Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
11-05-2008
Mijn oudste Walnoot
Mijn oudste Walnoot
Naast de schuur, op de plaats van het afgebroken afdak voor de kar, - In 't West-Vlaams zeggen we daar karrekot tegen - plantte ik in de herfst van 1962 mijn eerste notelaar. (Te zien links op de eerste foto van 'Begin van een zomerse Lentedag') Ik had geluk, nog geen 10 jaar later had ik de eerste noten, tenminste als het niet vroor begin mei, want dan bevriezen de uitlopende toppen. Er waren jaren dat de eekhoorns mij voor waren. In de herfst komen die uit het bos bij mij op rooftocht. Deze boom staat iets verder in ontwikkeling dan de Broadview. De nootjes zijn al goed te zien. De notenkatjes komen hier gelijk met de vrouwelijke bloemen. Bemerk de vele katjes. Meestal is dit ook een kenmerk voor een goede notenboom.
Dit is een jonge scheut van het ras Broadview, lange tijd het vruchtbaarste ras van de geënte noten. Broadview
stamt uit Brittish Columbia, de provincie tegen de Grote Oceaan, de
westkust van Canada. Je ziet een katje met het mannelijk stuifmeel.
Vrouwelijke bloemen zijn nog niet te zien. Dit ras zet ook gemakkelijk
vruchten zonder bestuiving. Dit noemt men parthenocarpie (vruchten
ontwikkelen zonder bestuiving en bevatten dan ook geen zaden). Het
meest geteelde perenras, Conference doet dit ook. Men zegt dat
beroepsperentelers : 'De peren aan de boom spuiten'. Bevroren bloemen
worden bespoten met gibblerines, een plantenhormoon en er ontwikkelen
zich peren zonder pitten. Naast de Broadview staat een andere geënte noot de Buccanier,
een Nederlands ras. Dit is een later ras. Het stuifmeel uit deze
katjes komt op tijd voor de bestuiving van de Broadviewbloemen. Nog een ander positief punt van de geënte noten: ze beginnen al te dragen na 3, 4 jaar.
Geen vorst op de appelbloesem dit jaar. Al een tijd zonnig weer. Volop bijtjes, hommels en andere insecten voor het bestuivingswerk. De meeste bomen zitten in volle bloei.Dit wil zeggen dat de bloemblaadjes beginnen te vallen. Met dit weer versnelt en verkort ook de bloeiperiode. De eerste vruchtjes verschijnen al.
1.Op wandel
in Hoeselt, behorend tot het nattere gedeelte van Haspengouw. Er is veel
fruitteelt, maar we wandelden ook door een open gedeelte met wijde landerijen.
Op een pas bewerkte akker zagen we een kievitkuiken wegrennen. Ook hier sinds
een paar jaar geen jubelende leeuweriken meer, wist Jean-Pierre te vertellen.
2.We komen
aan de boomgaard van Jean-Pierre. Vooraan Johan en Linda Baecke; achteraan Paul en Tony Janssen.
3.De glunderende Jean-Pierre Billen. Hij is de
organisator van de reizen van de Nationale Boomgaardenstichting. Momenteel
broedt hij op de reis naar Midden-Engeland volgend jaar.
4.Johan
Baecke legt het uit. Hij is de leifruitspecialist van de NBS.
5.De
hoogstamboomgaard. Wie goed kijkt ziet op de tweede rij de meer rozige bloei
van 2 Reinette Hernauts, een allerbeste Reinetteras.
6.Laagstamgedeelte van Jean-Pierre (vooraan). Aan de horizon de
kerktoren van Werm, een kleine deelgemeente van Hoeselt.
7.De laag-
en hoogstamboomgaard van Jean-Pierre met Paul Janssen, professionele onderstammenkweker
te Nederweert (De Peel, Ned.)
Met genoegen vernam ik dat hij nu ook volop de Russische onderstam
Budagovski, de B9 kweekt. Twee
jaar terug had hij deze nog niet.
Ik leerde deze onderstam kennen door Willy
Mahieu. In zijn voor defruitliefhebber onmisbare Appels & Peren, laagstammigefruitbomen
van A tot Z breekt hij een
lans voor deze onderstam
met ongeveer de
groeikracht van de M 9. Het grootste voordeel is dat hij zich veel beter
aanpast aan de lichtere gronden van de liefhebber. Deze roodbladige onderstam is
ook zeer winterhard en niet zo droogtegevoelig als de M 9. Wegens zijn
winterhardheid is hij ook uiterst geschikt voor appelboompjes in potten.
8.Jean-Pierre
en Johan.
9.Op de
terugweg springen we binnen bij de ouders van Jean-Pierre.
Zijn vader, Louis
heeft een eigen wijngaard en is een excellente wijnmaker, te oordelen naar de
proeverij.
Gisteren was het minstens al terug 16°, maar toch nog een buitje. Vanaf vandaag krijgen we volop zon en warmte. Eindelijk weer droge, zaaiklare grond, want men belooft mooi weer tot half volgende week en wellicht halen we 25°.
1. Rode beuk en populier 2. De generatieboom met 17 rassen naar de 17 kleinkinderen. De bovenste tak links is de Marie-Joseph d'Otthée, de ijzerappel een zeer late bloeier.
Toen ik terugkwam van het boodschappen doen, trof ik aan de achterdeur
een perzik in pot. De heer De Bie had de naam genoteerd Sanguine de Savoie.
Ik ben zeer benieuwd naar de verdere uitleg van de heer De Bie.
Zoals de naam zegt is dit een roodvlezige perzik, een van de laatst
rijpende in september.
Het ziet er een zeer gezonde boom uit. Geen krukziekte. Is dit eigen aan
het ras. Of werd de plant beschut geteeld?
Vorig jaar waren er bij mij 2 perziken uitgeschoten. Ik had ze op een wachtbed
gezet, samen met de exemplaren van Pulderbos. Gisteren heb ik ze echter
uitgetrokken: een en al krulziekte. De exemplaren van Pulderbos vertonen maar een
beperkte aantasting.
Maar als je de bladstand bekijkt komt de nieuwe Sanguine de Savoie er
veruit het beste uit. Zie foto: links Sanguine de Savoie, rechts de zaailingen
van Charel Bollansée Pulderbos).
Mijn Presidents van Dievoet geraken op. Dit is een van de beste bewaarrassen onder de oude rassen. De smaak blijft tot het einde goed.
Dit weten blijkbaar ook de meesjes, zowel kool als pimpelmezen. Een
appel was op de tuintafel blijven liggen en werd helemaal opgesoupeerd door de
meesjes.
Op de foto een pimpel.
Ik heb de indruk dat dit de bedrijvigste vogels zijn om de rupsjes van
de kleine wintervlinder uit de ontluikende blad en bloemknoppen weg te
vangen. Daarstraks zag ik nog een paartje acrobatisch bezig in de top van de Reinette Hernaut.
's Anderendaags na de vele regen heb ik moeten ingrijpen. Planten die te lang onder water staan lijden aan zuurstofgebrek en wortels gaan afsterven. Tijdens de winter, in rust, kunnen de wortels wel veel meer verdragen. Ik heb maar één boom weten afsterven en dat was na een zondvloed half september met 100 l. Het duurde toen vele dagen vooraleer het water wegtrok. Het was nodig een grachtje te graven. Daarstraks, bij de ochtendwandeling, (het is al 3 dagen later) zag ik ter plaatse nog restantjes van plassen.
Woensdag 23/4 ontving ik de plantploeg van de NBS met open armen voor
het afwerken der herplanting.
Bij het uitsteken van de bessen viel het niet mee om steeds een
voldoende wortelkluit te bewaren. De droge grond verkruimelde gemakkelijk. Bij
de frambozen lukte het iets beter.
De bessenstruiken hebben al erg veel blad. Nico zorgde wel voor het
overvloedig aangieten van de planten.
Fotos
1.De rij herplante bessen, haast volledig in
blad.
2.De reeds op hun definitieve plaats met intacte
wortelkluit verplante, geselecteerde frambozen.
3.Rooien van de overige frambozen.
4.Idem
5.Herplanting. Let op de wortelkluit.
6.Bijknippen door Bert
7.Aantrappen door Fons
8.Jan verwijdert met bosmaaier de resterende
begroeiïng op het wachtbed.
De verplanting was net op tijd klaar toen er tegen 15 u, de vertrektijd,
want het is nog een hele tijd rijden naar Limburg, een buitje alles goed nat
maakte.
Om 16 u begon het weer te regenen, en dan veel intenser, en dit 2 u aan
een stuk. Er vormden zich grote plassen, die na 2 dagen nog niet helemaal
opgedroogd zijn.
Het weerstation van het Bezoekerscentrum van Zoerselbos heeft 29,9 l per
m² opgetekend. Uitzonderlijk veel.
Fernand Geyselings en het Vredehof te Kessel (Nijlen)
Fernand Geyselings en het Vredehof te Kessel
(Nijlen)
Van het afhalen van mijn grasmachien maakte ik gebruik om eindelijk te
Kessel het Vredehof, het Keukenhof
in het klein, te bezoeken. Een formidabele kleurenweelde.
Al 18 jaar plant Fernand Geyselings duizenden bloembollen, voornamelijk
tulpenbollen. De hyacinten zijn al uitgebloeid en vormen nu rustige, groene
lappen tussen de soms helle kleuren.
18 Jaar terug begon hij met 30.000. Dit jaar waren dat er 230.000
geworden. Een ontzettende arbeid om dat zo goed als op je eentje klaar te
spelen.
Als 79 jarige stopt hij er mee. Wellicht wordt zijn werk verder gezet
door de gemeente. Duizenden, uit vele landen, komen hier kijken.
Fernand (1929) is een pionier voor de gezonde voeding. Hij had zichzelf
op 20 jarige leeftijd, via natuurvoeding en kruiden, zelf genezen van reuma. Jarenlang
gaf hij Het Groene Licht uit. We
leerden hem persoonlijk kennen in 1972 op een kruidenwandeling die we hier
inrichtten met Fik Seymus. Vele jaren heeft Fernand op zijn kruidenwandelingen honderden
mensen in contact gebracht met deze vorm van natuurkennis.
In 1973 was hij ondervoorzitter bij de stichting van De vrienden van de
biologische Land- en Tuinbouw Voorkempen. Hij stichtte de Actieve Niet-rokers.
In 1981 behoorde hij samen met Ludo Dierickx tot de eerste
Agalev-parlementariërs.
Na zijn pensionering in 1987 toverde hij zijn tuin om in een reusachtig
bloementapijt van 1 Ha.
In 1975 ben ik een eerste maal in zijn tuin geweest op onze tuinenbusrondrit.
Ik herinner mij zijn veld met kleurige Jonathans. We kwamen er een jaar later,
tijdens de bloedhete zomer van 1976 terug.
De Jonathanplantage was niet om aan te zien: verschrompeld en vergrijsd
onder de ergste witziekte die ik ooit zag. Gevoelige rassen voor meeldauw
moeten het niet hebben van warm weer.
Gisterenmiddag kregen we al een klein voorproefje. De eerste groen-gele Citroenvlinder fladderde voorbij. Bij mij staan er ook een paar sporken, de waardboom of -struik voor deze opvallende en nog onbedreigde vlinder.
Dit is mijn vroegst bloeiende appel, of beter appels. Elke spil draagt
een ander ras. De enten komen uit Villeneuve dAscq. Ze bloeien op hetzelfde
tijdstip. De ene is wel groeikrachtiger dan de andere. Dit ras is vrij
weerstandig tegen schurft, de andere variëteit iets minder, maar nog vrij goed.
De vruchten verschillen zeer duidelijk. Het zijn beiden vroege winterappelen en
goed van smaak.
Ook na herhaalde navraag ben ik de naam van de rassen nog niet op het
spoor. Destijds niet op tijd de namen genoteerd.
De Werkploeg van de Nationale Boomgaardenstichting
De Werkploeg van de Nationale
Boomgaardenstichting
Vorige woensdag (16/4) werd de ploeg van werkleider Jan met een man
versterkt.
Ik hoop hen zo vlug mogelijk terug te zien, want de rode bessen en
frambozen moeten nog van het wachtbed bij de buur. En de mogelijkheid tot
verplanten is zo goed als voorbij.
De eigenaar wil ook zo vlug mogelijk kunnen ploegen.
1. De ploeg: Nicky, Bert, Paul, Jan, Nico en Fons.
2.
3.
4. Nicky, Fons en Jan
5. Op de voorgrond de Silvan.
Een in Melbourne (Australië) ontwikkelde braam met erfelijk materiaal van West-Amerikaanse
bramen (kruipende, lange stengels, vroegrijpe, zachte, iets langere, zoete
vruchten). Een braam met een veelvoud aan erfelijk materiaal, want er zit ook
framboos bij. Ik heb de grond verbeterd
met bentoniet, omdat deze plant het duidelijk beter doet op een zwaardere
grond.
6. Links is duidelijk de Japanse Wijnbes te herkennen.
7. Paul en Niko bij de opvallend rozebloeiende Sunrise
8.
9. Inladen en ik hoop hen zo vlug mogelijk terug te zien!
Hier wordt mijn oudste blauwe bes herplant. Merk de grote
wortelkluit.
Deze struik dateert al van 1963. Ik had de struik naast een
vroeger pad naast de moestuin geplant. Er werd niet meer naar omgekeken, tenzij
in de vruchtentijd. Zonder beschutting konden we toen nog vruchten oogsten.
Na de zeer hete en droge junimaand van 1976 was de struik op sterven na
uitgedroogd. k Geloof dat er nog slechts één tak min of meer leven vertoonde.
Toen heb ik de dode takken weggeknipt, behalve die ene en de plant van mulch voorzien en water gegeven en na enkele jaren
floreerde hij beter dan voorheen. Maar dat wisten toen ook de vogels, zodat een
net noodzaak werd, tot de struik verhuisde naar de vroegere, afgedekte fruitkooi.
In 1970 had ik de moestuin verlegd naar een andere plaats. Op het achterste gedeelte van de
vroegere moestuin begon ik struiken aan te planten. Van mevrouw De Belder had
ik 2 Hamamelissen gekregen. Er werden o.a. ook een drietal Blauwe bessen
geplant. Rode en zwarte bessen deden het uitstekend, maar zowel de Hamamelissen
als de Blauwe bessen kwijnden weg en stierven. De PH lag te hoog voor deze
zuurminnende planten, zoals ik achteraf ging beseffen.
Er is een goede kans dat deze blauwe bes tot het ras Ama/Heerma behoort.
Op 17 april 1962 heb ik voor t eerst hier in de tuin gezaaid.
Boer Gheys, die moest stoppen met boeren wegens hartklachten, was zo
vriendelijk geweest de moestuin voor mij te ploegen, zodat ik direct kon
zaaien.
De eerste maal dat ik een tuin had. Ik weet nog dat mijn struikboontjes op
1 juli aan de weikant geraakt waren door een zeer late nachtvorst.
Bij de geboorte van Leen, 18 juli, aten we de eerste uitgedunde
worteltjes. De wortelen deden het geweldig op de oude kracht. De kinderen van
vrienden noemden mij de de Pekesmeneer.