De dagelijkse dingen volgens Roger (78jr) uit Beveren Waas Elke week een nieuw verhaal...
Reacties zijn steeds welkom!
>> NU OOK BESCHIKBAAR VIA WWW.ROCOR.SHORT.BE
06-06-2008
Laat hem slapen, laat hem rusten
Zong een koor in de kerk over een plots overleden man van ons bedrijf, 43 jaar, hartaderbreuk. Ik kreeg de fatale telefoon midden in de nacht, om te rillen en uit te schreeuwen van onrechtvaardigheid. Een brave hardwerkende man in onze zaak, een voorbeeld van stiptheid en gedrevenheid, een meester in zijn beroep, met verantwoordelijkheidsgevoel, veel vrienden, twee kinderen, eentje van acht jaar en eentje van twaalf jaar. Het meisje las een briefje voor dat ze, met haar broertje, de papa zo graag zagen. Maar papa was nu niet meer, en hoe het nu verder moest, ontroerend en verscheurend.
Laat hem slapen laat hem rusten Neen mijn God! Laat hem leven, laat hem liefhebben, laat hem werken, laat hem leute maken, schreeuwde mijn hart in stilte in die overvolle kerk. 43 jaar, zo jong nog. Ik zag de mannen van ons bedrijf, allemaal stoere kerels, die hem uitgeleiden eneerbiedig hun vriend kwamen groeten. Ze waren heel stil en ingetogen. De grote mond die ze anders soms hebben was even heel ver zoek. Het maakte toch indruk als tussen de gebeden plots een liedje van Clouseau gezongen werd: Ik zie je graag. En ook Het afscheid van een vriend. Men kon een speld horen vallen, de kerk heeft begrepen dat de mensen het afscheid van een medemens op hun eigen manier willen regelen. Zijn prentje was ontroerend mooi met het eigen geschreven tekstje van Nele en Sephe:
Opperste rechter van hierboven, ik ben de Sephe, ik ben 7 jaar. Ik heb een briefje geschreven aan mijn Pappa die nu bij U is, en mijn zus Nele zegt dat ik een foutje heb geschreven: leevde is fout, het moet leefde zijn met een F. Het spijt mij, het is een procedure fout, ik zal het nooit meer doen. Nu moet alles opnieuw gedaan worden, kunnen we dan nu onze pappa terug krijgen? Sephe en Nele.
In goede conditie verkerend, vrij helder van geest, meer dan 50 jaar op de baan met de auto, baart dat zorgen voor U? Of rijd ik in de weg? Soms vraag ik mij dat af, als er achter mij wordt geclaxonneerd. Ik ben voorzichtiger geworden, zeker wat trager. Mijn oordeel over bepaalde verkeerssituaties is zeker billijker geworden. Zo van: ik was eerst want ik ben gehaast, hoeft niet meer voor mij. Maar de wachtenden achter mij willen het anders, nochtans, ik volg het verkeersreglement.
Op mijn gewone weg kom ik het volgende tegen: eerst 70km/u, dan gaat dat over naar 50km, daarop volgt 30km/u, dan terug 50, en dan weer 70. Een heel gedoe, maar er is een school in de straat, dus het moet. Ik rijd dan zoals aangegeven, wat veel ergernis teweegbrengt. Ben ik dan iemand geworden die niet meer thuis hoort op de weg? Ik rijd 120km/u op de snelweg en ik moet toegeven, ik ben een middenvakrijder. Maar ik heb nog weinig ongevallen gehad en deed toch ieder jaar 60.000 km, nu nog de helft. Heb een grote wagen met een ster op en draag een pet, kent U dit gezegde?
Zelf heb ik de wegen en autostrades weten aanleggen. Waar is de tijd dat de E17 tot in Gent lag en men door de stad moest om in Kortrijk te komen? Er was toen nog geen E34 of expresweg naar de zee en moesten we door Gent naar Eeklo. Geen brug in Temse en alleen de Waaslandtunnel om in Brussel te geraken. U glimlacht en denkt aan de prehistorie, maar wat ik wel weet, mensen luisteren alleen als ge in hun geldbeugel zit, dat merk ik. Ge wordt tegenwoordig niet rap meer voorbij gereden als ge 120 km per uur doet, dat kost centjes. Wat is eigenlijk het voordeel van een auto die 250 km per uur kan, waar kunt U dat rijden?
Maar AUB als U in de bebouwde kom rijdt, in de gemeenten, rij dan volgens de reglementen. Er zijn kinderen en fietsers en meestal staan die overhaaste mannen juist voor je aan de volgende stop of verkeerslicht. Ik doe soms ook stomme dingen op de baan, en eens per maand komt ge toch een situatie tegen waarvan ge zegt: oei, nu heb ik toch geluk gehad. Bangelijk, vindt U niet? Het is weer een vrouw moet u niet meer zeggen, ik kom vrouwelijke buschauffeurs en truckers tegen die dat perfect doen in die mannen wereld, waarom niet eigenlijk?
Waarom niet eigenlijk, we gaan ons niet in ons blootje zetten, ik heb het over geld voor de kinderen. Ik zeg meestal: een appeltje voor de dorst. Oké, maar zeker geen hele mand meer. Vroeger spaarden de mensen het eten uit hun mond zodat de kinderen meer zouden hebben. Dat is aan het veranderen, en gelijk hebben ze. U kunt ze graag zien uw kinderen, maar zelf wat profiteren is blijkbaar bij de mensen doorgedrongen, nog maar goed ook. Weet u waaraan men het merkt? Ga buiten het hoogseizoen eens op reis en u gelooft U ogen niet, allemaal rimpelrockers die in een hotel verblijven met half pensioen. Dan kunnen ze alles gaan bezien in de buurt en uitstappen doen met de bus. De vlotte 65 plusser, sportief gekleed, soms hand in hand. Straf hé! Na 50 jaar samen, zonnebril op de neus, er zijn zelfs omas bij die denken dat ze hun charmes moeten ontbloten, ze doen maar.
s Avonds netjes gekleed, wat goud aan de vingers, de mannen wat verbrand op hun kaal kopje, hun beste Frans of Engels boven halen, hun gsm bij de hand. Een sms berichtje sturen naar de kinderen om te zeggen dat alles goed gaat, we brengen wel een geschenkje mee, voor de kleinkinderen. De jonge thuisblijvers moeten werken, voor ons is dat voorbij, het is genoeg geweest. Zonder op te scheppen, ons generatie heeft veel gewerkt tussen 1956 en 2000, daarom nu den blok erop en profiteren, het zal nog niet! We moeten voor onszelf zorgen, de kinderen eens financieel helpen als het nodig is. Want, als je bedenkt dat het binnen 10 jaar misschien fysiek niet meer zo goed zal gaan met ons, is het de hoogste tijd om de wereld te zien.
Natuurlijk, na 14 dagen vakantie lópen we om thuis te zijn. Nergens beter dan thuis is nog altijd waar. Het mag prima eten zijn in het hotel, de gewone kost van alle dagen smaakt zeker zo goed. Oud worden is niets zegt men, maar lelijk worden is veel erger. Vergeet dat, de ene ziet er wat beter uit dan de andere daar niet van, maar oud worden is geen ziekte. Dus vrolijk door het leven gaan en zeker nie neuten!
Het blijft wennen, niet dat ik het niet graag zie daar niet van, maar ik voel mij schuldig als ik er langer dan 20 sec. naar kijk. Zeker in het bijzijn van mijn vrouw. In Spanje op vakantie, volop genieten van het goede weer, de zee, de rust, het goede eten, lang slapen. Zorgeloos door het leven, winkeltjes kijken, voor mij lijken ze allemaal op elkaar en verkopen ze allemaal hetzelfde waar ik persoonlijk niets van kan gebruiken. Vrouwen worden dat nooit moe, goesting is koop. Maar daar gaat het nu niet om, ik was een blogje aan t proberen schrijven bij het zwembad van een hotel in Spanje, 25 graden warm, schaars gekleed, whisky cola binnen handbereik, samen met de Knack.
Komen daar toch twee mooie meiden, 25 jaar schatte ik, me beleefd vragen of ze de ligzetels naast me mochten innemen. Gebruind, volmaakt lichaam, wat zeg je dan? Ik stelde vast dat ze met hoogste onderscheiding geslaagd zouden zijn voor de potloodtest. Omdat ik een man ben en zag dat ze enthousiast getalenteerd waren met wat een vrouw te bieden heeft, en ik ook aan het milieu en aan de verfraaiing van het landschap dacht heb ik zonder na te denken ja gezegd. Ik heb het mij niet beklaagd, integendeel. Ze dankten mij heel beleefd en beginnen hun kledij aan te passen aan het weer.
De gebeurtenissen worden met groeiende belangstelling gevolgd, ze ontbloten zich en houden alleen een slipje over. Ik doe alsof ik dat de normaalste zaak van de wereld vind en kijk zeer onverschillig toe. Alles even bruin, stelde ik vast. Toch voelde ik mij niet echt op mijn gemak met mijn vrouw naast mij, ik misdoe toch niets hé! Met mijn 70 lentes lag ik daar van mijn melk, mijn blogje haperde, het vlotte niet. Het is toch rap gegaan dacht ik, eerst de minirok en nu dit! Men stelt ons als mannen danig op proef vind ik. Moesten die dames gevraagd hebben: Mijnheer, wil U zonnecrème smeren op mijn rug? Ik zou neen gezegd hebben, mijn blogje moet af! Ik begon de opwarming van de aarde even heel goed te merken.
De dames strekten zich uit met hun armen boven het hoofd, nu gij . En U verschiet dat ik zeg: ik heb ook mijn gevoelens hé.
Dat kan toch zo maar niet, dat Femke van thuis altijd de boter gegeten heeft, het is zonde dat kind, ik pak dat niet meer, ze heeft het altijd gedaan. Het vertedert mij altijd, hoe ze alles wat op haar afkomt verwerkt. Ze heeft wel een aangenaam seksleven, het duurt nooit lang, maar ze neemt het ervan en gelijk heeft ze. Maar nu heeft ze geen dak boven het hoofd, en daar moeten we wat aan doen, als trouwe kijker ga ik naar de schrijvers, er zijn grenzen hé! Ons Fem moet haar rust hebben anders houdt ze het niet vol. Ik heb ervan genoten hoe ze madam Marjan haar zaligheid gaf, zo kennen we ons Fem. Maar, beste soapliefhebbers, zeg maar dat we ongelooflijk verwend worden, met Familie erbij, Kinderen van Dewindt, De beelden van de haven van Antwerpen, ontroerend mooi, onze Robbe waar we ongerust over zijn. De Matroesjkas, de klasse druipt eraf, wereldfaam. Wat dacht u van Katarakt, spannend en iedere week om naar uit te kijken, hoe dat allemaal in elkaar past.
Vroeger moesten we naar Nederland kijken om wat te zien. Het is veel jaren geleden dat ik nog naar NL. gekeken heb. Die Amerikaanse zever, Mooi en meedogenloos, waar ze doden laten verrijzen, en die kijkers slikken dat, niet te geloven. We hebben bijzonder goede schrijvers en er is ook altijd een vrouw bij zie ik. Dat is het geheim van hun succes bij de soap schrijvers denk ik, vrouwen denken nuchter, daar zou ik eens aan mee willen werken aan zo een soap. Als ik zo een aflevering bekijk wil ik de beste acteur eruit halen, wat zelden lukt. Bescheiden moeten ze niet zijn, ze kunnen het, en beter dan in het buitenland. U kijkt toch ook?
In 1956 werd ik als parachutist - commando op voorwacht gestuurd naar onze vroegere kolonie, om alles over te nemen van de lichting militairen die voor ons de daar verblijvende landgenoten moesten beschermen. Wat een uitzonderlijk mooi land, de natuur is ongelooflijk, dat overvalt je. Er zijn maar twee jaargetijden zon en regen, met niets dan vrolijke mensen die onbezorgd door het leven gaan. Daar gingen wij Belgen eens verandering in brengen, we zullen al onze kennis eens ten dienste stellen van die arme negertjes. Toen we daar aankwamen na 23 dagen varen en een vliegtuigvlucht naar Kamina, kregen we een militair reglement toegestopt hoe we ons moesten gedragen tegenover de inlandse bevolking.
Gelooft U wat ik nu ga schrijven? We mochten geen vriendschap sluiten met die mensen, we moesten ze geen handdruk geven. Ze waren niet te vertrouwen, we moesten niet met de vrouwen omgaan en zeker geen seksueel contact hebben, want gegarandeerd kreeg U dan syfilis. Dat is me toen zo hard tegengevallen en het stoort me nog altijd, zodat mijn wereld waarin ik was grootgebracht in elkaar stortte. Zoiets was toch niet te verenigen, ik begreep uit die tekst dat we die mensen gewoon moesten negeren! Wij waren tenslotte toch in hun land, hier zegt men toch direct dat degene die naar ons land komt, zich moet aanpassen? Daar was het omgekeerd, wij zouden toch de taal van die mensen moeten leren en er werd Frans aangeleerd, zeker geen woord nederlands.
De zwarte medemensen woonden in hutten aan de rand van het militair domein, ik gaf wat ik kon missen aan de kinderen, ze moesten ons Bwana noemen (meester). We verbleven er 1 jaar en beleefden er mooie dingen, we plaatsten een brug, deden harde oefeningen, gingen op safari, sprongen met de parachute, trachtten 10 dagen te overleven in de brousse. Als beloning kregen we 14 dagen vakantie in de stad Kamina. Het deed deugd eens weg te zijn van dat strenge militair gedoe. Op de eerste dag, ik vergeet het nooit, ging plots een avondklok. De gekleurde medemens pakte zijn boeltje en verdween uit de stad, waar heen vroeg ik mij af? Ik ben gaan kijken, ze woonden in betonnen koten met golfplaten afgedekt, bloedheet, zoiets waar thuis onze steenkool in ligt. s Avonds was de stad alleen voor de blanken, enkel de kelners moesten blijven om ons te bedienen en whisky- cola te brengen.
Wat ik me nu altijd nog afvraag: wat hebben die mensen van ons geleerd? Al die bemoeienis van ons heeft geleid tot niets, alleen de grondstoffen zijn van tel voor ons. De kolonialen moesten maken dat ze weg kwamen toen Kongo onafhankelijk werd. Er zullen waarschijnlijk ook wel mensen geweest zijn die echt wilden helpen en goed werk verricht hebben.
Wellicht zullen velen onder U dat niet meer geweten hebben maar in mijn jeugd was vlees heel duur en voor sommige mensen was dan het alternatief vogels uit de natuur vangen. De vogels die ervoor in aanmerking kwamen waren vooral spreeuwen, lijsters, mussen en vinken. Alles wat in de netten kwam werd gevangen, gedood en opgegeten. Grote zwermen vogels van alle soorten vlogen toen door het landschap. Op de elektriciteitsdraden gespannen tussen twee palen zaten honderden zwaluwen. Een lugubere onmenselijke bezigheid waarvan men nu huivert en zich afvraagt, kon dat zomaar, het was om op te eten. Gebakken met boter was het heel lekker en voedzaam, men at het warm of koud. Het werd met de vingers gegeten het was peuzelen, het brood werd in de saus gedoopt.
Een haas of konijntje stond voor die stropers ook op het menu, een fazant vangen was een feest. En geloof me, die mensen waren in al deze disciplines heel handig, daar kon de beste boswachter niet tegen op. Sommige boeren en eigenaars van boomgaarden lieten de vogelvangers maar al te graag op hun eigendom toe, zoniet konden ze hun peren- of kersenoogst vergeten.
Sta me toe U uit te leggen hoe technisch die mensen hun netten zelf breiden. De lengte was tussen de 30 en 40 meter, de breedte 4 meter, de mazen aangepast, een zwerm spreeuwen van 100 vogels werd in een keer gevangen. In het midden van de netten werden enkele lokvogels van iedere soort vastgemaakt en als er een zwerm vogels af kwam gaf men een ruk aan een lang koord en vlogen de lokvogels op. De vogelvanger had een fluitje en bootste de zang perfect na met als gevolg dat de zwerm neerstreek, de netten sloegen dan dicht met het gekende gevolg. Een met takken gemaakt hok verborg de vangers onzichtbaar voor die weerloze dieren, hoe ze gedood werden wil U niet weten maar is ook te wreed om te beschrijven. Ze werden verkocht aan de gewone mens in de straat en ook aan de heren in t dorp. Later na het afschaffen van de vogelvangst heeft de overheid ze vernietigd met springstof, even erg vind ik dat.
In mijn tuin komt iedere dag een lijster een serenade geven, heel mooi. Ik zorg dat ze in de winter niets te kort komt. Ik denk dat ze mij daarvoor beloond en woont ieder jaar in mijn hof. Een struik met rode bessen wordt ieder jaar kaal geplukt door 5 merels, onze broodkruimels zijn voor de 20 mussen, er komen ook enkele mezen om het notenzakje leeg te pikken, een vink is een rariteit. Twee merels wonen ook ieder jaar in een struik. Ik help ze een beetje als de jongen uitkomen zodat ze niet gegrepen worden door de kat. Dat is het bestand zowat van vogels in mijn tuin. Ach ja sinds kort krijg ik een roodborstje op bezoek, van iedere soort zijn er nog een klein aantal. In de zomer ziet men ook sporadisch nog een zwaluw. We moeten er wat aan doen, ik merk wel dat de mensen zich bewust zijn van al het mooie dat we hebben en het respecteren.
Ik moet wat bekennen ik heb 60 jaar terug ook spreeuwen gegeten.
We zaten op de tram, waar de laatste tijd zoveel over te doen is. De tram was bezet met mensen van alle leeftijden, er waren ook een twintigtal jongens aan boord met allemaal dezelfde trui aan, van hun ploeg. Ze waren bijzonder goed gemutst, want hun club was kampioen geworden in het voetbal. Ze stampten met hun voeten op de vloer van de tram en klopten op de ruiten. Een oorverdovend lawaai, de andere passagiers hadden er ook plezier in, zo een bende jonge mannen, gezond en sportief, zo bezig te zien. Ze trokken wat aan elkanders klederen, de leute kon niet op, als de tram stopte. vielen ze allemaal op een hoop, een chaos .
Plots beginnen ze te zingen en te brullen: IK KAN NIET LEZEN, IK KAN NIET SCHRIJVEN, IK BEN EEN TRAMBESTUUUUURDER!! De bedoelde man vermindert wat vaart, misschien voelde hij zich beledigd, ik weet het niet. Maar alle andere passagiers lachten, iemand zei nog: Waar halen ze het uit! Gelijk had die, we zijn ook jong geweest zeker, mag er dan niets meer? Het lawaai bleef aanhouden en toen ze allemaal uitstapten liepen ze nog een eind mee met de reeds rijdende tram, het scheelde geen haar of er zat iemand onder, we hielden ons hart vast, maar het liep goed af, gelukkig.
Waar ze gezeten hadden op de tram lag het vol blikjes en papier. Niemand stoorde zich eraan, dat zou wel opgekuist worden. We hebben nadien nog over de kampioenen gepraat, toen plots iemand zei: We hebben gelachen met die jonge snaken, maar zouden we ook gelachen hebben moesten dat allochtone jongeren geweest zijn. Het werd zeer stil. Eerlijk gezegd denk ik van niet! We waren met acht mensen. 50% zei: Mij zou dat niet kunnen geven hebben, de andere helft begon de verhaaltjes op te halen wat er op de tram de laatste tijd allemaal gebeurt. We hebben er nog lang over gepraat toen iemand wijs zei: Tussen alle koren is kaf, zowel tussen de ene helft als tussen de andere, dus ook op een voetbal match.
We zijn zeer blij met de kampioenen, ze hebben het toch maar mooi gedaan, gans het jaar getraind en gespeeld, en eindigen als de beste, een dikke proficiat.
We hebben het over de voorlichting op seksueel gebied voor het huwelijk! In een doos op de zolder had ik een boekje gevonden over het HUWELIJKSGEBRUIK. Zeg maar: hoe men vrijen moest inschatten in 1908, juist 100 jaar geleden. Huwelijksgebruik vind ik echt een lelijk woord, dan is samen de liefde bedrijven toch meer uitnodigend, dan elkaar gebruiken. Ik citeer over den huwelijks plicht: Vrijwillige onthouding met redelijk doel en wederzijdsch goedvinden is in zich geoorloofd en kan zelfs aanbevelenswaardig zijn. En nu komt het: Men plege in deze zaak echter overleg met zijn zielbestuurder, zeg maar mijnheer pastoor.
Als men in die periode trouwde kreeg men van de kerk een boekje, waarin stond hoe ge U moest gedragen als ge niet in zonde wilde leven in het huwelijk, het huwelijksgebruik, zeg maar de liefde bedrijven. Zondige handelingen zoals onansime? Ik heb het opgezocht, het wil zeggen: Het opwekken van een orgasme door met de handen de erogene zones in de genitaliën te prikkelen. Ook nieuwe malthusianisme of geboorte beperking kon niet.
WANT DAT WAS:
1* een daad van laffe en brutale zelfzucht
2* een der zwaarste zonden van ontucht
3* een der zwaarste zonden tegen de liefde jegens elkanders onsterflijke ziel
4* het vermoordt den zielsvrede
5* het verleidt tot heiligschennende biechten en communiën
6* het leidt tot verzwakking en afval van het heilig geloof
7* het neemt den eerbied en de achting voor elkander weg
8* het voert dikwijls tot echtelijke ontrouw
9* het maakt niet zelden zenuwziek
10* het ondermijnt de volkskracht
11* nooit en te nimmer kan daarom deze handels wijze, die op hemeltergende manier in Gods bestel ingrijpt en zijn heiligste wetten verkracht, geoorloofd of kleine zonde zijn
13* buiten het huwelijksgebruik zijn tusschen man en vrouw geoorloofd liefdebewijzen zonder ernstig gevaar voor bevrediging, hetzij van een, hetzij van beide echtgenooten
Effe resumeren: Als ge toen twee kinderen had, had U het twee maal gedaan. Daarom had men vroeger zoveel kinderen! Nu weet ik het! Als ge zoiets leest en men vergelijkt dat met deze tijd waarin een 16 jarige maagd een zeldzaamheid is, denk dat het toch iets beter zou zijn tussen deze twee uitersten.
Of hoe ziet U het ??
Tot gauw rocor
PS : Nog in dit boekje: De ouders dienen er op te letten dat zij het kind niet gedurende den slaap bij zich in bed houden. De moedermelk is voor het kind de eenige goede voeding. Het past aan christelijke echtgenooten, dat zij evenals spijs en drank, zoo ook van het huwelijk gebruik maken niet enkel uit zinnelijken lust, maar met een goede meening en met matigheid.
Ik ben de jongste van de negen, een bende jonge mannen met veel zin om te leven, allemaal schoonbroers. We wilden werken en het ver brengen in het leven, we deden soms gek en hadden veel plezier. We hadden mooie vrouwen en die wilden ook wel Nu zijn we nog met twee en zijn 70 jaar, we willen nog wel, maar wat trager. Onze andere schoonbroers zijn overleden, vorige week hebben we nog een zwager begraven. Hij was 78. Ik heb voorgesteld om bij hem te waken s nachts om zijn doodstrijd wat dragelijker te maken, het is een heel aparte gebeurtenis, ik heb gans de nacht naar zijn gezicht gekeken, in de hoop dat het nog goed kwam, goedwetend dat niets meer hielp.
Af en toe zijn lippen wat bevochtigen, af en toe eens tegen hem praten in de hoop dat hij zou antwoorden. Ook luisteren naar zijn korte ademstoten, vier zakjes met middelen aangesloten in zijn magere lichaam, om een beetje comfortabeler de wereld te verlaten. Comfortabel het leven verlaten noemt dat, ik heb er last mee. Hoe kan dat nu, comfortabel het leven verlaten. Men zal het over pijn hebben natuurlijk. Er is ook een zakje met vloeistof waarmee men je in subcoma houdt zodat je niemand meer herkend, ook geen afscheid kunt nemen. Alles was toch al gezegd als ge elkaar 50 jaar kent.
Die nacht heb ik ervaren dat een mens ongelooflijk graag in leven wil blijven. Ons broer snakte 2 dagen en 2 nachten naar adem op zo een hels tempo dat nog niet vol te houden is door een atleet in topconditie. En waarom? Om het heengaan toch nog wat uit te stellen, hij wilde blijven, hij gaf niet op. Om het sterven wat milder te maken kon hij nog een prikje krijgen met morfine. Toen is hij zacht ingeslapen in het niets. Hij had gevraagd om verast te worden en hem burgerlijk te begraven, wat natuurlijk werd ingewilligd. Het was sober maar aangrijpend en mooi. Het was een lieve man, ik heb nog enkele woorden als afscheid gezegd op zijn begrafenis en ook hoeveel we hem gingen missen. Aan de koffietafel is iedereen al een beetje ontspannen en worden er plezierige herinneringen opgehaald en wordt er al eens gelachen.
Ik ben heel verdrietig geweest en denk dan: nu ik ga er van profiteren, want heden ik, morgen gij, komt verdomd dicht in de buurt