TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
09-09-2006
ART . NR . 51 . a , - FIG . 14 DE COMPOSITIE
Art . Nr . 51 . a ,
Fig . 14 ,
de compositie is vastgelegd en uitgevoerd . Je zult ongetwijfeld getroffen worden door het aangename aspect en verscheidenheid in de eenheid .
ART . NR . 51 . a , - FIG . 15 . - CONSTRUCTIESCHEMA
Art . Nr . 51 . a ,
Fig . 15 .
Constructieschema , dat in de tekst beproken wordt .
08-09-2006
ART . NR . 50 . - DE PRAKTIJK
Art . Nr . 50 .
DE PRAKTIJK
De COMPOSITIE in het STILLEVEN
Wat men niet moet doen
Vaak hebben wij van sommige leerlingen bij hun studie van het lesdeel Licht En Schaduw of bij die van de kleur werkstukken onder ogen gehad , die in ieder opzicht gelijk zijn aan wat wij zien op fig . 7 . Soms vertoonden deze studies onmiskenbare kwaliteiten voor wat betreft de constructie , de uitdrukking van het modelé enz . Maar , hoe uitdrukkingsvol de techniek als zodanig ook zijn kon in een streven tot compositie schoten zij altijd - en op hinderlijke wijze - tekort . Zoals op onze afbeelding zag men er slechts verspreide elementen , waarvan de opstelling volkomen toevallig of willekeurig was . Het gevolg was een pijnlijke indruk van wanorde , leegte , kortom van arm - tierigheid . Het oog van de beschouwer verplaatste zich , evenals op fig . 7 , om beurtelings bij ieder onderdeel even stil te staan , zonder dat het door iets van speciaal belang werd vastgehouden . Vandaar dan ook een volkomen onverschilligheid , welke de waarheidsliefde van de voorstelling ook zijn mocht .
Eerste Voorbeeld
Wat men wel moet doen
Wij nemen de verschillende elementen die op fig. 7 te zien zijn eens ter hand om te proberen tot een echte compositie te geraken . Allereerst moeten wij denken aan de ondergrond , dat wil zeggen aan het vel papier , het karton , paneel of doek , waarop geschilderd wordt . Dit zal bestemd zijn voor de uitbeelding van het onderwerp en zijn afmetingen , die heel wat zullen verschillen van die van de studie op fig. 7 , waar zij kennelijk in wanverhouding zijn , zullen aangepast zijn aan een bepaald doel en wel om aan de weer te geven voorwerpen een genoegzame belangrijkheid te verlenen om het oppervlak in kwestie goed te vullen , zonder dat de grootte ons er toe dwingt om de verschillende elementen buitensporige afmetingen te verlenen . Ons verlangen zal uitgaan naar een opstelling in de breedte en niet in de hoogte , zodat onze ondergrond een liggende rechthoek zal worden . Wij trekken dus een horizontale lijn , die de onderste grens van onze compositie zal vormen en geven hem een lengte DC . Op fig . 8 is deze lengte natuurlijk verkleind , maar in werkelijkheid is hij iets groter dan 23 cm. zodat wij werken op een vel van 27 bij 21 cm . in de breedte , aan alle kanten een marge van ongeveer 2 cm. overhouden . Welke hoogte gaan wij nu nemen ? Laten wij ens de gulden punten van DC bepalen : dat worden P1 en P2 . De " gulden rechthoek " , waarover wij eerder spraken , wordt verkregen met DC als basis en de afstand CP2 of DP1 voor de zijkanten . Maar men ziet aanstonds dat wij dan een zeer gedrukte rechthoek zouden krijgen . Het motief dat wij willen samenstellen met een aantal vrij omvangrijke voorwerpen zou het aan ruimte gaan ontbreken . Laten wij dus de hoogte op redelijke wijze vergroten en hem vaststellen op 18 cm . (CB ) , die overeenkomt met de breedte DC, verminderd met de afstand tussen P1 en P2 , de beide gulden punten van DC . Nu gaan wij dus onze rechthoek ABCD contrueren en trekken zijn beide diagonalen , waarvan het snijpunt G het meetkundige middelpunt van het vlak zal zijn . Op de punten P1 en P2 trekken wij een loodlijn . Waar zetten wij nu de rand van de tafel , waarop ons stilleven een plaats zal vinden ? Daarvoor zoeken wij een gulden punt op de lijn BC en vandaar uit trekken wij een horizontale lijn . Als dit gebeurd is hebben wij dus het gekozen oppervlak volgens de uiterste en middelste rede ingedeeld , zowel in de hoogte als in de breedte . Hoe zullen wij nu onze voorwerpen gaan opstellen ? Waarover hebben wij de beschikking ? Over een peer , die wat groter is dan de drie appelen , een klein tinnen schaaltje en een mes . Aan de ene kant plaatsen wij de peer en een van de beide grote appelen ; aan de andere kant de twee overigen op het schaaltje . Aan het mes denken wij later . Deze verdeling in twee groepen naast elkaar brebgt een zekere symmetrie van de massa's met zich mee , doordat de onderdelen van de linkerkant in evenwicht zijn met die van de rechterkant . Maar , let wel , als wij de schaal met zijn twee vruchten zo opstellen dat zij voor het oog in de afdeling P1C terecht komen en aan de andere kant de peer en de appel in het vak DP2 , waabij alles op ongeveer dezelfde hoogte in de grote onderste rechthoek een plaats vindt , dan zouden wij ons ongetwijfeld bedienen van een verdeling van ons oppervlak volgen de gulden snede , maar wat zou het aspect er niet ongelukkig door worden ! Deze symmetrische opstelling aan weerszijde van een verticale lijn door het midden zou wel evenwichtig zijn , maar teven onnozel , gekunsteld en vervelend . En in ieder geval zou het evenwicht niet tot stand gekomen zijn in verhouding tot het totale vlak dat door de omlijsting afgebakend is . Maar wat dan ? Welnu ( zie fig. 9 ) , wij plaatsen onze schaal rechts op zodanige wijze dat zowel zijn middelpunt als het midden van de rechthoek R1 ongeveer samenvalt met de deellijn van middelste en uiterste rede ; R1 is een eenvoudige constructievorm , die de twee appelen omsluit . Aan de linkerkant plaatsen wij de twee andere vruchten zo , dat de tweede rechthoek R2 , waardoor zij worden ingesloten , een weinig over de linkerkant van de eerste rechthoek heen loopt . De tweede rechthoek gaan wij nu en klein beetje naar voren verschuiven ten opzichte van de eerste , zodat hun basislijnen niet meer op dezelfde horizontale lijn liggen en dat bijgevolg de omtrekken van de vruchten wat losser van elkaar komen te staan en zich voor het oog wat duidelijker aftekenen , met de bedoeling om wat meer beweging aan het geheel te verlenen . Wat gaan wij nu doen met het mes ? Dit gaat ons de mogelijkheid geven om het horizontale van het onderwerp te breken . Zoals je ziet , blijven wij vechten tegen eentonigheid . Laten wij dus een schuine lijn gaan toepassen . Wij nemen daarvoor de verbindingslijn van het hoekpunt D met het snijpunt M van de loodlijn op het gulden punt P1 met de horizontale as van de schaal . Daarop plaatsen wij dan het mes , dat met zijn uiteinde op de schaal komt te rusten . Aldus verlenen wij onze compositie een " helling " , om het zo eens uit te drukken , een voltooiend element , dat het geheel aangenamer zal maken voor het oog , dat ook als dit niet zeer geoefend zou zijn , toch de onderlinge band , de arabesk , zal aanvoelen die thans de verschillende onderdelen samenhoudt , zoals wij die arabesk op fig . 9 hebben aangeduid . Laten wij hier eens heel duidelijk zijn , teneinde iedere begripsverwarring die samen kan gaan met het gebruik van een woord , dat , naar gelang het individu , verschillende betekenissen kan hebben , te vermijden . Volgens het woordenboek is een arabesk een serie danspassen en figuren gevormd door dansers die in verschillende groepen doorheen werken , met de bedoeling om verschillende gevoelstoestanden door houdingen uit te drukken . In het meervoud gebruikt , betekent dit woord : versieringen in schilder - , beeldhouw - en bouwkunst , zoals speciaal toegepast door de Arabieren . Zij bestaan voornamelijk uit bladeren , vruchten , draperieen , linten enz., die op kunstige wijze tegenover elkaar geplaatst , samengevoegd of dooreengevlochten zijn . In wezen gaat het dus over rangschikking en beweging . Bestaat een compositie immers niet uiteindelijk uit een rangschikking en het scheppen van bewegingen ? Opstelling en beweging nu kunnen omsloten worden door een algemene beweging , die in één enkele lijn wordt uitgedrukt , die de geest van de compositie samenvat en de algemene band uitdrukt . Het is in deze zin dat wij hier het woord arabesk gebruiken . Maar , indien ons oog ongetwijfeld behaagd wordt door de hier aangetroffen arabesk , voert deze ons intussen nog niet naar een fragment van de compositie dat belangwekkender is dan de andere . Wij ontberen hier nog een centrum van belangstelling , een aantrekkelijk middelpunt . Men moet dus een keuze gaan maken tussen die elementen , waarvan er één in aantrekkelijkheid duidelijk boven de andere uitsteekt . Door onze voorwerpen op oordeelkundige wijze op te stellen , zijn wij er in geslaagd om eentonigheid in de lijnen , oppervlakken en massa's te ontlopen . Wij moeten ook een eenvormigheid in belangwekkendheid zien te vermijden , hetgeen hetzelfde is als een afwezigheid van die belangwekkendheid . Dit streven zullen wij kunnen dienen door de werking van het licht en de verschillende toonwaarden , die het zal oproepen , kortom door het z.g. clair - obscur . Bekijk eens fig . 10 , dan zult je daar aanstonds getroffen worden door de aanwezigheid van een overheersende lichte toon , die lichtender is dan de andere lichte tonen van de compositie en waardoor het oog onweerstaanbaar word aangetrokken . Ziedaar nu een centrum van belangstelling , dat zoals je zult opmerken , niet samenvalt met het meetkundig middelpunt ( gevormd door het snijpunt van de diagonalen op fig . 9 ) , maar met de appel die een beetje naar links staat en ongeveer samenvalt met de loodlijn uit het gulden punt P2 . Als het centrum van belangstelling samenvalt met het geometrische centrum , zou dit leiden tot een symmetrie en een gelijkvormigheid in de indeling van de compositie , die wij hebben dat herhaaldelijk gezegd , noodlottig zou zijn . Ofschoon het oog het wordt aangetrokken door het centrum van belangstelling , omvat het niettemin toch het totale beeld , op voorwaarde echter dat de beschouwer de juiste afstand in acht neemt , die minsten drie maal de grootste afmeting van het schilderij moet bedragen .
07-09-2006
FIG . 7 . - WERKELIJKE COMPOSITIE ONTBREEKT .
Fig . 7 .
Studie waaraan iedere poging tot werkelijke compositie ontbreekt .
FIG . 8 . - SLECHTE COMPOSITIE
Fig . 8 .
Zoals in de tekst uiteengezet wordt , mag er hier sprake zij van een zeker evenwicht tussen de twee groepen van onderdelen , er is niettemin geen goed gebruik gemaakt van de aan de copositie toegestane oppervlakte , die aan de bovenkant op hinderlijke wijze leeg blijft , zodat er in de hoogte een gebrek aan evenwicht is onstaan . Overigens heerst er ook in de breedte een eentonige symmetrie .
FIG . 9 . - EVENWICHTIGE EN HARMONIEUZE OPSTELLING .
Fig . 9 .
Hier heeft men een evenwichtige en harmonieuze opstelling weten te bereiken . De algemene arabesk is aangegeven door een lijn van kleine kruisjes .
ART . NR . 51 . - FIG . 10 . - UITGEVOERDE COMPOSITIE
Art . Nr 51 .
Fig . 10 .
Uiteindelijk gekozen en uitgevoerde compositie .
ART . NR . 49 . b , - DE GULDEN SNEDE IN DE NATUUR
Art . Nr . 49 . b ,
De Gulden Snede in de Natuur
Het mag niet onvermeld blijven dat de gulden snede aangetroffen wordt bij het menselijk lichaam , bij vele andere levende wezens en zelfs bij de verschijningsvormen van planten . Zoals wij gezien hebben in het lesdeel Het Schetsen Van Personen bij de studie van de ideale canon is de hoogte van een lichaam gelijk aan zijn grootste uitgestrekheid , dat wil zeggen de afstanden tussen de vingertoppen bij horizontaal gestrekte armen ( lijn x y op fig . 6 ) . Onder deze omstandigheden kunnen wij het totale lichaam in een vierkant ABCD sluiten . Dit vierkant is hier in vier gelijke delen verdeeld , door verbindingslijnen van het midden van de zijden , dus M1 naar M2 en M3 naar M4 . De lijn M1 M2 vormt de verticale as van het lichaam , terwijl de lijn M3 M4 het lichaam in de breedte in tweeen deelt . Deze lijn loopt door de schaambeensymphyse . De punten P1 en P2 stellen beiden een gulden punt voor op de zijde DC , P1 aangebracht vanuit het hoekpunt D en P2 vanuit C ( zoals wij dat deden op de lijn AB van de fig . 2 en 3 ) . Dezelfde punten brengen wij over op de zijde AB en krijgen daar dan de punten P3 en P4 . Wanneer wij nu P1 met P3 en P2 met P4 verbinden zien wij dat het lichaam , natuurlijk zonder de armen , ingesloten wordt door de verticale band die wij verkregen met de gulden snede . Als wij op dezelfde wijze gulden punten construeren op beide verticale zijden AD en BC , zijn P5 en P6 die voor AD en P7 en P8 die voor BC . Deze punten op hun beurt verenigd hebben , constateren wij dat de lijn P6 P8 door de navel loopt . Nu drukt onze figuur weliswaar ideale verhoudingen uit , maar het is niettemin bekend dat de verhouding van de totale hoogte van het menselijk lichaam en de hoogte van de navel ( hier BC en P8 C ) in werkelijkheid schommelt tussen 1,6 en 1,625 . Welnu , het gulden getal is , zoals wij weten 1,618 . En de punten P6 en P8 werden hiermee verkregen . Wij merken ook nog op dat de lijn P5 P7 door de verbinding loopt van het middelste derde en het onderste derde deel van de dij . Als wij nu het verticale segment AP6 bekijken , zien wij daar het gulden punt P9 , waar tegenover P10 ligt op het segment BP . De verbindingslijn tussen P9 en P10 bepaalt de hoogte van de schouders . P11 en P12 zijn de gulden punten op de horizontale segmenten P6 E en F P8 ; de loodlijn op beide punten loopt door de scheiding van boven - en onderarm . Tenslotte wordt de breedte van de taille ter hoogte van de navel bepaald door de gulden punten van de beide segmenten EN en NF . De constructieve grondslagen die de gulden snede ons oplevert zijn dus niet de vrucht van pure fantasie : zij spruiten voort uit een beredeneerde waarneming van de natuur . Zoals wij reeds te kennen gaven , hebben sinds de oudheid de kunstenaars de compositie van hun werken gebaseerd op de gulden snede . Deze methode is door de eeuwen heen steeds weer toegepast en in een groot aantal werken van de Italiaanse , Spaanse , Nederlandse , Franse en andere scholen kan men zijn gebruik gemakkelijk terugvinden . Niettemin moet men er zich voor hoeden om hem als een doel op zichzelf te gaan beschouwen . Het is een beproefd middel om tot een eenheid te geraken zeer zeker , maar het is en blijft slechts een middel . Voor het overige moet men waakzaam zijn tegen " recepten " , die de kunstenaar aan banden leggen en hem dwingen tot een onveranderlijke werkwijze . Oorspronkelijkheid en eigen persoonlijkheid hebben behoefte aan vrijheid om zich te doen gelden . En voorts gedogen de onderwerpen zelf , door hun oneindige verscheidenheid , al niet dat men hen in gelijkvormige systemen opsluit en op nauwe , ja tirannieke , wijze onderworpen worden aan één enkele opvatting , kortom alle op dezelfde wijze gecomponeerd worden aan de hand van een star vooroordeel . Zie overigens maar eens de bladen en doekjes , waarop de composities tot stand komen : hun afmetingen beantwoorden lang niet altijd aan de " gulden rechthoek " , aan degene dus , die wij bij onze voorafgaande betogen gebruikt hebben en waarvan de hoogte met de breedte ( of omgekeerd ) in overeenstemming is met de gulden snede . Zijn toepassing te ver willen doorvoeren in alle denkbare gevallen zou de kunstenaar meeslepen naar een meetkundig koude ingewikkeldheid die ronduit afstotelijk zou zijn . Men kan dus het beginsel van de gulden snede zonder een strenge nauwkeurigheid in toepassing brengen op voorwaarde dat aan de behoeften van het oog en de goede smaak wordt voldaan . Wij zullen dat aantonen in hetgeen nu volgt .
ART . NR . 49 . b , - FIG . 6 . - DE GULDEN SNEDE EN HET MENSELIJK LICHAAM
Art . Nr . 49 . b ,
Fig . 6 .
De gulden snede en het menselijk lichaam .
05-09-2006
ART . NR . 49 . a , - DE THEORIE
Art . Nr . 49 . a ,
De Theorie
De Gulden Snede
Compositiewetten kwamen reeds tot stand in de oudheid , toen een " meetkundige " geest de grondslag vormde van de ontwikkeling van de beschaving van de landen rond de Middelandse zee , meer in het bijzonder in zijn kunstzinnige uitingen , waarbij men dan denkt aan de schoonheidsleer van de wiskundige Pytaghoras eerst en vervolgens aan die van de wijsgeer Plato : bij deze laatste behoort het begrip " gulden snede " thuis . Wij zullen zien wat deze formule inhoudt . Om eentonigheid te vermijden en het oog te blijven boeien , dient een kunstwerk tegelijkertijd overeenkomsten en tegenstellingen te bevatten . Het gehele geheim van de compositie schuilt in de rangschikking van deze overeenkomsten en tegenstellingen . Deze rangschikking moet gericht zijn , zoals PLATO het zei , op " verscheidenheid in eenheid ". De eenheid , door FRAYSSINOUS " grond en beginsel van iedere schoonheid " genoemd , is voor een kunstwerk de onderwerping aan één enkel denkbeeld , waarbij zijn samenhang en zijn verschillende onderdelen verenigd blijven door een gemeenschappelijke band . De aard van een werk van teken - of schilderkunst brengt mee dat zijn verschijningsvorm slechts een enkele oppervlak kent . Als wij dit vlak op volkomen regelmatige wijze zouden indelen zouden wij zeker een volmaakte eenheid verkrijgen ,die echter niet boeiend is voor het oog juist door de eentonigheid , die wij zouden verkrijgen . Indien wij daarentegen deze verdeling op goed geluk , in het wilde weg zouden aanbrengen , zonder een leidende gedachte , zal het aspect zonder twijfel vol afwisseling , maar tevens verward en zonder enige eenheid zijn : de gemeenschappelijke band , die wij hierboven noemden , zal er niet in te vinden zijn . Maar wat dan ?... Met het in stand houden van en zekere afwisseling , zou men een vast verband tussen de onderdelen moeten ontdekken , een verband dat ook zou moeten bestaan tussen deze onderdelen en het totale oppervlak , waarop zij zich bevinden . Uit dit verband zou een eenheid kunnen onstaan , juist omdat hij zou zorgen voor een onveranderlijke band tussen oppervlak en inhoud en tussen de verschillende elementen van die inhoud onderling . " Wil een geheel , dat verdeeld is in ongelijke delen , mooi schijnen , zo luidde de stelling van de Romeinse architect VITRUVIUS , geboren in 88 v . Chr. , dan dient er tussen het kleine en het grote deel dezelfde verhouding te bestaan als tussen het grote deel en het geheel . " Deze verhouding noemen wij nu de gulden snede . Bekijk eens fig . 1 . Hij toont je een horizontale lijn AB met in het punt B een loodrechte BD , waarvan de lengte gelijk is aan de helft (AM of MB ) van AB . Nu verlengen wij DB naar beneden . Met punt D als middelpunt en DA als straal trekken wij nu een cirkelboog , die het verlengde van DB zal snijden in E . Door vervolgens DE als straal te nemen trekken wij een tweede cirkelboog , die AB in O zal snijden . AB is nu verdeeld in twee ongelijke delen AO en OB en dat in een verhouding OB (-----) , die overeenkomt met het gulden AO Getal : 1,618 . Het punt O dat men het " gulden punt " zou kunnen noemen , ligt natuurlijk niet precies midden in de lijn AB . Welnu , bij de studie van het landschap hebben wij je nu teneinde eenvormigheid en eentonige symmetrie te vermijden , aanbevolen om het centrum van het motief niet precies in het centrum van het papier of te betekenen oppervlak te plaatsen , maar om dit een beetje naar links of naar rechts te verschuiven . Zodoende heeft je , zonder misschien te weten , reeds de gulden snede in toepassing gebracht . Bekijken wij nog eens de fig . 1 of 2 . AB Wiskundig is ------ ook gelijk aan de gulden OB snede en je zult dat kunnen controleren . AB OB Derhalve is -------gelijk aan -------hetgeen dus OB AO in overeenstemming is met de stelling van VITRUVIUS : de verhouding tussen het geheel en het grootste deel is gelijk aan die tussen het grootste en het kleinste deel . Ziehier dus het beginsel waarop de gulden snede berust , die men ook zo kan beschrijven dat het geheel is onderverdeeld volgens de middelste en uiterste rede ( EUCLIDES ) . Het spreekt vanzelf dat wij onze horizontale lijn zouden kunnen indelen door het " gulden punt " niet aan de linkerzijde , maar aan de rechterzijde te plaatsen en wel op dezelfde wijze . Eveneens spreekt het vanzelf dat wij de delen AO en OB op hun beurt volgens de middelste en uiterste rede kunnen indelen en op ieder van hen weer een " gulden punt " kunnen plaatsen . Door op deze loodrechte lijnen op AB te trekken ( men zou het aantal punten gemakkelijk kunnen vermeerderen als de lijn maar lang genoeg is , omdat ieder nieuw segment zijn indeling krijgen kan ) , verkrijgen wij een serie verticale banen , waarvan de plaats en de breedte altijd overeenkomen met de gulden snede . Maar , zo eenvoudig als dit zijn mag , een compositie is nu eenmaal aan alle zijden begrensd . Om getrouw te blijven aan de gulden snede , dus aan de eenheid , daarbij een vaste verhouding in acht nemend tussen de delen en het geheel , zou de logische oplossing die compositie bevat , die een hoogte heeft die in dezelfde verhoudingen ( 1,618 ) staat tot de breedte of omgekeerd . Deze hoogte BC ( zie fig . 4 ) zal dus gelijk zijn aan OB , immers AB ------== 1,618 . Op BC zoeken wij het OB gulden punt , op , op dezelfde wijze als wij dat deden voor de horizontale zijde AB. Op de tegenoverliggende zijde hebben wij dezelfde bewerking uitgevoerd , waarna wij de verschillende " gulden punten " met elkaar verbonden hebben . Naar believen kunnen wij ook schuine lijnen trekken door de gevonden punten met elkaar te verbinden met de hoeken van de grote rechthoek . Uiteindelijk onstaat er dan een lijnenspel dat zeer uiteenlopende vlakken begrenst , ongetwijfeld , maar die tevens alle dit gemeen hebben , dat zij hun onstaan steeds weer danken aan de topassing van de gulde snede . Deze schept dus een verband van ideale verhoudingen door zijn indelingen van lijnen , oppervlakken of volumes ( die beide van eerstgenoemde afhangen ) , behorend aan hetzelfde onderwerp , welk woord wij hier in zijn meest uitgebreide betekenis gebruiken .
ART . NR . 49 . a , - FIG . 1 . - DE GULDEN SNEDE
Art . Nr . 49 . a ,
Fig . 1 .
Eerste methode om een lijn volgens de gulden snede te verdelen .
FIG . 2 . - TWEEDE METHODE - GULDEN SNEDE
Fig . 2 .
Tweede methode . Op A trekt men een loodlijn AD , waarvan de hoogte gelijk is aan de helft van AB ( dus gelijk aan AM of MB ) . Daarna verbindt men D met B . Met D als middelpunt wordt een cirkelboog DA getrokken , die DB in D' zal snijden . Vervolgens wordt vanuit B een tweede cirkelboog getrokken , die DB in D' zal snijden , snijpunt O op AB is dan het gezochte gulden punt .
FIG . 3 . - GULDEN PUNTEN
Fig . 3 .
Op iedere rechte lijn kunnen twee gulden punten gevonden worden . Ieder van hen wordt bepaald door uit te gaan van een verschillend uiteinde van de lijn in kwestie , waarbij de ene of de andere methode gevolgd kan worden . Hierboven is men uitgegaan van B in plaats van A . Het gulden punt komt dan op de rechterheft terecht , maar de indeling is weer die van de gulden snede.
FIG . 4 . - COMPOSITIE VERHOUDING ( 1,618 )
Fig . 4 .
De hoogte en de breedte van de rechthoek , die het doek voorstelt voor een bepaalde compositie , staan zelf tot elkaar in verhouding volgens de gulden snede , want BC is gelijk aan OB . Op ieder van de zijden van de rechthoek heeft men de twee gulden punten aangeduid , die men daarna paarsgewijze heeft verbonden . Bovendien heeft men een netwerk van aanvullende lijnen getrokken , zoals in de tekst is beschreven .
ART . NR . 49 . a , - FIG . 5 . - COMPOSITIE
Art . Nr . 49 . a ,
Fig . 5 .
Compositie die gebouwd is op enige van de grote lijnen en vlakken , die in de vorige figuur zijn aangebracht . Men zal zijn bouw beter gaan begrijpen in het licht van de voorbeelden , die volgen .
ART . NR 49 . - DE COMPOSITIE - INLEIDING
Art . Nr . 49 .
De Compositie
Inleiding
Definitie . - Algemene opmerkingen
De artistieke denkbeelden van de mens zijn altijd tot stand gekomen door de reacties van zijn gevoeligheid tijdens een werkzame , diepe en aanhoudende waarneming van de natuur . Maar opdat deze denkbeelden gestalte krijgen , om tot hun verwezenlijking te geraken , is het noodzakelijk dat de rede , het verstand er aan te pas komt om volgens een samenspel van logische en samenstemmende regels , die overigens aan ieder geval afzonderlijk aangepast zijn , leiding te geven aan het scheppingsproces : dit proces nu komt overeen met wat wij compositie noemen . Anders gezegd is compositie de kunst van het kiezen , verdelen en samenstellen van de bestanddelen van een kunstwerk , dit zij van letterkundige , muzikale , bouwkundige , beeldhouwkundige of schilderkundige aard , volgens bepaalde wetten die het verstand , de ontwikkeling en de goede smaak ons voorschrijven . Uiteraard hebben wij hier slechts het oog op de compositie op het terrein van de teken - en schilderkunst . Naar onze definitie vormt de compositie de grondslag van een weloverwogen kunstwerk . Hij dwingt de kunstenaar (die de natuur observeert en vervolgens tekent of schildert of degene die " scheppend " werkt aan de hand van zijn waarnemingen ) tot studie , onderzoek en controle met als doel een volmaakte ordening van de bestanddelen van het onderwerp , dat hij wenst uit te beelden . Maar de compositie bedoelt niet uitsluitend het samenstellen van deze elementen te beheersen . Hij regelt ook een oordeelkundige verdeling van licht - en schaduwpartijen volgens een bepaalde wijze van doen die betrekking heeft zowel op hun plaats als op hun toonwaarde en wel om tot een rijkere uitdrukking van het onderwerp te geraken , degene die zoveel mogelijk beantwoordt aan het denkbeeld dat de kunstenaar in het hoofd heeft . Aan deze verdeling van licht - en schaduwpartijen heeft men het woord clair - obscur gegeven , dat echter nogal ongelukkig gekozen is en daarom dan ook aanleiding geeft tot menige verkeerde uitleg . Tenslotte komt het begrip compositie ook te pas bij het gebruik van kleuren . Vroeger heeft je de theorie daarvan bestudeerd , die aan de kunstenaar verschillende uitbeeldingsmogelijkheden verschaft , die leiden kunnen tot het doen onstaan van fijne en tere harmonieen of van een rijke schitterende uitbundigheid . Wanneer een landschapschilder bijv. op de plaats van zijn bestemming is aangekomen , onmiddelijk gaat weergeven , wat hij ziet en alleen hetgeen hij ziet , dan zal het eindresultaat niet noodzakelijkerwijze een compositie zijn , maar veeleer een studie . Deze studie , die voor hem de betekenis zal hebben van een op het doek vastgelegde overschrijving van een beeld uit de natuur , zal hij langs verstandelijke weg beoordelen en ongetwijfeld zal hij hier en daar iets toevoegen of wegnemen , het belang van een of ander element versterken of verzwakken , de opstelling wijzigen en dat alles omdat uiteindelijk zijn motief zal veranderen in iets dat tegemoet komt aan de wetten van de compositie . Deze wetten zijn evenzeer van belang voor het stilleven en het landschap , als voor de menselijke en dierlijke figuur . Wij zullen hen in dit lesdeel gaan bestuderen .
04-09-2006
ONS VOLGEND ONDERWERP IS DE COMPOSITIE
Ons volgend onderwerp is De Compositie ! Art . Nr . 49 .
ART . NR . 48 . b , - DE STUDIE VAN DE VACHT
Art . Nr . 48 . b ,
De studie van de vacht
In onze opsomming van verschillende uit te voeren soorten van werk hebben wij , vanzelfsprekend , een onderscheid gemaakt tussen de studie van een onderdeel en die van een geheel . Tussen beide in hebben wij die van de huid en de vacht geplaatst , want , ofschoon wij hier bezig zijn met een karakteristiek element van het dier , eigenlijk een détail , hoewel van veel belang , is het toch niet goed mogelijk om hem geheel van een totaalstudie los te maken . Het gaat hier dus om een werk , dat tussen de beide reeds genoemde soorten van studies in ligt en zoals wij dat al opgemerkt hebben , men zal moeten beginnen met het model zijn omtrekken te geven alvoren zijn vacht te gaan tekenen . Men zou kunnen opmerken dat de algemene kleur van een landstreek zich weerspiegelt in de huidskleur van de dieren , die er te vinden zijn . Laat ons in ieder geval zeggen dat zij , dank zij die kleur , vaak met hun omgeving verwant zijn en er min of meer onopgemerkt , in opgaan . Wij belanden hier bij de z.g. mimicry , een middel tot verdediging of aanval , die wel buiten ons studiebestek valt , maar die men toch verplicht is eens onder ogen te zien . In tegenstelling tot wat zich voordoet bij de mensen , vindt men in het dierenrijk de mooiste en meest briljante aankledingen bij het mannetje en met name bij de vogels . Hoe de vacht er ook uit moge zien , een fout die de beginner zonder mankeren , maakt , is het totaal verwaarlozen van licht - en schaduwpartijen door zijn bezorgdheid om de détails van vacht of gevederte weer te geven . Het gevolg is natuurlijk een platte tekening eentonig van waarden en ontdaan van elk relief . Welnu , niets staat ons toe om de plans op te offeren aan zelfs de meest decoratieve versieringen en de rijkste kleuren . Onder de veren of haren moet het oog de aanwezigheid van het beenderengestel kunnen voelen , dat aan de oppervlakte komt door gepaalde hoogsels , die het licht opvangen , je zult de neiging hebben om deze punten uit het oog te verliezen . De volgende aanbeveling lijkt niet overbodig : het is wel duidelijk dat in uw studie of schets , welke ook zijn onderwerp is , de plaatsing van licht en schaduw zodanig moet zijn dat men zich rekenschap kan geven van hun intensiteit en richting . Het is raadzaam om te beginnen met de studie van een vacht , die een eenheid van toon heeft en daardoor de waarneming vergemakkelijkt , want men wordt dan niet afgeleid door de verscheidenheid van kleuren en versieringen . Neem bijvoorbeeld een witte , rossige of zwarte vogel , waarbij dode dieren natuurlijk ook heel geschikt zijn als eerste modellen . Het zachte , soepele en gewillige potlood , waarvan wij het gebruik hebben aanbevolen , is uitstekend geschikt voor de uitbeelding van de veren en je zult met hem een fluwelige zachtheid kunnen bereiken , die zeer bekoorlijk zal zijn , want hij komt overeen met de werkelijkheid . Wij hebben er al voor gewaarschuwd om niet tot in de kleinste détails af te dalen . Richt uw lijnen en toetsen in dezelfde richting als de massa's van de meest in het oog lopende veren , terwijl je goed let op de kracht die je deze potloodstrepen gaat geven . In feite domineren sommige van deze massa's door hun toonwaarden , zoals degene , die uit de nek naar de schouders van de roofvogels vallen ( plaat VIII ) en vervolgens degene die zijn borst bedekken . Als je een vacht navolgt , ook dat mag nog wel eens gezegd worden , dan moet je deze niet haartje met een scherpe potloodpunt op het papier willen zetten . Tracht hem te voorschijn te roepen door middel van enkele goed geplaatste toetsen en enkele goed geplaatste strepen . Je zult wel opmerken dat in een ander voorbeeld van plaat VIII niets op een peuterige manier is uitgewerkt , maar wel door lijnen en vlekken het uiterlijk van de vacht van die Perzische poes en haar jong perfect werd uitgedrukt . Ook zal het je niet ontgaan dat deze studie op een gunstig ogenblik werd aangepakt . Veel huidbekledingen zijn fraai , weelderig en aanlokkelijk : die van de tijger , de panter , de giraffe en de zebra en dan die rijke staart van sommige vogels , zoals de pauw , de fazant , de papagaai , de pimpelmees enz . Er zijn natuurlijk ook , die veel soberder zijn en toch onze aandacht verdienen die van de ekster met zijn zwarte rok en witte vest of die van de hond , die vaak op aantrekkelijke wijze gevlekt is . De jongen hebben niet altijd de bekleding van hun ouders , getuige de pauw , dat kleine wonder van gratie met zijn gevlekte rokje . Kikkers kunnen zeer mooie modellen zijn . Bindt er een voorzichtig op een plankje : Je zult dan zijn gouden ogen zien , zijn wijd gespleten bek , zijn witte keel en vest , de toon en de tekening van zijn " regenjasje " en je kunt dan enkele studies met waterverf maken , voor hem weer in het water los te laten : een dierentekenaar moet natuurlijk ook een dierenvriend zijn . Hou uw ogen wijd open en maak getekende of geschreven aantekeningen : de schoonheid is overal om ons heen . Bent je op zoek naar een decoratief idee dan behoeft je niet lang te zoeken : om niet nog eens over een kikker te praten , kijk eens naar de rijke huid van de slang of de kleine wonderen , die de vleugels van vlinders ons voor ogen toveren , want men moet in deze studie ook het insect niet over het hoofd zien ; de rug van een nederige rups kan zelfs onze bewondering opwekken . Wanneer je veel schetsen en studies gemaakt hebt , kunt je werken tot stand brengen met behulp van deze documentatie " uit de eerste hand " , door oorspronkelijke en persoonlijke tekeningen te gaan maken . Over de tekening ( en het schilderij ) spraken wij in het hoofdstuk " De verschillende stadia van de studie " en zullen daar dus niet op terugkomen .
BESLUIT
Al onze raadgevingen en richtlijnen , alle détails , die wij onder ogen zagen en die zeer nuttig waren , daar kunt je zeker van zijn brengen het gevaar met zich mee bij je een onaangename en ongewenste indruk achter te laten en wel dat je onoverkomelijke moeilijkheden zult moeten overwinnen . Je kunt gerust zijn , want als je goed doordrongen bent van de aanwijzingen in dit lesdeel , als je de illustraties , die er in staan met andacht onderzoekt , hoofdstuk voor hoofdstuk , daarbij notities makend , dan zult je tot de slotsom komen dat uw taak bijzonder vereenvoudigd is geworden .
Een laatste belangrijke raad ; teken nooit op kille wijze , als een te verstandige scholier , maar laat uw geest zich verwarmen , laat je zich , zonder uw geestdrift af te remmen , meeslepen door uw " gulzigheid " , zou men kunnen zeggen , maar toch altijd zonder de controle - middelen uit het oog te verliezen , die wij je in dit lesdeel aan de hand deden . Wij nodigen je tot een ware jacht uit , die des te aangenamer is , daar hij niet wreed en bloederig is , maar vruchtbaar aan plezierige verrassingen en merkwaardige ondekkingen . Het zullen geen arme dode beesten zijn , die je in uw weitas stopt : springlevende dieren zullen uit uw schetsboek te voorschijn komen . Wij twijfelen er niet aan dat je een groter genoegen - en zonder wroeging - zult beleven aan het tekenen dan aan het schieten .
ART . NR . 48 . b , - PLAAT VIII
Art . Nr . 48 . b ,
Plaat VIII
Perzische poes en haar jong . Studie in siberisch krijt . Boa ( détail ) . Kikker ( met penseel gewassen ) . Roofvogel ( krijt ) . Vleugels van een vlinder ( penseel ). Ekster ( gewassen ) .
FIG . 109 . - HUIDBEKLEDING
Fig . 109 .
Huidbekleding op decoratieve wijze weergegeven ( penseel )