TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
07-10-2006
ART . NR . 59 . e , - FIG . 85 - HET VOLTOOIDE ONTWERP - DOOR A. CREUZOT .
Art . Nr . 59 . e ,
Fig . 85 .
Het voltooide ontwerp door A. Creuzot
ART . NR . 59 . e , - FIG . 82 . - SCHETSEN VOOR EEN COMPOSITIE .
Art . Nr . 59 . e ,
Fig . 82 .
Schetsen voor een compositie .
FIG . 83. - SCHETSEN VOOR DE COMPOSITIE .
Fig . 83 .
Schetsen voor de compositie .
ART . NR . 59 . e , - FIG . 84 . - UITGEZOCHT EN DAARNA UITGEWERKT .
Art . Nr . 59 . e ,
Fig . 84 .
Uitgezocht en daarna uitgewerkt .
ART . NR . 59 . e , - MUURVERSIERING
Art . Nr . 59 . e ,
Muurversiering
De aard van een muurversiering moet tegemoet komen aan zijn bestemming , hetgeen wil zeggen aan zijn bouwtrant . Wanneer inhoud en afmetingen vooraf zijn vastgesteld dient men het werk te beginnen met kleine ontwerpen . Met zijn onderwerp in gedachten bestudeert de decorateur de plaats van de grote lijnen , massa's en vlekken op zeer verkleinde schaal , die variëren zal van vijf tot tien of vijftien centimeter op een hele meter . Onafhankelijk van de eerste vorm van het denkbeeld , met verbeeldingskracht door de kunstenaar geschetst , zal de studie van een schetsopzet hem er toe aanzetten om aan de uitvoeringswijze te gaan denken . Hij wordt opgezet terwijl men rekening houdt met het licht , de omgeving , als ook de omstandiheden , waaronder gewerkt zal worden , en moet als uitgangspunt dienen van het decoratieve kunstwerk , omlijnd in zijn totaliteit , en dat zeer zeker op verkleinde schaal , maar toch voldoende duidelijk om de gedachten van de kunstenaar voelbaar te maken . Zijn uitvoeringswijze moet vrij en aangenaam voor het oog zijn en zijn gehele verschijning moet aantrekkingskracht bezitten , want wanneer hij aan de architect of aan de client wordt voorgelegd , moet de aanvaarding van de schets aanleiding geven tot de opdracht . De definitieve arbeid , te bestemder plaatse of in de atelier , zal een vergroting door middel van ruiten noodzakelijk maken . De schilder kan niets beginnen , wanneer hij niet eerst een picturaal idee heeft . Maar bij versiering en decoratie zijn de lijnen welsprekend genoeg en kunnen volstaan om zelfs in een simpele schets , de geest van het onderwerpen uit te drukken . Hun rythme , van ornamentale aard , zal onverwachte en goed gevonden buigingen gaan krijgen , waarvan de soepele arabesk een lust voor het oog zal zijn . In een menselijke of dierlijke figuur zal de tekening en karakter van algemeenheid geven aan wat slechts een individuele werkelijkheid was , en daardoor zal hij tot " stijl " kunnen komen . Om kort te gaan , moet de decoratieve schilderkunst ; omdat hij zich schikken moet naar een programma en een vastgestelde bestemming , vanuit een geheel andere gezichthoek opgevat worden dan het zg. ezelschilderij Fresco - en wasschildering komen het best tegemoet aan de behoefte van eenheid en matheid van aspect , die in de wandschildering gewenst zijn . De olieverf kan hen aanvullen , maar dan toegepast , in tegenstelling tot het ezelschilderij , in een uitgesproken decoratieve geest . Overigens is het voornaamste kenmerk van de decoratieve kunst niet het scheppen van op zichzelf staande kunstwerken ( zoals schilderij en beeld ) , die ieder hun waarde en doel in zichzelf vinden , maar werken te maken met een vastomlijnde bestemming , nl. de opluistering van een of meer vlakken met een ornamentatie , die aan hen is aangepast en waarvan zij deel uitmaken .
Een voorbeeld van decoratief ontwerp
Thans gaan we ons wijden aan een concreet geval en veronderstellen dat men ons het ontwerp vraagt van een decoratief paneel met als onderwerp : DE DANS . Laten we ons eerst eens bezig houden met de documentatie . We moeten meerdere schetsen van dansers maken om beter hun bewegingen aan te voelen , die men zelf " meeleeft " door te trachten hen in enkele schematische lijnen vast te leggen . Vervolgens gaan we een keuze maken ; hier nemen we iets , daar laten we iets weg en we gaan proberen een eerste schetsopzet uit te voeren . Enkele van onze personages gaan we een beetje uitrekken ; zij moeten wat langer zijn dan in werkelijkheid om beter hun lichtvoetigheid uit te drukken en de vurige geestdrift , die hen van de grond doet verheffen en die schijnt te spotten met de zwaartekracht . Ook de bewegingen zelfs moeten een nadruk krijgen . Een eerste poging tot compositie ziet je op fig . 82 , met een opstelling in de breedte , want dat is ook de vorm van het bedoelde paneel . Laten we dit eens met een critisch oog bekijken . Het geheel doet uitgeknipt aan en het ontbreekt aan eenheid . De groep A staat te veel in het centrum , danser B schijnt uit het paneel weg te lopen en C maakt de indruk niet met de anderen mee te doen . De in verschillende richtingen opgeheven armen maken een onsamenhangend , versnipperd en onaangenaam effect . We proberen nog eens andere opstelling (fig . 83 ) . Groep A is beter gecomponeerd . De evenwijdige richtingen van de benen versterken de beweging en scheppen een strakker rythme . De buigingen , ontstaan door de gezamelijke armen , vormen een golflijn die de personen verbindt , de compositie aan de bovenzijde stop zet en aan beide zijkanten afsluit . Danser B heeft zich naar rechts gewend , terwijl aan de linkerkant de gewijzigde houding van C de schuine lijnen van groep A in evenwicht brengt . Laten we het bij deze compositie houden en hem verder doorvoeren . Fig . 84 toont een poging in de richting van het gewenste effect . Nu gaan we de vormen vereenvoudigen . De gelaatstrekken worden niet aangeduid om in de geest van de compositie te blijven en we gaan kostuums tekenen , die niet bij een bepaald tijdperk behoren teneinde niet in anecdotisme te vervallen . We nemen dus in maillots met geometrische patronen in zwart en wit . Het gekozen materiaal is gouacheverf . Dit standpunt is aanvaardbaar , maar het geheel is droog en ontbeert sfeer en wel omdat de figuren hard staan tegen een doodse achtergrond , die hun geheel vreemd is . Zij bewegen zich in een lengte . Nu gaan we de compositie met behulp van ruiten op groter formaat brengen . We brengen in de achtergrond een reeks schijne banen aan , die de figuren verbindt en hun bewegingen accenten verleent . Deze straling wekt een herinnering aan licht en beweging : de lichtbundels van schrijnwerpers , die elkaar kruisen en zich verplaatsen . Nu beweegt de compositie , de achtergrond is levendig en neemt deel aan de actie van de dansers .
Het geheel voltooide werkstuk ziet je op fig . 85 .
We hebben hiermee een bijzonder leerzaam voorbeeld van stilering . De kunstenaar heeft een vertolking tot stand gebracht , die een transformatie is van de geziene werkelijkheid bestudeerd werd en opzettelijk zo tot stand kwam met een helder doel voor ogen en het is dan ook hier dat hij " scheppend " werkt . Wat is immers het belangrijkste bij een danser ? Natuurlijk de beweging . Alles is dus zo gecomponeerd , dat die beweging tot zijn recht komt , vandaar ook de verkleining van de koppen ( die overigens het verticalisme van de figuurtjes versterkt ) , tegenover het belang dat aan de ledematen gegeven werd . Dit voor wat betreft de interpretatie .
Wat de compositie betreft , deze arbeid van de geest op een gegeven thema , te voorschijn tredend uit een rangschikking in een bepaalde , zeer suggestieve orde , deze compositie loopt uit op een boeiende rythmische opstelling , waarin de herhaling van vormen en de tegenstellingen in de waarden , beiden gemakkelijk aan te wijzen , de ogen een genot verschaft . Tenslotte dient men op te merken dat deze compositie niet is uitgevoerd in een ogenbedriegelijk perpectief ( op dit belangrijke punt hebben we uw aandacht gevestigd in het lesdeel De Bloem ) . Hij bevat geen modelé en geen illusie van diepte in het te versieren vlak . Integendeel hij vormt één geheel met hem . Aan het eind van dit hoofdstuk geven we nog eens het woord aan mej. Creuzot voor een slotwoord : " Ziehier wat interpretatie eigenlijk is . Als levende reactie van de kunstenaar op de natuur , is hij de samenvatting van zijn waarnemingen , de opperste uitdrukking van zijn eigen ik . Hij alleen betekent schepping . Het is uiteraard alleen door een directe studie van de natuur dat men er in slagen kan om het wezen van de dingen te onderkennen en het blijvende los te maken van het tijdelijke en toevallige . Het is door herhaalde , vurige inspanningen dat men er in slaagt om het wezenlijke uit te drukken en tezelfdertijd zichzelf uit te drukken , op totale en oorspronkelijke wijze . Ziehier een eigenaandig en aantrekkelijk mengsel van wil en vrijheid van tucht en van fantasie , dat onverklaarbaar is en eigenlijk de Kunst zelf is . "
06-10-2006
ART . NR . 59 . - FIG . 77 . - BEHANGSELPAPIER .
Art . Nr . 59 .
Fig . 77 .
Behangselpapier .
FIG . 78 . - SCHUTPAPIER .
Fig . 78 .
Schutpapier .
Fig . 79 . - STOF - ( INDIA , XVIIe EEUW ) .
Fig . 79 .
Stof ( India , XVIIe eeuw ) .
FIG . 80 . - ORNAMENTALE BAND DOOR A . CREUZOT .
Fig . 80 .
Ornamentale band ( Andrée Creuzot ) .
ART . NR . 59 . d , - FIG . 81 - SIERLETTER
Art . Nr . 59 . d ,
Fig . 81 .
Sierletter gekenmerkt door een originele stijl en smaakvolle uitvoering .
ART . NR . 59 . d , - BEHANGSELPAPIER
Art . Nr . 59 . d ,
Behangselpapier
Dit speelt natuurlijk een grote rol bij de versiering van het interieur , ofwel door de gelijkvormige bedekking van een gehele muur , ofwel door de toepassing op afzondelijke panelen in gezelschap van een ander papier , dat dan effen is of een zeer bescheiden patroontje vertoont . In het eerste geval zal de ontwerper niet mogen vergeten dat het meulilair , schilderijen en andere voorwerpen niet moeten gaan lijden door de aanwezigheid van een bedrukt papier , waarvan de motieven door kleur en afmetingen visuele schade zouden kunnen toebrengen aan de harmonie van het geheel , waarvan hij tenslotte slechts een van de onderdelen vormt . In het tweede geval heeft de decorateur , met vermijding van de botsing van schreeuwende kleuren , meer vrijheid bij het samenstellen van composities , die hun eigen rol moeten gaan spelen in de opluistering van een vertrek . Men vermijde te overladen décors en bedenke dat " overdrijving altijd schaadt " . En tenslotte moet men ook rekening houden met de ontwikkeling en verandering in de smaak , en de nieuwe vormgeving van meubelen en andere voorwerpen . Ook hier zal de versiering aan het voorwerp van versiering moeten worden aangepast .
Schutbladen
Deze naam geeft men aan het beschermende vel papier , dat de binder aan het begin en het eind van een boek plakt om dit te beschermen tegen de kaften van de band . Men vindt dat papier vaak op bijzonder aardige wijze versierd en de ontwerper zal al zijn verbeeldingskracht aanwenden om decoratieve elementen te vinden in de tekst van het boek zelf . Zoals bij behang , wiens functie bestaat uit een versierde achtergrond , is schutpapier onderhevig aan dezelfde algemene wetten van de compositie van achtergronden , die we besproken hebben . Maar dit laatste mag , door zijn ondergeschikte rol , noch door kleur , noch door tekening , schade toebrengen aan de band , waarmede hij in harmonie behoort te zijn of de titelpagina , waaraan hij vooraf gaat . Ook hier komt de goede smaak en het gevoel van de ontwerpen in het geding .
Versiering op stoffen
Hierbij zullen de materie en de bestemming van de stof alsmede het drukprocédé van het grootste gewicht zijn . Men zal immers gemakkelijk inzien dat eenzelfde versiering niet zonder meer aangebracht kan worden op fluweel of op lichte zijde , op een geweven of een gedrukte stof . De ornamentatie zal daarenboven zeer verschillend zijn voor een wand - of meubelbekleding of voor japonnen of kostuums . Het is dus weer een kwestie van goede smaak en logica die bij de keuze van de motieven hun vormen en afmetingen , de leidsman zal zijn.. Zoals bij het papier zult je ook hier in het algemeen het systeem van aanhechtingen toepassen , waardoor het je mogelijk wordt het décor als een achtergrond uit te spreiden . In sommige gevallen kunt je uw toevlucht nemen tot een systeem van banden of van rozetten , waarbij de eersten aangewend worden in de vorm van verticale , horizontale of schuine banden en de laatsten op regelmatige wijze " gezaaid " worden .
Boekversiering
Bij de studie van het ontwerpen van illustraties hebben we ook gesproken over de versiering van het boek . Natuurlijk , de versierder ontwerpt ook kopbeelden , sierlettens en slotvignetten evenals hij banden en friezen ontwerpt . Maar zoals we gezegd hebben , hij wijdt zich , steeds in overeenstemming blijvend met de tekst - hetgeen een onwrikbare regel is - meer aan een ornamentatie dan aan een eigenlijke illustratie . We hebben er ook op gewezen dat er zelfs boekwerken zijn die door hun inhoud , die zich niet leent tot een eigenlijke illustratie , slechts in aanmerking komen voor een louter " décor " . Welnu , het décor in een boek moet ook homogeen van karakter blijven en tevens aangepast zijn aan de typografie , de aard van het drukwerk : zo zullen de verschillende versieringen door te sterke toonwaarden niet te veel mogen afsteken tegen de algemene toon van de bedrukte bladzijden . Aan het begin van de hoofdstukken van dit lesdeel zult je verschillende sierletters en andere voorbeelden van versiering in de tekst aantreffen , buiten degene , die hierbij afgedrukt zijn .
05-10-2006
ART . NR . 59 . c , - VERSCHILLENDE TOEPASSINGEN VAN VERSIERING
Art . Nr . 59 . c ,
Verschillende toepassingen van versiering
Doordat de versieringskunst een toegepaste kunst is , heeft de kunstenaar de verplichting om altijd rekening te blijven houden met de bestemming van zijn ontwerp en dit op te vatten en uit te voeren in nauw verband met het te versieren vlak , het materiaal waarop of waarin het uiteindelijk uitgevoerd zal worden en met de eventuele reproductietechnieken . Men moet allereerst een onderscheid maken tussen de versiering , die men aan de vormen van het materiaal zelf gegeven heeft ( smeedwerk , aardewerk , glaswerk , meubelen enz . ) en degene die tot doel heeft het oppervlak van dit materiaal op te sieren . Het is uiteraard op de versiering van oppervlakken dat we hier nader wensen in te gaan . In het lesdeel over De Bloem en in de voorafgaande uiteenzetting hebben we gesproken over de wetten , waaraan een decorateur dient te gehoorzamen bij het ontwerpen van zijn composities . Maar het gaat er nu om , om deze wetten in verband met verschillende doeleinden toe te passen , aangezien , om een voorbeeld te noemen de versiering van een vaas of een bord in de meeste gevallen niet op zijn plaats zou zijn op behangselpapier of op een geweven stof . De opstelling van het décor , onverschillig de gebruikte motieven , hangt niet alleen samen met het materiaal en de aard van het te versieren voorwerp , maar ook met zijn vorm . Men moet nl . niet vergeten dat een versiering altijd harmonie moet vertonen .
Een voorbeeld van decoratief ontwerp
De hierboven genoemde verplichting is in bijzondere mate dwingend , wanneer hij een vaas moet versieren . Naar gelang deze kort en gedrongen of lang en slank is , zijn hals hoger geplaatst is of de inhoud van zijn buik veel belangrijker is dan de overige onderdelen , is het nodig om , in ieder afzonderlijk geval , de ornamentatie uit te spreiden op een wijze , die logisch en in harmonie met de vorm is . Er kan dus aanleiding zijn om de oppervlakken in horizontale of in verticale zones te verdelen , ofwel om een combinatie van beide werkwijzen te maken . Door de keuze van dit systeem zal men het karakter van de vorm kunnen verstrekken en zelf datgene , wat er " overdreven " in mocht zijn , verbeteren . Een uitsluitend horizontale , vrij brede , versiering , die rondom het gehele voorwerp loopt , lijkt hem breder te maken , terwijl verticale lijnen die over de gehele hoogte lopen een grotere slankheid verschaffen . Verdelingen zullen ook moeten worden aangebracht bij de versiering van een schotel of een bord . Zoals we reeds opmerkten , is het beter om een oneven aantal verdelingen te maken , waardoor een aantrekkelijker aspect ontstaat . Indien alleen de rand van de schaal een versiering krijgt , zal deze de vorm van een regelmatige omlijsting of fries aannemen , waarbij men desgewenst hier en daar lichtelijk de bodem kan laten betreden . Indien de bodem versierd is , zal de tekening een centraal motief moeten bevatten of een combinatie van motieven in rozetvorm enz . Niettenim kan een bord , behalve met de klassieke schema's , ook op zeer vrije wijze versierd worden , mits de compositie onderworpen blijft aan de vorm en men de logica in acht blijft nemen : men moet dus niet de bodem gaan versieren met een onderwerp dat , om goed begrepen te worden , een bepaalde stand van de schaal of schotel vereist , zoals bijvoorbeeld het geval zou zijn met mensen of een landschap . Een bord is geen schilderij .
ART . NR . 59 . c , - FIG . 72 . - NETWERK VOOR ACHTERGRONDEN
Art . Nr . 59 . c ,
Fig . 72 .
Netwerk voor achtergronden en enkele voorbeelden .
FIG . 73 . - VERSCHILLENDE COMBINATIES
Fig . 73 .
Verschillende combinaties , verkregen met een enkel element , dat op verschillende wijze is toegepast .
FIG . 74 . - ANTIEKE VAZEN
Fig . 74 , 75 en 76 .
Antieke vazen en moderne schalen
FIG . 75 . - BORD
Fig . 75 .
Bord
ART . NR . 59 . c , - FIG . 76 . - BORD
Art . Nr . 59 . c ,
Fig . 76 .
Bord
ART . NR . 59 . b , - VOORNAAMSTE VORMEN VAN VERSIERING .
Art . Nr . 59 . b ,
Vorrnaamste vormen van versiering
De voornaamste vormen van versiering zijn de band , het fries , de rozet en de achtergrond buiten degene die toegepast worden op vastgestelde vlakken of in verband met de bijzondere eisen van bepaalde materialen . Gedurende onze studie zullen we nagaan uit welke bronnen de versieringskunstenaar kan putten om zijn inspiratie te bevruchten . De rand . - Velen hebben de neiging om een rand en een fries met elkaar te verwarren . De rand is een versierend ontwerp , dat een bepaalde oppervlakte begrenst . Het is een opeenvolging van motieven , die herhaald worden , afwisseld of omgedraaid worden volgens de verschillende methodes die eerder opgenoemd werden . In tegenstelling met het fries heeft de rand niet een vastgestelde richting , dat wil zeggen dat hij even goed horizontaal als verticaal geplaatst kan worden . De kunstenaar moet zijn motieven dus zo kiezen en zo rangschikken dat zij tegemoet komen aan hun rol van rand , wanneer dit , om een voorbeeld te noemen , een vierkant moet afsluiten . We merken op dat de rand vaak binnen twee evenwijdige lijnen valt , die voor " vastheid " zorgen , wanneer de motieven waaruit hij is samengesteld , met elkaar verbonden moeten worden of dat hun afgronde vormen een rechte lijn nodig hebben als tegenwicht tegen de weekheid van hun bewegingen . Waar planten en bloemen aan de versierder onuitputtelijke mogelijkheden bieden moeten dieren met grote voorzichtigheid in een randversiering gebruikt worden : men moet nl. vermijden om hem op een onwaarschijnlijke manier op hun kop te zetten met de poten in de hoogte . De opstelling mag niet in conflict komen met ons gevoel voor evenwicht en dat te minder waar , we herhalen het nog eens , een rand in verschillende richtingen geplaatst moet kunnen worden . Het fries . - Hoewel aan dezelfde wetten onderworpen als de rand , kan een fries toch niet als omlijsting dienst doen . Hij kan dus slechts in horizontale stand toegepast worden . We herinneren er hier aan dat men bij het zoeken naar bepaalde decoratieve elementen en het gebruik van bepaalde modellen ( zoals planten , voorwerpen enz . ) met veel vrucht zijn toevlucht kan nemen tot een praktisch hulpmiddel , waarop we reeds bij een andere gelegenheid de aandacht vestigden en wel het bekijken van het model bij tegenlicht , dus om het als sihouet te zien . Men kan dan met één oogopslag de bruikbaarheid van het motief beoordelen in verband met een decoratief arrangement en ook de algemene beweging en het volume van het onderwerp in kwestie . De rozet . - Dit is een decoratieve versiering in de vorm van een ontloken roos , vandaar zijn naam , die in een cirkel is ingeschreven of doet denken aan een ster met talrijke armen . Men kan dus beginnen met een cirkel te trekken met een passer en dan zijn oppervlakte verdelen in gelijke delen met behulp van middellijnen . Daarna ontwerpt men een versieringsmotief voor een der aldus onstane gelijke delen en brengt dit dan met behulp van doorschijnend papier over op de andere ( fig . 70 ) . Men kan ook combinaties van stralingen gaan ontwerpen . Daartoe trekt men bijvoorbeeld vier of zes cirkels in de oorspronkelijke , waarbij hun middellijn geleidelijk kleiner wordt tot aan de helft van die van de achtergrond . Maar een cirkel ( of ieder ander vlak ) dat in drie of vijf delen verdeeld zal worden zal een aangenamer , minder symmetrisch décor opleveren dan wanneer hij in tweëen of in vieren ondergedeeld zal zijn , omdat een oneven indeling het mogelijk maakt een motief te plaatsen tussen twee andere , die aan elkaar zijn . In ieder geval is het ook hier een kwestie van constructie , van het bouwen van een geraamte , waarvan de noodzaak steeds weer zal blijken , zoals men ook in het nu volgende voorbeeld constateren kan . De achtergrond . - Achter - ( of onder - ) gronden worden meer speciaal gebruikt bij de schutbladen van een boek , behangselpapier , stoffen en derg . Men stelt hen samen met behulp van lijnen , die een netwerk vormen dat als ondersteuning van de tekening dienst moet doen . De netwerken kunnen oneindig van aard verschillen en wel in rechthoeken , vierkanten , driehoeken enz . , die ofwel eenvoudig naast elkaar staan , ofwel in afwisseling geplaatst zijn ofwel in trapvorm zijn aangebracht . Het is noodzakelijk dat alle onderdelen van iedere vorm , die in een bepaald netwerk terecht komen , volkomen aan elkaar gelijk zijn om de regelmatigheid van de motieven en hun onderlinge afstand te waarborgen . Men moet ook vermijden dat de herhaling van het motief op te nadrukkelijke wijze horizontale en verticale lijnen vormt . Men moet dus trachten het oog er van te weerhouden om samenvoegingen te voelen . Tot dit doel kan men de grens van die samenvoegingen door de uiterste elementen van de motieven laten overschrijden of door met regelmatige tussenruimten tussen de geometrische motieven , die het voornaamste patroon vormen , andere elementen inlassen , die van vorm en afmetingen verschillend zijn . Deze soort van versiering staat een uitgebreide ontlening toe , niet alleen aan alle denkbare meetkundige figuren , maar ook aan de flora en fauna .
04-10-2006
ART . NR . 59 . b , - FIG . 63 , 64 , 65 , 66 EN 67 . - VORMEN VAN VERSIERINGEN .
Art . Nr . 59 . b ,
Fig . 63 , 64 , 65 , 66 en 67 .
Enige randen , ontwerpen door Adrée Creuzot , die ook de meeste andere versieringen van dit hoofdstuk maakte . De voorlaatste is echter ontleend aan het oude Peru . Bewonderenswaardig is de verscheidenheid van vondsten van de kunstenaar en hun fraai decoratief effect .