TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
03-10-2006
FIG . 55 . - VERSIERING .
Fig . 55 .
Versiering .
FIG . 56 . - SYMMETRIE VAN " MASSA'S " .
Fig . 56 .
Symmetrie van " massa's " .
ART . NR . 59 . - FIG . 57 , 58 EN 59 . - VERSIERINGEN
Art . Nr . 59 .
Fig . 57 , 58 en 59 .
Versieringen
ART . NR . 59 . - DE VERSIERING
Art . Nr . 59 .
DE VERSIERING
Bij de studie van de bloemen hebben we een eerste uitstapje gemaakt naar het terrein van de versieringskunst en hebben toen de algmene regels uiteengezet , die bij deze interessante kunstvorm te pas komen . We bevelen je sterk aan om die uiteenzettingen , die onmisbaar zijn voor een juist begrip van dit hoofdstuk , nog eens te herlezen . Natuurlijk besluiten we ook dit hoofdstuk met studie van een concreet geval .
Opvatting van het motief - Algemene regels
Welke de opvatting en de bestemming van een decoratieve compositie ook zijn kunnen , deze gaat altijd uit van een of ander grondelement , nl . het motief , dat ofwel alleen de compositie uitmaakt , ofwel een aantal malen herhaald zal worden . De eerste mogelijkheid zullen we later onder ogen zien ; in het tweede geval zijn er weer een aantal verschillende mogelijkheden . Het herhaalde motief kan nl . op de volgende wijze toegepast worden : a ) telkens hetzelfde aspect ; b ) afgewisseld ; c ) omgedraaid ; d ) op elkaar geplaatst ; e ) tegengesteld . We beelden hierbij enkele figuurtjes af , die met opzet zeer eenvoudig gehouden zijn , om deze termen goed te doen begrijpen . We nemen bijvoorbeeld eens de eerste letter van het alfabet . Nu geven we onze opeenvolgende A 's dezelfde hoogte , breedte dikte en dezelfde onderlinge afstand tussen twee horizontale en evenwijdige lijnen . We krijgen dan de eenvoudigst denkbare versiering door een herhaling van het motief ( fig . 51 ) . Maar indien we nu op regelmatige wijze twee bestanddelen van het geheel gaan scheiden door een punt , een streepje of en ander motief , dan krijgen we een versiering door afwisseling . Op fig . 52 ziet je dat er T 's zijn ingelast tussen de A's . Wanneer we onder de aldus verkregen lijn een andere plaatsen , die uit dezelfde elementen is samengesteld , maar omgekeerd , als het ware in spiegelbeeld , dan onstaat er een versiering door omdraaiïng ( fig . 53 ) . De motieven kunnen ook nog op regelmatige wijze over elkaar heen vallen (d ) . Fig . 54 geeft een voorbeeld van versiering door tegenstelling ( de armen van de kleine V's zijn afwisselend naar boven en naar onderen gericht ) en tevens van het over elkaar plaatsen van de grote V's , die breder zijn en op de eerstgenoemde gezet zijn . Fig . 55 hoort tot hetzelfde soort van versiering , doordat de krullen van de 3's gedeeltelijk over elkaar heen vallen . Deze compositie vertoont ook nog een dubbele omdraaiïng . Het grondmotief wordt gevormd door twee 3's , die elkaar raken in de scherpe hoek van hun toppen : dat is dus de eerste omdraaiïng . De compositie wordt voltooid door een tweede omkering van het gehele motief en wel langs een horizontale as . De wet van de symmetrie , waarvan de natuur ons zoveel voorbeelden te zien geeft , speelt ook een grote rol in de versieringskunst . We herinneren er hier aan dat symmetie bestaat uit de volkomen gelijkenis van twee delen van een compositie , die gedeeld is door een middellijn of as : de tekening van een der delen is dan de omgekeerde herhaling van het andere deel . De voorgaande figuren geven daarvan meerdere voorbeelden . Men mag echter wel beseffen - en dit is een belangrijke opmerking - dat een symmetrie niet volkomen behoeft te zijn om toch de ogen te kunnen bevredigen door een overeenkomst van de voornaamste elementen en vooral door het evenwicht van deze elementen , die aan beide zijden van de as opgesteld zijn . In een dergelijk geval zou men eerder van een symmetrie van massa's kunnen spreken (fig. 56 ) . Thans moeten we je waarschuwen voor een fout , waarin je gemakkelijk zult kunnen vervallen : we bedoelen de eentonigheid . De herhaling van eenzelfde motief brengt het grote risico met zich mee van het verwekken van een vervelende indruk van gelijkvormigheid , als de kunstenaar niet zorgt voor contrasten , tegenstelligen . Laat hij dus de hoogte en scherpte van vierkanten en driehoeken afwisselen door gebogen lijnen en cirkels ; laat hij , anderzijds , ook voor een tegenwicht zorgen tegen bepaalde motieven van een te bewegelijk karakter door rechte lijnen en meetkundige elementen in te lassen . Laat hij evenmin vergeten dat toonwaarden in de versiering van buitengewoon belang zijn . Al zou een tekening nog zo kunstig en vernuftig zijn , hij zal veel van zijn betekenis verliezen als hij in een te gelijkvormige toonwaarde is uitgevoerd ( fig. 57 ) . Een naast elkaar staan van dikke en fijne lijntjes kan daarentegen zeer aangenaam voor het oog zijn ( fig . 58 ) . Een ander voorbeeld hiervan kunt je zelf tot stand brengen door nl. fig . 53 weer eens voor u te nemen . Je vult dan de scherpe hoeken van de letters A met zwarte inkt op . Dan gaat je tussen hun benen , om hun lege plekken wat op te vullen , kleine cirkeltjes tekenen , waarvan de rondheid contrasteert met de stijfheid van de onderdelen der letters : wij krijgen dan een geheel , dat zonder twijfel nog steeds zeer eenvoudig is , maar wel zo " kleurrijk " en interessant . De kunstenaar zal dus zijn zwart en wit in zijn studie met oostindische inkt op oordeelkundige wijze moeten verdelen en er ook op uit moeten zijn om verschillende toonwaarden tot hun recht te doen komen , hetgeen tevens een uitstekende oefening is om later versieringen in kleur aan te pakken ( wordt vervolgd door Art . Nr. 59 . a , )
02-10-2006
ART . NR . 58 . a , - FIG . 37 EN 38 . - TWEE DECORATIEVE SLOTVIGNETTEN
Art . Nr . 58 . a ,
Fig . 37 en 38 ,
Twee decoratieve slotvignetten , die eer plaats vinden in een " realistisch " geheel .
ART . NR . 58 . a , - FIG . 50 . - OP " ABSTRACTE " WIJZE OPGEVAT KOPBEELD .
Art . Nr . 58 . a ,
Fig . 50 .
Op " abstracte " wijze opgevat kopbeeld , sierletter en slotvignet , bestemd voor de illustratie van een werk , waarin geen andere soort op zijn plaats zou zijn .
ART . NR . 58 . - FIG . 33 . - SCHETS IN POTLOOD ( KOPBEELD )
Art . Nr . 58 .
Fig . 33 .
Schets in potlood ( kopbeeld ).
ART . NR . 58 . - FIG . 34 . - UITBEELDING IN HOUTSNEDE ( KOPBEELD )
Art . Nr . 58 .
Fig . 34 .
Uitvoering in houtsnede , van een symbolische illustratie ( kopbeeld ) .
FIG . 35 . - ZELFDE BEMERKINGEN
Fig . 35 .
Zelfde bemerkingen .
ART . NR . 58 . - FIG . 36 . - KOPBEELD - ZELFDE BEMERKINGEN
Art . Nr . 58 .
Fig . 36 .
(Kopbeeld ) Zelfde bemerkingen .
ART . NR . 58 . a , - VERSIERENDE ILLUSTRATIE
Art . Nr . 58 . a ,
Versierende illustratie
We hebben gezien dat we in de voorafgaande gevallen onze arbeid al een uitgesproken decoratief karakter konden verlenen . Maar in die richting kan men nog veel verder gaan .
Onder bepaalde omstandigheden kan en moet zelfs , de illustratie van uitsluitend versierende aard zijn . In die gevallen gaat de kunstenaar zich wenden tot de flora en fauna en tot de meetkundige , waarvan de elementen op oordeelkundige wijze verwerkt zullen worden .
Boeken met abstracte inhoud , zoals bijvoorbeeld de wijsbegeerte , komen in aanmerking voor deze soort van illustratie . Maar men moet intussen wel bedenken dat men ook daar niet op een geheel willekeurige wijze te werk zal kunnen gaan . Want ook daar moeten we er ons op toeleggen om een verbinding tussen tekst en versiering tot stand te brengen : zo zal men wel inzien dat het niet op zijn plaats is om in een boek , dat over de klassieke oudheid gaat , motieven uit de Renaissance af te drukken !
We moeten dus goed doordrongen zijn van de geest van de tekst om in staat te zijn toepasselijke versieringen aan te brengen , waarbij dan ook nog rekening gehouden moet worden met de eisen en beperkingen , die de uitgever ons oplegt . Een vrolijk of humoristisch boek krijgt dus een verluchting van dezelfde geest en een ernstig , " streng " boek vraagt natuurlijk om illustraties van een soortgelijk karakter . Een fijne , gevoelige en voorname tekst zal van delicate en elegante plaatjes voorzien moeten worden , dat ligt wel voor de hand . Overigens kunnen heel wat boeken , waarvan de inhoud overigens in het geheel niet " abstract " is , op louter versierende wijze geillustreerd worden . Het is zelf mogelik om een serie " realistische " illustraties in hetzelfde boek te onderbreken door enkele versierende varianten , op voorwaarde dat de eenheid van het geheel en niet te zeer verbroken wordt . Als voorbeeld daarvan ziet je onder fig. 37 en 38 twee slotvignetten , die met dat doel ontworpen zijn en wel voor de reeds besproken roman " De Krekel " . De eerste wekt een gevoel van vreugde en levenslust op ; de andere beeld weemoed en spijt uit . Dergelijke gevoelen kunnen vaak uit een of ander hoofdstuk van een roman naar voren treden en de illustrator heeft dan de mogelijkheid om hen op die geestelijke wijze uit te drukken , zonder dat deze prentjes met de andere gaan " vloeken " integendeel . De verschillen tussen boeken van verschillende stijl en inhoud zijn nl. niet altijd scherp afgebakend en vaak heeft men te doen met boeken van een " tweeslachtig " soort , waardoor de illustrator in staat zal zijn soms zelfs min of meer gedwongen , om tekeningen van afwisselend karakter in hetzelfde boek aan te brengen . Nemen we in dit verband eens het werk van Jules RENARD , " Natuurlijk Historie " dat doordrongen is van een fijne , levendige en geestige observatie , vol van humor , maar ook van diepzinnige opmerkingen . Het eerste verhaal van dit boek heet " De prentjesjager " , dat , in zekere zin , de toegangspoort is tot die hele dierenwereld , die zich in de vrije natuur ontwikkelt en vervolgens het voorwerp zal zijn van talrijke fijnzinnige opmerkingen van de schrijver . Hieraan is het titelbeeld , van de hand van de graveur Paul BAUDIER gewijd ( fig . 41 ) . De kunstenaar heeft dit meer als landschaptekenaar dan als versierder opgevat , wat intussen niet zeggen wil dat deze compositie geen decoratieve kwaliteiten zou bezitten . Het onderwerp is op vrije wijze behandeld , maar zijn constructie is gespannen . Kijk maar eens naar de schets op fig . 40 . De compositie verttoont een silhouet van heuvels op de horizon , die de hoogte van de omlijsting volgens de gulden snede indeelt . Vervolgens bepaalt een serie van horizontale lijnen de verschillende plans , terwijl enkele schuine lijnen aan het geheel beweging geven . Men merke ook op dat de wolken aan de rechterzijde de compositie een evenwicht verschaffen met betrekking tot de bomen links . De kunstenaar RENEFER was , van zijn kant , belast met de uitvoering van de kopbeelden , een voor ieder onderwerp , en van enkele slotvignetten . Zoals vaak het geval is waren de afmetingen van deze kopbeelden voorgeschreven door de technische eisen van het bewuste boek . De kunstenaar besloot hierbij om op zuiver decoratief terrein te blijven . De illustraties spreken dus hun taal binnen het formaat van de kleine kopbeelden door composities , waarvan dieren en planten de bestanddelen zijn toegepast volgens een vastgestelde stilering en rythme . Evenwicht en symmetrie worden er in acht genomen met vermijding echter van een volstrekte symmetrie ; er is dus een soort van " symmetrie in asymmetrie " . We zien dat overigens op de fig . 39 en 42 tot 46 . Het eerste kopbeeld hoort bij een verhaal dat " De Slang " heet , het tweede bij dat over de kikkers ; er zijn daar ook een paar dieren , die veel met kikkers gemeen hebben . De walvis van fig . 43 leent zich door zijn langwerpige vorm zeer goed voor een " opname " in een kopbeeld . De sluiting van het jachtseizoen werd door de illustrator aangegrepen om een stilleven met wild aan de reeks toe te voegen ( fig . 45 ) . Wat de slotvignetten uit dit werk betreft daarvan kunt je er een tweetal zien in de fig . 47 en 48 . De eerste is geconstrueerd op een gelijkzijdige driehoek . Het patroon van de bissectrices , waarvan drie licht gebogen lijnen zijn toegevoegd , veroorzaakt een aantrekkelijk rythme ( fig . 47 bis ) . Je zult opmerken dat de tweede gebouwd werd , op een verticale as ( fig . 48 bis ) , waaruit een symmetrisch motief onstond . Maar de onderdeeltjes van de compositie veroorzaken weer een zekere asymmetrie , zodat eentonigheid vermeden werd . Indien we thans de illustratie van een wijsgerig geschrift , dat de rol van het hellenisme en zijn grootheid in het verleden behandeldt onder ogen zien , dan zouden we dat " a priori " niet anders dan in een klassieke stijl kunnen opvatten . De tekst zal ons kunnen leiden bij de keuze van de versierende elementen en ook bij de vertolking , de uitbeeldingswijze , die we gaan toepassen . Natuurlijk gaan we te rade bij de oude griekse versieringskunst , waarbij het ons niet verboden zal zijn om hier en daar een beetje variatie en fantasie toe te passen bij deze versieringsmotieven , als we maar niet op nodeloze wijze inbreuk maken op de stijl van het tijdperk . We moeten ook de bouw van onze bladzijde bepalen , die voorzien zal worden ofwel van een zeer smal kopbeeld , een zg . doorlopende band , en waarvan de versiering , steeds van dezelfde hoogte , voor ieder hoofdstuk verschillende elementen zal bevatten ( deze band zal dan op boven - en onderzijde van iedere bladzijde herhaald worden ) , ofwel met een enkel kopbeeld aan het begin van ieder hoofdstuk , dat dan een beetje belangrijker zal zijn dan de doorlopende band . Een andere mogelijkheid tenslotte is het uitsluitend ontwerpen van sierletters bij ieder hoofdstuk . Welke werkwijze we ook zouden kiezen , we zullen toch altijd , blijven werken in de geest van de versieringen van fig . 49 . Er zijn tenslotte , ook teksten van een dergelijke " abstractie " dat het niet mogelijk zal zijn om daarbij , als versiering enig element uit de natuur aan te brengen . Maar in een dergelijk geval zou de meetkunde , deze exacte wetenschap , die zoveel logica in zich draagt van pas kunnen komen , althans in sommige gevallen , om ons combinaties van lijnen en vlakken , zelfs van volumes , te suggereren voor een versiering van grote grafische zuiverheid die in enig verband met de tekst zou staan . Dat is althans zeer goed denkbaar . We vertrouwen dat je thans voldoende ingelicht bent voor wat betreft het ontwerpen van illustraties . We willen er , tot besluit , aan herinneren , dat om een goed " objectieve " illustratie tot stand te kunnen brengen , men steeds veel schetsen moet maken en doorgevoerde studies en in het bezit dient te zijn van een uitstekend visueel geheugen , dat langs de weg van het geduld verkregen werd . Bij de illustratie is het niet slechts zaak om zijn onderwerp op harmonieuze wijze te componeren , maar ook om de verschijning van een bladzijde in zijn geheel goed te overdenken met het oog op een aantrekkelijk evenwicht . Het effect van een illustratie zal verschillend zijn naar gelang de toegepaste reproductie - en druktechniek . Zoals we al bij het begin van deze beschouwing schreven , zullen we later op deze aangelegenheid nader ingaan .