TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
26-06-2006
FIG . 10 . - SCHEMA VAN DE BEWEGINGSMOGELIJKHEDEN
Fig . 10 .
Schema van de bewegingsmogelijkheden van schouderblad en sleutelbeen bij een opgeheven arm .
FIG . 11 . SKELET VAN LINKER ARM
Fig . 11 .
Skelet van de linker arm .
ART . NR . 31 . a , - FIG . 12 EN 13 . - ELLEBOOG EN HAND
Art . Nr . 31 . a ,
Fig . 12 en 13 .
Schema van de elleboog . Skelet van de hand .
ART . NR . 31 . - HET NAAKT .
Art . Nr . 31 .
Het Naakt
Inleiding
Evenals in de voorgaande lessen , zullen wij ook thans trachten het onderwerp eenvoudig doch duidelijk te benaderen ; hoe ingewikkeld dit onderwerp ook moge zijn . Je kunt daar ten volle van overtuigd zijn ! Het is alleen noodzakelijk , dat wij van nu af aan - en wel te beginnen met deze inleiding - iets hoger gaan grijpen , omdat je van deze les meer profijt en genoegen zult beleven . Je zult zien dat het huidige onderwerp te maken heeft met een bijzonder verheven stijl . Zonder overdrijving zouden wij zelfs kunnen zeggen dat wij ons naar een sfeer van schoonheid begeven . Zeker , alles is mooi , of kan dit voor een kunstenaar tenminste zijn . Voor hem is er geen enkel onderwerp ( uit filosofisch standpunt bezien ) dat niet zijn interesse vermag op te wekken . Of beter gezegd : het is voor hem interessant het verborgene in de onderwerpen te ontdekken . Hoe onbeduidend het andere ook moge lijken , de kunstenaar kan het verheffen , kan het " mooier maken " , door zijn gave van gevoeligheid en verbeeldingskracht . Welnu , er is een onderwerp , dat in al zijn zuiverheid - men zou kunnen zeggen - tot de meest volmaakte plastische expressies en de zuiverste gedachten op het gebied van de kunst inspireert : het naakt . Beschouwt je eens het beroemde voorbeeld van de Antieken , van de Griekse beeldhouwers , die nooit overtroffen zijn . Hun meesterwerken zijn niet anders dan alleen het lichaam van een vrouw of een man . Maar door verhoudingen en bewegingen , door verhevenheid en rythme van het lichaam vormen deze gestalten een uiterst hoog element van schoonheid en bieden zij ons ontegenzeggelijk een ongeevenaarde schoonheidsvreugde .
Dit alles was je zonder twijfel al bekend , doch het is niet overbodig om je bij het begin van deze les hieraan te herinneren .
Voor één keer hebben wij grootse woorden gebruikt . Wij hebben van Schoonheid gesproken . Maar wij weten immers heel goed dat je voor schoonheid gevoelig bent , omdat je van tekenen houdt . Wij zullen echter in ons betoog ook de nuttige kant van deze studie bezien .
Wij zullen je inderdaad tonen in welk opzicht het tekenen van het naakt nuttig is . Het nut heeft betrekking op het werk ; de schoonheid geeft vreugde . Om dit te bereiken moet je leren met vastberadenheid en ijver aan het werk te gaan . Dan zullen nut en vreugde zich onmiddellijk voor u verenigen en met elkander verbonden blijven gedurende een studie die steeds boeiender zal worden .
THEORIE
DE ANATOMIE
Voorwoord.
Wij zijn het er dus over eens dat de studie van het naakt nuttig is . De kennis hiervan is voor de tekenaar zelfs onontbeerlijk . Het is je stellig bekend dat het op de scholen voor kunstonderwijs , onder de naam " figuurtekenen " de basis van dit onderwijs vormt . Waarom ? Vooral - en wij willen dit geenszins voor u verbergen - omdat het de moeilijkste kant van de teken - en schilderkunst vormt , doch daarom ook de meest " ontwikkelde " ; wie de " figuur " beheerst , kan alles tekenen , onverschillig wat . Vervolgens omdat het beter dan welke andere oefening ons ook de constructie leert zien , hetgeen je zult ondervinden . Hier leren wij dus het wezenlijke van tekenen . Dank zij de beheersing van het naakt is het mogelijk een geklede figuur met de juiste penseelstreek en waarheidsgetrouw af te beelden . Om dat te kunnen moet men , zoals gezegd wordt , " weten wat eronder zit " . De grote schilder DAVID werd door zijn geweten zover gedreven , dat hij de lichamen van de mannen en vrouwen eerst naakt op het doek tekende en ze eerst daarna van kleding voorzag . Maar ook voor de ontklede figuur , voor het naakt dus , is het zelfs nodig te weten " wat er onder zit " . En dit weten zal de anatomieleer u verschaffen . Natuurlijk gaat het hier niet om de medische anatomie , noch om de anatomie van physiologen en histologen , maar om de artistieke annatomie van tekenaars en schilders . Het is zuiver morphologische anatomie , welke alleen de osteologie en de myologie behandelt : in minder geleerde termen niets anders dan wat de vorm betreft , d.w.z. de studie van de beenderen en de spierenleer , in één woord : de lichaamsbouw . De studie van het beenderstelsel is nodig om daardoor eerst de lichaamsbouw te leren begrijpen . Om te tekenen moet men waarnemen . Om goed te kunnen waarnemen moet men beter begrijpen . Eerst dienen wij de vorm te weten doordringen om haar zodoende beter te kunnen zien . Dat is de waarborg , de voorwaarde van het succes . Je zult een tak , zijn bladeren , bloemen en vruchten beter kunnen tekenen als je een beetje botanische kennis bezit ; een locomotief zult je gemakkerlijker kunnen weergeven als enig begrip voor techniek je niet vreemd is . In al deze gevallen zal uw visie begrijpend zijn . welnu , op een tekening van een naakt is de houding , de beweging alleen , dan juist sprekend en vol uitdrukking , als ieder been , iedere spier op zijn plaats zit en zijn taak heeft . Dit resultaat is moeilijk te bereiken wanneer men een relief , een holte , een vlak zonder begrip tekent , zodat er geen verband bestaat met de geestelijke voorstelling van hetgeen er onder zit .
25-06-2006
ART . NR . 31 . - FIG . 1 . - NAAKT DOOR BERTHOLD - MANH .
Art . Nr . 31 .
Fig . 1 ,
Naakt door Berthold - Manh.
Voorbeeld van "interpretatie " , waaraan je moet denken wanneer wij spreken over " de eigen stijl van een kunstenaar " .
ART . NR . 30 . c , - HET OLIEVERF SCHILDERIJ
Art . Nr . 30 . c ,
Het olieverf schilderij
In dit hoofdstuk zullen wij ons beperken tot algemene richtlijnen , want een uitvoerige bespreking van het schilderen van portretten zou tot een boekdeel uitgroeien . Alvoren men palet en penselen ter hand neemt dient de tekening van de kop verantwoord te zijn . Ook de grenzen van de vlakken waaruit de kop is opgebouwd , dient je zuiver te markeren . Nalatigheid op dit punt zal zich uiteindelijk wreken in de kleur . Het overbrengen van de tekening op linnen of paneel is eveneens van belang . Teken de kop eerst op gewoon papier , maak dit papier aan de achterkant zwart met houtskool , leg het geheel op het linnen of het paneel en druk met een hard potlood de tekening door . Deze manier maakt het tevens mogelijk de kop goed in het vlak te plaatsen . De eerste aanleg in verf moet op een sobere wijze gebeuren . Een neutrale tint van bijvoorbeeld gebrande sienna , ultramarijn en meer of minder wit , kan heel goed worden gebruikt . Verdun de verf en borstel luchtig de voornaamste toonwaarden - licht , halflicht en schaduw - daarbij lettend op een niet te dikke verfopdracht . Deze eerste opzet kan men laten drogen , doch het is ook mogelijk direct met de afwerking verder te gaan . Eén van deze manieren is dus mogelijk ; pas ze echter niet doorelkaar toe . Sommigen raden aan om onderdeel voor onderdeel af te werken , en dit niet ten onrechte . Nemen wij bijvoorbeeld het oog . Het schilderen daarvan is een moeilijk werk omdat het wit van het oog zuiver afgewogen dient te worden tegen de vleeskleur . Het laten aandrogen van de oogpartijen zou een ongewenst verfrelief kunnen veroorzaken waarvan je bij de verdere afwerking last kunt hebben . Beter is dan ook de ogen " nat in nat " - zoals dit in schilderstaal heet - in één zitting te schilderen .
Hareux raadt in zijn boek over het schilderen aan om de opzet van het geheel op de volgende wijze te vergemakkelijken : bepaal je tot een gamma van drie kleuren welke je bij uw model aantreft en breng hierin geen veranderingen . Doordat de kleuren op uw palet blijven , dienen zij als grondkleuren voor het werk . Om een voorbeeld te noemen : Je mengt de lokale " vleeskleur " , de kleur van de lichtpartijen en de kleur van de schaduwpartijen daarvan . Met deze kleuren echter gaat je niet schilderen , doch je gebruikt ze zoals een musicus zijn stemvork . Nu gaat je van iedere partij de juiste kleur en toonwaarde observeren en je zult dan ontdekken dat je voor de ene partij wat meer rood door de grondkleur moet mengen , voor de andere partij wat meer groen , meer geel of meer blauw enz. Op die wijze vermijdt je de ongemakken van steeds wisselende belichting tijdens het werken . Wij zullen , om een goed gegrip van deze raadgevingen te krijgen , nogmaals herhalen dat onder lokale toon en lokale kleur wordt verstaan : de eigen kleur van ieder object , welke niet beinvloedt wordt door een bijzondere verdeling van licht en schaduw . Hareux raadt eveneens aan om de overgangen van de verschillende tinten met vele kleine streekjes te schilderen , licht in donker en donker in licht . Bij het schilderen dient de penseelstreek met de vorm mee te lopen , zoals wij laten zien in fig. 71 . Tenslotte zegt Hareux ons , dat wanneer de kop op een flink formaat geschilderd is , iets wat wel wenselijk is , de penseelstreken van de fond zichtbaar moeten blijven , doch naarmate zij de kop naderen dienen ze wel even te " versmelten " . Er moet dus om de kop even een soort aureool onstaan , waarvan men het bestaan eerder raadt dan waarneemt . De kop zal zich daardoor uit de fond losmaken , tewijl hij aan de andere kant toch weer met het geheel verbonden blijft . Zorg er ook voor dat de schaduwpartijen in het gezicht lichter of donkerder zijn dan de fond . Nimmer mogen zij van dezelfde waarden zijn , want daardoor krijgt je onwillekeurig een slap en monotoon geheel . Gaat je deze methode van werken volgen , dan moeten wij je aanraden eerst eens enkele studies te maken in één kleur olieverf , zoals wij dit onder andere besproken hebben in de les " Licht en Schaduw " . Over het schilderen met gouacheverf kunnen wij zeer kort zijn . Evenals olieverf is dit ook een dekkende verf , welke evenwel met water wordt verdund . De schildertechniek komt vrijwel overeen met die van olieverf .
ART . NR . 30 . c , - FIG . 71 . - PENSEELSTREKEN NAAR HAREUX .
Art ? Nr . 30. c ,
Fig . 71 .
Hier ziet je hoe in een schilderij de penseelstreken met de anatomische vormen moeten meelopen ( naar Hareux ) .
FIG . 72 . - PORTRET - DOOR MAURICE - QUENTIN de LA TOUR .
Fig . 72 .
Portret van Marie Fel . door Maurice - Quentin de La Tour .
ART . NR . 30 . c , - FIG . 73 . KOP DOOR SCHLTZ - DAL
Art . Nr . 30 . c ,
Fig . 73 .
Een prachtige tekening door Schultz - Dal . Let op de tere plastiek , maar toch vaste bouw van dit kopje .
24-06-2006
ART . NR . 30 . b , - DE PENTEKENING
Art . Nr . 30 . b ,
De Pentekening.
Met opzet behandelen wij deze techniek als een van de laatste en wij herhalen nogmaals , dat je de tekenpen vooral niet in uw eerste oefeningen moet gebruiken . De techniek van het pentekenen hebben wij reeds besproken in de les " Licht en Schaduw " . Wij veronderstellen dan ook dat je regelmatig met dit materiaal heeft gewerkt , want alleen wanneer je deze techniek geheel en al beheerst zult je die vrijheid en soepelheid bereiken welke hiervoor kenmerkend zijn . Elke aarzeling of onhandigheid immers komen juist in de pentekening meteen naar voren . Hoe soepel het eigenlijke werktuig , de pen , ook is , de pennestreek is onverbiddelijk . Een streek met een zacht potlood laat aan de zijkanten geen scherpe begrenzing zien , waardoor de gehele streek enigszins verzacht wordt . De pennestreek daarentegen is scherp . De verzachting van de lijn die hier ontbreekt zullen wij moeten doen uitkomen door een verbinding van naast elkaar en over elkaar getrokken lijnen . Echter , en dit is uiterst belangrijk , dienen wij te voorkomen dat zich bij deze overgangen een uitgesproken geruit patroon gaat vormen . Zo'n " horregaas - effect " is lelijk en zeker wanneer het voorkomt in een pentekening op klein formaat . Aan de andere kant mogen de lijntjes ook niet te dicht opeen gezet worden , want dan bestaat er kans dat zo'n partij dichtloopt en er dus een massieve vlek ontstaat . Naarmate je meer met de pen werkt zult je zeker uw eigen manier gaan ontdekken . Vaste regels zijn ten eenmale moeilijk te geven . Bestudeer de verschillende voorbeelden welke wij van fig. 64 tot 70 laten zien . Je ziet dat al deze koppen op zeer verschillende wijzen behandeld zijn , maar dat zij toch ergens een punt van overeenkomst hebben , namelijk dit , dat de penlijnen met de vormen meelopen en zodoende de plastische vorm versterken .
ART . NR . 30 . b , - FIG . 64 . - PENTEKENING DOOR LOEVY
Art . Nr . 30 . b ,
Fig . 64 .
Pentekening door Edouad Loevy . Een geraffineerde techniek ! De arcering met ronde lijntjes is zo mooi open gehouden , dat deze partijen , zelfs bij verkleining , niet zullen " dichtlopen " .
FIG . 65 . - PENTEKENING DOOR M . DESIMON .
Fig . 65 .
Pentekening door M . Desimon .
FIG . 66 . - PROFIELSTUDIE - M . TALAAT
Fig . 66 .
Profielstudie met pen en ink door M . Talaat .
FIG . 67 . - PORTRETSTUDIE DOOR BONNETERRE
Fig . 67 .
Portretstudies met pen en inkt . Zie de verschillende wijzen van uitvoering en vergelijk ze onderling . ( Bonneterre ).
Fig . 68 . - PORTRETSTUDIE DOOR BONNETERRE
Fig . 68 .
Portretstudie door Bonneterre
FIG . 69 . - PORTRETSTUDIE MEJ. LUTEAUD
Fig . 69 .
Portretstudie van Mej. Luteaud .
ART . NR . 30. b , - FIG . 70 . - PORTRETSTUDIE
Art . Nr . 30 . b ,
Fig . 70 .
Portretstudie met pen en inkt . door Schultz - Dal .
ART . NR . 30 . a , - GEWASSEN TEKENING
Art . Nr . 30 . a ,
De gewassen tekening .
In de fraaie gewassen tekening welke fig . 61 laat zien , treedt duidelijk aan het licht dat wij hier te doen hebben met een techniek welke om een zekere behendigheid vraagt . Een behendigheid welke men zich slechts door veel oefening eigen kan maken . De vloeiende waterwerf is nu eenmaal niet zo volgzaam als potlood of pen . In het ene geval dient je het uitvloeien van de tinten tegen te gaan ; in een ander geval moet je er juist gebruik van maken . Door heel veel te oefenen zult je evenwel vertrouwd geraken met dit materiaal . Zorg ervoor dat uw papier goed opgespannen is of gebruik aquarelcarton . Voor uw eerste studies raden wij aan niet te grof papier te gebruiken , daar dit wel eens onverwachte witte plekken in de tekening tot gevolg kan hebben . Middel - of glad aquarelpapier kunt je dus het beste gebruiken . Maak uw schets met een HB potlood . Harder potlood doet ongewenste groeven in het papier onstaan , waarvan je last heeft bij het schilderen . De voornaamste schaduwpartijen omlijnt je eveneens heel licht met poltlood . Als kleuren voor een gewassen tekening komen lampenzwart en sepia in aanmerking . Wanneer uw schet klaar is , bevochtig dan met een brede platte penseel de gehele tekening . Overtollig water neemt je op met een uitgeslagen penseel . Wanneer het papier nu nog een beetje vochtig is zet dan de halftonen op en spaar de hoge lichten uit . De halftonen laat je nu even aandrogen en vervolgens brengt je de donkerste partijen aan , waarbij je zorgt dat de aanraking met de halftonen mooi vloeiend wordt . Bent je in dit stadium gekomen , dan zullen de verschilende tussentinten aangebracht moeten worden , waarbij het vormen van kringen zoveel mogelijk vermeden wordt . Je zult dan ook zien dat sommige lichtpartijen te wit geworden zijn en hierover zal dus een licht tint gezet moeten worden . Te donkere gedeelten kunnen met een penseel schoon water afgewassen worden . De gewassen tekening is een uitstekende voorstudie voor de aquarel . De techniek is immers in wezen dezelfde . Het enige verschil is dat je in de aquarel met vele kleuren werkt en in de gewassen tekening slecht met één kleur . Een waarschuwing welke wij je niet mogen onthouden is deze , dat velen de neiging hebben om al hun koppen eenzelfde grondtoon te geven . Dit is absoluut fout . Evenals het groen van de bladeren verandert al naar gelang de belichting , zo zal ook iedere kop een andere tint hebben , afhankelijk van de wijze waarop hij wordt belicht , waarbij wij dan tevens rekening moeten houden met de weerkaatsingen van omringende objecten . Alleen door de directe waarneming moet je zich laten leiden . Wanneer je op deze wijze studeert zult je zelf ondekken hoeveel onwaarheden er kunnen schuilen in sommige nuchter aanvaarde theorieén .
ART . NR . 30 . a , FIG . 61 . - GEWASSEN TEKENING ( CASANOVA )
Art . Nr . 30 . a ,
Fig . 61 .
Gewassen tekening door Casanova . Een mooie doorwerkte studie ; let op de vaste bouw van het geheel .
FIG . 62 . - WATERVERFSTUDIE ( LARGETEAU )
Fig . 62 .
Waterverfstudie dat schetsmatig gebleven is . Een werk van Largeteau .