TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
06-05-2006
ART . NR . 17 . b , - HOE TEKENEN WIJ EEN BLOEM .
Art . Nr . 17 . b ,
Hoe tekenen wij een bloem
Hierbij gaan wij op dezelfde wijze te werk als we hebben gedaan met de tekening van het blad . Om een goed begrip te krijgen van de structuur van de bloem , zal het nuttig zijn enige doorsnede te maken en deze nauwkeurig te tekenen ( zie fig. 6 ) . Neem een bloem , ontdoe hem van zijn bloembladen en observeer de wijze , waarop die zijn ingeplant en worden vastgehouden . In fig. 21 A , hebben wij enkele bloembladen van deze margriet verwijderd , teneinde de inplanting van de blaadjes die er aan vastgehecht bleven , beter zichtbaar te maken . Fig. 21 B , toont je enkele verschillende aspecten van afzonderlijke en op verschillende wijze opgerolde bloembladen . Observeer hoe het hart van deze bloem is gebouwd en het bijzondere karakter van zijn meeldraden en zijn stamper . Neem vervolgens een andere margriet , laat hem intact en tracht u zich , als je hem bekijkt , een voorstelling te maken van het inwendige . Hierbij komt het dus aan op uw herinneringen aan voorgaande waarneming en op die wijze zult je er in slagen door uw tekening anderen iets laten te zien van het wezen van een bloem . Uw tekeningen zullen inhoud krijgen en boeien . Blijf dan ook altijd het detail bestuderen en bedenk dat deze studies de basis vormen voor iedere tekening of schilderij . Dat deze studies uiterst nauwkeurig moeten zijn is vanzelfsprekend , doch dit sluit niet uit dat je het geheel moet blijven zien en daarom de onnodige details moet terughouden . Zorg dus allereerst voor de details die het karakter van de bloem bepalen en hoedt je voor een precieze copie van het geziene . Hoe knap dergelijke copieén ook uitgevoed worden , zij zullen toch immer dor en levenloos blijven . Een minder knap uigevoerd werk , waaruit het karakter evenwel duidelijk spreekt is dus van grotere waarde . Alleen dus door het bestuderen van die karakter bepalende elementen leren wij wat verwaarloosd kan worden . Wees er ook van overtuigd dat je door de studies van het detail vele ontdekkingen zult doen , die een onuitputtelijke bron zullen zijn voor uw decoratieve composities . Zoals je dat heeft gedaan met het blad , tekent je om te beginnen één of meer aparte bloemen . Je maakt natuurlijk gebruik van dezelfde methode . Is dat eenmaal gedaan , dan probeert je de bloem in zijn geheel te tekenen . Wij hebben tot dusver de onderdelen van de plant getekend , zij het ieder onderdeel apart . Thans gaan wij het geheel tekenen : de stengel met bladeren en bloem . Zet de tak zo neer dat alle vormen goed waarneembaar zijn , bijvoorbeeld in een vaas met nauwe hals en het geheel in van links komend licht . Om een rustige achtergrond te verkrijgen doet je er goed aan er een vel wit tekenpapier achter te zetten , maar dan wel zover er achter dat de tak met bladeren en bloemen geen hinderlijke schaduw werpt . De bloem zal tegen die lichte fond juist scherp omlijnd afsteken , zodat je de vorm goed kunt volgen en weergeven . De eerste opzet maken wij met potlood . Bewust dringen wij hier aan op een bepaalde werkwijze omdat alleen daardoor een bevredigend resultaat verkregen kan worden . En dat is toch immers ons doel ? Haasten wij ons echter en bereiden wij ons daarvoor niet voldoende voor dan zal dit zijn weerslag vinden in onze studie . Door onze methode te volgen zult je stap voor stap dichter bij het doel komen en het is daarom dat wij steeds dezelfde raadgevingen zullen herhalen , omdat je snelle vorderingen maakt . Ons eerste werk is dus weer het bepalen van de meetkundige figuur waarin wij het geheel kunnen " vangen " . Trouwens in fig. 22 van deze les vindt je ook een reeks schetsen die voor zichzelf spreken . Wanneer je deze goed bekijkt kunt je vaststellen dat , uitgaande van een eenvoudige zeer algemene vorm , langzamerhand de natuurlijke vorm van deze anjelier bereikt wordt . Deze werkwijze stelt je trouwens in staat direct in het begin al de massa's van de verschillende onderdelen te bepalen en tevens hun onderling evenwicht . Je leert uw onderwerp eenvoudig zien en je krijgt een goed begrip van de bouw . Zo'n schets moet als het ware het geraamte van uw tekening worden zonder overbodige details .
Vervolgen gebruiken wij een zachter potlood , bijv. 2 B , om de tekening verder door te werken ( fig . 23 ) . Ook kunt je uw tekening overtrekken met Oostindische inkt en daarna de potloodlijnen uitgommen . Het resultaat hiervan ziet je in fig . 24 . Maar in de meeste gevallen zal de lijn zijn losheid verliezen en het is dan ook beter , wanneer eenmaal de construtiefiguur is uitgezet , te proberen direct met de pen of het penseel te werken . Hoe het ook zal uitvallen ; een potloodschets in enkele lijn kan bekoren . Dit kan evenwel niet altijd gezegd worden van een pentekening in enkele lijn . Dit soort tekeningen blijft wel eens wat " droog " . Natuurlijk kan er veel verandering in komen wanneer wij zorgen voor voldoende modulaties , doch een vollediger beeld verkrijgen wij pas met het aanbrengen van licht en schaduw . Wij hebben hier de keuze tussen verschillende werkwijzen die je reeds kent en die behandeld zijn in de aller eerste lessen " Licht en schaduw " . Wij zullen deze nog eens nagaan en aan de hand van de illustaties duidelijk maken . Stuk voor stuk zijn het waardevolle uitdrukkingsmiddelen voor de tekenaar en de schilder van bloemen .
05-05-2006
FIG . 21 . - BLOEMBLADEN . ( MARGRIET )
Fig . 21 . A , en 21 . B , Bloembladen van een margriet.
FIG . 22 . - SCHETS
Fig . 22 . Eerst een schets van de voornaamste lijnen en vlakken . Daarna de eigenlijke tekening .
FIG . 23 . LIJNTEKENING
Fig . 23 . Lijntekening ( met potlood ) . De contructie van de bloemkroon is duidelijk zichtbaar .
FIG . 24 . - PENTEKENG
Fig . 24 . Pentekening ( in lijn ).
ART . NR . 17 . a , HET TEKENEN VAN EEN SILHOUET .
Art . Nr . 17 . a ,
Het tekenen van een silhouet .
Tijdens de studie van de eerste les heeft je ontegenzeggelijk met veel plezier een aantal silhouetten gemaakt . En ook bij deze les is het nodig dat wij er ons mee gaan bezighouden . Ondanks de zeer eenvoudige tekening van het enkele blad , levert de tekening van de bloem en vooral van een boeket bloemen vele moeilijkheden op . Stap voor stap zullen we deze moeilijkheden overwinnen door eerst een eenvoudige tak met bladeren en bloemen als silhouet te tekenen . Zet deze tak in een vaas voor het venster , zodat je het geheel in tegenlicht ziet . Alle details verdwijnen dan en je zult niet meer dan de algemene partijen waarnemen . Uw aandacht zal zich niet verliezen in de talrijke verwikkelingen van lijnen en vormen , die wel zichtbaar zouden zijn , als de tak in het volle licht werd geplaatst . Uw aandacht zal dus sterk getrokken worden door de algemene aanblik , die eigen is aan de door u gekozen plant . Het gaat er dan ook alleen om dit " karakter " vast te leggen door een juiste weergave van de grote lijnen en partijen en vooral door een zeer nauwkeurige weergave van de contouren ( zie Plaat V ) . Deze oefening biedt bovendien het voordeel , dat je zich oefent in de hantering van het penseel . Inderdaad kunt je ongetwijfeld beginnen met het schetsen van het sihouet in potlood . Daarna trekt je de omtrekken over met een penseel en Oost - Indische inkt , en tenslotte vult je de grote vlakken van de tekening in . Na deze eerste oefening echter raden wij je aan , nadat je met een zacht potlood de algemene constructievorm heeft geschetst , direct met het penseel te werken , opdat je de nodige handvaardigheid opdoet en in staat ben de lijnen en vormrn met de nodige vrijheid neer te zetten , waarbij evenwel op een vaste bouw van de vormen gelet wordt . Vrijheid in het weergeven en vastheid van bouw zijn twee begrippen waarom het hier gaat en die afhangen van een nauwkeurig waarnemen van de vormen .
In het derde stadium van deze oefening moet je zich beperken tot het zwart maken van uitsluitend de schaduwpartijen , zoals figuur A van Plaat V laat zien . Op die manier komen wij terecht bij een zeer eenvoudige ruimtelijke weergave , welke al heel wat meer doet vanwege de sterk aangegeven tegenstelling tussen schaduw en licht . Je kunt ook , inplaats van alleen zwart te gebruiken , een zelfde onderwerp uitvoeren in een gamma van grijs , dat meer en meer lichter wordt al naar gelang de partijen verder van uw oog verwijderd zijn . Inderdaad , de bladeren en bloemen van uw tak bevinden zich op verschillende vlakken en zijn onderling op een afstand van elkaar geplaatst , steeds verder weg . Maak daarom gebruik van de witte dekverf die je mengt met de zwarte verf . Je kunt op die wijze zeer genuanceerde " waarden " bereiken , die je vlakke tinten aanbrengt . Je zult versteld staan over het resultaat dat op deze manier te berieken is en dat een zeer decoratieve aanblik geeft ( zie fig. 20 ) . Dit opmerkelijke resultaat met eenvoudige tinten van wit en zwart gedaan , zal je stellig bekoren en het is reeds een kleine beloning van uw naukeurige studie der vormen . Een beloning en een lust voor het oog !
PLAAT V . - SILHOUET .
Plaat . V ; Silhouet.
FIG . 20 . - HET EFFECT .
Fig . 20 . Het effect , verkregen met slechts drie " tinten " , is bijzonder geslaagd .
04-05-2006
ART . NR . 17 . DE PRAKTIJK
Art . Nr . 17 .
DE PRAKTIJK
Hoe tekenen wij een blad .
Voordat wij beginnen aan het tekenen van de bloem , zullen wij eerst eens zien hoe het blad wordt weergegeven . Wanneer wij een blad volkomen vlak zouden tekenen , dan was het slechts een kwestie van copieéren en verkregen wij een resultaat als op de afbeeldingen van plaat I en plaat II . Maar in werkelijkheid is het blad driedimensionaal met alles wat dat met zich meebrengt aan verkortingen en welvingen . Het is dan ook goed om onze kennismaking met de perspectief te hernieuwen . Op alle terreinen van de tekening zal dit ons te hulp komen . Zoals steeds is het goed er aan te denken dat wij op deze wijze stap voor stap verder zullen komen .
Perspectief en Constructie .
We nemen een tennisracket of snijden een dergelijke vorm uit karton en plaatsen dat in verschillende opeenvolgende standen . Van voren bezien doet het zich in zijn ware gedaante voor ( fig . 15 - 1 ) ; van opzij gezien lijkt het meer op een stok ( 2 ) . Tussen deze twee uitersten zijn er alle mogelijke tussenstanden in 't verloop waarvan onze racket heel wat verschillende aanblikken vertoont ( o.a. 3 en 4 ) . Fig. 15 - 5 , 6 en 7 laten weer andere aanzichten zien . De afwijkende vormen van een blad of een bloemblad zijn bijna gelijk aan die van de racket , afgezien dan natuurlijk van soepelheid van de bladeren . De afbeeldingen van fig . 16 laten ons verschillende schema's zien om bepaalde bladvormen in perspectief weer te geven . De methode die wij hier laten zien komt er dus op neer steeds de meetkundige figuur te vinden waarin de betreffende bladeren " gevangen " kunnen worden . Wij brengen dus eigenlijk eerst die meetkundige figuur in perspectief en tekenen daarin ons blad . Een uitstekende manier om de verkortingen goed onder de knie te krijgen , is het onderwerp te bezien zoals het zich geprojecteerd op een verticaal opgesteld vlak voordoet en waarover wij in de eerste les reeds gesproken hebben . Dit vlak is ons doorzichtig geruit A.B.C. - scherm , dat je ongetwijfeld bewaard heeft . Gebruik het dus nu weer en je zult er veel nut van hebben . De kruispunten van de horizontale en verticale lijnen van het scherm geven je even zovele richtpunten om het verloop van lijnen en vlakken en onderlinge verhoudingen van de bladeren op de juiste manier te bepalen. Het komt in feite maar heel zelden voor - wij hebben dat reeds gezegd - dat het blad zich volkomen vlak aan onze ogen voordoet . Het is gebogen , gekromd , gevouwen , gegolfd , opgerold en ook hier gaan wij weer van het eenvoudige over op het meer ingewikkelde , zoals de fig . 17 en 18 en de afbeelding van Plaat IV laten zien . Stuk voor stuk zijn dit duidelijke voorbeelden . Om een blad ( of een bloemblaadje - fig . 18 bis ) de gewenste vorm te geven gaan wij uit van de hoofdnerf , welke wij kunnen zien als de basis van het skelet . Evenals bij de mens of het dier bepaalt deze " ruggegraat " de stand en de beweging van het blad . Wanneer het om samengestelde bladeren gaat , zoals bij de acacia , de varen , enz. laten wij dan ook vooral denken aan de algemene omsluitende lijn om het samenstel van de bladeren . Wij beginnen dus met een schematische schets van omsluitende lijnen ( fig . 19 ) en passen dit vooral toe wanneer het om zeer ingewikkelde bladvormen gaat . Of het gaat om een blad of om een tak , om een bloem of een boeket , steeds is de algemeen omschrijvende lijn ons begin .
Ons tweede stadium is om kleinere partijen binnen dit grote geheel op dezelfde wijze door lijnen te omsluiten . Wanneer op die manier alle grondvormen zijn vastgelegd , zullen wij daaraan een grote steun hebben en kunnen oog noch hand meer verdwalen . Natuurlijk zult je niet dadelijk bij 't begin al een al te ingewikkeld object ter hand nemen . Maak eerst eens studies van een los blad . Neem het blad bij de steel en bestudeer de vorm waarbij je het losjes door de vingers laat draaien zodat het verschillende standen inneemt . Observeer dan de algemene vorm en schets het blad binnen de eenvoudige geometrische figuur en begin met een eenvoudige tekening in een enkele lijn . Wel dienen wij natuurlijk meteen de nodige afwisseling in lijndikte te brengen en nauwkeurig de details te volgen . Gebruik hiervoor uw 3 B potlood ; de geometrische figuur schetst je het beste met een HB potlood . Wanneer je de contructie met een HB potlood heeft opgezet mag je ook proberen om de tekening met pen of penseel te maken . Bestudeer dus vele bladeren van uiteenlopende vormen en karakter ; observeer het nervenstelsel evenals de omtrek en geeft je rekenschap van de wijze , waarop de bladeren van elke soort zijn vastgehecht aan de twijg . Bestudeer vooral rangschikkingen van deze aanhechtingen bij verschillende planten en maak daar eens aparte studies van .
Wij hebben er trouwen reeds over gesproken en je verschillende voorbeelden getoond . Na deze studies gaan wij verder met het weergeven van een tak met bladeren , doch eerst vragen we uw aandacht voor een prettige afwisseling .
FIG . 15 . DE PRAKTIJK
Fig . 15 .
De Praktijk.
Deze schetsen laten je de vormveranderingen door het perspectievisch aanzicht duidelijk zien .
FIG . 16 . DE PRAKTIJK
Fig . 16 .
De Praktijk.
FIG . 17 .
Fig . 17 .
FIG . 18 .
Fig . 18 .
PLAAT . IV
Plaat IV
FIG . 18 . bis .
Fig . 18 . bis .
FIG . 19 . DE PRAKTIJK
Fig . 19 .
De Praktijk .
ART . NR . 16 . c , - DE BLOEM
Art . Nr . 16 . c
De Bloem
De bloem is de trots van de plant . Door de natuur getooid met zijde en fluweel in de tederste en heerlijkste kleuren , is zij te allen tijde een bron van inspiratie voor de kunstenaars geweest . Zij blijft de brengster van vriendschap en tederheid , van eerbied en herinnering . Zij vertegenwoordigt de opgetogenheid van het plantenleven , terwijl haar kroon toch maar onstond uit de omvorming van nederige blaadjes . Zij verzekert op deze aarde de eeuwigheid van heel het plantenrijk . Zij bestaat in het algemeen uit de uitwendige bekleedsels - de kelkbladen , de kelk en de bloembladen , die de bloemkroon vormen - en uit de inwendige bestanddelen : de meeldraden en de stamper ( fig . 6 ) . De rangschikking van al deze organen laat een oneindige verscheidenheid zien . De indelingen welke door de plantkundigen gemaakt zijn gaan echter meer uit van het inwendige leven van de plant als van haar uitwendige verschijningsvorm . We zullen ons dan ook niet te veel aansluiten bij deze wetenschappelijke indelingen . De betekenis van de wetenschappelijke termen kunt je evenwel in de woordenlijst vinden , evenals de verklaring van uitdrukkingen welke wij hier en daar in deze les gebruiken met betrekking tot stengels , takken , bladeren enz. Ons hoofddoel is immers de waarneming naar uiterlijke vorm en kleur en we zullen liever naar aanleiding daarvan onze indeling maken .
Indeling der bloemen
- 1e Schijnbaar enkelvoudige , regelmatige bloemen ; het lijkt erop of de bloembladen gerangschikt zijn in stervormige rosetten met een hart in het midden , waaromheen zich een of meer rijen bladen bevinden , meestal plat en in afwisselende hoeveelheid . In werkelijkheid samengesteld : er is een hoofdje ( margriet - madeliefje - goudsbloem - aster - cosmea - zinnia - zonnebloem - kamille - enkelvoudige dahlia ) .
2e Eveneens enkelvoudige , regelmatige bloemen , maar zich verwijderd tot een bekertje , met of zonder afzonderlijke bloembladen ( egelantier - klaproos - boterbloem - anemoon - papaver - malva ) of tot een trechter ( lelie - veldklokje - winde - tulp - herfststijloos ) met bloembladen die direct van de steel uitgaan en met meer of minder wijde hoorn .
3e Bloemen , afgeleid van deze categorien , maar veredeld door de tuincultuur , die er zich op heeft toegelegd om de bloembladen te vermenigvuldigen en de kleuren te verrijken , om er gevulde of " dubbele " bloemen van te maken ( dahlia - chinese aster - chrysant - roos - pioenroos ). 4e Bloemen , waarvan de bloembladen in 't begin een verticale richting volgen om zich vervolgens te verwijden ter hoogte van meeldraden en stampers ( anjelier - muurbloem - primula - petunia - tabak - blauwe gentiaan ) . 5e Bloemen , die samengesteld en eveneens regelmatig zijn - hoewel op verschillende wijzen gerangschikt ( korenbloem - distel ). 6e Onregelmatige bloemen , waarvan de bloembladen niet alle dezelfde vormen hebben ( iris - viooltje ) of dikwijls tot één geheel vergroeid zijn in grillige vormen , zoals ( driekleurig viooltje - boon - erwt - dovenetel - vingerhoedskruid - monnikskap - robinia - leeuwebek - kamperfoelie - brem - orchidee - goudenregen ) . De afbeeldingen die hieronder zijn afgebeeld illustreren deze indeling . Plaat III toont je in numerieke volgorde de bloemen van de malva , cosma , goudsbloem , knoopkruid , distel , veldklokje , winde ( 7 en 13 kelk ) , korenbloem , erwt , leeuwenbek , boon , salie en dubbele goudsbloem.
Bloeiwijzen
Andere verschillen zijn op te merken met betrekking tot de rangschikking van het geheel van deze bloemen , die we tot dusver slechts individueel hebben beschouwd : dat noemt men de bloeiwijzen , elk overeenkomend met de wijze waarop bloemen zich onderling groeperen of tevoorschijn komen uit de stengel van eenzelfde plant . Evenals bij deze stengel zelf , gaat het , afgezien van de gevallen waarin de bloem afzonderlijk groeit , om afwisselende vertakkingen , die uitlopen op een bijzondere schikking van de bloembladen . Zonder in te gaan op de bijzonder ingewikkelde en gedetailleerde terminologie , noemen wij ( fig . 11 ) : 1e De aar : Hier zijn de bloemstelen zo kort , dat de bloemen , in een rij langs één enkele stengel , de schijn wekken onmiddellijk aan de stengel vast te zitten . De aar is samengesteld wanneer de eerste bloemstelen worden vervangen door kleinere aren bv : grassen en granen . Andere voorbeelden van planten met aarvormige bloemen zijn : wolkruid - ridderspoor - stokroos - reseda - spaanse klaver - vingerhoedskruid - wilde salie - doddegras . 2e Het hoofdje : Talrijke bloemen , ontluikend aan het het uiteinde van hun bloemstelen , vormen een soort schijf , koepeltje of bolletje en deze verzameling kleine nauw aaneengesloten dicht op elkaar gedrukte bloempjes biedt de bedriegelijke aanblik van één enkele bloem ( duifkruid - korenbloem - sneeuwbal - klaver ) . 3e Het scherm : De uitgerekte bloemstelen komen alle uit één zelfde punt van de stengel en waaieren uit om een schijf van bloemen te vormen , zoals die van de wortel bijv. Wij noemen verder : de venkel , de engelwortel , de koekoeksbloem , de primula en ook de klimop . Het scherm kan samengesteld zijn : elke bloemsteel eindigt zelf in een klein schermpje . 4 e De bloemtuil lijkt op het scherm , maar met dit belangrijke verschil dat de bloemstelen onderaan op verschillende hoogten zijn ingeplant ( de vlier - lijsterbes - kerseboom - wolfsmelk - valeriaan ( koninginnekruid ) . 5e De tros : En soort aar , waarvan de algemene aanblik kegelvormig of opgezwollen is . Hij wordt samengesteld genoemd , als hij meerdere vertakkingen heeft ( acacia - goudenregen - sering - druif - aalbes - hyacinth - leeuwenbek ) . Soms draagt hij de naam van tuil ( sering , paardekastanje , liguster ) . 6e Het bijscherm : De hoofdas van bloeiwijze eindigt in een bloem . Hieronder groeien één of twee zijvertakkingen om in dit geval uit te lopen op een eerste vork -achtige vertakking . Die kan op zijn beurt weer op elk van beide tegenover elkaar gelegen zijvertakkingen door een tweede of derde vertakking van dezelfde orde worden gevolgd ( klein duizendguldenkruid , silene en koekoeksbloem . Soms ontrolt de enige eerste zijtak , die hier ontwikkeld is , zich spiraalvormig , terwijl de bloemsteeltjes op de bovenkant van de spiraalbocht , die hij vormt , staan ingeplant ( ver-geet-me-niet - smeerwortel ) . Dit noemen wij dan " schicht " . Onderstaande afbeeldingen laten dit duidelijk zien .
Structuur van de bloem.
Laten wij nu terugkeren tot de bloem , zoals wij haar zien . Of de vorm regelmatig is of niet , enkelvoudig of samengesteld , de bouw laat zich , wat zijn kenmerken betreft , gemakkelijk herleiden tot het schema van figuur 6 . De kelk , het eerste uitwendige beschermende bekleedsel , ontbreekt soms , doch wordt dan vervangen door de bloemkroon , die de eigen kleuren van de bloem bewaart , terwijl een kelk meestal groen is . De kelk kan verschillende vormen aannemen . Hij is samengesteld uit een verzameling blaadjes , die onderling min of meer samengegroeid zijn en soms in verschillende lagen over elkaar heen liggen . Wij hebben reeds een opsomming gegeven van de verschillende rangschikkingen van de bloemkroon , een verzameling gekleurde bloemblaadjes , als het ware een soort juwelenkistje , waarin zich de kunstige voortplantingsorganen bevinden , die we reeds hebben genoemd : a ) de meeldraden , de mannelijke bestanddelen , in 't algmeen bestaande uit : van onderen , een lang dun deeltje , de helmdraad , en van boven een gezwollen deeltje , de helmklop , die het vruchtbare stuifmeel rondstrooit ( fig . 13 ) ; b ) de stamper , het vrouwelijk orgaan , neemt bij voorkeur in het centrum van de bloem plaats . Hij bestaat uit één of meer onderling aaneengevoegde of samengegroeide vruchtbladen . Men zou het vruchblad kunnen vergelijken met een klein flesje , waarvan het ronde gedeelte overeenkomt met het vruchtbeginsel en waarvan de zeer sterk uitgerekte hals ( de stijl ) uitloopt op een meer of minder uigesproken verdikking , de stempel , bestemd om het stuifmeel op te vangen en vast te houden . Door het nauwe kanaal , binnen in de stijl , zal het stuifmeel de eitjes gaan bevruchten , allen bijeen in het vruchtbegingsel , dat zich als kelk , kroon , meeldraden en stijl eenmaal zijn verdwenen tot vrucht ontwikkelen zal , terwijl elk bevrucht eitje een zaadje of kiem wordt , waaruit een nieuwe plant groeit . Hoe boeiend dit proces van voortplanting ook moge zijn , hier interesseert het ons slechts voor zover het zichtbaar is aan de dikwijls zo bevallige , kunstige en gevarieerde gestalten , die de verschillende delen van de bloem en zelfs de vruchten aannemen . Het zijn vormen en kleuren die wij als tekenaars , schilders en decorateurs moeten weergeven . Wij zullen dus niet verder over dit onderwerp uitweiden , aangezien er vele botanische handboeken zijn , waarin de nieusgierige leerling alles vindt van wat hij over bepaalde planten en bloemen wil weten .
De Bloemknop .
Zoals er een stengelknop is voor blad en tak , is er ook een bloemknop . Hij bevat in beginsel al de bestanddelen van de ontloken bloem . Zijn kleur is in 't begin meestal zacht groen en dat komt omdat hij geheel door de kelk beschermd wordt . Maar langzamerhand zal hij de kleur van de bloem openbaren , al naar gelang die loskomt uit zijn schede . De bloembladeren zullen zich daarna op de verschillende wijzen ontvouwen en eenmaal volwassen geworden zal de bloem haar maar al te korte bestaan leiden . Elk van de opeenvolgende stadia van zijn ontluiking vraagt nauwkeurige waarneming . Zij geven het boeket zijn verschillende accenten , die de gratie mengen met de pracht der ontloken bloemen , de kunstigheid met de luister .
Omvang van het plantenrijk .
Het veld , dat wij onderzoeken , is onmetelijk uitgestrekt en wij zijn dan ook genoodzaakt ons beperkingen op te leggen . Alle woekerplanten of parasieten hebben wij buiten beschouwing gelaten , evenals die wonderlijke wereld der orchideeén . De stof is te uitgebreid . wij kunnen echter niet stilzwijgend voorbijgaan aan enkele merkwaardige planten die buiten onze indeling vallen : de verens , de paardenstaarten , de wolfsklauwen , de mossen , de korstmossen en heel die zeewereld : de algen , de zeewieren , met kleuren en arabesken . Het onderzoek onder water openbaart ons nog steeds onvermoede schoonheden . En de paddestoelen , met hun zo verschillende vormen , waarvan de kleuren mede het toverachtige schouwspel van de bosbodem bepalen . En al de vetplanten , vanaf de bescheiden huislook van daken en muren tot aan die overdonderende Mexikaanse waskaarsen . Om nog niet te spreken van de aloé's , de agaven , de cactussen met hun knobbelige of sponsachtige lichamen ( waterreservoir voor de lange perioden van droogte ! ) . Maar we hoeven niet zo ver te gaan ; dicht bij huis vinden wij onze vruchten , onze bessen , onze groenten , motieven waarvan vele kunstenaars prachtige schilderijen hebben gemaakt . In de natuur is alles harmonie . Wij moeten op ontdekkingstocht zonder vooroordeel , maar oog in oog tegenover dat wat de natuur ons biedt ! Wij moeten er de schoonheid van ontdekken en dit anderen laten zien . Laten wij toch vooral goed leren waarnemen ; bekijken van ver af of van dicht bij , nu eens op zoek naar kleur dan weer naar het kunstig lijnenspel of de minitieus uitgewerkte details , al naar gelang het karakteristiek is voor de betreffende plant of bloem . Dit alles is een zaak van studeren en waar elke studie tot herscheppen leidt , tot een toekomstige persoonlijke schepping . Het onderzoekingsterrein is onbegrensd en hoewel het reeds eeuwenlang is doorkruist en doorvorst verbergt het voor de kunstenaar nog duizenden vruchtbare ondekkingen . Met dit voor ogen gaan wij thans aan ons werk !
FIG . 14 . - KNOP VAN EEN DAHLIA ( POTLOODTEKENING ) .
Fig . 14 Knop van een dahlia ( potloodtekening ) .