Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
26-06-2006
KINDEREN VAN DE VLINDERTUIN OP DE BESKENSHOEVE
Kinderen van
De Vlindertuin op de Beskenshoeve
Vanmorgen was het hier vol hier vol
leven. Kinderen (1st tot 3de lj) van de gerenomeerde school, De
Vlindertuin te Lille van kleinkind
Jasmien, kwamen op verkenning.
We troffen het tamelijk met het
weer. Na de felle regen van gisteren die tussen haakjes, na de lange
droogteperiode hier vrij welkom was bleef het, ondanks de overtrokken lucht,
gelukkig droog.
Aleide nam een eerste helft voor
haar rekening en ik trok met de andere helft op verkenning in de tuin. Slechts
een grotere jongen- het bleek een boerenzoon- kende enkele bomen en struiken.
We gingen bij een populier staan
waarvan ik precies de leeftijd ken. Een beenhouwer had destijds bij de verkoop,
de grootste weiden gekocht en die in het voorjaar 1963 beplant met Robusta
populieren. Ik plantte toen een uitgesnoeide tak. Dit is nu - 43 jaar later -
een reuzenboom geworden. Meer dan 100 jaar, wel duizend jaar! Ik vroeg:
wiens vader of moeder is 43 jaar? Ik kreeg een positief antwoord.
We gingen verder via een slingerend
parkoers. Hier en daar staan oudere bessenstruiken en verwilderde frambozen, die
nu beginnen te rijpen.
Het was voor hen een echte
ontdekking en maar smullen en hierbij zoveel mogelijk de brandnetels trachten
te vermijden!
Terug van de rondgang kwamen we bij
de eerste groep, die ook de tuin ingetrokken was en aan het smullen was van de
aardbeienplantage.
Daarna nam ik hen verder op
sleeptouw naar het wachtperceel omwille van de aan te leggen gasleiding door
Fluxys- , waarop de tijdelijk verplante bessenstruiken een uitwijkperceel
vonden. En maar smullen! Sommigen wilden liever blijven dan de boterhammen aan
te spreken.
Onderweg hadden ze zoveel gezien.
Ze verzamelden van alles. Bij een steen hadden ze nogal wat gedeeltelijk
verbrijzelde, kleurige huisjesslakken gevonden. De displaats van een
zanglijster.
Jasmien maakte hen opmerkzaam op de
Amerikaanse blauwbessen, haar favorieten, maar spijtig nog zo groen. Enkel van
het allervroegste ras Bluetta
begonnen een paar vruchten een zweem van blauw te vertonen.
Mogen we nog terugkomen?
Een eerste gelegenheid is
op het 5 de Afrikaans Tuinfeest dat
we op zaterdag 8 juli houden, ten voordele van het Afrika project of zeg ik
beter projecten?- van Aleide. U, geachte lezer, met familie en kennissen,
bent ook van harte welkom. U zult genieten van het meeslepend optreden van
de groep AFRIBEL. En er is nog vanalles.
Daarna kunt genieten van een deskundig gemarineerde, en op de barbecue,
door Haman en mijn schoonzoon Aminou bereide Tilapia, een tropische
zoetwatervis. Maar misschien hebt u meer zin in een sappig stukje vlees? 20. Rek 755-4287783-48 van CoZoeGo
(Coöperatie Zoersel Going) Dit dient u
echter wel vooraf te laten weten.
Gisteren kreeg ik bezoek van
Kristof en Ingolf van Schoten. Zij
behoren tot het zeldzame ras van de echte fruitliefhebbers. Ik heb hen leren
kennen dank zij de Blog. We hebben
intussen al enten uitgewisseld en de meeste groeien. Straks, met chipbudden of volgend voorjaar volgen
nieuwe mogelijkheden. Ze deden mij plezier met enkele pompoen en tomatenplanten.
Ze kunnen dienen voor de tombola op het Afrika
Feest op zaterdag 8 juli.
Op de rondgang door de tuin, net
voor de vlaag, wees ik hen op de zeer geringe dracht van de Reinette de Flandre, waarvan ik 2 bomen
heb staan. Dit ras geldt als een regelmatige, goede drager. Ook zij hadden op
dit ras praktisch geen vruchten, dit in tegenstelling met de meeste rassen, die
na het beurtjaar van 2005, weer (te) overvloedig dragen.
SANTANA : EEN APPEL VOOR MENSEN MET EEN APPELALLERGIE
Santana: een appel
voor mensen met appelallergie
De
Santana appel heeft vandaag het nieuws gehaald. Uit onderzoek blijkt dat mensen
met een appelallergie niet allergisch reageren op Santana appels
Onderzoek heeft uitgewezen, dat
mensen allergisch kunnen zijn voor een bepaald eiwit in de appel. Ze krijgen
last van jeuk, tintelingen en zwellingen aan lippen, tong en keel bij het eten
van een appel. Patiënten met een appelallergie hebben volgens Wageningse
onderzoekers ook last van hooikoorts in het voorjaar door rondzwevend
berkenstuifmeel. Andere fruitsoorten kunnen eveneens klachten veroorzaken.
De Santana-appel is oorspronkelijk gekweekt voor de biologische tuinbouw. De
soort is populair bij de biologische teler, omdat hij goed bestand is tegen
appelziektes als schurft en boomkanker. Maar bij consumptie bleek dat driekwart
van de allergiepatiënten het fruit ook goed kon verdragen.
De Santana lijkt op de bekende Elstar. De appel is geelgroen met een donkerrode
blos. Het is een stevige, sappige vrucht met een frisse smaak. Tot nu toe wordt
de Santana alleen in Nederland op bescheiden schaal geteeld.
Mijn boompje, geënt in 2000 op MM
106 bloeide schaars, maar heeft nog geen vruchten.
De
busreis van 23 september staat aangekondigd in het jongste nummer van Pomologia.
Hieronder
vindt u de volledige gegevens en inschrijvingsmoglijkheid.
De
bus is reeds voor 2/3 volzet.
Zin in een speciale dag er
op uit naar Engeland?
Zat.23
sept 06 : Daguitstap naar de Tuinen van KENT in hun
fruitweelde(org. VELT Zoersel
in samenwerking met Reizen Verhoeven
We
bezoeken YaldingOrganic Gardens (Maidstone), de boeiendebiologische tuin van de Henry Doubleday Research Association (zeg maar
de Engelse Velt, hun tweede tuin, naast deze van Ryton)
met een reeks historische tuinen: van de middeleeuwse
klooster-apothekerstuin tot de cottagetuin (William Cobbett) en verder
verschillende speciale thematuinen : hoe biologisch tuinieren, zeer fijne(klein)fruittuin, watertuin, composttuin, childrens garden enz..(organicis het Engels voor biologisch). Middagmaal. Gidsbeurt
van anderhalf uur met vertaling.
Daarna
staat Brogdale ( Faversham) op het
programma, met zijn fenomenale fruitcollectie: 2300
appels, 500 peren 350 pruimen enz.. Een levend fruitmuseum in zijn
herfstweelde!
We worden
er gegidst door de Friends of Brogdaleen zullen kunnen genieten van de fantastische verzameling en hier en
daar de proef op de som kunnen nemen.
Tussendoor
genieten we van een gezellige overvaart (Calais) en van het typische Engelse
landschap.
*****
Opstapplaatsen:
Parkeerplaats Rond punt van Wommelgem vertrek om 6u 10 stipt;Wees enkele minuten vooraf aanwezig.
Opstapmogelijkheid
in Gent, links van het U.Z.over de ring, aan hotel Campanile, naast Holliday
Inn om 7u00enLoppem (rond punt afrit) om 7 u 40.Terug rond 24 u.
Prijs: 69 ( Velt en NBS) ( 74niet-lid):inbegrepen: bus, drinkgeld chauffeur, overzet, alle inkomgelden, twee
maal gidsen (vertaling voorzien) , een lekkere, biologische lunch te Yalding en
afternoon cream coffee/tea met versnapering ( ken je al een scone?) te
Brogdale.
Inschrijven door
overschrijving op rek.000 -0875684 65vanD.
Willaeys2980Zoersel. Dit kan desgewenst met een voorschot
van 30 .. Volledige betaling voor 1 juli. ( Vraag eerst of er nog plaats is).
Voorzie in wat Engels geld voor drank en desgewenst een knabbeltje voor s
avonds op de boot. Identiteitskaart
bijhebben noodzakelijk!
Gelieve
onderstaande strook (of kopie) in te sturen of te faxen of te E-mailen
naar:Lage Weg 60,2980 Halle-ZoerselTel en
Fax03383 12 37E-mail:daniel.willaeys@pandora.be
Vanmorgen
sneed ik nog een viertal appelen van het ras Baujade in de blender om ze te mixen
met rode bes en aardbeien.
Sinds eind
oktober/ begin november staan die onder het naar de oostkant open afdak.Ze hebben zowel koude als warme temperaturen
getrotseerd. De oorspronkelijk groene appelen zijn nu geel en flink verrimpekd,
maar nog bruikbaar voor verwerking. Er schieten er nog maar enkele over.
Zon laat ras vind ik heel interessant voor de liefhebber.
Baujade is daarenboven
een schurftresistent ras, een Franse kruising met Granny Smith. Elk jaar is er
een flinke oogst aan kleine en middelmatig grote vruchten.
Vanmorgen, de eerste zomerdag, werd
ik om half zes gewekt door de melodieuze, rollende klanken van een Wielewaal,
die vijf minuutjes halt hield op zijn lange trektocht vanuit het Zuiden. Toch
weer enkele jaren dat ik die niet meer gehoord had.
Tot een paar tiental jaren geleden
was het een jaarlijkse broedvogel in de omgeving.
In mijn geboortestreek in
West-Vlaanderen noemden we hem, klanknabootsend: Wrongelderwei
.
Gisteren
(19/6) was neef Rik Dedeene op bezoek. Hij is zendeling in Kazakstan; nu een
zelfstandige staat uit de vroegere Unie van Sovjetrepublieken.
Zondag
hield hij een lezing in het Russisch in Antwerpen.
Na een
drietal jaar in St Petersburg, 2 jaar in Moermansk, de havenstad in het hoge
Noorden, met s winters temperaturen tot dicht tegen de 50° C en nu 2 jaar
Kazakstan, is hij het Russisch behoorlijk machtig en ook in het Kazakstans kan
hij al een aardig woordje meepraten. Dat moet ook als je het woord van Jehova
verkondigt.
Terwijl
Aleide hem onderhield over haar Afrikaprojecten, snoeide ik de druiven in hun
nabijheid tegen de zuidgevel.
Er staan nu
8 verschillende rassen en alle plaatsen zijn benut.
Het werd
hoog tijd om de ranken in te nijpen. Nu kan je ze nog gemakkelijk afbreken. Nog
later, als ze meer verhout zijn, moet het met de snoeischaar.
Meestal
laat ik een 5 tal bladeren na de tweede tros staan. Op een kleine rank behoud
ik maar één trosje.
De rank
vormt net als tomaten-okselscheuten.
Ik laat daar
één blad staan en neem het groeipuntje weg.
Vanmorgen
was ik aardbeien aan het plukken en wat zag ik?Een
druivenzaailing!Nog nooit zoiets
gezien.
Het ziet er
een gezonde groeier uit, vrij donker van voorkomen.
Wat wordt
het? Wordt het überhaupt iets?
In oktober
zal ik die op een kweekbed zetten.
Daar
alle plaatsen tegen de muren reeds ingenomen zijn,zal ik een stukje wijngaard moeten aanleggen,
want op het wachtbed staan reeds enkele druiven, in afwachting voor een
definitieve plaats.
Overdag was het een gezoem van bijen, hommels en andere insecten. Enkele
deelbloempjes zijn open, de andere nog gesloten.
Je kon de geur van honing opsnuiven. s Avonds heb ik enkele takken van
de bloeiende Linde geknipt.
Toen ik de bloemblaadjes aan het afplukken was, merkte ik een mooie, teergroene
rups met uitstulping achteraan boven op de rug. Waarschijnlijk de rups van de piramidevlinder,
Amphipyra pyramidea L, een nachtvlinder.
Terwijl de
gedegen stichter-voorzitter, Lionel Van den Berghe met een insectensteekallergie
opgenomen is in het ziekenhuis, wandelde ik mee op de poëziewandeling van het
plaatselijke Davidsfonds van Halle-Kempen.
Een formidabel
Perkel Perzikenjaar
In het Zoersels is dat Pèsejaar
Perkels dat is het West-Vlaams voor
perziken.
Aleide en ik waren gisteren mee met
de senioren van Zoersel op uitstap naar het West-Vlaamse Heuvelland. Het
heenrijden verliep soms in de regen, die daarna gelukkig ophield. Aldus konden
we beter genieten van de vele panoramische zichten.
Op de agenda stond o.a. een
ontmoeting met Renata Bruggeman, de heksendame van Loker in Heuvelland. Een
knappe verschijning die haar rol formidabel speelt. Een genoegen om te horen en
te zien en tot besluit een liefdesdrankje van vlierbloesem op witte wijn te
degusteren. Tussen haakjes: Nu bloeit de vlier overal overdadig: een geschikt
moment om zelf aan de slag te gaan.
Huis en tuin liggen op een zuidelijke
heuvelflank.
De begroeiing rond het huis is zeer
rijk. De kruiden, met naamkaartje, groeien er dat het een plezier is.
Aan de zuidkant van het huis staat
een goeddragende vijg. De bladeren zijn toch maar van een kleine maat voor een
adamskostuum. merkte Jules op. Allez voor vroeger toch, nu al meer passend!
De twee pruimenbomen hingen Oh zo
volgeladen. Wat een verschil met hier in De Kempen. In een rijke kleigrond
aarden pruimen ook veel beter.
Aan de perzik hingen haast meer
vruchtjes dan bladeren. Hier valt dringend in te grijpen, anders is er veel
kans dat het afkraakt onder zijn gewicht, zoals ik in het verleden meermaals
gezien heb. Voeg daarbij dat je zonder dunnen veel te veel kleine, ongenietbare
vruchten bekomt. Daarenboven put de boom zich nodeloos uit en houdt onvoldoende
reservestoffen over voor het volgende jaar. Ze zouden ingrijpen zei Renata.
Dit jaar heb ik ook al mijn
perziken sterk moeten dunnen.
Bij een liefhebber, dus
ook bij mij, bestaat er allerminst gevaar dat er te sterk gedund wordt!
Vandaag zag ik op 2 ver van elkaar staande
bomen een gestoken appel met een hoopje bruine, uitgevreten pulp. De slechte
geur kon ik niet ruiken. Lag het aan de 30 ° C? Als je de vrucht doormidden
opensnijdt, ontdek je in de uitgevreten gangen de vuilwitte larve van de
appelzaagwesp, Hoplocampa testudinea
(Klug). die een slechte geur verspreidt.
De veel beter bekende appelmade
van de fruitmot, Cydia pomonella (L)
(syn. Laspeyresia pomonella (L.) ) - zie het stukje over Fruitmot en Carpovirusine - komt pas later .
De appelzaagwesp komt enkel op appel
voor. De fruitmot tast ook peren aan, ook wel perzik en zelfs walnoot.
Beiden zijn niet tevreden met één
vrucht!
De larve van de appelzaagwesp verhuist twee à drie maal naar een nieuwe vrucht.
Ook de rups van de fruitmot trekt van de ene naar de andere vrucht. De zaagwesp
overwintert in de grond. De rupsen van de fruitmot in (schors-) spleten.
Het boorsel van de appelwesp is
vochtiger en plakkerig. Dit van de fruitmot droger.
De larve van de appelzaagwesp is vuil
wit. De rups van de fruitmot is meer rozig.
De volwassen appelzaagwesp vliegt
van half april tot eind mei. Het volwassen insect meet ca 6 mm, is donkergeel,
met zwart berookte vleugels.
Het zit s morgens vroeg verscholen
tussen de bloesem en vliegt bij zonnig weer.
Met zijn zaagvormige legboor prikt
het in de zich pas vormende vruchtjes en legt er een ei in.
De fruitmot is ca 9 mm, grijsbruin en
aan de vleugelpunt een goudkleurige vlek.
De mot vliegt in de
avondschemering, indien de temperatuur minstens 13 °C bedraagt. Eiafzetting
vanaf 15 °C. Een tijd terug heb ik er gevangen in een feromoonval.Op de bodem ligt
er een ingelijmd stuk karton en een rubberen dopje dat de seksgeuren van een
vrouwelijke mot bevat. De mannelijke motten komen er op af en blijven plakken.
Het aantal gevangen motten geeft een aanduiding van de
infectiedruk. Slechts een beperkt gedeelte laat zich vangen!
De eieren worden afgezet op de
vruchten, soms op de bladeren. Pas afgezet is het ei crème-kleurig. Na enkele
dagen tekent er zich een rode ring op af.
Ik moet beter leren
kijken! Zon ei heb ik nog nooit opgemerkt, wel een rupsje dat bezig was zich
in te boren.
Nu ligt er antiworteldoek rond gans
het uitwijkperceel met het kleinfruit en enkele fruitbomen, in afwachting van
de heraanplant, na de aanleg van de aardgasleiding.
Antiworteldoek is geweven uit
zwarte plastiek. Het laat water door, maar geen licht, zodat de vegetatie
eronder afsterft. Het vormt een barrière tussen de begroeiing en de
cultuurplanten. Langs de grachtkant kan ik aldus makkelijk de netels in bedwang
houden.
Aan de andere zijden worden vooral
de wortelvormende grassen (pemen in het dialect) belet om binnen te dringen.
Hoera, de verhoopte droge periode is er voor de aardbeien.
Ze rijpen dat het een plezier is.
Vanmiddag
kwamen enkele kleinkinderen op bezoek en werd het roomijs van Bofrost, gemaakt met Bourbon vanille
, uit de diepvries gehaald.
In het
roomijs zie je de zwarte puntjes van de vanille.
Ik wou
weten hoe het met de Bourbon vanille als natuurproduct
nu juist in de haak zit.
De indianen
in Midden America kenden deze zoete specerij al van de tijd voor Colombus.
Het woord vanille is afkomstig van het Spaanse woord
voor peul, vaina. Het verkleinwoord is vainilla, wat de Fransen vertaalden als
vanille. Het vanillestokje is de lange, zwarte vrucht van exotische klimplanten,
o.a. de Vanilla planifolia (met gele bloemen) of de Vanilla imperialis (met
roze bloemen), familie van de orchidee. Zodra
de bloem is bestoven, groeien vanuit het hart lange, dunne peulen met daarin de
zaadjes. Vanillestokjes worden geoogst voordat de peulen helemaal rijp zijn,
anders zouden ze open knappen en de zaadjes eruit springen. De peulen krijgen
pas na het drogen en fermenteren het bekende vanillearoma. De langste
vanillestokjes zijn de beste. Ze moeten dik, glanzend, vettig en geurig zijn.
Soms zijn de stokjes bedekt met witte kristallen: het uitgekristalliseerde vanilline.
Lange tijd had het koloniale Spanië de monopoliehandel van de vanille.
Andere landen hadden wel de vanilleliaan in handen
gekregen en konden die ook verder kweken, maar er kwamen geen vruchten omdat de
bloemen niet bestoven raakten.
Een Belgische botanicus, Charles Morren heeft in
Mexico het waarom ontdekt. Hij vond er de inheemse bij die daar bij het
verzamelen van pollen de bloemen bestuift. Dergelijke bijen ontbraken in de
andere landen.
Hij zag dat vanille een zelfbestuiver is, die door het
eigen stuifmeel bevrucht wordt. Dit bracht hem op het idee van de kunstmatige
bestuiving met de hand, maar dat was niet eenvoudig. In 1838 publiceerde hij
zijn methode.
De grote doorbraak kwam echter drie jaar later,
toen een zwarte slaaf op het eiland Bourbon-Réunion de beste manier voor
bestuiven vond.
Met een cactusdoorn wordt het vlies dat de
meeldraden met de pollen of stuifmeelkorrels van de stempel scheidt, teruggebogen en met een zachte
druk van duim en wijvinger duwt men het stuifmeel op de stempel. Zeven maanden
later kan men de peulen oogsten.
Van het eiland Bourbon verbreidde de teelt zich naar
het nabijgelegen Madagascar. Dit land werd dan de hoofdproducent van de Bourbon
vanille.
Vanillestokjes worden nog steeds op het
tropische eiland Bourbon, nieuwe naam Réunion geoogst, maar vanille wordt vooral
in Mexico en Madagascar verbouwd. Goede vanillestokjes zijn donkerbruin en
taai. Als het vanillestokje in de lengte wordt opengesneden, komen er kleine
zwarte korreltjes te voorschijn (het merg). Vanillestokjes worden helemaal
meegetrokken in vloeistof, maar ook het uitgeschraapte merg kan worden
gebruikt. U kunt de stokjes verschillende keren gebruiken. Spoel ze na gebruik
af en dep ze goed droog. Bewaar ze in een goed afgesloten pot onder een laagje
suiker. Het stokje is pas uitgewerkt als het aan uw vingers geen geur meer
afgeeft als u er lichtjes in knijpt.
Door het
slechte en koude weer in mei en begin juni is de fruitmot later aktief geworden
dan in normale jaren. Er is ook een verschil van streek tot streek. Volgens de
waarschuwingdienst van Gorsem zijn de allereerste volwassen fruitmotten
waargenomen rond 12 mei. Dat was waarschijnlijk op plaatsen waar de
infectiedruk van fruitmot vorig jaar zeer hoog was. Indien u Carpovirusine
gebruikt als bestrijding van de rupsen van de mot, dan is een eerste bespuiting
op 10 juni goed voor deze waarnemingen. Op veel plaatsen echter is de eerste
volwassen fruitmot later waargenomen. In mijn eigen streek (zuid
West-Vlaanderen) zijn de eerste ernstige waarnemingen pas gedaan op 3 juni. Met
het warme weer dat we nu hebben, moet je daar drie weken bijtellen om de
ontluiking van de eieren en dus het verschijnen van de eerste rupsen, vast te
stellen. In ons geval is een eerste bespuiting dus pas zinvol rond 24 juni.
Daarna zeker nog 2 bespuitingen uitvoeren, in ons geval rond 4 juli
en 14 juli.
Indien u
voor uw eigen streek het juiste moment van de rupsen wil kennen, neem dan best
eens contact met een professionele fruitteler in de buurt, zij zullen zeker
weten hoe de vork aan de steel zit.
Vandaag (8/6) kwam Louis Eelen, de
pruimenman, op bezoek.
We hebben onze rondgang gemaakt. De
pruimen zijn weer schaars dit jaar.
Tijdens het grootste
deel van de bloeitijd van de pruimen was het nog koud en nat. Er kwam nog wel
een warme periode, maar de bijen en hommels waren zo weinig in aantal!
We constateerden dat op een
zelfbestuiver als Queen Victoria
amper een paar pruimen stonden.
De boom groeit niet meer naar
behoren. De meeste verdroogde takken waren er al vroeger uitgeknipt.
De Kempische pruimen (naam die ik gegeven heb aan een wortelecht ras
dat hier in 1962 stond toen we hier kwamen en waarvan ik er vele tientallen
uitdeelde) doen het iets beter dan vorig jaar, vooral deze die goed van
compost voorzien werden.
Op Jubeleum staan er dit jaar wel een behoorlijk aantal vruchten.
Vorig jaar heb ik deze boom duchtig onder handen genomen en nog zijn er takken
die ik dien te verwijderen.
Louis heeft oog voor een open kroonvorming en evenwicht. We
knipten een aantal naar binnen groeiende takken weg of kortten die in. Er werden een aantal spalken
geplaatst om takken te dwingen om meer naar buiten te groeien.
Vele pruimenrassen dragen dit jaar
weer niet. Ook de Gembloux rassen laten het afweten. Geen vruchten op Belle de Thuin, in tegenstelling met
vorig jaar ook weinig op Wignon. Prune
de Prince heeft gelukkig wel wat vruchtjes.
Wat
een tegenstelling
met de zeven kerspruimen, myrobolanen, Prunus cerasifera, (De gewone
pruimen heten met hun wetenschappelijke naam Prunus domestica
-gecultiveerd), allemaal naast
elkaar, die overvol hangen als nooit te voren! Ook de vorige twee jaren
waren die goed geladen.
Een van de
eerste blogs die ik vorig jaar schreef ging over onze generatieboom. (13 april
2005)
Voor de drie bijkomende
kleinkinderen had ik naast deze van de vroegere 14, 3 rassen bijgeënt.
Uiteindelijk was enkel de VeurnseReinette gegroeid.
Dit jaar de mislukte takken wat
bijgezaagd en opnieuw enten geplaatst. Hoera! Ze zijn aan het groeien en vormen al blaadjes.
Praktisch alle kroonentingen zijn
dit jaar gelukt.
Eerst het koude, droge weer van
eind maart, en daarna de zeer droge en warme periode van begin april deden de verbeterde plakentingen van mijn goede
vriend Louis mislukken.
Mijn kroonentingen hadden maar enkele dagen het te warme weer van eind april- begin mei te verdragen. Ze hadden het veel meer naar hun zin tijdens
de koude, natte meidagen!
Zo zie je maar; in de natuur blijft het altijd boeiend!
De generatieboom hangt
dit jaar zeer vol. Alle 14 dragende rassen hebben veel vruchten.
Nu we het de laatste tijd over nuttige werktuigen hebben, moet ik nog
een instrument vermelden dat ik sinds enkele jaren met veel plezier gebruik.
Dit is de spiraalgrondboor van Polet om gaten te boren van
8cm doorsnede. Maar met een paal van 10
cm lukt het even goed.
Vroeger groef ik altijd putten met
de smalle steekspade.Maar de palen kan
je niet direct goed vastzetten. Het vraagt ook meer werk.
In gaten gemaakt met de boor zitten
ze onmiddellijk wel goed vast. Je kan de palen even gemakkelijk recht of schuin plaatsen. Je boort in de stand die je wil.
De spiraalboor werkt veel
gemakkelijker dan het eenvoudiger model met 2 vleugels onderaan.
Vorig jaar schreef ik een stukje over de rolhak
of rolschoffel op 28 mei met de vraag of dit werktuig nog gemaakt werd. Op 19
dec kon ik melden dat de firma Wolf de Multi-Star® universele frees van 15 cm
maakt.
Deze combinatie van een
speciaal vormgegeven sterfrees en een scherp pendelmes is werkelijk uniek. De
tuinfrees is het universele tuingereedschap voor zaaibedden. Turf en
meststoffen kunnen bijvoorbeeld tegelijkertijd in de bodem worden verwerkt.
Terwijl de sterwielen de bodem tussen de plantenrijen losmaken en beluchten,
wiedt het pendelmes dichtbij storend onkruid. Werkbreedte 15 cm. Aanbevolen
multi-star® steel: essenhouten steel van 170 cm lengte.
Voer
bij Google:Wolf Tuingereedschappen in.
Ik zag een prijs van 35,50 (zonder de steel).
Koen uit Essen meldt nu
hetvolgende:
Die gärtenfrees van Wolf voldoet
niet aan onze wensen.
Wij gebruiken momenteel een geleende rolschoffel, maar hebben een nieuw
exemplaar gezien voor 252 (!) euro (bij ijzerwaren De Jongh in
Nieuwmoer-Kalmthout). Veel te duur helaas.
Vandaag op www.vannederkassel.nl enkele
verschillende afmetingen gezien. (bosbouw->tuingereedschap->hak/schoffel).
Kennen de prijs helaas nog niet, maar ook daar verkopen ze er alvast, al is de
zijkant iets anders afgewerkt dan ik gewoon ben. Daar zou ik persoonlijk echter
de zijkanten afhalen, dan zie je beter waar je blijft.
Verder meen ik mij een hobby-tuinder te herinneren die er zelf één maakte van
een oude cilinder-of kooimaaier (Abner), maar dat lukt enkel als de cilinder
voldoende groot in diameter is.
Het gaat om twee heel
verschillende werktuigen.
De rolschoffel waarover Koen het
heeft ken ik niet en kan er dus niet over oordelen. Deze rolschoffel ziet er uit als een draaiende
trommel.
Zelf heb ik 2 Wolf rolschoffels ( zeg ik beter rolfrees?).
De smalle kocht
ikzelf zo'n goede veertig jaar geleden. Die wordt nog uiterst zelden
gebruikt
omdat die nogal haperig werkt. Het bredere model kreeg ik zo'n dertig
jaar
terug van vrienden die stopten. Deze Wolf-rolschoffel of tuinfrees doet
het nog steeds
perfect op mijn zandgrond. Ik gebruik die niet alleen op zaaibedden,
maar ook om onbeteelde plekken onkruidvrij te houden om daarop bv later
te zaaien.
In
onze tuin hebben we een pruimeboom met vermoedelijk de ziekte taphrina pruni.
Er vormen zich al enige jaren "heksenbezems", het blad krult en wordt
daarna bruin.
Hoe kunnen we er weer een gezonde boom van maken?
Ik heb de heksenbezems er al zo goed mogelijk uitgeknipt, maar ieder jaar komt
die narigheid weer terug.
(en het zijn heerlijke pruimen!!)
Heksenbezem op pruim heb ik nog nooit gezien.
Ik heb er het boek Plantenziekten van Albert Hallemans bijgehaald.
Heksenbezemziekte Taphrina insitiae
In de winter bemerkt men in de boomkruin abnormaal sterk
vertakte scheuten met bezemvormig uitzicht, ingeplant op een willekeurig deel
van een tak. In de lente neemt het blad van deze heksenbezems een roodbruine
tint aan met gele rand. Infectie heeft plaats langs slapende knoppen.
Bestrijding: Wegzagen van de
heksenbezems, en de wonden afdekken.
(Op kers komt een gelijkaardige heksenbezemziekte
Taphrina cerasi voor.)
Over
Hongerpruimenziekte Taphrina pruni
zegt hij hetvolgende:
Na het spenen der vruchten bemerkt men dat sommige
vruchten ongewoon snel ontwikkelen. Zij nemen nl. een langgerekte, gekromde en
platgedrukte vorm aan. Hun kleur is bleek, later grauw tot bruinrood. Hierin
vindt men later peritheciën van de schimmel.
Steenvorming blijft achterwege. Later op de schil een
witgeelachtig poeder.
De schimmel overwintert in het vruchthout en in zieke
vruchten. Een bestrijding is zelden nodig.