar (Jan de Jong).

     Foto © Geeske Winia Kollumerzwaag

    Nest van roodborst in fietsenhok te Kollumerzwaag in een bundel elektriciteitsdraden.

    Kort na het uitvliegen blijven de jonge roodborsten wat in de omgeving rondzwerven. Vanaf half/eind augustus begint de weg en doortrek van roodborsten tot in september /oktober. En vanaf oktober tot diep in november komen dan ook roodborsten door uit meer noordelijke broedgebieden. De weg en doortrek geschiedt vooral nachts.De voorjaarstrek is onopvallend en loopt van maart tot half mei.

     Overwinteren. 

    Een deel van onze broedvogels trekt vooral weg naar Zuidwest-Europa om daar te overwinteren. De rest van de Nederlandse broedvogels overwintert in ons eigen land. De achterblijvers worden aangevuld met vogels uit Noordoost- en Oost-Europa, waarvan een deel in ons land overwintert en een deel doortrekt. Uit het onderstaande kaartje van het Vogeltrekstation kan je opmerken dat de roodborsten tot in Marokko zuidelijk overwinteren en dat veel roodborsten uit Noorwegen, Zweden, Finland, Denemarken hier overwinteren of deels doortrekken.

     Foto © Vogeltrekstation Wageningen (overgenomen van www.vogeltrekatlas.nl  stand 14-1-2022).

    Donkerblauw= winter (nov./dec.). Lichtblauw= herfst/trek (aug./sep./okt.).

     Roze= voorjaar (febr./mrt/half apr.). Oranje = zomer/broedseizoen (van half april t/m juli).

    Vind- en ringplaatsen van roodborsten die in Nederland of buitenland zijn geringd en of teruggevangen en in ons land zijn aangetroffen (1911-2022).

     Waar werden in Friesland roodborsten geringd.

     In Friesland zijn er na het verschijnen van de 3 delen van Vogels in Friesland (1976-1979) veel meer roodborsten geringd en daardoor kwamen er nadien dan ook meer ring en terugmeld gegevens binnen. Deels door een flinke toename van vangsten met mistnetten op verschillende plaatsen, met name aan de kuststrook op Vlieland en Schiermonnikoog.

      Foto © Vogeltrekstation Wageningen (www.vogeltrekatlas.nl  stand 15-1-2022).

    Plaatsen waar veel roodborsten zijn geringd in de provincie Friesland (1911-2021).

     In totaal zijn er rond de 370403 roodborsten in Nederland geringd (1911-2021). Daarvan is 19% in de provincie Friesland geringd.  In Friesland waren dat rond de 70367 waarvan er rond de 44969 (63,90%) op de Waddeneilanden Ameland /Vlieland/ Terschelling/ Schiermonnikoog geringd.   Op het vaste land van Friesland vallen de aantallen op de ringstations van de Makkummer Waard/ Laaxum/ Rohel Tjeukemeer/ Venebuurt/ Surhuisterveen en Eastermar op. Door de toename van de geringde aantallen roodborsten kwamen er vooral na 1960 ook veel meer terugmeldingen binnen van geringde en of gecontroleerde vogels.

     Snelle doortrekkers in oktober.

    Roodborsten in Friesland werden tot in Marokko teruggemeld. Enkele snelle doortrekkers;

    1. NLA. …606595. Geringd op 02-10-1983 als na1kj op Vlieland. Op 20-10-1983 teruggemeld uit Marokko (bij Lalla Takarhoust Ouazguita/ onder Marrakesh). Afstand 2658 km. 147 km/per dag. Dit is tevens de meest zuidelijke die geringd is in Friesland en teruggemeld in het overwintergebied.

    2. NLA. S…949444. Geringd op 10-10-1975 als 1kj te Oldeouwer. Op 19-10-1975 teruggemeld (vers dood) in Marokko bij Machraa Ben Abbou (onder Casablanca). Afstand 2496 km. 277 km/per dag.

     *na1kj= volwassen. * 1kj= jonge vliegvlugge vogel.

     Enkele van de vele buitenlandse terugmeldingen;

     

    1. NOS. E…450842. Geringd op 03-09-1995 als 1kj ten N. van Helvik in Noorwegen. Op 22 oktober 1995 vers dood gevonden in Woudsend.
    2. SVS.  CV…29040. Geringd op 15 -10-2014 als na1kj (volwassen) te Falsterbo in Zweden. Gecontroleerd op 11-11-2014 op de Mokkebank bij Laaxum.
    3. GBT.  Z.…978656. Geringd op 19-04-2016 als na1kj in Engeland. Op 02-03-2018 ziek/gewond gevonden te Oudehaske.
    4. SFH. …523458H. Geringd op 24-09-2013 als 1kj te Tulliniemi, Hanko, Uusimaa in Finland. Vogel (een volwassen vrouwtje/sectie) vloog zich dood tegen vensterruiten in Oppenhuizen op 22 maart 2014 bij Fam. De Vries op het Noardein.  Afstand 1298 km. Tijd 178 dagen.
    5. SFH.  J…952449. Geringd als na 1kj op 21-04-1982 te Degerobagen, Helsinki in Finland. Op 26-01-1983 verward geraakt in tuin net te Gorredijk. (H. Huitema).
    6. DKC. 9N…28225. Geringd op 01-10-1990 als 1kj te Kvadderkjaer, Tristed, Noord-Jutland in Denemarken. Op 20-11-1990 door een kat gepakt te Sint Anna Parochie. Afstand 456 km. (W. P.  Tulner). 
    7. DFH. 9F…31454. Geringd op 01-10-1982 op Insel Trischen (Helgoland/Duitsland) al volgroeid mannetje. Op 28-11-1983 vers dood gevonden als verkeerslachtoffer te Oudeschouw bij Akkrum door O.de Ruiter.

     Ringvondsten van roodborsten geven ons inzicht in hoe ze zicht verspreiden tijdens voorjaar/zomer/herfst en in de winter. Recent een vondst gedaan, meldt het ons even! Hieronder de Top 10 van oudste roodborsten in ons land.

    Oudste Roodborst. 

    Top 10 oudste Roodborsten

    Ringlocatie

    Terugmelding

    Plek

    Ringnummer

    Datum

    Plaats

    Leeftijdsklasse

    Datum

    Plaats

    Conditie

    Leeftijd (jaar)

    1

    AB...00344

    12-3-1999

    NL15

    Volwassen

    31-5-2016

    DK70

    Vers dood, maximaal een week

    17.2

    2

    AP...06929

    13-2-2008

    NL08

    Volwassen

    21-1-2016

    NL08

    Levend en gezond, losgelaten door ringer

    7.9

    3

    AV...86408

    9-9-2012

    NL15

    Onvolwassen

    11-8-2020

    NL15

    Levend en gezond, losgelaten door ringer

    7.9

    4

    AT...42624

    23-8-2010

    NL07

    Onvolwassen

    8-4-2018

    NL07

    Levend en gezond, losgelaten door ringer

    7.6

    5

    BB...46387

    23-9-2013

    NL05

    Onvolwassen

    26-4-2021

    NL05

    Levend en gezond, losgelaten door ringer

    7.6

    6

    AE...05455

    27-9-2004

    NL15

    Onvolwassen

    2-4-2012

    NL15

    Levend en gezond, losgelaten door ringer

    7.5

    7

    F...838084

    6-10-1996

    NL15

    Onvolwassen

    24-8-2003

    NL15

    Levend en gezond, losgelaten door ringer

    6.9

    8

    AL...23389

    7-9-2006

    NL14

    Onvolwassen

    10-4-2013

    NL14

    Levend en gezond, losgelaten door ringer

    6.6

    9

    AP...43492

    9-10-2008

    NL09

    Onvolwassen

    9-4-2015

    DEMV

    Levend en gezond, losgelaten door ringer

    6.5

    10

    AA...99428

    19-11-1998

    NL15

    Onvolwassen

    6-5-2005

    NL15

    Levend en gezond, losgelaten door ringer

    6.5

    * NL05 is Friesland

    Ringonderzoek Ringstation Rohel.

    Tussen 1985 en 2021 zijn er op Ringstation Rohel (gemeente De Fryske Marren) aan de noordzijde van het Tjeukemeer op het SBB-terrein Marswâl in totaal 2277 roodborsten geringd (1640 vliegvlugge jongen en 637 volwassen).  In tabel 1 worden de aantallen per maand gemeld. De soort broedt zelden tot niet op de ringplek maar wel zo’n 100 m oostelijk langs de oever richting Vierhuis in het natte moerasbos.

     

                         Aantal geringde roodborsten Ringstation Rohel- 1985-2021

     

           

                                          maanden

    03

    04

    05

    06

    07

    08

    09

    10

    11

    12

     leeftijd

     totaal

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1kj

    1640

    0

    0

    0

    27

    24

    82

    690

    670

    144

    3

    Na1kj

    637

    86

    137

    14

    7

    7

    1

    69

    277

    39*

    0

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    totaal

    2277

    86

    137

    14

    34

    31

    83

    759

    947

    183

    3

    Tabel 1. Ringvangsten Roodborst Ringstation Rohel.

    * hiervan 2 geringd als volgroeid.

     Wat we zien is dat tijdens de voorjaarstrek (februari tot half april) redelijke aantallen volwassen vogels worden gevangen waarvan een groot deel verder trekt.

     In de broedtijd (van half april tot eind juli) worden er maar weinig volwassen roodborsten meer gevangen. Het zijn voornamelijk jonge vliegvlugge vogels die uit de nabije omgeving komen.

     Tijdens de trektijd (augustus tot eind oktober) nemen de aantallen flink toe. Opvallend is daarbij het lage aantal volwassen vogels in augustus maand, een groot deel van onze volwassen roodborsten is dan kennelijk al weggetrokken.

      De toename van de volwassen vogels in september en oktober zullen kennenlijk doortrekkers zijn evenals de hoge aantallen jonge vogels in de maanden.

    Tijdens de wintermaanden (november en december) nemen de aantallen plots af. Een deel betreft overwinterende vogels en een deel nog late wegtrekkers /zwerfgedrag. In de december maand is er maar weinig geringd aan het Tjeukemeer.

     Tijdens het ringonderzoek op Ringstation Rohel werden een zestal roodborsten gecontroleerd met pootringen van een ander ringstation (1 x Frankrijk/1 x Belgie/1 x Zweden/1 x Noorwegen /2 x Nederland).

     1. FRP. …7470782.  18-9-2014 als 1kj geringd te Pas de Calais, Frankrijk. Teruggevangen op 24 april 2015 als 2kj op Ringstation Rohel. Tijd is 218 dagen. Afstand is 374 km.

    2. BLB. ..12821091.  4-9-2012 als 1kj geringd te Essen in Belgie. Teruggevangen op 16 juli 2013 als volwassen vogel op Ringstation Rohel. Tijd is 315 dagen Afstand 185 km. 

    3. SVS. CU…50717. 29-9-2014 als 2kj geringd te Falsterbo, Zweden. Teruggevangen op 27 oktober 2016 als volwassen vogel. Tijd is 759 dagen. Afstand is 532 km.

    4. NOS.  ED…86135. Op 14-4-2012 als volwassen geringd te Hovedeien in Noorwegen. Teruggevangen op 28-10-2012 op Ringstation Rohel. Tijd is 197 dagen. Afstand 704 km. Vogel ook in 2012 ook op 19-11/11-11/en 06-11 op ringplek aanwezig (in overwinter gebied).

    5. NLA. AP…75322. Op 22-08-2010 geringd als 1kj op Schiermonnikoog. Teruggevangen op 5-9-2010 op Ringstation Rohel. Tijd 14 dagen. Afstand 67 km.

    6. NLA. AU…07919. Op 11-07-2012 als 1kj geringd te Epe.  Teruggevangen op 15-04-2013 als 2kj op Ringstation Rohel. Tijd is 278 dagen. Afstand is 60 km.

     Van de 2277 roodborsten die op Ringstation Rohel zijn geringd tussen 1985-2021 zijn er maar 5 door andere ringers teruggevangen.

     

    1. NLA. BC…07461. Geringd op 9-9-2015 als 1kj op Ringstation Rohel. Teruggevangen in Belgie, Herne op 24-9-2015.Tijd is 15 dagen. Afstand 272 km.
    2. NLA. BH…29245. Geringd op 13-10-2018 als 1kj op Ringstation Rohel. Teruggevangen in Belgie, Hayen op 20-4-2019. Tijd 189 dagen. Afstand 263 km.
    3. NLA. F…757286. Geringd 22-03-1997 als na1kj op Ringstation Rohel. Teruggevangen op 2-10-1998 in het noorden van Engeland op Fair Isle eilanden. Tijd 559 dagen. Afstand 868 km.
    4. NLA. A…838770. Geringd op 2-09-1989 als na1kj op Ringstation Rohel. Teruggemeld op 3-10-1989 te Sint Nicolaasga. Tijd 31 dagen. Afstand 3km.
    5. NLA. BH…29240. Geringd op 13-10-2018 als 1kj op Ringstation Rohel. Teruggemeld op 24-2-2019 te Lemmer. Tijd 134 dagen. Afstand 11 km.

     

    Opgemaakt 16 januari 2022.

    Jan de Jong

    Email  j.d.jonglc@home.nl

    E.A. Borgerstraat 66 8501 NG Joure.

    Tel. 0513-414788

     

     

     

     

     

     

    17-01-2022, 10:50 Geschreven door Jan de Jong, Joure
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Archief per week
  • 03/06-09/06 2024
  • 13/05-19/05 2024
  • 29/04-05/05 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 18/12-24/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 12/12-18/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 12/09-18/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 13/12-19/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 28/12-03/01 2021
  • 07/12-13/12 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 17/10-23/10 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 15/11-21/11 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!