o primavera
heerlijke bloemennaam,
betekent ook begin
Over mijzelf
Ik ben Van Overstraeten Nicole, en gebruik soms ook wel de schuilnaam yasmin.
Ik ben een vrouw en woon in Halle 1500 (België) en mijn beroep is gepensioneerde leerkracht Nederlands.
Ik ben geboren op 30/06/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, theater, oosterse cultuur, muziek en koken.
Ik publiceerde 4 dichtbundels (De dagen van de winter, Jagen, Sapkracht en De tuinen van Thevenet). In 2006 acteerde ik in 'De koffers zijn gepakt', een theaterproductie van het Masereelfonds, als eerbetoon aan Bertold Brecht.
een lief okerkleurig scharminkel
literatuur, cultuur, small talk
13-11-2012
de zee
de overgang van het zomerseizoen naar de herfst is weer achter de rug. het regent dat het giet en we bibberen af en toe van de kou: heerlijk! maar de omschakeing ging ook gepaard met onheilspellende berichten: mensen in mijn omgeving werden plots ziek, in de wereld volgden rampen mekaar in ijltempo op. ook bij ons was het bijwijlen hectisch...
we moesten poes pipo
vrijdag bij de dierenarts binnenbrengen, het beestje was
zwaargewond na een vechtpartij en een ongelukkige val. pas
zondagmiddag kregen we hem terug, na twee gesofisticeerde
operaties. maar een kat heeft negen levens en pipo wandelt - met
kaal geschoren buik en achterwerk - weer rond in het salon.
was
daar wel een beetje van ondersteboven, veearts was in het begin
niet positief en we vreesden het ergste...
maar na een periode van opschudding komt, heel onopvallend en op natuurlijke wijze, weer een rustpauze. je moet alleen een beetje aandachtig nagaan wat rondom je gaande is en openstaan voor de toemaatjes (ik schreef bijna tomaatjes!) van het lot.
een tijdje geleden kreeg ik een mooi gedicht over de zee binnengestuurd en gisteren vond ik - toeval bestaat niet - in mijn mailbox prachtige beelden en een video van henri lemineur uit sint-idesbald. ik kreeg onmiddellijk toestemming om de video te kopiëren en ook thierry deleu gaf zijn gedicht prijs. daarom dit bericht, als interval tussen ander opwindend nieuws...
ps: het gedicht begint 's morgens, de video is opgenomen bij zonsondergang, maar ala..
de nomade in dit gedicht is niemand minder dan willem elsschot, pseudoniem
voor alfons de ridder (1882-1960), roemvolle auteur van het meesterlijke kaas.
in realiteit overleed willem elssschot aan een hartinfarct, maar de dichter wim
van den abeele laat hem hier als oude demente man verongelukken op een treinspoor.
het is waar dat vele oudjes die in een verzorgingsinstelling verblijven
soms gaan zwerven en als vermist worden opgegeven. soms komen ze in gevaarlijke
situaties terecht, maar wellicht wou de dichter hier een metafoor gebruiken om het
einde van een mensenleven te duiden.
je sluit alles af, je verdwijnt uit het leven, uit je thuis, je komt in een
nauwe tunnel terecht die je verhakkeld naar de dood leidt.
wim van den abeele schrijft bondige, afgesloten verzen, die
ogenschijnlijk korter dan feitelijk worden genoteerd. soms ontbreken woorden,
zinsdelen. maar door de ultieme verdichting wordt de lezer geacht deze verzen
aan te vullen met zelf bedachte woorden. de expressieve kracht wordt hierdoor
versterkt, maar soms lijkt het of de verzen los van elkaar staan, de vloeiende
lijn ontbreekt en de woorden hotsten staccato op de pagina.
in die zin heeft wim van den abeele een gedicht geschreven, waarbij de inhoud
overeenkomt met de vorm: verhakkeld is je leven op het moment van de dood, verhakkeld
is de stijl van dit gedicht.
mooi toch?
Quartoq
Elk najaar keren wij terug, ofschoon het nat
of soms glad. Ik zoek haar hand: de pijn
van tanend evenwicht. Welk kalend pad
ligt voor ons uitgerold? Het mistgordijn
rondom de baai verbergt een kleine stad,
gedempt geluid. September. Hand die wacht
wanneer mijn stap vertraagt. We rusten wat
als zij me vraagt weer door te gaan. Ik tracht.
Rik Dereeper
oeps! je tong moet een
tuimeling maken om de titel van dit gedicht uit te spreken, maar het jurylid dat
dit gedicht voorlas, vertelde onmiddellijk dat ze de herkomst van dit woord had
gegoogled: het is de naam van een stadje in groenland, waar de dichter
blijkbaar graag in het najaar op vakantie gaat.
de dichter (en zijn
geliefde) wandelen in een mistig, verstild landschap. de toon is melancholisch
en de personages lopen niet energiek door het stadje: ze zoeken hun evenwicht
(want het is soms nat en glad). er is mist, ze wachten en rusten en trachten
dan toch maar verder te gaan.
ook dit verrukkelijke
gedicht onthult de metafoor van het leven, waar je soms tastend en wankelend je
weg moet zoeken. de auteur kent de regels van verdichting en past ze wonderwel
toe. het geheel is een volkomen gedicht, poëtisch van sfeer en met een ruimte
voor interpretatie.
het verwondert me niet dat rik
dereeper laureaat werd van de poëziewedstijd van mengmettaal, deze dichter kan
het!
maar misschien had de hij het
woord quartoq moeten verwerken en duiden in het gedicht zelf, of in een
voetnoot. want zonder internet of atlas zou niemand hebben begrepen waar het
hier echt om gaat!
besluit: uiteindelijk zijn de
winnaars van deze poëziewedstrijd aan elkaar gewaagd. elk gedicht heeft zijn
verrukkelijke eigenheid en het begrip nomade wordt op diverse wijze ingevuld.
het is me een eer en een genot
geweest kennis te maken met het werk van deze dichters!
de nederlandse auteur tommy wieringa schreef een
roman over migratie: dit zijn de namen.
'migratie bepaalt ons al vanaf onze allereerste geschiedenis, vanaf onze
eerste voetstappen; we zijn te voet begonnen en we bewegen uit redenen van
schaarste, van zomerweide naar winterplaats'. als jongeling verdween hij vaak lange tijd en stuurde
dan een kaartje naar huis. hij was gefascineerd door het nomadisch
bestaan, volgens hem het grootste geluk.
maar in zijn boek volgt hij een groepje vluchtelingen, wiens verlangen naar
het land van verwachting onderweg totaal verdwijnt, omdat ze tijdens hun
extreem barre tocht ontdaan worden van hun idealen. hun namen, hun verleden,
hun dromen, het doet er allemaal niet meer toe. ze worden mensen zonder
geschiedenis, leven nog slechts in een acuut, mensonterend heden.
tja, het thema van de poëziewedstrijd van het literaire
genootschap mengmettaal had wel degelijk mogelijkheden. de
gedichten van de vier winnaars vindt u hieronder; eens kijken in hoeverre de
heren dichters dit gegeven hebben uitgespit. argh! wil hier geen oordeel
of voorkeur uitspreken (niet echt, dat heeft de jury al gedaan). wil alleen
enige indrukken neertokkelen en misschien ook wat technisch commentaar geven. ach,
kan het niet laten, want natuurlijk doen deze gedichten mij iets.
koorddanser bij
valavond
asfalt mengt zich
met versteende stemmen
een kleuter loopt
mij na op versleten veters
zoals steeds keer
ik de zon de rug toe
tel de rimpels in
een vlag
mijd het hoofd in
de wolken
angst is duidelijk
ook mijn bondgenoot
zo moet ik vrezen
spiegelende kinderen
bijziende reigers
en diep uitgesneden vrouwen
wat ik achterlaat
zal ongezien zijn
hoe mijn schaduw op
handen wordt gedragen
en ik een plaats
zoek tussen zenit en dieptepunt
zwervend tussen
torens of boven de waterval
ben ik van beide
oevers nooit meer thuis
dan ergenstussenin
paul vincent
het winnende gedicht. mooi is de keuze om de tekst langs een as te
schrijven. het laatste vers, met die enorme witruimte tussen het eerste woord
en het laatste, geeft de uitersten weer waartussen een nomade zich beweegt: het
zenit van het verlangen en het dieptepunt van de ontworteling. de nomade als
een koorddanser, balancerend tussen de hemel en de afgrond.
de lay-out van dit gedicht doet me vreemd genoeg denken aan een
kreeftje, met een dikke kop en kleine schaartjes, haha!
paul vincent schrijft heel toegankelijk, met een overvloed aan beelden,
die telkens opnieuw de kerngedachte illustreren: de spanning tussen droom en
realiteit. ik zou durven zeggen: paul vincent, haal je rode bic te voorschijn
en schrap finaal nog een tiental woorden. dan is dit gedicht de perfectie zelf.
Albert Camus, nomade
De weg langs seizoenen heet eindeloos,
maar is, bemeten in tijd, stukje bij beetje
door een landschappelijk leven trekken,
rivieren oversteken, wereldzeeën bevaren,
ooit ergens zonder vragen van boord gaan.
Morgendauw ligt op ingeslapen woorden,
als dromen ingefluisterd, luid toegejuicht
binnen vervlogen idealen - met mythes,
zinsbegoochelingen, revoltes en bovenal
gesjirp van bochelcicaden - sisyfuscadans.
Ginds een processie van normen en waarden
die in houten beelden vereeuwigd werden,
maar nu een ventweg neemt en zie, verdwijnt
in een verkommerde, ondergrondse garage;
dan is er geen ontkomen meer aan: de taal
achter je laten, ervan ontdaan verder gaan,
wandelen tussen wat zwijgt - van nature.
Simon Buschman
het leven, zegt simon buschman, is niets anders dan door een
landschappelijk leven trekken, rivieren oversteken en zonder vragen te
stellen ooit ergens van boord gaan. la vie, un long fleuve tranquille...
als oefening teken ik hier een reeks termen op uit simons gedicht: een
eindeloze weg, trekken, varen, van boord gaan, vervliegen, een processie van
normen en waarden, verdwijnen, verkommeren, achterlaten, ontdaan verder gaan,
wandelen tussen, zwijgen, van nature. een perfect passende guirlande van
woorden in een gedicht met als titel: albert camus, nomade.
de dichter draagt zijn gedicht op aan de franse schrijver albert camus,
die hem leerde in zijn (nomadische) zoektocht naar de zin van het leven een
mens te zijn vol mededogen. mythes, idealen, de waan van de revoltes en andere
zinsbegoochelingen zijn efemeer. het bestaan is wat het is; er rest ons alleen
nog een vredevol zwijgen, zelfs de taal is onderdeel van de droom.
de jury oordeelde deze tekst als zijnde te diepzinnig. tja, misschien
had simon de naam camus niet in de titel moeten vermelden, maar in een voetnoot
verduidelijken. de naam van deze schitterende franse auteur in de titel van een
gedicht: voor sommige lezers misschien intimiderend.
vind het vermakelijk, hoe over poëzie wordt geoordeeld als eenzelfde
gedicht door verschillende mensen wordt geïnterpreteerd. uiteindelijk zoekt de
groep (de jury in dit geval) naar een soort tekst die door iedereen kan worden
gesmaakt: niet te moeilijk, niet te makkelijk. het uiteindelijke commentaar is zeker
mainstream en omschrijft meestal het gevoel dat gewone mensen (en niet de
specialisten!) hebben over poëzie.
een gedicht moet makkelijk leesbaar zijn, mooi klinken en vooral: er moet een factor aanwezig zijn die appelleert aan een (aangenaam?) geestelijke
oefening, bijna zoals kinderen gezegden of spreuken of spreekwoorden leuk
vinden. daarom zijn rijmgedichten of allitererende gedichten of licht
sloganeske verzen bijvoorbeeld populair.
ik bedoel dit helemaal niet denigrerend: poëzie is ook taal gebruiken op
geestige (en ik bedoel daarmee niet: grappige, maar wel vernuftige) wijze,
zodat mensen plots bewogen raken en luisteren.
ondanks het oordeel van de jury vind ik simon buschmans gedicht (technisch)
perfect: er staat geen woord teveel of te weinig. albert camus, nomade
is geschreven in een bevallige, volgehouden, zachtvloeiende taal en bevat een
intense boodschap.
voor ik commentaar geef omtrent het literaire gedeelte van het evenement op 7 oktober, (in het hannah-huis in herent), nog even dit:
stiekem maakte ik ook enkele foto's van het schattige tuintje. de mooie kleuren van bloemen en heesters in het herfstzonnetje waren een feest voor het oog......
neen, dit zijn geen echte klaprozen. het zijn bloemen van keramiek, ontworpen door de keramiste anita huybens (1949-2008).
anita huybens liet zich inspireren door het gedicht vanLieutenant Colonel John McCrae, 1872-1918:
en voelde zich geroepen zich in te zetten voor slachtoffers van landmijnen. zij ontwierp deze prachtige papavers, met de bedoeling ze te verkopen ten voordele van oorlogsslachtoffers.
vrijwilligersorganisatie klaprozen
voor vredevzw zet het vredesinitiatief van anita huybens verder.de integrale opbrengst gaat naar twee organisaties: grote klaprozen worden verkocht
ten
voordele van het ontmijningsproject van apopo. de kleine klaprozen ten
voordele
van een palestijnse circusschool...
.
maar nu de bekendmaking van de poëzieprijs 2012, in samenwerking met de literaire organisatie mengmettaal. het was een leuke kleine plechtigheid, het publiek was geïnteresseerd. eigenlijk zijn kleinschalige poëziewedstrijden best te smaken; alles wat kleinschalig is, trouwens, is menselijker, concreter, tastbaarder dan een mega-evenement. mijn mening, natuurlijk!
zei wislawa szymborskaniet: één dichter, fantastisch, twee dichters ook goed, maar honderd
dichters: belachelijk!
het thema van de wedstrijd was: nomade. de eerste prijs ging naar paul vincent uit retie. laureaten waren simon buschman uit nederland/spanje, wim van den abeele uit haasrode en rik dereeper uit rollegem.
in een volgend bericht ga ik in op dit thema, want daar is heel wat over te zeggen, en bespreek ik ook de winnende gedichten...
nu eerst enkele kiekjes!
op deze foto leni creuwels, galeriehoudster en de leden van de jury van het literaire genootschap mengmettaal.
paul vincent leest zijn gedicht voor. de omstaanders kijken geïntrigeerd naar het gedicht, dat op een grote affiche achter glas was tentoongesteld.
niet zo'n beste foto. oeps! het woord reizigers was trouwes fout: er moest reigers staan.
leni vertelt dat het winnende gedicht gedurende zes maanden zal opgehangen worden aan de gevel van het hannah-huis. maar het zeildoek met het winnende gedicht erop geprint was nog onderweg: dhl was aan de deur geweest maar toevallig was niemand thuis.
en zo lag het gedicht van paul vincent nog in de opslagplaats van dhl! jammer...
nog een foto van een stralende leni in de achterkeuken. daar hing niet alleen het plasieken pakket van brigitte romazko, maar je kon er ook lekkere huisbereide jam kopen (frambozen en moerbeien, abrikozen uit de drôme) die leni verkocht ten voordele van het project terres nouvelles encasas para madres solteras, beiden in guatemala.
zelfs de koekjes achteraf hadden een bijzonder verhaal! zij werden gebakken in een kleine dorpsbakkerij/annex winkel/annex dorpsherberg in het onooglijke langdorp. hilde verbinnen richtte tegelijk ook nog een arbeidszorgproject op voor personen met een
verstandelijke beperking, het hof van vlaanderen.
besluit: proficiat, galerie hannah!
ben totaal onder de indruk...
had dan ook heel wat notities neergekribbeld in mijn knalrode moleskine agenda.
dit lijkt wel een wonder: in de huidige maatschappelijke context waar ruwheid en agressie worden beloond, is galerie hannah waarachtig een vredeseiland!
in en rijhuis in de gemeente herent bij leuven verleden zondag (7 oktober) een parel van een galerie ontdekt: galerie hannah, huis voor kunst en samenwerking, mechelsesteenweg
361, 3020 herent.
voor een gemeente met amper 8000 inwoners is dit super! tentoonstellingen
vormen de meest zichtbare werking van hannah, maar de
organisatie verbindt kunst ook met interculturele projecten. op hun website http://www.hannah2.be/ kan het programma in detail geraadpleegd worden, zelfs een virtuele tour omtrent de nieuwste tentoonsteling, out of africa, behoort tot de mogelijkheden. maar vermits ik de laatste tijd graag zelf fotoreportages maak publi ik hieronder mijn eigen kleine selectie.
de nieuwe tentoonstelling: O U T of A F R I C A startte op 30 september. neen, geen link met het beroemde boek van de deense barones karen von blixen, maar wel de uitvoering van een agendapunt van galerie hannah, die kunstenaars uit verschillende culturen samenbrengt.
te zien: afrikaanse maskers
afrikaanse beelden
aan de muur een geweven doek beschilderd met de
bogolan-techniek, van de malinese doumbia boubacar en medewerkers.
bogolan betekent: stof beschilderd met modder. deze modder komt o.a. uit de
niger en bevat veel ijzer, wat zorgt voor de mooie diepzwarte kleur.
de stof wordt in een lichtgeel soepje van ngaláma-planten gedompeld, gedroogd
in de zon en daarna beschilderd.als de modder helemaal droog
is, wordt die ervan afgeklopt. ook sap van gekookte boomschors wordt gebruikt,
dat geeft een hele mooie rode kleur. om de stof witter te maken zodat de
kleuren feller lijken, gebruikt men zeep.
deze leuke mannetjes komen niet uit afrika maar zijn het werk van de westvlaamse kunstenaar frank vanhooren. ze kijken ernstig, zijn in zichzelf gekeerd, in gedachten verzonken, beetje droevig, maar tegelijk ook grappig. het zijn dit soort 'mannekes', met die specifieke uitdrukking op het gelaat, die je tegenkomt op een nevelige ochtend op straat, aan de bushalte of op een druk perron. zij schrikken als je hen aanspreekt.
hier nog mannekes van frank vanhooren, met aan de muur een schilderij van alexey terenin (moskou/ praag)
leen stalmans schilderde de vaart in leuven
deze originele installatie (architecture 1) werd gerealiseerd door brigitte romazko (senantes, france)
een groot opghangen pakket,van plastic (?), met touw omzwachteld en van onregelmatige vorm, met een kijkvenstertje!
en wat zien we als we kijken door het venstertje? rara, een poppetje op de fiets!
zo, dit was dus mijn selectie. galerie hannah is wel heel erg internationaal!
in een volgend bericht vertel ik over het literaire luik van galerie hannah!
nog even, voor de derde en laatste keer, nagenieten van sehnsucht....
1.
ach, ik blauw van jou, ik blauw van jou, ik blauw in 't diepst van mijn gedachten...
(uit: vroege gedichten)
argh! dit schilderij van pascal-dagnan-bouveret is wel het summum van dramatische pose en theatrale representatie van het begrip sehnsucht!
iedereen kent het mythische verhaal van orpheus en eurydice: 'door het hele land werd de fantastische zanger orpheus geprezen. hij was de zoon van de koning van thracie en had van zijn moeder calliope de gave van de zang geërfd, waarmee hij alle mensen in vervoering bracht. maar bij de dood van eurydice was orpheus ontroostbaar. hij kon zich geen leven zonder eurydice voorstellen. hij zong
een klaaglied en tam omringden de wilde dieren hem en de bomen hielden
hun ruisen in... '*
2.
gisteren had
ik een geheim contact met de heilige theresia van avila / oorspronkelijke naam: teresa sánchez de cepeda y ahumada / zij was een specialiste in
levitaties hallucinaties exhaltaties / zij mag van geluk spreken dat ik met
haar contact heb / want normaal spreek ik niet met onbekenden
kussens zacht en
geurig als rozen van satijn / stoffen van brokaat
en zijde / zetels bekleed met
het velours van luxueuze treinen / mijn langoureuze,
onwezenlijke droom / mijn intieme
boudoir, mijn gracieus geheim
(uit: interiors, vroege gedichten)
isabelle de borchgrave, 18de eeuwse papieren schoentjes*
vreemd, vele van de foto's, installaties, schilderijen en kunstwerken op de tentoonstelling sehnsucht in gaasbeek vond ik passen bij gedichten van me!
de omgekeerde wereld: nu eens geen teksten schrijven bij plastisch werk, maar plastisch werk als ondertiteling bij poëzie...
raak
het spoor niet bijster, observeer nauwlettend de bewegingen van gras
(uit: vroege gedichten)
Marijke van Warmerdam, In the distance, 2010, film loop, colour, 2:00 min. (film still) ridderzaal
waar hij nu gaat is het zo licht. / ik volg hem met
mijn ogen groot, / maar zie alleen een schim. mijn moeder / droomde mij een prins van
marmer, / zij droomde mij een ster. / waar ik nu sta, is het voor eeuwig stil.
(petite fleur, de tuinen van thevenet)
Champs-Elysées, Ilfochrome sur aluminium, 75 x 150 cm, 2009, egmondtrap
wacht maar tot de
tropen komen / the deep blue sky and the bayou / wij krijgen de helft van het
huis, de deur wordt vooraf opgestuurd / pakjes op onweer / stortregens in de
keuken / de bakken / meeuwen, zij vormen het echte gevaar / daarom houden wij
het op een bed / waarop alles gespreid / alles verzorgd tot in de donkerste
puntjes van de oneindigheid / daar ben ik niet zo zeker van/ niet van het
heelal / het alomvattende water/ het regent hier overal / overal leugens /
nachtblauw is de nacht en ademloos de rozen / zij bloeien in schoonheid / een
witte roos is de max / verrukkelijk / en dan rabarber / verpulverd
nog maar een weekje geleden een fantastische tentoonstelling gezien, sehnsucht, in het kasteel van gaasbeek. de titel betekent zowel heimee, als verlangen als nostalgie. maar volgens de brochure (naar beneden scrollen, please) kan dit ook een gevoel zijn dat gelinkt wordt aan onze fundamentele ontevredenheid, een koesteren en koesteren van onze (menselijke) onvolmaaktheid en dat gevoel kan zelfs leiden tot een soort verslaving.
wat, bedenk ik hier plotseling, ook een vorm van (eigen) liefde is: we zijn niet perfect en daardoor zijn we mens en lijken we dus op elkaar en juist daarom houden we van onszelf en van elkaar...
het was een nocturne. de kunstwerken in de zalen en zaaltjes waren mysterieus verlicht, maar de wenteltrapjes niet en vermits ik in het gezelschap vertoefde van enkele golden girls werden er nogal wat gilletjes geslaakt en zwaaide men met gsm-zaklampjes. elke zaal (en dat vond ik subliem) was geparfumeerd, echt waar. ik was nogal nieuwsgierig naar die geuren en vroeg de gids voortdurend: welke geur is dit en welke geur is dat en de arme man moest telkens in zijn papieren snuffelen om te antwoorden: o, dit is een mengsel van linde, bergamot en dragon... en dit, mevrouwtje, is kaneel.. en nu madammeke, ruikt u boisfarine en iris enz... uiteindelijk giechelden we de hele tijd, want de superbizarre installaties waren blijkbaar niet echt naar de zin van de gids, die wel vurig werd als hij klassieke schilderijen van commentaar kon voorzien!
we mochten jammer genoeg geen foto's nemen van de tentoonstelling, maar ik vond afbeeldingen op internet en in een volgend bericht zal ik ze tonen...
tot slot wi ik nog vertellen dat uiteindelijk de nacht was ingetreden en van het mooie schemerlicht (zie foto's) niet veel was overgebleven. we moesten doorheen het grote park naar de wagen (zoeken) en de kronkelwegjes waren alleen maar verlicht door kaarslicht.... creepy!
'Net buiten Brussel maar middenin de glooiende heuvels van het
Pajottenland troont het Kasteel van Gaasbeek. De middeleeuwse burcht
kende een bewogen geschiedenis en evolueerde van strategisch bolwerk
naar riant buitenverblijf. De graaf van Egmond was een van de bekendste
eigenaars. Het huidige gebouw kreeg zijn romantische restyling op het
einde van de negentiende eeuw dankzij de excentrieke markiezin Arconati
Visconti.'
bijna de hele gevel is vernieuwd, alleen het torengebouw links is nog oorspronkelijk
op het binnenplein zagen we pauwen...
en een citroenboompje.
sehsucht heeft ook te maken met het gevoel dat het echte geluk zich altijd op een andere plaats bevindt dan die waar je zelf bent. vandaar ook het smachtende verlangen naar verre oorden.
kennst du das land wo die zitronen blühen? (johann wolfgang von goethe)
SEHNSUCHT
(uit de brochure)
7 september - 11 november 2012
Een onstilbaar verlangen
Sehnsucht Iedereen kent het wellicht, dat
bitterzoete gevoel. Verlangen, heimwee of nostalgie naar iets dat zowel
tastbaar als ongrijpbaar kan zijn. Het Duitse woord houdt zowel verlangen als
verslaving in. Soms doet het dan ook pijn, fysiek zelfs. Maar vaak is het een
schoon gevoel, dat gekoesterd wordt.
Romantici wentelden zich
in hun Sehnsucht. Het Kasteel van Gaasbeek, dat in volle romantiek
werd herbouwd tot een soort übermiddeleeuwse tijdmachine, is zelf een plek
die heimwee en verlangen naar ooit en er was eens belichaamt. De
tentoonstelling die neerstrijkt in de van nostalgie doordesemde kasteelzalen van
het Kasteel van Gaasbeek is opgebouwd als een onderdompeling in een paradijs
van sferen. Geïnspireerd door onze laatste markiezin licht curator Oscar van
den Boogaard in de van nostalgie doordesemde kasteelzalen hoe kunstenaars
vandaag gestalte geven aan hun Sehnsucht. Koppelen zij het los van
persoonlijke gevoelens en geven zij het een universele status? Is het een
manier om uiting te geven aan onze fundamentele ontevredenheid met de
onvolmaaktheid van ons bestaan, van ons eigenste hier en nu? Is het een
vluchtweg of eerder een stuwende inspiratiebron? Van den Boogaard zelf
omschrijft het als een lege doos waar je je eigen verlangen(s) in steekt.
Kunstenaars: Marina
Abramovic & Ulay, Andrea Appiani, Pascal Dagnan-Bouveret, Camille
Claudel, Isabelle de Borchgrave, Wim Delvoye, Sam Dillemans, Désirée Dolron,
Cerith Wyn Evans, Adam Fuss, François Gérard, Marnix Goossens, Yang Jiechang,
Anselm Kiefer, Joachim Koester, Carola Mücke, Muntean & Rosenblum,
Deimantas Narkevicius, Erwin Olaf, Alphonse Osbert, Chloe Piene, Diana
Rattray, Eric Rondepierre, Ary Scheffer, Nedko Solakov, Piet van der Ouderaa,
Ruud van Empel, Jan Van Oost, Hannes van Severen, Marijke van Warmerdam,
Barbara Visser.
retrospectieve willie cools (vrouwen met hoofd, mannen zonder hoofd))
ik nam een reeks foto's
van de schilderijen in de beethovenzaal. ik beperkte mij tot de doeken met rood
als hoofdkleur. want, dames en heren, het evenement speelde zich af in
een stralend decor, nl temidden van de schilderijen van willie!
eerst toon ik de dames zonder hoofd (dus zonder hoofdpijn?)
dit horizontale schilderij was opgehangen aan de
trap. heel mooi vind ik de donkerroze spatten verf op het lichaam van de
damsfiguur. de vrouwen van willie cools hebben wel geen hoofd,
maar des te meer armen en benen!
maar onderstaande dames hebben een hoofd en
volgens hugo, ook geen hoofdpijn. een kwinkslag aan het adres van de
geëmancipeerde dames, die ook willen meetellen. maar elke vrouw ervaart nog
dagelijks hoe moeilijk het is om in een mannenwereld het hoofdje erbij
te houden...
daaom vind ik - en dit is een kleine afwijking in mijn bericht - de naakte
hompen mannenvlees zonder hoofd van kunstenares berlinde de bruyckereook
een echt statement!
Installation view, Mysterium Leib. Berlinde De Bruyckere im Dialog mit Cranach und Pasolini, Kunstmuseum, Bern, 2011
(ik heb altijd gezegd, dames, als het jullie teveel wordt, schrijf en schilder
erover en maak een eigen kunstwerk!)
.
terug naar willie's verrukkelijke vurighheid. dames (met een hoofd) en heren (zonder hoofd).... kijk en geniet!
een toemaatje: het laatste schilderij dat ik publi is een doek
uit de prille beginperiode. jo beweerde dat zijn vader zeker niet zou hebben
gewild dat dit getoond werd tijdens deze retrospectieve, want helemaal niet
zijn stijl.
oeps! de laatste tijd dwarrel ik van de ene
tentoonstelling naar de andere. ik verdrink bijna in mijn notities!
vandaag wil ik toch onderstaand bericht afwerken, het stond sinds eind september in
de startblokken: de retrospectieve tentoonstelling omtrent willie cools
in duffel. duffel, zegt u, nooit van gehoord, nooit geweest? wel, wel, ik ook
niet, tot die bewuste 21 september!
hoe klein en bescheiden dit stadje ook is, het bezit een schitterende
kunstkring: de pelicaen, onder kundige leiding van dhr. hugo
van vlaslaer, die zijn loopbaan als leraar fysica vaarwel zei om zich
prompt te wijden aan literatuur en kunst.
sinds ik het kunstwereldje onveilig maak, ben ik zelden getuige geweest van zo'n
feilloos georkestreerde presentatie van een artistiek evenement!
hugo schreef een schitterende speech, die om beurten door mevrouw lili
stevens, schepen van cultuur, hugo himself en woordkunstenares christa
met veel panache werd gebracht. de samenwerking verliep op rolletjes.
mevrouw de schepen had haar rol tot in de puntjes voorbereid, hugo zei zijn
tekst met een ondertoon van humor en christa las met verve de teksten en gedichten voor! daarna konden we naar hartelust rondsurfen (om een
modern woord te gebruiken), niet alleen op de receptie maar ook op de tentoonstelling. op de benedenverdieping
werd trouwens ook interessant werk van willie cools getoond, uit vroegere en andere reeksen.
op deze foto jo cools
(zoon van), schepen lili stevens, hugo van vlaslaer
en woordkunstenares christa vluymans:
dit is christa, die met gevoel voor nuances
voorlas. na de receptie vergezelde ze mijn vriendin betsy en ik naar het
station en bleef zelfs wachten tot de trein kwam. hoe attent! onderweg vertelde
ze dat in duffel vroeger een stevige wollen stof werd geweven, die dan naar
engeland werd verscheept om duffel-coats van te maken.in duffel worden trouwens
verrukkelijke pralientjes verkocht in de vorm van kleine duffel-coats.
schattigf!
Lili:
Willie was een fervent tegenstander van de
conceptuele kunst. In de uiterste vorm is dat rommel van je zolder halen, die
naast elkaar schikken zodat er toch iets van uitgaat en dan plaats je dat
rommelensemble in een museum voor hedendaagse kunst. Het is door de kunstenaar
bedacht, is een schepping en het kan liefhebbers van het genre treffen. Maar je
moet voor dat soort beeldende kunst niet kunnen, niet kunnen schilderen, beeldhouwen,
etsen of wat dan ook .Willie was overtuigd dat beeldende kunst zonder kunnen
niet kon. Hij heeft zelfs een manifest tegen de conceptuele kunst uitgedeeld in
Antwerpen aan het museum.'
Hugo:
Hij schilderde zelfs vrouwen zonder hoofd... Maar enkele dames op een vernissage in een
galerie vroegen hem: Waarom schilder jij vrouwen zonder hoofd?Wil jij zeggen dat wij geen hoofd hebben,
niet kunnen denken? En de WW, welwillende Willie schonk de Willie-vrouwen
daarna steeds een hoofd met verstand en zonder hoofdpijn.'
jo cools luisterde bedachtzaam naar de sprekers.
aan het eind nam hij zelf het woord en plaatste het werk van zijn vader in een
tijdskader. alhoewel willie op de academie les kreeg van 'impressionistische'
leraars, evolueerde hij al vlug naar een vorm van neo-expressionisme, een
richting in de schilderkunst met als ijkpunten karel appel en cobra. tegelijk
ontwikkelde hij een eigen stijl en experimenteerde met allerlei technieken.
voor ik verder vertel over deze tentoonstelling, toch even een duiding omtrent de titel: la nature was de bijnaam van louis thevenet, de mensen noemden hem zo, misschien omdat hij nogal lyrisch deed over de natuur, vooral als hij een glaasje faro te veel had gedronken, ahum... en de witte neger is het koloniale beeld in het halse stadspark van beeldhouwer dolf ledel (schaarbeek 1893- etterbeek 1976), vrijdenker en humanist.
...
ja, de molenborre is een pittoresk plekje en menig kunstenaar liet zich door deze spot inspireren! jef colruyt schreef overigens over robert honings (halle 1908- 1967): zijn manier van schilderen trof mij: argeloosheid, een ietwat naïeve oprechtheid, eenvoud, spontane expressie. j. p. laus zegt dit zo: de onomzeilbare, dwangmatige manier waarop hij zijn landschappen en stadszichten neerzette.
en:
robert honings schilderde zijn olieverfschilderijen als een aquarel, waarbij het wit van het papier een belangrijke rol speelt. honings werkte op een goudgele achtergrond die hij liet meespelen, wat zijn schilderijen een zekere blijdschap gaf. hij bracht licht in zijn onderwerpen door overschildering met witte toetsen.
op p. 89 van de publicatie staat nog een afbeelding van een ander schilderij van honings, grootheide 1936; jammer genoeg heb ik geen foto van dit verrukkelijk werk.
argh! de naam honings associeer ik nog altijd aan een halse tapijtenwinkel, maar nu ik het werk van robert honings heb leren kennen, weet ik wel beter! en heel gek: ik spreek die naam nog altijd uit als rwobert honey en dan denk ik aan hollywood...
vaartkant, jules devedeleer
jules devedeleer (dworp 1989- halle 1981), vader van, was in halle gekend als bohémien-schilder en zou zelfs enige tijd in een woonwagen hebben gewoond. hij was leerling van paul craps. dit stukje landschap langs de vaartkant is nog altijd herkenbaar en ik denk dat, als je beusingestretchje doorloopt en links langs de vaartkant wandelt, je dit plekje nog tegenkomt.
zo de vader, zo de zoon: dit had evengoed een schattig werkje van rené kunnen zijn!
de laatste kunstenaar die ik in dit blogbericht wil belichten is armand moussiaux (halle 1899- halle 1978), die op dertienjarige leeftijd in het kleermakersatelier van zijn oom zijn eerste schilderijtje maakte. hij won in 1935 een nationale affiche-wedstrijd georganiseerd door de belgische spoorwegen en werd daar aangeworven als publiciteitstekenaar.
deze zennemeander vind ik typisch een schilderijtje uit de eerste helft van de 20ste eeuw, het soort prent dat bij mijn bobonne in tijdschriften als le soir illustré en le patriote illustré kon worden bewonderd. het doet zelfs een beetje art-deco of jugendstil aan, zo met die gestileerde natuur en die kleuren...
armand moussiaux deed zijn ideeën op tijdens wandelingen en schilderde ze in zijn atelier op eigenzinnige manier, waarbij hij soms elementen toevoegde die niet vanuit het waarneembare maar vanuit zijn brein ontstonden, zegt j. p. laus.
over die laatste stelling denkt mijn vriendin lieve diep na: in de liggende vitrine hoogstwaarschijnlijk een tekening of afficheontwerp, aan de muur nog een schilderij van moussiaux. de grillige purperen schaduw bevond zich dus eerst in het brein van armand en werd daarna overgeheveld naar het schilderij, tiens tiens....
de tentoonstellingszaal was eigenlijk iets te klein om het overweldigend aanbod aan illustratie- en documentatiemateriaal tot zijn recht te laten komen, maar veel werd goedgemaakt door het zachte licht dat van bovenaf door deze mooie glasramen naar binnen vloeide...
een samenscholing van kunstenaars! links lieve bollaert en echtgenoot patrick, die net het project verankerd hadden afgesloten, rechts j. p. laus. gedurende de zomermaanden liep j. p. glunderend door door de straten van halle, men zag werkelijk dat hij gepassioneerd bezig was met een plan.
en wat voor een! hij verzamelde werk van meer dan vijftig kunstenaars voor deze tentoonstelling (50!) en betrok intens familieleden, vrienden en eigenaars van schilderijen en artefacten betreffende deze kunstenaars bij dit project. een titanenwerk! daarbij bleef hij bescheiden op het achterplan; in zijn publicatie vind ik trouwens bij de lijst kunstenaars zijn naam niet terug, wel van collega-kunstenaars die actief waren toen zijn eigen carrière in de startblokken stond.
zo'n houding is natuurlijk super. ik kan niet anders dan j. p. laus hartelijk gelukwensen voor deze geslaagde onderneming, voor dit verrukkelijke evenement!
en niet te vergeten: een 10/10 voor zijn publicatie, een aanrader voor iedereen die geïntereseerd is in de kunstgeschiedenis van halle, of liever: voor elkeen die graag prentjes kijkt en boekjes leest...
* Jean-Pierre Laus, Van La Nature tot Witte Neger, Beeldende kunstenaars in Halle 1912-1958, publicatie ter gelegenheid van Open Monumentendag Halle 2012.
als kind deed ik niets liever dan boekjes lezen en prentjes (billekes, zeiden wij toen in het dialect) bekijken. ik las alles wat kwam aangewaaid, van het leven van de heilige theresia van avila tot de leeuw van vlaanderen en de feuilletons in het gazetteke van halle. blijkbaar is niets veranderd: boekjes lezen en prentjes bekijken behoren nog altijd tot mijn favoriete bezigheden.
verleden zondag trok ik dus naar de tentoonstelling van la nature tot witte neger,beeldende kunstenaars in halle 1912-1958,in de kapel van de zusters sacramentinen, c. verhaevertstraat 172 in halle. op de laatse dag van de tentoonstelling, die liep van 8 tot 23 september! ik beklaag me nu al dat ik niet meerdere malen naar de expositie ben gaan kijken. want, dames en heren, er was heel wat te beleven! in kleinere steden gebeurt blijkbaar af en toe ook iets interessants; daarbij is kleinschaligheid dikwijls een troef, want urenlang aanschuiven om binnen te raken bij grootse gemediatiseerde tentoonstellingen in metropolen, daaraan krijg ik stilaan een hartgrondige hekel.
deze tentoonstelling intrigeerde mij, want ook werken van louis thevenet, de halse schilder over wie ik een cyclus van zeven gedichten schreef in de tuinen van thevenet, zouden worden getoond.
als ik naar schilderijen van thevenet kijk, word ik teruggeflitst naar mijn vroege jeugd. geen enkele andere schilder weet zoveel gevoelens van nostalgie in mij los te weken. dit klinkt natuurlijk sentimenteel, maar de leuvense stoof, de meubeltjes, de snuisterijen, het behangpapier, de vloerbekleding, de glazen stolpen met mariabeelden: het is alsof ik opnieuw ronddrentel in het huisje van mijn bobonne in de meiboom, in de onmiddellijke omgeving van de academie.
in dit blogbericht een klein verslag van deze verrukkelijke tentoonstelling. ik wil hierbij benadrukken dat ik geen profie ben, noch wat journalistieke stukjes betreft, noch als fotografe. daarbij was op zeker ogenblik de batterij van mijn digitaal cameraatje leeg, zodat ik mij heb moeten beperken. ik had bv. ook graag een alinea aan de familie colruyt gewijd, maar door het ontbreken van fotomateriaal kom ik hier niet aan toe.
het schrijven van dit blogbericht was dus real fun...
neen, dit is geen thevenet, maar een leuk portret van louis thevenet, geschilderd door jef borremans (halle 1896-1972). let a.u.b. op de stoof met de rakel, de stomende waterketel of moor, zoals wij zeiden toen, de kat en de kolenbak, de petroleumlamp op de schoorsteen, de glazen stolp met het mariabeeld, het kaderke met de zeilboot, het stenen pijpje van thevenet (van het soort waarmee wij indertijd bellen blaasden, of liever: bliezen, want dat is de juiste vervoeging) en het deurmatje.
de verhoudingen en het perspectief zitten niet helemaal goed: de gestalte van thevenet is te groot t.o. de leuvense stoof en zijn hoofd is eigenlijk te dik. maar het geheel is een naief-grappig kleurig schilderij.waarop veel te zien is.
de blauwgroene scheve deur vind ik super!
een echte thevenet, l'église de hal, geschilderd in 1917! een zicht op de mariakapel, gespot van uit de kooromgang, met rechts de ingang van de sacristie. deze beschrijving citeer ik rechtstreeks uit de hoogst interessante publicatie* (p. 38), uitgegeven ter gelegenheid van open monumentendag 2012, gesigneerd jean-pierre laus. deze kunstschilder is de grote motor achter en hoogstwaarschijnlijk ook de bedenker van de tentoonstelling.
ik vond mijn foto nogal donker uitgevallen, maar de foto van het schilderij in de publicatie is even duister. in de diepte is er licht, dat door de glaramen naar binnen valt op de bidstoeltjes. leuk dat thevenet een oud vrouwtje schildert, dat devoot aan het bidden is op de voorste rij..
thevenet schilderde niet alleen kerkinterieurs, maar ook schattige burgerkamertjes. dit plekje vind ik lieflijk en doet me denken aan een poppenhuisje. gewoon een salonafeltje met twee stoeltjes, een koffiekan uit porselein en dito kopjes en twee bloemenvaasjes aan het raam. de kamer is niet groot, hoogstwaarschijnlijk het mooiste kamertje in een eenvoudige (arbeiders)woning.
goed nieuws: de stad halle kreeg van mevrouw jeanne langhendries dit schilderij cadeau!
'hij maakte er heel wat schilderijen van het mooie interieur, aldus jeanne langhendries. ook het tafeltje en het servies hield ze steeds bij en ze maken ook deel uit
van de schenking aan de stad. het kunstwerk krijgt een plaats in het zuidwest-brabants museum.
detail uit dit schilderij. hoe luchtig is het licht! de stijl doet me een beetje aan het impressionisme denken. met kleine toetsen tovert thevenet lichtvlekjes met zijn penseel, het geheel zindert als een zomerdag.
ik zou wat graag in dit schilderijtje kruipen en een kopje koffie drinken uit het blauw-wit porseleinen kopje. ineens denk ik zo: was het licht vroeger, ik spreek over vijftig jaar geleden, anders dan nu? intenser, luchtiger, speelser, fragieler? vreemde vraag toch, die zomaar bij mij opkomt... -
pure vintage!
deze vaasjes doen een beetje chinees aan. misschien moet ik op ontdekkingstocht om de oorsprong van deze vaasjes te achterhalen!
en attendant la procession, louis thevenet, 1924
louis thevenet was een grote bewonderaar van james ensor die hij in oostende had leren kennen. dit schilderij doet natuurlijk denken aan de intrede van christus in brussel in 1889. maar thevenet maakt van de personages vage schimmen, terwijl bij ensor elke figuur gepersonaliseerd is. thevenet schildert met aandacht ... de paraplu's, die een plastisch gegeven zijn en een centraal perspectief vormen. er is ook veel licht: de opklarende lucht en opvallend gekleurde vlaggen redden de regenachtige namiddag.
ik citeer hier opnieuw j. p. laus, die in zijn publicatie professionele uitleg geeft bij elk schilderij. een opsteker voor de kunstliefhebber!
dit duistere schilderij heet remparts en is van pol craps (ukkel 1887, drogenbos 1939), een vriend van thevenet. dit zou een van mijn nachtmerries kunnen zijn, want ik droom dikwijls van huizen en gebouwen, die dan in het donker gehuld zijn. maar in mijn dromen loop ik rond in steden met kathedralen en torentjes en reusachtige, onoverkomelijke huizenblokken. dit is een landelijke baan met een witte boerderij.
winterzicht, guillaume leunens 1959
als ik me niet vergis moet dit de plek zijn waar nu ongeveer
friture eugène is neergestreken, al jaren eigenlijk. want volgens j.p.
laus is dit het geboortehuis van guillaume leunens, op de hoek van de arkenvest en de bergense steenweg. op het ogenblik dat hij dit schilderij maakte, vertoefde leunens in parijs. dit straatbeeld met witte, blauwe en rode toetsen schilderde hij dus vanuit zijn herinnering. ik hou erg veel van dit schilderij, zo blauw.
molenborre, robert honings (halle 1908- 1967)
rené devedeleer, een kunstschilder die een paar jaar geleden is overleden, is de zoon van jules (naar beneden scrollen, dames en heren!) en schilderde indertijd ook een zicht op de molenborre. ik schreef daar een gedicht bij:
MOLENBORRE
trompe loeil of vreemdgaan van ogen
niet de zwarte madonna blikt meedogend
over dit galactisch wit. aan de linkerkant
gloeit een lantaarn, alsof deze muren
licht verlangen, alsof dit wit zijn
niet genoeg heeft aan sneeuw.
de oude huizen kijken koud en slaperig
naar niets. als reuzen van sneeuw leunen
zij zacht tegen elkaar, tijdeloos en teder,
zij knuffelen en zoenen zich scheef.
temidden van dit koele knetterwit,
het frisse grijs van ijs. een muur
staat haaks op dit sprookje
van blauw. daar waar eens de rivier
zich verloor tussen modder en goor, dekt
smetteloze sneeuw de opening, de bron.
maar of deze tekst ook past bij het schilderij vanrobert honings weet ik niet zo zeker...
een
stralende zaterdag 11 augustus. afspraak aan het museum m.* in leuven.
schitterend museum, sinds 2004 helemaal vernieuwd. had ik nog nooit bezocht!
een verrassing dus, en wat voor een! naast de permanente collectie liepen er wel
4 tentoonstellingen, waaronder de monumentale en vooral kleurrijke wall drawings van de
amerikaanse kunstenaar sol
le witt (1928-2007). deze tentoonstelling heet niet voor
niets colors. waw! 5 zalen, volledige verdiepingen vol kleur,
colors, couleurs, färben, väri, färgلون, 色...
ik
voelde me bij het betreden van die zalen vol heftigheid helemaal opgewonden,
wist niet of ik dit nu goed vond of niet. oeps! in recordtempo liep ik door de
ruimtes, helemaal overdonderd. ik snapte er niets van...
maar van 1 ding was ik overtuigd: de realisatie van deze tentoonstelling kon
niet het werk zijn van 1 man, maar was een project waaraan ontelbare kunstenaars
hadden geparticipeerd*.
en ja, in het docu-filmpje zag ik hoe 10 jonge kunstenaars en meer dan 60
studenten van 7 belgische kunsthogescholen en academies meehielpen met
schilderen en tekenen.
wat was dit nu eigenlijk voor een tentoonstelling? wat was er eigenlijk te
zien? ik keerde op mijn stappen terug en maakte gezwind enkele fotos* ...
argh!
ZOVEEL BLAUWBLAUW EN ROODROOD EN GEELGEEL kwam op me af, kurieuzeneus als ik
was wou ik er meer van weten!
ZOVEEL BLAUWBLAUW EN ROODROOD EN GEELGEEL....
haha, beste lezers, natuurlijk moeten jullie de tentoonstelling zien, maar
hieronder toch een poging tot summiere duiding:
* sol le witt gaat systematisch uit van de vier primaire kleuren, zwart,
geel, rood en blauw.de rechte lijn vormt de eerste
basis, en komt aanvankelijk voor in vier absolute richtingen:
verticaal, horizontaal en 45°diagonaal van links naar rechts en 45°diagonaal
van rechts naar links.
* op progressieve wijze worden deze vier lijnrichtingen en
kleuren in lagen op elkaar gebracht en resulteren in alle
mogelijke combinaties van kleuren en richtingen.
* door
het gebruik van divisionistische technieken brengt hij ook kleuren
naast elkaar aan, zodat secundaire kleuren op het netvlies
van de kijker ontstaan. een strook opgebouwd uit een combinatie van zwart, geel
en rood ervaar je zo als oranje.
* vanaf de jaren zeventig werkt sol le witt ook met geometrische vormen,cirkel, vierkant en driehoek en later ook met de secundaire vormen,
rechthoek, trapezium en parallellogram.
* het uiteindelijke resultaat: een veelheid aan effecten en
complexe tonaliteiten!
wall drawing 449 doet denken aan egyptische piramides,
de subtiele kleuren die als het ware in de muur verzonken lijken roepen
associaties op met italiaanse renaissance fresco's op muren van
kapellen en kerken.
tussen haakjes: wat doet die lieve schooljuf tussen de piramides? zij doet alsof ze streng is, maar haar leerlingen hebben veel plezier...
deze dame is zo onder de indruk dat zij bijna automatisch een fiere houding aanneemt. misschien beeldt zij zich in dat zij tussen al die kleuren en vormen een reis maakt naar het oude egypte... is zij misschien de reïncarnatie van hatsjepsoet, de eerste vrouw van farao thoetmosis II en zelf een farao van de 18de dynastie van hetoude egypte?
Hatsjepsoet
Hatsjepsut, Amensis
waaaaw!
argh!
stulpt de kleine kubus nu naar buiten of naar binnen? gezichtsbedrog!
dit lijken wel wapenschilden of hekkens van een ranch of een manège...
kurieuzeneuzemosterdpot
tenslotte:
als kers op de taart deze schitterende foto van het dakterras van museum m. heel surrealistisch en zo wit! naar het schijnt dacht de schooljuf dat dit een speelplein was, want ze begon te rollen met de bollen....
* museum m.:
Het prille begin van M ligt in het stadhuis van Leuven. Daar groeit een
18e-eeuws rariteitenkabinet vanaf 1823 - en over een periode van bijna
200 jaar - uit tot een stedelijk museum. De idee van 'kunst als ambiente', kunst als deel van het leven en de
maatschappij, sluit goed aan bij de diversiteit van het museum en is de
basis voor een nieuw museumconcept. Dat wordt in 2003 vertaald naar een
architecturaal behoefteplan. Stéphane Beel Architecten wordt eind 2004
aangesteld als ontwerper van een nieuw museumcomplex. Beel spreidt zes
bouwlagen over twee bestaande (het voormalige academiegebouw en de
woning Vander Kelen-Mertens) en twee nieuwe panden.
'- Op 1 oktober organiseren we in plaats van de geplande eerste bespreking van dit seizoen een Leeskringbijeenkomst op verplaatsing!
Afspraak om 19u stipt in het Kasteel van Gaasbeek waar we vooraf onder leiding van een gids een rondleiding krijgen op de tentoonstelling Sehnsucht. Aansluitend bespreken we, rond 20.30u, daar dan het laatste boek van Connie Palmen, Logboek van een onbarmhartig jaar. Dit gebeurt
uiteraard onder begeleiding van leeskringbegeleidster Ilse.
- Op 27 oktober zakt Connie Palmen, speciaal voor de leeskringen uit deregio, af naar onze contreien. Ze zal het hebben over haar laatste boek.
Waarschijnlijk zal dit doorgaan in De Cam in Gooik. Maar meer hierover later.'
dit bib-bericht vond ik een paar dagen geleden in mijn mailbox. een fantastisch vooruitzicht!
connie palmen: een schrijfster die ik tot nu toe eigenlijk een beetje links had laten liggen, omdat ik de heisa rondom haar persoon zo opgeklopt vond. een mediageil madammeke, die altijd maar boeken schreef over haar overleden echtgenoten, argh! wat een onderwerp...
maar nu ik, als trouw lid van de leesclub een boek* van haar moet lezen, ben ik er toch aan begonnen en .... ze kan subliem schrijven!
onmiddellijk verdere info over connie palmen opgeziocht en het valt geweldig mee: zij is zeker niet de eerste de beste (neerlandica en filosofe!).
in dit bericht wil ik onderstaande uitspraken van haar publi, uit een marathoninterview van de vpro, vrijdag 6 juli 2007.
"Maar wat u in de war brengt, is nu juist de aard van mijn spel"
Ik ben omringd door stomkoppen en onbenullen die geen idee hebben van wat literatuur is
"Ik vind het leven onder de mensen zwaar", zegt ze. Een familietrek:
"Wij in het gezin Palmen zijn allemaal zo snel verzadigd van mensen.
Naar buiten gaan is een rol spelen. Dat komt omdat ik voorkomend met
mensen omga," zegt ze, "ik heb een hekel aan het adagium van lekker
jezelf zijn. Dus ik hou mijn humeuren voor mezelf of voor intimi."
en deze citaten komen helemaal overeen met mijn huidig levensgevoel!
ik moet echt moeite doen om met 'mainstream mensen' te converseren, hoe lief en vriendelijk ze ook zijn.
heel vlug verveel ik mij....
wat nu?
* Connie Palmen, Logboek van een onbarmhartig jaar, Prometheus, Amsterdam, 2011
verjaardagen duren
bij mij wekenlang. op 30 juni werd ik 66. nog vier jaar te doen en ik ben
70. volgende week is me nog een cadeautje beloofd, maar ik laat mijn
vrienden breeddenkend toe nog tot einde 2012 cadeautjes te verzinnen!
tijd voor mij om
onwaardig ouder te worden. jaja, bij het schrijven
voel ik me schuimig, een fee, een feeks, een canaille.
zoals de dichteres in volgend gedicht (een verjaardagscadeau van mijn beste vriend jaak!)...
PULP
De
stadsdichteres viert een feestje.
Lampionnetjes
lichtelieren in haar tuin.
Haar
troon is een ebbenhouten zetel,
Op
de rugleuning brullen ivoren leeuwtjes.
Vanavond
draagt ze een leuk violet hoedje
Met
kleine zilveren draakjes.
Om
haar hals en schouders een donkerrode stola,
Gemaakt
uit echte struisvogelveren.
Haar
knalrode mond vormt een kusje
Dat
ze achteloos naar mij toewerpt,
Als
ik hartelijk gefeliciteerd zeg.
Met
een mauve oogopslag kijkt ze door mij heen.
Uit
haar zwembad, donkerblauw verlicht,
Duikt,
als de Aphrodite van Botticelli
In
een schelp op schuimend zilt,
Een
roodblonde jongeman op met een waterdicht horloge.
Dat
is mijn waterzoetje, lacht ze,
Als
hij druipend nat voorbijgaat,
Will
jij misschien wat drinken en eten?
Ik
heb kippenvlees en rijst met aardbeitjes.
Antonio,
haar kantige lijfwacht, grijnst onder zijn snor,
De
olijfkleurige held uit het zuiden,
Rolt
zijn harde spierballen onder het nauwe shirtje.
Zn
Smith & Wesson maakt een bobbel in zijn broek.
Ik
schenk haar rozen voor haar tuin
En
een stapel papier met een verhaal van mij,
Dat
ze misschien zou willen lezen
Wanneer
ze eens heel veel tijd heeft.
Haar
mening is gevraagd, haar taalmes vlijmscherp.
Ze
noemt zich de Schaduwvrouw,
Maar
vindt het leuk om af en toe
Een
Lief Okerkleurig Scharminkel te kunnen zijn.
Ze
is de Patti Smith van deze stad,
lalt
een stomdronken blondine,
een
beetje jaloers dat zij mijn verhaal heeft genomen
en
onder extra kaarslicht begint te lezen.
Nu
eerst ontdek ik Macuto uit Congo.
Hij
staat in een donker hoekje van de tuin.
Zwart
in zwart, met een grote waaier uit satijn
Verwent
hij zijn Dame met frisse lucht.
Daar
komt Isabelle, die zo lekker kookt,
En
mij op de wenk van de dichteres
Een
tropisch drankje brengt.
Haar
mooie borsten ruisen aan mij voorbij.
Prachtig,
zeg ik, en bedoel de kleur van het drankje
Isabelle
masseert mijn nek
En
wast mijn handen en gezicht
Met
vochtige, jasmijngeurende doekjes.
Ik
ben benieuwd wat je hier hebt geschreven.
De
Schaduwvrouw leest en zal erover zuchten:
Ook
op mijn verjaardag moet ik werken.
De
literatuur gaat altijd voor.
De
kaarsen zijn tenslotte opgebrand,
De
muziek wordt rustiger
En
eerste gasten gaan terug naar huis.
Een
jong paar kruipt onder een struik vandaan.
Soms
lacht ze, de Schaduwvrouw,
Met
haar potlood krabbelt ze kleine woordjes:
Minder kommas, kortere zinnen.
En
lekker veel schrappen.
Elke
bladzij die ze heeft gelezen,
Houdt
ze in de lucht, om te laten vallen,
En
weggewaaierd van Macuto
Krijgt
ieder blad haar stille zegen.
Ze
zweven in de tuin als witte platvogels.
Gasten
vangen hen en maken er papiervliegers van.
De
blonde griet springt ermee in het bassin,
Ze
kan alleen maar bootjes vouwen.
Na
een Bacardi, diverse wijnen en een cognac
Heeft
ze nog éen bladzijde in haar hand en zegt:
Mijn
chauffeur brengt jou even naar huis.
Ze
beweren dat hij een Bulgaar zonder rijbewijs is.
Ik
vind het een grote eer
Dat
ze zich zo om mij heeft erbarmd.
Als
ik ga, moet ze het nog even kwijt:
Zeg
eens, uit haar spreekt Waarheid, jij schrijft wel PULP.
Ja, dames en heren, ondergetekende gaf onlangs een poëzieles aan een
groepje anderstalige Brusselse jongeren, leerlingen van een Nederlandstalige
school.
De uiteindelijke opdracht was een sms-gedicht te schrijven, een
dichtvorm bedacht door de Italiaans-Nederlandse Sofie Cerutti. Kijk maar naar onderstaand filmpje, en naar de resultaten in bijlage: