TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
25-06-2006
ART . NR . 30 . c , - HET OLIEVERF SCHILDERIJ
Art . Nr . 30 . c ,
Het olieverf schilderij
In dit hoofdstuk zullen wij ons beperken tot algemene richtlijnen , want een uitvoerige bespreking van het schilderen van portretten zou tot een boekdeel uitgroeien . Alvoren men palet en penselen ter hand neemt dient de tekening van de kop verantwoord te zijn . Ook de grenzen van de vlakken waaruit de kop is opgebouwd , dient je zuiver te markeren . Nalatigheid op dit punt zal zich uiteindelijk wreken in de kleur . Het overbrengen van de tekening op linnen of paneel is eveneens van belang . Teken de kop eerst op gewoon papier , maak dit papier aan de achterkant zwart met houtskool , leg het geheel op het linnen of het paneel en druk met een hard potlood de tekening door . Deze manier maakt het tevens mogelijk de kop goed in het vlak te plaatsen . De eerste aanleg in verf moet op een sobere wijze gebeuren . Een neutrale tint van bijvoorbeeld gebrande sienna , ultramarijn en meer of minder wit , kan heel goed worden gebruikt . Verdun de verf en borstel luchtig de voornaamste toonwaarden - licht , halflicht en schaduw - daarbij lettend op een niet te dikke verfopdracht . Deze eerste opzet kan men laten drogen , doch het is ook mogelijk direct met de afwerking verder te gaan . Eén van deze manieren is dus mogelijk ; pas ze echter niet doorelkaar toe . Sommigen raden aan om onderdeel voor onderdeel af te werken , en dit niet ten onrechte . Nemen wij bijvoorbeeld het oog . Het schilderen daarvan is een moeilijk werk omdat het wit van het oog zuiver afgewogen dient te worden tegen de vleeskleur . Het laten aandrogen van de oogpartijen zou een ongewenst verfrelief kunnen veroorzaken waarvan je bij de verdere afwerking last kunt hebben . Beter is dan ook de ogen " nat in nat " - zoals dit in schilderstaal heet - in één zitting te schilderen .
Hareux raadt in zijn boek over het schilderen aan om de opzet van het geheel op de volgende wijze te vergemakkelijken : bepaal je tot een gamma van drie kleuren welke je bij uw model aantreft en breng hierin geen veranderingen . Doordat de kleuren op uw palet blijven , dienen zij als grondkleuren voor het werk . Om een voorbeeld te noemen : Je mengt de lokale " vleeskleur " , de kleur van de lichtpartijen en de kleur van de schaduwpartijen daarvan . Met deze kleuren echter gaat je niet schilderen , doch je gebruikt ze zoals een musicus zijn stemvork . Nu gaat je van iedere partij de juiste kleur en toonwaarde observeren en je zult dan ontdekken dat je voor de ene partij wat meer rood door de grondkleur moet mengen , voor de andere partij wat meer groen , meer geel of meer blauw enz. Op die wijze vermijdt je de ongemakken van steeds wisselende belichting tijdens het werken . Wij zullen , om een goed gegrip van deze raadgevingen te krijgen , nogmaals herhalen dat onder lokale toon en lokale kleur wordt verstaan : de eigen kleur van ieder object , welke niet beinvloedt wordt door een bijzondere verdeling van licht en schaduw . Hareux raadt eveneens aan om de overgangen van de verschillende tinten met vele kleine streekjes te schilderen , licht in donker en donker in licht . Bij het schilderen dient de penseelstreek met de vorm mee te lopen , zoals wij laten zien in fig. 71 . Tenslotte zegt Hareux ons , dat wanneer de kop op een flink formaat geschilderd is , iets wat wel wenselijk is , de penseelstreken van de fond zichtbaar moeten blijven , doch naarmate zij de kop naderen dienen ze wel even te " versmelten " . Er moet dus om de kop even een soort aureool onstaan , waarvan men het bestaan eerder raadt dan waarneemt . De kop zal zich daardoor uit de fond losmaken , tewijl hij aan de andere kant toch weer met het geheel verbonden blijft . Zorg er ook voor dat de schaduwpartijen in het gezicht lichter of donkerder zijn dan de fond . Nimmer mogen zij van dezelfde waarden zijn , want daardoor krijgt je onwillekeurig een slap en monotoon geheel . Gaat je deze methode van werken volgen , dan moeten wij je aanraden eerst eens enkele studies te maken in één kleur olieverf , zoals wij dit onder andere besproken hebben in de les " Licht en Schaduw " . Over het schilderen met gouacheverf kunnen wij zeer kort zijn . Evenals olieverf is dit ook een dekkende verf , welke evenwel met water wordt verdund . De schildertechniek komt vrijwel overeen met die van olieverf .
ART . NR . 30 . c , - FIG . 71 . - PENSEELSTREKEN NAAR HAREUX .
Art ? Nr . 30. c ,
Fig . 71 .
Hier ziet je hoe in een schilderij de penseelstreken met de anatomische vormen moeten meelopen ( naar Hareux ) .
FIG . 72 . - PORTRET - DOOR MAURICE - QUENTIN de LA TOUR .
Fig . 72 .
Portret van Marie Fel . door Maurice - Quentin de La Tour .
ART . NR . 30 . c , - FIG . 73 . KOP DOOR SCHLTZ - DAL
Art . Nr . 30 . c ,
Fig . 73 .
Een prachtige tekening door Schultz - Dal . Let op de tere plastiek , maar toch vaste bouw van dit kopje .
24-06-2006
ART . NR . 30 . b , - DE PENTEKENING
Art . Nr . 30 . b ,
De Pentekening.
Met opzet behandelen wij deze techniek als een van de laatste en wij herhalen nogmaals , dat je de tekenpen vooral niet in uw eerste oefeningen moet gebruiken . De techniek van het pentekenen hebben wij reeds besproken in de les " Licht en Schaduw " . Wij veronderstellen dan ook dat je regelmatig met dit materiaal heeft gewerkt , want alleen wanneer je deze techniek geheel en al beheerst zult je die vrijheid en soepelheid bereiken welke hiervoor kenmerkend zijn . Elke aarzeling of onhandigheid immers komen juist in de pentekening meteen naar voren . Hoe soepel het eigenlijke werktuig , de pen , ook is , de pennestreek is onverbiddelijk . Een streek met een zacht potlood laat aan de zijkanten geen scherpe begrenzing zien , waardoor de gehele streek enigszins verzacht wordt . De pennestreek daarentegen is scherp . De verzachting van de lijn die hier ontbreekt zullen wij moeten doen uitkomen door een verbinding van naast elkaar en over elkaar getrokken lijnen . Echter , en dit is uiterst belangrijk , dienen wij te voorkomen dat zich bij deze overgangen een uitgesproken geruit patroon gaat vormen . Zo'n " horregaas - effect " is lelijk en zeker wanneer het voorkomt in een pentekening op klein formaat . Aan de andere kant mogen de lijntjes ook niet te dicht opeen gezet worden , want dan bestaat er kans dat zo'n partij dichtloopt en er dus een massieve vlek ontstaat . Naarmate je meer met de pen werkt zult je zeker uw eigen manier gaan ontdekken . Vaste regels zijn ten eenmale moeilijk te geven . Bestudeer de verschillende voorbeelden welke wij van fig. 64 tot 70 laten zien . Je ziet dat al deze koppen op zeer verschillende wijzen behandeld zijn , maar dat zij toch ergens een punt van overeenkomst hebben , namelijk dit , dat de penlijnen met de vormen meelopen en zodoende de plastische vorm versterken .
ART . NR . 30 . b , - FIG . 64 . - PENTEKENING DOOR LOEVY
Art . Nr . 30 . b ,
Fig . 64 .
Pentekening door Edouad Loevy . Een geraffineerde techniek ! De arcering met ronde lijntjes is zo mooi open gehouden , dat deze partijen , zelfs bij verkleining , niet zullen " dichtlopen " .
FIG . 65 . - PENTEKENING DOOR M . DESIMON .
Fig . 65 .
Pentekening door M . Desimon .
FIG . 66 . - PROFIELSTUDIE - M . TALAAT
Fig . 66 .
Profielstudie met pen en ink door M . Talaat .
FIG . 67 . - PORTRETSTUDIE DOOR BONNETERRE
Fig . 67 .
Portretstudies met pen en inkt . Zie de verschillende wijzen van uitvoering en vergelijk ze onderling . ( Bonneterre ).
Fig . 68 . - PORTRETSTUDIE DOOR BONNETERRE
Fig . 68 .
Portretstudie door Bonneterre
FIG . 69 . - PORTRETSTUDIE MEJ. LUTEAUD
Fig . 69 .
Portretstudie van Mej. Luteaud .
ART . NR . 30. b , - FIG . 70 . - PORTRETSTUDIE
Art . Nr . 30 . b ,
Fig . 70 .
Portretstudie met pen en inkt . door Schultz - Dal .
ART . NR . 30 . a , - GEWASSEN TEKENING
Art . Nr . 30 . a ,
De gewassen tekening .
In de fraaie gewassen tekening welke fig . 61 laat zien , treedt duidelijk aan het licht dat wij hier te doen hebben met een techniek welke om een zekere behendigheid vraagt . Een behendigheid welke men zich slechts door veel oefening eigen kan maken . De vloeiende waterwerf is nu eenmaal niet zo volgzaam als potlood of pen . In het ene geval dient je het uitvloeien van de tinten tegen te gaan ; in een ander geval moet je er juist gebruik van maken . Door heel veel te oefenen zult je evenwel vertrouwd geraken met dit materiaal . Zorg ervoor dat uw papier goed opgespannen is of gebruik aquarelcarton . Voor uw eerste studies raden wij aan niet te grof papier te gebruiken , daar dit wel eens onverwachte witte plekken in de tekening tot gevolg kan hebben . Middel - of glad aquarelpapier kunt je dus het beste gebruiken . Maak uw schets met een HB potlood . Harder potlood doet ongewenste groeven in het papier onstaan , waarvan je last heeft bij het schilderen . De voornaamste schaduwpartijen omlijnt je eveneens heel licht met poltlood . Als kleuren voor een gewassen tekening komen lampenzwart en sepia in aanmerking . Wanneer uw schet klaar is , bevochtig dan met een brede platte penseel de gehele tekening . Overtollig water neemt je op met een uitgeslagen penseel . Wanneer het papier nu nog een beetje vochtig is zet dan de halftonen op en spaar de hoge lichten uit . De halftonen laat je nu even aandrogen en vervolgens brengt je de donkerste partijen aan , waarbij je zorgt dat de aanraking met de halftonen mooi vloeiend wordt . Bent je in dit stadium gekomen , dan zullen de verschilende tussentinten aangebracht moeten worden , waarbij het vormen van kringen zoveel mogelijk vermeden wordt . Je zult dan ook zien dat sommige lichtpartijen te wit geworden zijn en hierover zal dus een licht tint gezet moeten worden . Te donkere gedeelten kunnen met een penseel schoon water afgewassen worden . De gewassen tekening is een uitstekende voorstudie voor de aquarel . De techniek is immers in wezen dezelfde . Het enige verschil is dat je in de aquarel met vele kleuren werkt en in de gewassen tekening slecht met één kleur . Een waarschuwing welke wij je niet mogen onthouden is deze , dat velen de neiging hebben om al hun koppen eenzelfde grondtoon te geven . Dit is absoluut fout . Evenals het groen van de bladeren verandert al naar gelang de belichting , zo zal ook iedere kop een andere tint hebben , afhankelijk van de wijze waarop hij wordt belicht , waarbij wij dan tevens rekening moeten houden met de weerkaatsingen van omringende objecten . Alleen door de directe waarneming moet je zich laten leiden . Wanneer je op deze wijze studeert zult je zelf ondekken hoeveel onwaarheden er kunnen schuilen in sommige nuchter aanvaarde theorieén .
ART . NR . 30 . a , FIG . 61 . - GEWASSEN TEKENING ( CASANOVA )
Art . Nr . 30 . a ,
Fig . 61 .
Gewassen tekening door Casanova . Een mooie doorwerkte studie ; let op de vaste bouw van het geheel .
FIG . 62 . - WATERVERFSTUDIE ( LARGETEAU )
Fig . 62 .
Waterverfstudie dat schetsmatig gebleven is . Een werk van Largeteau .
ART . NR . 30 . a , - FIG . 63 . - WATERVERFSTUDIE
Art . Nr . 30 . a ,
Fig . 63 .
Waterverfstudie door Mevr. Bernard . Hier is een levendige uitdrukking verkregen .
23-06-2006
ART . NR . 30 . - DE UITVOERING .
Art . Nr . 30 .
De uitvoering.
Iedere kunstenaar maakt gebruik van een techniek en een uitvoering welke het beste past bij zijn aanleg . Voorlopig moet je bij het portrettekenen pen en penseel nog laten rusten . Later , wanneer je meer ervaring heeft gekregen kunt je eens proberen pen - en penseeltekeningen te maken . Beide materialen eisen in het begin nog teveel aandacht voor zichzelf op .
De potloodtekening .
Potlood is verreweg het gemakkelijkste materiaal en de effecten welke je daarmee kunt bereiken zijn vele . Je kunt het potlood op verschillende manieren hanteren , namelijk door met een scherpere of stompere punt te tekenen , of wel dat je gebruik maakt van een schuin afgeslepen - beitelvormige - punt . Potloodstreken laten zich voorts uitwrijven met de vinger of met een doezelaar , waarbij je dan met vlakgum de hoge lichten kunt inzetten . Bij de laatste werkwijze moeten wij er wel op letten dat de tekeing niet te week wordt . De vlakken moeten dus niet " doodgepoetst " worden , zoals men dit noemt . De meest eenvoudige werkwijze is evenwel de beste en een bewijs hiervoor is fig . 57 , een meesterlijke portretstudie van Berthold - Mahn , van wiens hand er in deze les vele portretten zijn afgebeeld . Zie eens hoe hier met eenvoudige middelen een levendige uitdrukking verkregen is . Dergelijke tekeningen doen ons toch werkelijk meer dan die waarin met goedkope effecten een twijfelachtig resultaat is verkregen . In de tekeningen van Berthod - Mahn worden we getroffen door de lenigheid van de grijze potloodlijnen met hier en daar een versterking , zoals de ogen , de neusvleugels en de bovenlip , welke voldoende is om een indruk van leven te geven . Bekijken we nu eens het profiel - portret van fig . 47 . Door deze tekening is een heel andere manier gevolgd . Met brede streken zijn de voornaamste schaduwpartijen gearceerd . De tekenaar verkreeg hierdoor dus een sterk plastisch effect . De binding tussen de donkerste partijen en de lichtere schaduwen verkreeg hij door met de platte kant van het potlood luchtig over het papier te gaan . De hoge gedeelten van het papier zullen voldoende potlooddeeltjes vasthouden , waardoor de bindende toon onstaat . Voor deze techniek moet dus wel een iets grovere papier soort worden gebruikt . Het portret en face van fig. 51 is uitgevoerd in zwart en wit conté op lichtgetint papier . Door je deze verschillende voorbeelden te laten zien , hopen wij dat je die werkwijze gaat toepassen welke het meest bij uw persoonlijke aanleg en smaak past . Tekent je met gewoon potlood , maak dan uw opzet b.v. met HB en werk het geheel verder af met 5 of 6B . Je kunt hiermede het beste resultaat bereiken . Conté of contépotlood geeft direct een veel krachtiger en zwarte streek . Een prachtig materiaal overigens , doch je moet er in het begin heel voorzichtig mee omgaan , want een contélijn is niet weg te vlakken . Gebruik nimmer gewoon potlood en conté tesamen . Doordat het conté de potloodstreken niet dekt ontstaat er in zo'n tekening een onaangename schittering . Voor grotere portretstudies is houtskool aan te bevelen . Het wordt verkocht in een hardere en een zachtere soort . Houtskool laat zich gemakkelijk wegvlakken met gekneed brood of met kneedgum . Met houtskool kan men mooie , fluweelachtige zwarten verkrijgen . Werken wij op getint papier dan kunnen de hoge lichten met wit conté worden aangezet . Na voltooiing moet de houtskooltekening gefixeerd worden . Overigens hebben wij al deze technieken besproken in de les " Licht en Schaduw " . Tenslotte vragen wij nog uw aandacht voor de kopjes van Watteau (fig . 60 ) . Deze kopjes , waarvan de hoogtemaat 6 tot 8 cm bedraagt , werden uitgevoerd in drie kleuren krijt - zwart , wit en sanguine - op getint papier . Dat " ophogen " met sanguine en wit moet wel voorzichtig gebeuren , want heel gemakkelijk zou je een goede zwartkrijttekening kunnen bederven door teveel wit en teveel rood . Tussen de hoeveelheid zwart , wit en rood moet namelijk een mooie harmonie zijn . Ook de tint van het papier speelt een belangrijke rol . Beige of heel lichtblauwe tinten zijn wel de meest dankbare .
ART . NR . 30 . - FIG . 60 . - DOOR WATTEAU .
Art . Nr . 30 .
Fig . 60 .
Met wit krijt opgehoogde studies op getint papier ( Watteau ) .
22-06-2006
ART . NR . 29 . c , - DE SCHETS
Art . Nr . 29 . c ,
De Schets
Thans zijn wij dus gekomen tot de schets , wel te verstaan de vlugge schets . Verwar dit niet met de studie of een uitgewerkte schets . Reeds eerder hebben wij uiteengezet waarom wij pas met de schets beginnen nadat er eerst een nauwkeurige studie van de kop en het gelaat is gemaakt . Wij kunnen de schets het beste vergelijken met een " momentopname " , doch de maker moet dan ook in staat zijn alleen het meest karakteristieke van de kop in dit korte ogenblik vast te leggen . Ontdaan van alle overbodigheden moet de schets een krachtige indruk maken op de beschouwer . De tekenaar immers onderstreepte hier de elementen welke het meest zijn aandacht trokken . Het is een uitstekende oefening om in enkele trekken de expressie van de kop vast te leggen , doch omdat te kunnen moet uw observatievermogen wel heel goed ontwikkeld zijn . Dat je dit slechts na een geduldige voorstudie kunt bereiken , zal je thans wel duidelijk zijn . Het is door " het ontdoen van overbodigheden " dat wij de goede karikatuur vaak benaderen . Ook de karikatuur immers steunt op het laten zien van de typische karaktertrekken ? Om je hiervan te overtuigen behoeft je slechts de schetsen van V . Bonneterre en Ch . Roussel te bekijken . Deze koppen typeren de persoon en je zult gemakkelijk zijn karakter , maatschappelijke stand en gevoelen kunnen raden , ook al is het gezicht in slechts enkele trekken weergegeven . Sommige van deze koppen zijn wat verder uitgewerkt omdat de tekenaar wellicht meer tijd had of omdat hij steunde op zijn visueel geheugen . Niettenin zouden deze koppen ook in een minder gevorderd stadium aan de behoefte voldoen . Neem dan ook iedere gelegenheid te baat om dit soort schetsen te maken . Wat je door eerder volbrachte studies heeft bereikt zal hierdoor in hoge mate worden ontwikkeld . Voor de uitvoering van deze schetsen verwijzen wij je naar het betreffende hoodstuk in de les " Het schetsen van personen in een enkele lijn " . Vergeet vooral niet om je " te wapenen " met een zonnebril , om de richting van uw blik te verbergen voor uw slachtoffers . Sommige mensen vinden het namelijk niet prettig om geschetst te worden en het is altijd beter om geen ruzie te krijgen .
ART . NR . 29 . c , - FIG . 57 . - POTLOODSCHETS ( BERTHOLD - MAHN )