Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
29-10-2005
POTAS
POTAS of KALIUM
In de
mailgroep Tuinieren is het doen om potas. Scheikundige potas is regelrecht vergif. Daarom geenpotas gebruiken. Die is toch genoeg.voorradig in de bodem
Als je de
mail leest van iemand anders,dan is dit duidelijk niet het geval.
'Ik heb een keer patentkali gebruikt voor het planten van aardappelen.
Gewoonlijk is de oogst hier schraal.Hoe raar het ook moge
klinken. Die keer toen ik patentkali gebruikt had was de oogst overvloedig en
toch lekker. Is dit ook vergif?
Ik gebruik potgrond, kompost enz. ' In mijn
tuin, waarin sinds 1963 geen scheikundige meststoffen meer gebruikt zijn, kan
ik niet klagen. Toch zie ik bv dat wortelen positief reageren op wat bijkomende
kaliumbemesting via vinasse.
Peren en
pruimen hebben die bijbemesting ook nodig.Zo gaat al mijn houtasse naar mijn pruimenbomen. Houtasse bevat naast
potas, ook nogal wat kalk en voor pruimen is kalk onontbeerlijk.
Patentkali
is in de biologische teelt, alhoewel een delfstof, omstreden, omdat de kalium
te vlug zou opgenomen worden. Tomaten worden er al eens mee opgepept. Beroeps
moeten eerst toelating hebben om patentkali, in geval van noodzaak, te
gebruiken.
Vele mensen planten halfstammen in hun tuin. Na
enkele jaren moet men helaas bestatigen, dat deze bomen veel te groot worden.
Tussen een hoogstam of een halfstam is er geen verschil, alleen de stamhoogte.
Inderdaad moet men rekening houden met het toekomstig
boomvolume.
Er zijn mensen die zomaar een hoogstam planten in een
kleine tuin, waar ze beter een 5 tal laagstammen zouden zetten.
Doch zomaar een halfstam gelijkschakelen met een
hoogstam is ook niet correct. Alles hangt af van de gebruikte onderstam. Een
halfstam is een stam van ongeveer 1 m 30 of iets meer.
Een hoogstam meet 2 m 20.
In mijn blogs fruit heb ik het er meerdere keren over
gehad.
Een
hoogstam ent men meestal op een zaailing. Doch ik heb
ooit een Schone van Boskoop als struik, op 60 cm (laagstam) gekocht. Later bleek dat er geënt was op een
zaailing. De omvang van de kroon is deze van een hoogstam en hij is
minstens 9 m hoog. Geënt als een
hoogstam komt daar nog anderhalve m bij.
Mijn voorkeur gaat naar een lage halfstam. Ik heb
geënt op M 26, MM 106 , M 7 en MM 111. Beide laatsten moet ik wel meer in toom
houden daar ik de bomen niet veel hoger wil dan 5 m.
( Hierbij hou ik rekening met mijn leeftijd. De tijd dat ik als enige
naar de hoge eksternesten klom in de populieren, ligt al 55 jaar achter
mij!) Ik plant op rijen van 4m en in de rij ook op
4 m, soms iets minder , als ik weet dat het ras niet zon sterke groeier is. Ik
kan mij dit permiteren, daar ik voldoende ruimte heb. Hierbij moet je weten dat ik teel op zandgrond.
Er
zijn groeikrachtiger gronden. Moest ik zon grond hebben, dan zou ik hoogstens
een MM 106 gebruiken, om niet een te grote boom te bekomen.
Ik heb mijn
zaailing Aleida genoemd, naar mijn
echtgenote Aleide.
De boom
staat er al een kleine 20 jaar.Tot
vorig jaar stond hij gedeeltelijk in de schaduw van een Acasia, die vorig jaar
bezweken is onder een stormwind. In zijn val heeft hij de toptakken van de
appelaar mee afgerukt.
Dit jaar
waren er nog meer vruchten dan vorig jaar. Een gevolg van de domper op de
kopgroei?
Het is een
gemiddeld grote appel, groen en een ietsje rood gestreept. De smaak voldoet
voor een winterappel.
Dit jaar
zal ik het ras iets meer in de gaten houden. Ik weet nog niet hoelang de
natuurlijke bewaring is. Een winterappel is het alleszins.De vruchten begonnen nog niet te vallen, maar
anderzijds hadden de merels het, sinds korte tijd, sterk op de
vruchten gemunt.
Om te plukten moest ik ze met de duimnagels afpitsen op de inplanting
van de lange, fijne steel. In de hand lukte het nog onvoldoende.
De zwarte vlekken van de regenvlekkenziekte vallen nogal mee.
Wat
kankergevoeligheid betreft valt het eveneens mee. Ik heb slechts een paar kankertakjes
weggebroken.
De laatste
tijd hoor je veel over de Polen die naar hier komen werken.
Deze zomer
reden we met twee busjes met Esperantisten verschillende dagen door Polen, naar
het 90 ste Esperanto Wereldcongres in Vilnius, de mooie hoofdstad van Lithauwen.
In vele tuinen
hingen nog de kersen en krieken. Nergens heb ik een merel kunnen bespeuren. Die
zijn blijkbaar al vroeger naar de Westerse contreien getrokken. Alleen vraag ik
mij af waarom? Fruit is er in overvloed. Zoeken zij warmere streken op ?
k Heb er mijn
oude Vogelgids van Peterson op nagekeken. De merel is een vogel van gans Europa,
behalve het hoge Noorden.
Zie http://www.weerstation.be
Het was
heerlijk werken in de tuin.
Ik heb mijn
laatste aardappelen uitgedaan. Ras Texla.
We kopen dit biologisch pootgoed met enkele vrienden aan in Nederland. Naar
mijn ondervinding is het een tamelijk sterk ras tegen de Phytoftora of
aardappelplaag, die dit jaar weer vrij vroeg toesloeg. In augustus was alle
groen loof verdwenen. Met de aardappelplaag verbetert het niet de laatste jaren. De schimmels worden agressiever.
Begin
september heb ik er een pand worteldoek over gelegd. Na een tijdje is alle
onkruid dood en verschrompeld. Ik had het vandaag heel gemakkelijk om de laatste
aardappelen in de blote grond te rooien met de haak. Ik heb er een met zeven
tanden. Bij mij thuis in West-Vlaanderen deden we het met de viertander: een
haak met vier tanden.
Op de
terugweg zondag stopten we te Sint Amandsberg bij Christian De Kezel.
Als knaap zaaide
hij ooit Kiwis met succes. Zijn interesse was blijvend gewekt.
Hij schreef
er zelfs zijn thesis over als bekroning van de studie industrieel ingenieur tuinbouw.
Rond en tegen het huis groeien diverse rassen kiwi. ( Actinidia
deliciosa ).
Om niet verrast te worden door late nachtvorst heeft hij een
beregeningsinstallatie aangebracht. In tijden van droogte kan hij ook water
geven. Aldus kunnen de vruchten optimaal uitgroeien. Kiwi's zijn lianenplanten en vergen een goede vochtvoorziening.
Ze mogen niet lijden onder droogtestress.
Hij heeft
niet alleen de gewone kiwi, maar ook de gele, de Siberische ( Actinidia kolomicta
) en de kleine, "mini kiwi" of "haarloze
mini kiwi" of "baby kiwi" genoemd
(Actinidia arguta).
Met kennersoog wordt er gezaaid, geoculeerd en geënt. Alles maakt een zeer verzorgde indruk.
Kij
realiseerde de pas verschenen cd-rom: Kiwifruit,
succes met kiwis 30."
Voor inlichtingen en bestellingen zie http://kiwifruit.tuinkrant.org/ "
Er groeien
kiwis tegen het huis en aan verschillende zijden.Het knapste vond ik de kiwi-pergola naar de
garage. We proefden de rijpe, kleine, groene mini kiwis. Een, lekkere
vrucht die je in zijn geheel nuttigt. Deze vrucht heeft geen haren. Het ras Issai is een vrouwelijke, Japanse,
zelfvruchtbare cultivar. Deze plant is reeds in enkele zaken te vinden.
Planten van nieuwe bomen
Ik woon op de zandgrond in Damme en wil mijn fruitbomen vervangen. Ik zoek
goede resistende appels en peren en ook een notelaar, halfstam of hoogstam. Daarnaast
zoek ik ook een betrouwbare handelaar. Daarmee bedoel ik een handelaar waar ik
zeker koop wat ik bestel.
In
West-Vlaanderen kan je terecht bij Willy Mahieu te Jabbeke. Tel 050 8112 35.
Van zijn
hand is pas bij LannooAppels en PerenLaagstammige fruitbomen van A tot Z verschenen.
Ik heb hier geen recente catalogus, maar ik betwijfel of hij de
recentere, resistente rassen heeft. Na te vragen.
( Sommige hiervan vind je wel
bij NBS. Zie www.nbs-vzw.be )
Dit wil
niet zeggen dat sommige van de oudere rassen niet waardevol zijn!
Dit jaar
werd de tweejaarlijkse Pomexpo voor de eerste maal gehouden in het Musée de
plein Air (Openlucht Museum), een
Bokrijk in t klein.
De
perententoonstelling had plaats in een grotere schuur. De appelen vonden onderdak
in een driekamershuisje, wel wat klein. Michel Ponchaux, de voorzitter van de
Croqueurs de pommes Nord Pas -de -Calais,
waarvan ik lid ben, verwelkomde mij in het zijkamertje, met zijn fruitexpositie
en boekenstand. In dezelfde kamer toonde ook Jean Wisnievsky zijn vondelingen van
de mijnterrils. Hij is een oudmijnwerker van halverwege de zeventig. Hij ziet
er nog kerngezond uit en praat nog altijd even enthoesiast over zijn passie.
Een kleine tien jaar terug bezochten we zijn ruime stadstuin in Lens. Hij
kweekt er heel veel eigen, maar ook bekende rassen. Alle plaatsen en plaatsjes
worden benut. We maakten toen met hem een wandeling op de afvalbergen van de
mijnen en waren verwonderd over de vele appelbomen, gekiemd uit weggeworpen
klokhuizen.
De grote
tent was er vooral voor de kinderen, met diverse natuuronderwerpen, waarbij
fruit en groenten een opvallende plaats vonden. Er was voor hen veel animatie. Hier
stonden ook de toeristische diensten van de verschillende regios van Frans
Vlaanderen en Picardië.
Veel
aantrek had de tent van het fruitpersen en met het proeven van het verse sap. Veel volk ook voor de proefstand met in
de oven bereide poire à cuire (bakpruim) St Mathieu, die veel weg heeft van een
St Remy, onze bakpruim.Lekker! Men liet ook 3 rassen langzaam gebakken appelen ( 40 minuten
in een oven van 120 °) proeven :Reinette
de
France (de beste), maar ook de bruine Reinette de Flandre en de
groen-gele Reinette de Capucins smaakten. Deze laatste viel mij
eveneens op als goede
eetappel: geelactig vlees, zeer fijn, rijk aan suikers en zuren, zeer
aromatisch.
Ik wil dit ras zeker aanplanten. Eetrijp van bij de pluk, half oktober
tot
nieuwjaar. Om wille van de zwakke groeikracht teelt men best op een
sterkere
onderstam.
Rond een
paar pleintjes stonden kramen met streekproducten, waaronder nogal veel biologisch geteelde. Fruit, groenten,
bonen, erwten, wortelen van een streekras, pompoenen (o.a. de olijfpompoen),
gerookte, gevlochten lookstrengen in diverse maten, veel ciders en
fruitlikeuren, honing en producten met honing. Veel geitenkazen enz.
Zon dagen
zijn vooral interessant voor de ontmoetingen. Joan Morgan, van The New Book of
Apples was met een vriendin van Brogdale onder de plas gespoord.
Michel
Duflot, ook een oude bekende, trof ik bij Jacques Bosschaerts, de pomoloog van
Mortsel, die telkenjare gevraagd wordt voor de determinatiestand.
In
Vlaanderen was hij de pionier met twee grote fruittentoonstellingen in het
Arboretum te Kalmthout halverwege de zeventigerjaren.
Op zo'n plaats moet men het hebben van het goede
weer. Dat was er, evenals de vele bezoekers. Daar we er vroeg waren,
moesten we geen km stappen naar de wagen, zoals de laatkomers.
Gisteren,
in de wagen vertelde ik dat ik wellicht mijn lekketrste appel, de Otava, van
Tjechische oorsprong, zou verliezen aan kanker. Nu is het wel zo dat de boom op
de slechtste plaats in de tuin staat, het in de winter natste punt. Nadat
vroeger alleen de kleinere takken aangetast werden, tast de kanker nu de
gesteltakken en de stam erg aan. De kwaadste plekken heb ik wel uitgesneden,
maar dit is gewoonlijk maar een tijdelijk soelaas. Daarop suggereerde Vincent
een halfstam van een niet kankergevoelig ras te planten; de gesteltakken voor
een gedeelte af te zagen en op de takstompen enten van Otava te zetten. Dan blijven de gesteltakken intakt .
Hij dacht aan een Bramley Seedling.
Ik heb al
een alternatieve oplossing. Ik heb een Eggremont Russet op MM106 , die het al
13 jaar vertikt om te dragen.Ik denk
echter dat ik een ander ras heb, een van de vergissingen op de boomkwekerij. Echter
nog nooit een takje kanker bespeurd.
Mijn
conclusie: Hierop ga ik de Otava
kroonenten.Tijdens de winter worden
de gesteltakken afgezaagd op een stomp van ongeveer 30 cm. Als ik ga entenwordt de stomp nog een 5 tal cm ingekort. Ik
zal dit doen eind maart, begin april als er weer leven in de boom komt. Dan
laat de bast gemakkelijker los om een insnede te maken en de bast op te lichten
om er een schuin gesneden ent onder te schuiven. Het lukkingspercentage ligt
gewoonlijk zeer hoog.
Het voordeel van het omenten op een iets oudere boom is dat de enten flink groeien en al het derde jaar na de enting dragen.
Ook in Nederland kan je naar een grote fruittentoonstelling op zat. 12 en zond. 13 november in het museumgebouw 't Olde Ras, parallelweg 1 te Doesburg, boven Arnhem.
In 1992 werd de Stichting Behoud en Bevordering van de Fruitcultuur
opgericht. We zijn daar meerdere malen geweest en hebben er
interessante contacten gelegd.
Het Soete Land van Waas (Heb ik dit
uit De Vos Reynaerde?)
Op Snoepreis met de Senioren van Zoersel
Gisterenmet een uitstekende gidse, Marcella Piessens de streek van St
Niklaas verkend en ten gepaste tijde halt gehouden.
Nog geen
veertien dagen terug kwamen we op het einde van een uitstap met de KVLV ook in St
Niklaas terecht . Aleide en ikkwamen toen
in Papatya, Madeliefje in het Turks,
bij de kerk met het hoge, gouden beeld, voor een ruime en zeer goed smakende
snack.
De stop was
weer op de knap heraangelegde, grootste Grote markt van België, die nu vol
kramen stond met de wekelijkse markt. Eronder is de naar alle kanten opene
parkeergarage. We laadden de uitmuntende gidse op, die ons de weg wees naar Den ouden advokaat, op tien jaar tijd
uitgegroeid tot een modelbedrijf in zijn genre. We werden ontvangen door de
welbespraakte baas, ook een Daniel, die het uitstekend en beeldend uitlegt,
terwijl we een deel van het fabricageproces volgen. We proefden de advokaat met
de Wambrechies granengenever, advokaat met Schotse malt whisky, advokaat met
kruiden, en Schnobbelèreadvokaat. We zagen de bereiding van de advokaatpralines
en namen de proef op de som. In de mooie ontvangstruimte genoten we nog van een
knap geserveerd en deugddoend smakend bakje koffie of thee met een zeer fijne
speculoos. De rekken van de bus werden een eerste maal gevuld. We reden terug
naar het Centrum en hadden in de ruime taverne van het nieuwe cinemacomplex bij
het station een lekker 3 gangen middagmaal.
De namiddag
begon met een blik op het knap heraangelegde stationsplein, koloniaal station
en bekroonde fietsenstalling.Daarna
reden we over de mooiste wegen in een wijde boog rond de stad. De kant van St
Gillis is een van de fruitstreken van Vlaanderen met appels en peren. Op een
plaats zag ik in de verte nog kleurige, rode appels hangen. Hier en daar zie je
nog restanten van de vroegere hoogstamboomgaarden.
In
Nieuwkerken stopten we bij de ambachtelijke likeurfabriek, de vroegere Brouwerij Verhofstede. Ik heb de oude
brouwer ooit nog ontmoet bij zijn dochter Godelieve.Mijn vrouw Aleide en zij waren namelijk
vriendinnen in het Heilig Graf te Turnhout. Ik noemde ze graf-sterren, in
plaats van grafsters.
Later waren
we bevriend met de oudste dochter Maria, directrice van het Lyceum van
Borgerhout, waar mijn jongste dochters school liepen. Verschillende keren zijn
we in haar zeer verzorgde (kruiden)tuin op het kasteel Cantecroy te Mortsel
geweest. Op een bezoek bij haar heb ik ooit eens 16 likeurtjes geproefd!
Na haar
pensionering ging ze in Lectoure, in het zuiden van Frankrijk wonen. We zijn er
ook een paar keer geweest.
We werden
ontvangen door de schoonzoon en de dochter van Stefaan, vorig jaar overleden, samen metzijn broer
Christiaan, de stichter van de likeurfabriek.
We kregen
een enthoesiaste uiteenzetting over de heilzaamheid, onder het proeven van
Tante Andrée16° op basis van wijn, Tante Andrée 35° op basis van brandewijn,
Elexir Christiane 33°, Liqueur de Saint Nicolas 35°, Solé appelsien 33° en
Edelweiss Mokka 20°. De bus werd weer bijgevuld.
De laatste
stopplaats was bij Brouwerij Boelens te Belsele,
een van de recentste en kleinste, maar zeer actief brouwerijtje. (Tussen haakjes, Kris Boelens brouwt ook op bestelling. Zo
brouwde hij Bon Vivant voor de partij Vivant van Roland Duchatelet). We
werden er gul ontvangen door de zeer joviale baas met een heldere en enthoesiaste uitleg over
het brouwproces.Het nuttigen van 2 glazen
Bieken, zijn straf bier 8,5° met honing en een Waase Wolf er boven op, verhelderde
of beter monterde de geesten nog meer op. De bus werd een laatste maal, maar
nog zwaarder bijgevuld.
Vandaag plukte ik de Relinda's.
In de naam zie je de Re van Resistent, weerstand biedend of tolerant.
Het is een ras uit Pillnitz, een voorstad van Dresden in het vroegere
Oost-Duitsland. Dertig, veertig jaar terug ging men daar toen al op
zoek naar resistente rassen.
In het Westen spoot men er dan nog maar op los!
Sinsdien is er veel veranderd, voor een deel te danken aan de
biologische-ecologische bewegingen als VELT (Vereniniging voor
Ecologische Leef - en Teeltwijze vzw; de Biodynamische verenigingen in
Nederland en Duitsland enz.
Nieuwe Rassen voor de thuisverkoop en voor de
liefhebber
Via het
Engelse tijdschrift The Fruit Grower
verneem ik het bestaan van Nuvar.
De Engelse
boomkweker John Breach en Bruno Essner, van de grote Franse kwekerij Pepinière du Valois te Villers-Cotterets, zon 70 km noord-oost
van Parijs, stichtten in 2003 NUVAR.
Zij richten
zich op nieuwe rassen voor de thuisverkoop en voor de liefhebber, geen rassen
voor de supermarkt.
De rassen
kunnen toevalszaailingen zijn, of het resultaat van kruissingswerk, van zowel
professionals als van amateurs.
Enkele
nieuwe, interessante rassen krijgen aldus een kans, die ze anders nooit zouden
krijgen in het supermarktcircuit, dat werkt met een zeer beperkt assortiment rassen
en andere criteria stelt.
Nuvar biedt
op dit ogenblik 8 rassen dessertappels aan.2 rassen zitten nog in de lift. Verder zijn er 6 sierappels. Men kan er
ook gelei mee maken.
Ook wordt
nog een nectarine en een 4 tal perziken aangeboden.
In het
komend plantseizoen lanceert Nuvar 2 peren, gekweekt op East Malling Research.
De
bekendmaking schiet echter te kort. Ook een professional, die nog niet zo lang
geleden op het bedrijf kwam, is nog helemaal onwetend over de Nuvar rassen.
Ik zoek al
enige tijd de Rubus Tayberry Medana.
Waar kan ik deze kruising braam/framboos verkrijgen en
zijn er mensen die ervaring met deze soort hebben? Graag een reactie
De Taybes
Medana wordt op meerdere plaatsen aangeboden. Een paar jaar terug zelfs bij de
Aveve in mijn buurt.
Wie die
zeker heeft is Andre Hendrickx te Stabroek (vanaf 2 de week nov. Op vrijdag en
zaterdag open) GSM 0475902122
Hij heeft
ook de ongestekelde mutatie : de Buckingham Tayberry, spontaan ontstaan in
1995. We waren toen met enkele Veltvrienden op bezoek bij de heer Jennings, die
ik in 1991 had leren kennen. Hij vertelde toen dat hij uitgenodigd werd door
een meneer uit Buckinghamshire, in wiens tuin de ongestekelde ranken waren
ontstaan, met dezelfde grote vruchten en zeggen dat ik destijds zoveel
proeven heb ondernomen om de stekels weg te krijgen. Ik slaagde hierin, maar
ook de vruchten waren weg!
Ik vind de
Tayberry veruit de beste braamboos (half braam, half framboos). Ik heb die al
meer dan 15 jaar. ( De Buckingham een jaar of 7). Bijserieuze wintervorst (- 10° C) lijden de takken schade.
Dan is het
best de beschadigde delen af te knippen, want de plant verliest te veel energie
aan het in leven houden van die tak. De laatste jaren vriest het niet zo zwaar,
maar dit blijft een mogelijkheid.
De beste
manier om veel vruchten te oogsten is de takken zoveel mogelijk horizontaal te
leiden. Ik zou zeggen minstens 3 m
naar elke kant. Het beste resultaat zag
ik aan een betonbekistingsnetwerk. Ikzelf doe het aan 3 -4 draden.
Daar de
merels heel graag meeeten, werp ik er een insectengaasdoek van 3,66 m over, omstreeks
half juli, wanneer de bessen beginnen te rijpen.De nieuwe scheuten duw ik eerst horizontaal,
zodat ze niet onder het doek groeien.
Het
insectengaas is zo fijn dat het weinig hapert bij het openen om te plukken. Je
hebt eenvoudig de wasknijpers los te maken dieje gebruikt om de beide panden onderaan te sluiten. Zorgvuldig afsluiten
is nodig, want de merels vinden alle gaten!
Ik ben nog
altijd kontent dat ik jaren geleden op het gedacht kwam de bekende vogelnetten,
waarmee het altijd sukkelen en haperen was, door insectengaas te vervangen.
Voor
Santana moet je bij mijn weten in Nederland op zoek.Waar ?
Benita
vind
ik de moeite.(Tussen haakjes : Benita is het resultaat van de kruising
van een gewone peer met een Nashi.) Oorspronkelijk had ik 2
Nashiperen die elkaar bestoven.
Eén is
weggevallen. De andere geeft kleine peertjes, niet de moeite. Het ras ken ik
niet meer. Is er iemand met meer ondervinding betreffende Nashis?
Op de 3 de
FRUITHAPENING van Landschap Vlaamse Ardennenop Domein de Ghellinck te Wortegem-Petegem vandaag , zondag 16 oktober
was dit mijn thema.
Sommigen
hebben mij gevraagd de namen van de rassen die op mijn grote presenteermand
lagen door te geven.
Ik begin
met de appel die ik het lekkerste vind: Otava,
een ras uit Tjechië. Het is een gemiddeld grote, gele appel. Sappig,
zuur-zoet, later zoet-zuur, wit knakkend vlees. Houdt tot april en is nu al
eetrijp. Zijn groot gebrek op mijn natte zandgrond is de sterke
kankergevoeligheid. Toen de boom nog gezonder was, was hij meer
beurtjaargevoelig.
Reinette Hernaut iseen
Belgisch ras, zeer grote appel, met een zeer goede smaak. Tot maart.
Kankergevoelig, weinig schurft,
Meekersappel, groot, gezond, zeer vruchtbaar, goed voor
verwerking. Bewaardt tot februari-maart. Matige dessertappel.
Sturmer Pippin, Engelse appel, Tot april, grootte boven de
middelmaat, na nieuwjaar matige dessertappel.
Baujade, Franse kruising met Granny Smith. Zeer resistente
appel. Blijft lang grasgroen.Verkleurt
pas laat tot geel. Tot mei. De smaak is tamelijk goed. We aten de laatsten dit
jaar op half juni, na natuurlijke bewaring.
Bramleys Seedling, Engels ras , zeer grote appel. De appel bij
uitstek voor verwerking, bewaardt tot maart. Dan ook dessertappel. Zeer gezond
ras.
Ik heb 3 resistente
Pillnitz rassen die allemaal beginnen met de RE van resistent.Remo, meer een ras voor verwerking, is
maar goed tot half november.
Rewena en vooral
Relinda zijn na nieuwjaar goededessertappelen.
Ze bewaren tot april.
In 1997 op
de eerste Engelandreis van de Nationale Boomgaardenstichting leerde ik Fons
Houben kennen. Hij was toen nog leraar Frans aan de hotelschool van
Kerk-de-Stad. Te East Malling kwamen we in de befaamde Hatton leifruittuin,
waar praktisch geen enkele vrucht te bespeuren viel. We stonden in bewondering
voor de verschillende leivormen en Johan Baecke uit Balen, leifruitspecialist,
was in de zevende hemel. Dat jaar had een late lentenachtvorst lelijk
toegeslagen. Ook bij mij waren enkel de laatste bloeiers aan de vorst ontsnapt.
Van Fons
hoorde ik toen dat zijn Meekersappel, zoals steeds, toch goed droeg. Ikkreeg van hem enthout en entte dit op een MM
106 .De Meekersappel bleek een flinke
groeier die al vlug ging dragen. Hij blijkt maar weinig schurftgevoelig. Ik heb
wel al een kleinere tak met kanker weggeknipt. De takken groeien breed uit en
gaan door de zware dracht doorbuigen. Vorig jaar, 2004 moest ik stutten. Maar
ook dit jaar was er weer een goede dracht van eerder grote, groene appels, met
soms wat bruine verruwing. Het is een echte winterappel, die pas na nieuwjaar
voldoende smaakt. Een hoogvlieger is het niet. Maar een appel kan je ook op diverse manieren verwerken.
Blijkbaar
was de Meekersappel Ludo Royen, de stichter van de Nationale
Boomgaardenstichting dat jaar ook opgevallen, want in het nummer 4 /1997 van
Pomologia brengt hij een pomologische beschrijving.
Een zekere
Edgard Meekers brengt een ent mee uit de streek van Zelzate en ent deze op een
Ijzerappel (Marie Joseph dOthée) in de boomgaard van zijn vader Michel
omstreeks 1945.Waarschijnlijk betrof
het een ent van een goede zaailing, want tot nog toe werd geen ander ras
gevonden.
(Tussen
haakjes. Momenteel loopt er een studie naar de genetische samenstelling van 250
appelrassen van de NBS door Prof Wannes Keulemans van de KU Leuven. Het DODO-
project. Ik weet niet of de Meekersappel hier ook bij betrokken is.)
De
Meekersappel werd destijds nogal aangeplant in de streek van Borgloon en werd
een Limburgse specialiteit. Maar ook in de Kempense zandgrond doet hij het
goed.
De goudbessen
( Physalis pubescens) liggen sinds eind augustus zomaar te rapen in onze tuin.
Moeder natuur heeft ze mooi ingepakt en aldus bewaren ze nog tot Nieuwjaar.
Beide herfstframbozen groeien op een heel andere plaats in de tuin. Nu hebben we ze eens naast
elkaar gelegd en vergeleken.
Himbo-Top
ziet er duidelijk het best uit: groter, mooi gevormd en rood gekleurd, ook iets
steviger. Joan Squire is kleiner, stompiger en een tikkeltje donkerder.
De smaak van deze laatste is
evenwel zachter, aromatiser en zoeter. Aleide en ik gaven er de voorkeur aan op
het punt smaak. Kleinmannen zouden deze ook verkiezen, dacht Aleide. Maar
zouden hun ogen niet eerst gaan naar Himbo-Top?
Himbo-Top smaakt
iets zuurder, maar eveneens lekker.
Beide rassen zijn gezonde , stevige groeiers en moeten gesteund worden.