Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
17-12-2013
Schaarbeekse Kriek RGF en Transparente de Lesdain RGF (appel)
Schaarbeekse Kriek RGF en Transparente de Lesdain RGF (appel)
RGF staat voor: Ressources Génétiques Fruitières.
In de zeventigerjaren legde prof Populer op de Waalse landbouwfaculteit te Gembloux een grote fruitverzameling aan.
Gedurende jaren werd deze getest op de belangrijkste schimmelziekten.
Uiteindelijk werden een aantal rassen geselecteerd en werden er enten bezorgd aan een aantal medewerkende boomkwekerijen.
De bomen konden voor ’t eerst aangeschaft worden eind 1985.
Ik ging mijn bomen halen op de destijds zeer bekende boomkwekerij Adams te Ruisbroek (Sint-Pieters-Leeuw). Denk aan de perenonderstam kwee Adams.
Toen ik er kwam raadde de heer Adams mij aan ook de Reinette Hernaut ,(dubbele Speeckaert in het Pajottenland), aan te schaffen. Zijn vader had die verder gekweekt, eind de jaren 1930. Een meneer Hernaut had de boom ontdekt op het stort van Anderlecht.
Kort daarop is Adams gestopt als kwekerij van fruitbomen.
De heer Marc Lateur heeft de heer Populer opgevolgd en zet al vele jaren het opzoekingswerk verder.
En het meest vermeldenswaard. Hij werkt volledig biologisch.
Hij heeft o.a. de Schaarbeekse Kriek, al een oud ras, verder veredeld. De vruchten zijn iets groter en wat vooral telt: ze zijn resistent tegen de takmonilia.
25 Jaar terug heb ik mijn 5 kriekenrassen van armoede gerooid. Na enkele jaren van aantasting waren ze zo verzwakt dat ze zelfs niet meer bloeiden.
Deze zomer bij een bezoek aan Peter Vandendaele te Pepingen (Pajottenlander-fruitsappen) stond ik zeer verwonderd te kijken naar de nog tamelijk gezonde Noordkrieken en Kelleris in de goede grond van het Pajottenland. Er stonden ook oude Schaarbeekse krieken. De nieuwe aanplant waren Schaarbeekse kriek RGF. (blog van 8/06/2013).
Vorig weekend heb ik Schaarbeekse Kriek RGF meegebracht van boomkwekerij De Linde te Kemmel.
Ik vond volgende omschrijving op het internet.
SCHAARBEEKSE KRIEK (RGF) BOOM: gemakkelijk te vormen en vruchtbare boom, alle boomvormen, zeer goed bestand tegen taksterfte (Monilia) en hagelschotziekte (Cylindrosporium). VRUCHT: Kleine, donkerrode krieken in trossen, zoetzuur, dessertvrucht, maar vooral in de keuken gebruikt RIJPHEID: Half augustus. VRUCHTBAARHEID: Goede jaarlijkse productie. Andere info: zeer oud ras, traditioneel gebruikt voor het maken van kriekbier, vooral wegens het sterk roodkleurend sap.
Daarnaast heb ik ook de Transparente de Lesdain RGF aangeschaft, een lekkere, gele herfstappel, recent ontwikkeld te Gembloux. Men plukt half september en de vrucht is nog meer dan een maand houdbaar. Knakkend vruchtvlees, goede zuur-zoet verhouding, aromatisch. Bloeitijd midden (groep 3), goed stuifmeel. Gemakkelijk te kweken met centrale as, vroeg en zeer vruchtbaar, weinig beurtjaargevoelig. Momenteel nog een zeer gezonde boom.
Dit weekend had de kerstmarkt plaats op het administratief centrum van de gemeente te Zoersel-St. Antonius.
CoZoeGo (Comité Zoersel Going of met de nieuwe naam in Kameroen: Transition) had er een stand. Met de nieuwe samenwerking met Leraars zonder Grenzen vzw vertegenwoordigden we ook hen op de stand. www.Lzg.be
Voor hen verkochten we kaarten voor de productie LIJF van het theatercollectief-kleine prettige stoornis in het kader van de ‘Music for Life-actie’ op vrijdag 20 dec. in de Kapel Bethaniënhuis, Handelslei 167 (Turnhoutsebaan) Zoersel-St. Anthonius.
Wegens de ziekte van Aleide moest ik alles overnemen en ik heb van de nood een deugd gemaakt. Het werd vooral een fruitige demonstratie. Bij het proeven was de topic de reuzengrote Rode Superman, de West-Vlaamse appel die als enige van zijn ras in Zoersel groeit. Iedereen vond dit een goede appel. En dit ras bewaart nog 3 maand. Ik liet ook de Greensleeves appel proeven. Dit ras zit helemaal onder de regenvlekkenziekte, een onschuldige schimmel, doch die het uiterlijk onaantrekkelijk maakt. Doch doet niets aan de smaak.Velen lieten zich toch verleiden om te proeven. In dunne sneetjes merk je de vlekken immers minder en de meeste mensen vinden de smaak zeer goed.
Voor huishoudelijk gebruik kun je het vel voor een stuk proper wassen en wrijven, doch dit had ik doelbewust niet gedaan.
De Rode Superman heeft evenwel weinig last van de regenvlekkenziekte.
Daarnaast liet ik proeven van mijn appelsap, een mengsel van de meer dan 100 rassen die ik heb. Ik vertelde erbij dat dit het beste appelsap is dat in de streek te vinden is. Iedereen was daar volkomen mee akkoord. Sommigen vroegen zelfs of daar suiker was aan toegevoegd!
Twee zaken zijn mij opgevallen. Bij de kinderen lust de kleine helft geen appel, niettegenstaande sommige van hun ouders wel wilden proeven. Andere kinderen zijn er wel dol op.
De actie schoolfruit heeft zeker voor een deel nog braakliggend gebied.
Het tweede dat mij opviel was de appelallergie. Dat dit bij zoveel mensen voorkomt wist ik niet. Veruit de meesten wisten nog niet van de appel Santana die men wel zou kunnen verdragen. Stof voor misschien een volgende keer.
FOTO’S
Hulp van kleindochter Jasmien Dhondt
In het midden de Neemzeep uit Kameroen, product van de tropische neemboom, met veel geneeskrachtige eigenschappen. En zeggen dat een International in India deze boom voor zichzelf trachtte te patenteren. Rechts de appelmand met onderaan 2 vruchten Rode Superman
Idem gedeelte stand
Muurversiering met het begin van een Snijdersbanklied op een Afrikaans Tuinfeest. Tekeningen van kunstenaar Wilfried D’Hondt van Zoersel. Let op de eerste tekening met Aleide. Zonder verdere ongelukken is het volgend Afrikaans Tuinfeest bij ons gepland op zondag 6 juli 2014.
Bezoekers de heer en mevrouw Vermeylen-Block. Zaterdag ging Simon nog voor bij de begrafenis van Louisa Vermeulen-Schoofs. Zij was in 1970 medewerkster bij de oprichting van het Groencomité Halle, waarvan ik voorzitter was.
Even een glimp buiten
Kerstmarkttenten op de parking met achteraan de kapel Bethaniën waar nu de culturele activiteiten doorgaan o.a. het aangekondigde toneel.
Standhouders met geestrijke dranken. De lekkere passievruchtdrank leren kennen.
Bestuursleden van de Landelijke Gilde Halle-St. Antonius, met vooraan voorzitter Marcel Cools.
Natuurpunt met rechts sterkhouder Walter d’Hertefelt
Natuurpunt schonk o.a. sleedoornlikeur
Valentyn van de Uilenwerkgroep
De tenten op de parking van het Administratief Centrum-Gemeentehuis. Binnenin stonden de grootste standen.
Wij kregen een plaats in het gebouw Wijnstok-Koraal van de zusters, rechts van de parking. Enkele maanden geleden verlieten de resterende zusters van Bethaniën Zoersel. Zij hebben zoveel betekend voor het psychiatrisch complex Bethanië.
Nadat ik in 1970 de moestuin naar een nieuw en groter perceel verhuisd had (Tussen haakjes ik besefte toen nog niet dat de boerenmoestuin vol stak met resten van DDT. In de vijftiger en zestiger jaren werd dit goedje algemeen gebruikt. Zo groeide er rond het erf ook geen sprietje gras vanwege de totale onkruidverdelgers!) plantte ik enkele bomen o.a. de peer Jeanne d’Arc op kwee. Er werd een grote kruidentuin aangelegd en naar de boom werd zo goed als niet meer omgezien, geen compost, geen bemesting, geen snoeibeurten.
Na verloop van tijd proefde ik een peertje en was verrast door de goede smaak. Gevolg het tapijt van bosaardbeien er rond werd bedolven onder compost en de boom werd bijgeknipt.
De boom fleurde op en de vruchten werden groter.
De peer ontstond in de kwekerij van Arsène Sannier te Rouen in 1885.
Een warme standplaats wordt aanbevolen. Bij mij is die wat omsloten. De vruchten pluk ik zo laat mogelijk, na half oktober. Anderhalve maand later bereiken ze hun volle rijpheid. Ze worden niet rap buikziek.
Ze smaken uitstekend, sappig, aromatisch, smeltend vruchtvlees. Heerlijk en vrij gezond, matig schurftgevoelig.
Als ik vergelijk met de twee Doyenné de Comice, die bij mij in de tien jaar dat ze er stonden slechts een paar prutsvruchtjes voortbrachten.Een en al (tak)schurft. Ik heb ze gerooid. Een vervanger op die plaats Seigneur Esperen doet het wel zeer goed.
Een jeanne d’Arc kan beslist tippen aan een Doyenné de Comice (een goede dan!)
Bentoniet, gebruikt u dat eenmalig of jaarlijks of wat?
Kan dat samen met lavameel of zou dat eerder verspilling zijn?
De grond hier was een paar jaar terug volledig uitgeput door jarenlang woekerende vaste planten en struiken zonder bemesting. Nu heb ik er al heel wat compost op gevoerd en ook veel stalmest ingewerkt en het is redelijk te noemen.
Verder hebben we dagelijks een beetje houtas, van beukenhout, en dat zou ik over de tuin willen uitstrooien omdat het ook kali bevat.
Graag uw mening
Bentoniet gebruik in de plantgaten voor de tomaten; in de rijtjes voor het zaaien van de wortelen; bij het opzetten van de bedden voor de aardbeien; soms eens bij het planten van struiken en bomen. Ook al eens vollevelds gestrooid om de waterhuishouding te verbeteren.
Lavameel/basaltmeel gebruik ik af en toe nog eens bij het zaaiklaar leggen van een perceel.
Ook bij het opzetten van aardbeibedden.
Mijn zandgrond is in de loop van meer dan 40 jaar door gebruik van gesteentemelen danig verbeterd.
Gieten, behalve bij het planten, is bij mij niet nodig. Ook in mijn plastiekserre krijgen de tomaten alleen bij het planten water; daarna nooit meer.
In de loop der jaren heb ik hierover meermaals bericht op mijn blog
Mijn houtasse wordt uitgestrooid rond pruimen en okkernoten, ongeveer in de druplijn van de kroon waar de meeste jonge wortelen zitten; kalk en kalium(potas) zijn zeer nuttig voor deze bomen.
Telkenjare bestel ik 16ton Humotex-compost voor mijn grond van 1 Ha
Vraag in de Mailgroep Tuinieren: Heeft iemand soms ervaring met het gebruik van gesteentemeel of lavameel in de groentetuin?
RE Gesteentemeel
Ik gebruik al 45 jaar gesteentemelen.
In ’62 gebruikte ik eenmaal een pesticide op prei, op aanraden van de boer wiens boerderij wij gekocht hadden en die de tuin voor ons omgeploegd had. Hijzelf moest stoppen omwille van zijn hart. Kort daarop is hij toch bezweken.
Aleide las het pakje. “Die vuiligheid komt hier niet meer binnen. We zullen eten wat er onbehandeld overschiet.” Ik heb mij zijzelf bestempeld als een geforceerde bekeerling.
Als natuur- en vogelliefhebber was mijn frank nog niet gevallen. In de zestigerjaren slaagden de roofvogels, die aan de top van de voedselpiramide staan, er niet meer in nageslacht voort te brengen. Hun prooien bevatten toen zoveel schadelijke pesticiden – die nu reeds lang verboden zijn- dat hun eieren ofwel onvruchtbaar werden of dat de schalen van hun eieren zo broos werden dat zij braken in het nest.
We informeerden ons betreffende biologisch telen. In Duitsland met hun vulkanisch gebied in de Eifel maakte men al ruimschoots gebruik van gesteentemelen. Basalt als fijngemalen product van de harde basaltrotsen, stollingsgesteenten van vulkanen in die streek. Anderzijds was er het lavameel (of korrels) van de zachtere uitvloeiïngsgesteenten.
Deze gesteenten zijn rijk aan vele sporenelementen en verbeteren de bodemstructuur.
Toen ik een eerste maal een lavagroeve zag was ik toch wat ontgoocheld. De begroeiing er rond was niet bepaald weelderig. Je hoort altijd dat boeren dicht tegen een vulkaan gaan boeren omdat de nieuw verweerde vulkaangesteenten zo vruchtbaar zijn. In de Eifel zijn er wel 15.000 jaar overheen gegaan.
Toch zijn het nog interessante gesteentemelen.
Een ander gesteentemeel waarvan ik graag gebruik maak is de bentoniet, het beste kleimineraal met de stof montmonoriliniet. In zandgronden als de mijne houdt die de voedingselementen zeer goed vast, zodat de planten deze beter kunnen benutten.
Na al die jaren merk ik dat mijn grond danig verbeterd is. Al die tijd is er voor ons meer dan genoeg overgeschoten.
In 1973 namen wij het initiatief om een vereniging te stichten om van elkaar te leren. In Roeselare was er al in 1971 een dergelijke groep ontstaan. In 1973 ontstonden nog verenigingen en op 20 jan. 1974 werd ten onze huize de overkoepelende vereniging VELT vzw gesticht; toen vereniging voor Ecologische Land- en Tuinbouw, met de huidige naam : Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren.
Gisteren de eerste contactdag van de steenuilenwerkgroep bijgewoond op de zetel van Natuurpunt te Mechelen.
Diverse werkgroepen, waarvan de eerste ontstonden kort na 1990, brachten een overzicht van hun organisatie, verwezenlijkingen en ervaringen; allemaal vrijwilligerswerk. Best indrukwekkend. Zeer verrijkend was ook de bijdrage van de Nederlandse steenuil werkgroep. Zij hebben al eigen publicaties. Vorig jaar startte er zelfs een nieuw tijdschrift ‘Uilen’, een gezamenlijke uitgifte van de 4 werkgroepen: Steenuilen, Kerkuilen, Ruigpootuilen en de Oehoes.
Bij mij ligt er ook al minstens 15jaar een steenuil kast, hoog in een wilg.
Steeds komen er kauwen in wonen. Het is nog een oud model zonder voorkamer. Kauwen hebben dan geen barrière om takjes binnen te slepen. Die verklaring kende ik nog niet.
Van de vier man van mijn afdeling Natuurpunt Voorkempen, die wel met 15 man zijn in de vier jaar geleden opgerichte werkgroep, vernam ik dat het legsel niet ver uit mijn buurt dit jaar om een of andere reden verlaten werd. Vorig jaar was het wel een succes. Ook een vroegere nestkast 500m verder werd niet meer bewoond.
De uiltjes zijn er nog wel. Af en toe hoor ik hun roep. Zo werd ik deze nacht iets na 3 u wakker en riep er een uil in de tuin. Ook schoonzoon Werner had ze gehoord.
De herfstbraam. Zoals de
herfstframbozen bestaat er nu ook een herfstbraam.
In het voorjaar loopt die uit, bloeit in de zomer en zou rijpe vruchten moeten
geven in de herfst.
Op de Engelandreis waren
ze er niet positief over. In midden-Engeland is het groeiseizoen te kort om
goedrijpe bessen te bekomen.
Dit voorjaar plantte ik
mijn eerste exemplaar. Wellicht moet de plant zich eerst wat settelen. Daarbij
hadden we dit jaar een laat voorjaar.
Hoe de plant er vorige
week uitzag zie je op de fotos.
Ik citeer
Jeanpierre. In
deze fruitregio in het noordoosten van het graafschap Kent plantte Richard
Harris, de persoonlijke fruitteler en aankoper van Hendrik VIII de eerste,
grootschalige boomgaarden met de beste, toenmalige rassen. Kent geldt als de
fruittuin van Engeland
De nationale
fruitverzameling stamt uit circa 1800. Eerst had ze Chiswick, Londen als
standplaats. Het beheer werd toen gedaan door de Horticultural Society (later
werd hier Royal aan toegevoegd) onder leiding van Thomas Andrew Knight. De
verzameling ontstond van uit de behoefte aan correcte beschrijvingen en
benaming van de fruitvariëteiten in het V.K.Een eerste cataloog werd gepubliceerd in 1826, aldra gevolgd door een
meer gedetailleerd exemplaar in 1831. Hierin waren 1400 appel, 677 peer - en
360 stekelbesrassen opgenomen.
Uiteindelijk
kwam de collectie via Wisley- in 1951 in Brogdale terecht.
Op
de website beginnen ze te tellen vanaf 1920, wellicht het moment dat de
collectie onder de hoede kwam van de staat. Deze is nog steeds de eigenaar van
de collectie. Dit is het Britse ministerie van landbouw: Defra (Department for
Environment, Food and Rural Affairs).
Onder
Tatcher werd Brogdale in 1990 gedeeltelijk geprivatiseerd. De Trust (VZW) werd gecreëerd.
De collectie zelf bleef eigendom van de staat. De zaken verliepen echter niet
naar wens en het ministerie schreef een nieuw huurcontract uit. Een van de 5
mededingers was East Malling, met de intentie de verzameling naar East Malling te
verhuizen. Joan Morgan heeft toen serieus gelobbyd om Brogdale te behouden. Als
overwinnaar kwam de universiteit van Reading er uit samen met FAST Ltd (Farm
Advisory Services Team). Per 3 okt. ll. werd hun mandaat voor 5 jaar verlengd.
Van
alle Engelse universiteiten is Reading het meest landbouwgericht. Daar focussen
ze al meer dan een eeuw op. FAST is de grootste fruit adviesgroep in de UK met
meer dan twintig adviseurs die fruittelers over het hele land bijstaan. Naar
verluidt is hun tussenkomst al duidelijk te merken in de toestand van de
collecties. Met uitzondering dan van de
kleinfruitcollectie (Zie blog van 03-08-2013 of vul bij zoeken fruitfocus
in.)De
universiteit is verantwoordelijk voor de conservatie en het wetenschappelijk
onderzoek. Hiervoor staat een team van 8 academici in met heel verschillende
achtergronden waaronder moleculaire biologen en statistici. En de
toekomstplannen? Het instandhouden van de vele waarnemingen betreffende bloei
en opbrengst, het toevoegen van nieuwe waarnemingen, onderzoek naar de evolutie
van fruit onder invloed van klimaatsverandering.De perencollectie werd opnieuw vermeerderd en
aangeplant. Ook wil men de collectie uitbreiden met variëteiten die een
commerciële en/ofhistorische waarde
hebben. Het nieuwe team wil industrie, de academische wereld en
onderzoeksinstellingen van binnen en buiten Groot Brittannië weer naar Brogdale
halen. Ook willen ze het grote publiek naar Brogdale brengen en fruitop een efficiëntere manier gaan promoten
vanuit de verschillende verzamelingen.
Alles
bij elkaar omvat Brogdale de grootste fruitverzameling van de wereld: 2.200
appelrassen (Geneva, Staat New York heeft er wel 3.000), 550 peren, 285 kersen,
337 pruimen, 17 kwees, 42 hazelnoten, 4 mispels en 318 bessen (kruisbessen,
zwarte-, rode - en witte bessen), 50 druiven en verder nog bramen en
braambozen.
De
farm is 20 Ha groot.
Jeanpierre
heeft ook opzoekingswerk verricht betreffende het kleinfruit.
Op
Brogdale farm vinden we een ongewoon kloeke stekelbessenverzameling. De
Engelsen hebben meer dan welk ander volkwat met deze bes. Kruisbessen zijn echte cottage plants: bessenstruiken
voor de gewone man. Er werden vruchten gewonnen uit zaad, die vele generaties
lang gekruist en verbeterd werden om toch maar grotere en mooiere bessen te
bekomen: groene, gele, rode, witte, ovale, ronde, behaarde en kale exemplaren.
Vanaf de jaren 1700 werd de stekelbes al veel geteeld in en rond Londen.In groene toestand werden de bessen verwerkt in sauzen voor vis (ze
zouden een perfecte combinatie vormen met olierijke makreel), voor varkensvlees,
eend of gans. Rijp dienden de bessen als taartbeleg Stekelbessen werden rauw of
gekookt gegeten of tot een sprankelende witte wijn gemaakt.
Rond
1750 vormden de wevers van Lancashire hun stekelbessenclubs. Die clubs doken
spoedig ook op in andere graafschappen als Cheshire, Derbyshire en Yorkshire.
Gedurende meer dan 15 jaar werden jaarlijks 100 tot 150 clubmeetings en shows
georganiseerd. De ultieme betrachting van de clubleden was om de zwaarste bes
te hebben op de showdag. Geld kon je niet verdienen aan de wedstrijd. In het
beste geval kon je met een stel koperen potten of pannen naar huis, een zak
meststoffen, en een enkele keer zelfs met een huis pistool. De tijden zijn
veranderd.Doorheen de jaren zorgden die clubs voor meer dan 2500 introducties.
Sommige kan je vandaag nog terugvinden in catalogen van gespecialiseerde
kwekerijen. Zon 20 jaar geleden kon je in België nog de groengele Leveller
uit 1851 aankopen.De
commerciële teelt van de besjes nam een hoge vlucht nadat de overheid een
belasting instelde op suiker in het jaar 1874. Naast aardbeien en pruimen
werden stekelbessen massaal aangeplant voor jam en voor het vervaardigen van pectine
die men broodnodig had voor het vervaardigen van jam en
suikergoedbereidingen. In Cambridgeshire werden Careless, Lancashire Lad, Crown
Bob en Winhams Industry tussen de Bramleys appelbomen aangeplant. Die
grootschalige teelt viel stil toen er kunstmatige pectine op de markt kwam.
Vandaag resten er nog een zevental stekelbessenshows. Die gaan zonder
uitzondering allemaal door in Cheshire eind juli/begin augustus. Er zou nog een
kwekerij in Yorkshirebestaan die 45
rassen in aanbieding zou hebben.
Marc
Geens van de proeftuin te Zomergem (Oost-Vlaanderen) is begonnen als een
fervente kruisbessen verzamelaar met rassen van over de hele wereld. Het grote
probleem met die oude rassen is hun gevoeligheid voor Amerikaanse meeldauw.
Zijn huidig aanbod is geëvolueerd naar resistente rassen die op een ecologische
manier te kweken zijn.
Om
voeling te houden met Brogdale en de fruitwereld in Engeland kan je best
aansluiten bij de Friends of the National Fruit
Collections.Joan Morgan van het onmisbare Book
of Apples - heeft er de bezielende leiding van. Je hoeft je enkel aan te melden
op
Ziezo.
Het verslag over de weer schitterende reis van de Nationale
Boomgaardenstichting is eindelijk voltooid.
Om
het u iets gemakkelijker te maken:
Dag
1 18/8 IJmuiden (Amsterdam) : blog op 28 - 8
Dag 2 19/8 Fountains Abbey
& Studeley Royal Water Gardenblog
31 - 8
Dag
3 20/8 Saltaire3 9 en Levens Hall4 - 9
Dag
4 21/8Peter Glazebrook 7 9 John
Starkey8 9Adrian Baggaley14 - 9Zie ook de Feedback van Adrian Beggaley op 19 - 9
Dag
5 22/8Hereford en de Perryboomgaard
Greggs Pit van James Marsden29 9Over deze schitterende dag zal Jeanpierre zelf
berichten in Pomologia.
Dag
6 23/8 Waddesdon Manor en Wrest
Park16-10
Dag 7 24/8 Rivers Nursery Orchard en Ichworth Hall
Dag
825/8Brogdale
Ik
heb nu des te meer respect voor al het voorbereidende werk reizen naar
Engeland, voorbereidende contacten, veel opzoekingswerk en dan het
neerschrijven van de reisbrochure -waarvan ik meer dan dankbaar heb kunnen gebruik maken.
Jeanpierre
Billen verdient onze grote dank als reisleider. De NBS mag hem op de blote
knieën danken!
Ook dit huis en domein staat onder het beheer van de
National Trust.
Het initiatief voor Ichworth kwam van de Ierse
prins-bisschop Frederic August Hervey met een voorliefde voor Italië. De
bouwwerken vingen aan in 1795. Bij zijn dood in 1803 was enkel de Rotonde
voltooid. Ichworth moest een verbeterde versie worden van zijn huis in Ierland.
Ook dat bestond uit een centraal rond gedeelte, geflankeerd door galerijen. De
afstammelingen bouwden het domein verder uit.
Om het huis in al zijn glorie te kunnen appreciëren
moet je er al een heel eind vanaf gaan staan. Dat mag niet verwonderen als je
weet dat van kant tot kant 180 m overbrugd dient te worden. In de hoogte reikt
de Rotunda tot 31m. Groots in vele opzichten.
Rond het huis strekt zich een groot park uit. Er staat
nog een kapel en er is een walled garden. Verder zijn er kms uitgestippelde
wandelwegen. Maar daarvoor is er geen tijd.
Na de verkenning van het imposant gebouw ontdekte ik
in een zijkamertje een tweedehands bookshop met prachtwerken voor een prikje. Vooral
Britain, The History and Beauty. A comprehensive Tour of Britains Countriside,
Historic Houses, Castles and Stately Houses, their interiors and beautiful
Gardens. Een gewichtig
werk op groot format voor 3£, samen met nog enkele andere, begon op de duur
door te wegen.
Vandaag staat in het teken van de historie. We hebben
een ontmoeting met de vereniging Vrienden van Rivers Nursery. Ze ontvangen
ons in een gemeenschapszaal op de verkavelde site van de beroemde kwekerij.
Hun assistant chair, tweede man, Joseph Fitzgerald is
een gedreven man en belicht de vroegere kwekerij en hun streven naar het
levendig houden van het historisch erfgoed, het beheer van de archieven en van de
nog bestaande boomgaard. Ze zijn met een hele ploeg medewerkers. Hun voorzitster,
een dame kwam ons ophalen aan het hotel.
Medewerkers zorgen dat we met de bus veilig door de
smalle straten kunnen laveren tot dicht bij de boomgaard, die nu een openbaar
wandelpark is.
Na het bezoek aan de boomgaard trakteert men ons op
een smakelijke, speciale lunch.
Voor een keer hebben we minder geluk met het weer; af
en toe wat motregen, al bij al niet te hinderlijk.
De boomgaard die we vandaag aantreffen op de Rivers
site (Ik put uit de reisbrochure van
Jeanpierre) was duidelijk geen commerciële boomgaard. Het is veeleer een
verzameling van moederbomen uit de laatste levensfase van de kwekerij. Het
oudste gedeelte telt vooral appel en wat peer, aangeplant kort na het einde van
WO 2. Pruim en kers dateren van eind jaren zestig. Toen stopte het zelf
vermeerderen en ging men aankopen.
Geschiedenis
Eind 18de en de hele 19deeeuw leverde Rivers planten en fruitbomen aan
buitenhuizen, grote en kleine eigenaars en tuinliefhebbers.
Vanaf 1820 gaat de derde Thomas Rivers op zoek naar
nieuwe variëteiten om de markt open te trekken en in te spelen op het
exclusieve. Rivers was zeker niet de eerste om dit te doen. Voor hem waren Coe,
Knight en Veitch al succesrijk. Maar Thomas Rivers ging een hele stap verder.
In 1832 erfde Rivers het familiebedrijf, gespecialiseerd
in rozenteelt, met in tweede lijn fruitboomverkoop. Hij was echter meer geïnteresseerd
in fruitbomen dan in rozen. Daarop maakt hij een toer door België en Frankrijk.
Hij neemt enthout van pruim, peer, perzik en druif mee huiswaarts. Zo kan hij
uitpakken met een ongeëvenaard aanbod. De man heeft bovendien een goede pen.
Zijn boekje The Miniature Fruit Garden van 1843 werd twintigmaal
heruitgebracht. Dit betekende 161.000 verkochte exemplaren tegen zijn sterfjaar
1877. Het hele boekje draait om kleine fruitbomen.
Hij ontdekt dat in de kwekerij veelvuldig verplante
bomen kleiner blijven en vroeg en uitbundig vrucht dragen. Het is een techniek
die hij verdedigt ondanks het vele werk, naast het gebruik van zwakke
onderstammen. Er werd ook in potten geplant voor in serres. Rivers, een goed
koopman zijnde, schreef in functie van zijn handel. Hij brak een lans voor
zwakke onderstammen. Die waren zeker geen nieuwe introductie in het midden van
de 19de eeuw, maar het werd wel als dusdanig verkocht. Naast de
verkoop van buitenlandse fruitvariëteiten had Rivers ook een uitgebreid
kruisings- en selectieprogramma lopen. Hieruit kwamen decennia lang nieuwe
aanwinsten. De ene peer die iedereen kent, doch niemand aan de naam Rivers
linkt is de Conference die
gelanceerd werd ter gelegenheid van een perenconferentie in 1895. De Belgische
perentelers moeten Rivers op hun blote knieën danken voor die sterkhouder van
hun handel. Of zoals Adrian Baggaley zei bij een rondrit door Haspengouw: die
man verdient hier een standbeeld.
De appelvariëteiten in de huidige boomgaard zijn relatief
modern. Ze dateren praktisch uit de periode na de derde Thomas Rivers. Bij een
identificatieproject in 2005 werd de culinaire variëteit Thomas Rivers gespot. Dat
is zowat het enige appelras dat de kwekerij zelf introduceerde tijdens haar 265
jarig bestaan. Dat er maar twee bomen van stonden geeft aan dat het meer om een
eerbetoon dan om een commercieel succes ging. Van de commercieel meest
succesrijke rassen zijn er veel meer bomen: Cox Orange Pippin (28), Bramleys
Seedling (15) en Crimson Bramley (6).De
boomgaard is een weerspiegeling van wat goed lag in de markt op het moment van
de aanplant.
Thomas en zijn zoon Thomas Francis focussen vooral op
pruim. Voordien waren het vooral keukenpruimen als Yellow Egg en Imperatrice.
De geïmporteerde variëteiten deden het niet goed in Engeland. Vandaar dat
Rivers ging zaaien en selecteren. Dat leverde veel betere resultaten op.In
1870 publiceerde Rivers een lijst met 28 aanbevolen rassen. Hiervan komen er 5
uit eigen vermeerderingsprogramma, de rest zijn introducties en herbenoemde
variëteiten voornamelijk uit Frankrijk en België. Met twee introducties zat
Thomas erg goed. Uit de Précoce de Tours won hij de vroege selecties Rivers Early
Prolific en Early Favourite. Ook zette hij Reine Claude Diaphane op de markt
onder de naam Transparant Gage. Dat bleek niet zon goede drager in Engeland.
Uit deze variëteitselecteerde hij Early
Transparant, Late Transparant Gage en Golden Gage. Deze voldeden heel wat beter
onder de Engelse weeromstandigheden. Met deze (meestal) vroege
dessertvariëteiten voldeed hij perfect aan de toenmalige vraag van de markt.
Ook de derde Thomas Rivers en zijn zoon Thomas Francis
bleven nieuwe rassen op de markt brengen. Zij schakelden terug naar de
keukenpruim. Sommige zitten nog in het hedendaagse gamma zoals Czar en Monarch.
Einde 19de , begin 20ste eeuw veranderde de markt voor
fruitbomen. De amateurs bleven belangrijk maar de commerciële markt en de
fruitboer werden nu de voornaamste klanten. Hierbij werd de vraag ook anders.
Door de industriële toepassingen zoals inblikken en de thuisverwerking waren
variëteiten als Pershore, Burbank en Early Rivers populair tot de jaren 1950.
In de boomgaard staan vandaag meer dan tachtig pruimenbomen waarvan een aantal
nog niet geïdentificeerd zijn.
FOTOS
1. Sawbridgeworth
2. In der boomgaard
3. Joseph Fitzgerald van de Vrienden van Rivers
Nursery geeft uitleg
4. Met jeanpierre
5. Er zijn nog meer geïnteresseerden in de boomgaard.
De jongste geniet van een vrucht
6. Een schurftvrij ras?
7. Vrijwilligers serveren de lunch
8.Idem
9. Een beetje ongewoon, doch echt smakelijk. De
plaatselijke beenhouwer had een speciale worst gemaakt