Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
16-10-2006
SLEEPRUIMEN
SLEEPRUIMEN
Zon 15 jaar terug leerde ik bij Luc De Cleene te Lokeren de Streping appel kennen. Ik kreeg er enthout van en oogstte dit jaar weer heel wat van die grote appels.
Zijn boomgaard was omringd door een heg van sleepruim. De grotere vruchten trokken toen mijn aandacht en ik kon ze niet goed plaatsen als sleepruim. De struiken waren ook een stuk minder doornig.
Hier tegen het Zoerselbos wist ik ook een sleedoornstruweel staan.
In de vroege lente was het steeds een witte vlek in het groene landschap, tot de nieuwe eigenaar alles proper maakte.
Gisteren kwam ik op de stand van het Provinciaal Archeologisch Museum Velzeke Ename er eindelijk achter dat er naast de Prunus spinosa vulgaris, ook nog een spinosa ducescens en een spinosa macrocarpa bestaan. De standhouder André Van Peteghem had de 3 soorten vruchten in de streek verzameld. Ze hebben elk een eigen karakteristieke steen. Je kon die bekijken door een vergrootglas.
Stenen van de spinosa ducescens, stammend uit de 14 de eeuw werden te Geraardsbergen opgegraven.
Nog straffer: stenen van de spinosa macrocarpa trof men te Zele aan in een laag uit de Ijzertijd (3 de eeuw voor Chr. tot 35 na Chr.)
Vandaag geconstateerd dat ik de Reinette dOrleans, een lekkere appel, best een paar weken eerder had geplukt. Sommige vruchten tonen al overrijpheid. Een gedeelte zal na het uitponsen van het klokhuis, met de broodsnijder in fijne plakjes gesneden worden. Daarna leg ik die op de horren om ze te drogen in de droogkast boven op de tegelkachel. De rest gaat mee naar de sapverwerking volgende week.
Mijn 8 m ladder volstond net om de appels in de top van Rode Boscoop te plukken. Gelukkig had ik de top in de lente al wat teruggenomen.
43 Jaar terug kocht ik een struikje met 3 takken, die op 50 cm hoogte vertakten. Eén spil heb ik na verloop van tijd weggezaagd.
Onwetend had ik een enting op zaailinggekocht. Denk er een stam van 2 meter bij en je hebt een echte hoogstam. Dan schiet een ladder van 8 m te kort. Nu zal dat hoogst waarschijnlijk niet meer gebeuren. Men ent struikvormen op de zwakke onderstammen M 9 en de iets sterker groeiende M26.
Vorig jaar is Wervel - Antwerpen met deze busuitstappen begonnen.
Te Aartselaar bezochten we het biologisch melkveebedrijfvan Dirk en Ilse SJongers. Dirk heeft nog 2 broers die boeren: een doet het eveneens biologisch, de andere gangbaar.
Een eerste aanvraag bij het certificeringsorgaan BLIK werd afgewezen, omdat uit het onderzoek van zijn bodem bleek dat deze vervuild was met cadmium. (Neerslag van Union Minière Hoboken, nu Umicore). Dank zij de E G wetgeving voor Bio, met mindere eisen, kon hij wel overschakelen. 6 Jaar terug moest nog 40 % naar de gangbare melkerijen gebracht worden. Nu kan 100% van de melk biologisch afgezet worden.
Het bedrijf evolueert stilaan naar een zorgboerderij, waar mensen met een handicap kunnen komen werken.
Als ik de grote oppervlakte zuidermuren zag, suggereerde ik Dirk druivelaars aan te planten. Er had er lange tijd een gestaan, vertelde hij, maar deze was door een nu gerooide naaldboom in de verdrukking geraakt.
De woonruimte met zelfgebouwde, grote tegelkachel was net groot genoeg voor de broodjeslunch.
In de namiddag ging het naar bioboer Koen Busschots te Koningshooikt (Lier).
Een mispel naast de toegangsweg trok al onmiddellijk de aandacht.
Koen nam in 1990 het biobedrijf van zijn vader Marcel over.
Het bedrijf bedraagt 10 Ha. Gelukkig steunt het op 2 pijlers: 3 Ha groenten en 7 Ha fruit: 3 Ha appels en evenveel peren. Verder een halve Ha pruimen en nog een ½ Ha ander fruit: noten, kersen, krieken, perziken.
Hij startte al onmiddellijk met tegenslag: zware lentenachtvorsten in 90 met als gevolg zeer weinig fruit en het jaar daarop een uiterst zware hagelstorm begin augustus. Als boer blijft men afhankelijk van de natuur. Ik heb achteraf in de streek de schade aan de bast van bomen gezien. Niet te geloven: overal diepe putten. Geen fruit meer aan de bomen en nauwelijks nog een blad. Er waren jonge boompjes bij die letterlijk afgehageld waren. De reeds grote maïs op aanpalende velden was totaal af en platgeslagen.
De datum 7 oktober van ons bezoek was goed gekozen, want het was die dag appelproefdag in de bedrijfswinkel.
Maar eerst gingen we op wandelvoordracht, waarbij we veel vernamen over de groei en verzorging van fruit. Hij legde het waarom van zomer en wintersnoei uit. Zijn appels staan op M9.Een peer die nog te fel groeit op kwee als bvde Flippen (Beurré de Merode) krijgen een tussenstam Comtesse de Paris en blijven dan kleiner. In de bioteelt is er geen sprake van chemisch dunnen. Alles gebeurt met de hand. Optimaal heeft 1 vrucht 70 bladeren nodig.
Tot juli wordt de strook onder de bomen zwart gehouden. De tijdelijke begroeiing daarna zorgt voor extra humusmateriaal. Zou de gras en onkruidgroei de vegetatieve groei van de bomen iets verminderen ten voordele van de vruchten? Op sommige bomen was de groei nog niet afgesloten wegens de forse hergroei in aug., na de julidroogte.
Zijn zandleem bodem heeft een goede structuur, veel humus en een rijk bodemleven. Een indicatie is bv 60 regenwormen per m². Een nadeel is dat in een dergelijke bodem de mollen en woelmuizen het eveneens naar hun zin hebben met als gevolg wortelschade. De mollen zijn alleen de wegbereiders, of zeg ik in dit geval beter gangbereiders?
Topaz is een schurftresistente, heerlijk smakende appel, maar gevoelig voor stambasisrot. Daarom gebruikt men als tussenstam Golden Delicious. Een liefhebber kan bv hoger enten op een MM 106. Maar deze onderstam is te groeikrachtig voor de beroepsteelt.
Dat het ras vrij gevoelig is voor kankerwas duidelijk te merken. Tijdig de aangetaste takken wegnemen en meenemen, want kankertakken op de grond laten slingeren vormt in het natte najaar en winter weer sporen en nieuwe infecties.
Santana van Nederlandse herkomst is zijn ander topras. Er zou nog maar 2 Ha aangeplant zijn in België. De vruchten zijn groter en nog mooier rood dan Topaz. Ze hebben eveneens een zeer goede smaak.
Mensen met een allergie voor rauwe appels zouden geen hinder ondervinden bij dit ras. Hij begint de rode vruchten tussen te plukken van begin september. Nog een zeer goede eigenschap: het ras is niet beurtjaargevoelig.
We bezochten ook het veld met de eenjarige Rode Topaz, een beschermd ras. Vele boompjes droegen reeds enkele mooi rode vruchten. Ik bemerkte al dadelijk een kankertakje. De mutatie slaat blijkbaar alleen op de kleur. De kankergevoeligheid is meegeerfd.
Ik vernam nog dat hij een paar nieuwe rassen van de befaamde, baanbrekende kwekerij Jo Nicolai heeft staan: Dara en Mila. Een van deze rassen was vroeg en zeer goed smakend.
Een ander nieuwer ras dat hij aanplant is Holsteiner Cox. Dit ras is gezond en krijgt geen stip.
Daarna werd er duchtig geproefd aan de stand. Nogal wat keuzebriefjes met een drietal voorkeurenverdwenenin de doos.
Santana en Topaz blijken de toppers.
Svatava smaakt nu, maar zou te vlug achteruit gaan. Raijka zou in hetzelfde bedje ziek zijn. Pirouette vond ik te vlak van smaak.
Daarnaast waren ook oude rassen te proeven als bvGoudreinette en Septer, een minder bekend ras van Wageningen (Piet De Sonnaville) vond ik behoorlijk van smaak.
Een paar walnoten aan het einde van de maaltijd kan de schade die ongezond vet voedsel in de slagaders aanricht beperken. Dat blijkt uit een studie aan Hospital clinico in Barcelona, die in het wetenschappelijk tijdschrift Journal of the American College of Cardiology staat.
Het onderzoeksteam raadt aan dagelijks 28 gram walnoten te eten.
Walnoten bevatten beschermende stoffen die de negatieve effecten van een maaltijd vol verzadigde vetten opheffen. Zo zouden de slagaders niet verharden en zou het risico op hart en vaatziekten niet stijgen.
Nog beter is een maaltijd zonder verzadigde vetten en eveneens wel met noten.
Zondag ontvingen wij de medereizigers op de derde Engelandreis van de Nationale Boomgaardenstichting.Een van de beste groepen die ik gekend heb. Zeg dat maar gerust. Schreef Johan, die moest werken.
We hadden geluk met het weer, zodat we s avonds nog in de tuin konden eten.
We hadden eerst de tuin verkend, vooral met het oog op de fruitbomen.
Maar ook de goudbessen werden gretig geraapt en geproefd. Hopelijk ontkiemen die evengoed in andere tuinen.
De grote appels van de Rode Superman werden gekeurd en geproefd. Het proeven van een vroeg afgevallen Suntan riep het verhaal van Joan Morgan bij de gidsbeurt te Brogdale weer in het geheugen.
De meesten kenden Ecolette, de eerste resistente appel van Wageningen nog niet. De boom staat er zwaar beladen bij en de vruchten kleuren reeds flink rood. Sommigen vonden dit de best smakende appel. Anderen hadden het dan weer voor de zoet smakende Jupiter.
We konden niet alles bekijken want we hadden nog tijd nodig voor het tweede bedrijf: het beoordelen en proeven van 10 druivenrassen, die allemaal buiten groeien, zonder veel problemen of toch. Van een ras schoten dit jaar slechts een paar gehavende trossen over. Dit ras, waarvan ik de naam niet ken, groeit tegen de zuidwestermuur van het kippenhok en had tijdens de zeer natte augustusmaand haast dagelijks af te rekenen met de drup van de pannen. Gevolg de botrytisschimmel deed haast alle bessen rotten. Dit ras met groene bessen blijkt wel heel gevoelig voor Botrytis, dit in tegenstelling met het blauwe ras Regent, meer een wijndruif, die ernaast groeit. De Botrytisrotting was hier haast onbestaande.
Iedereen kreeg een beoordelingsblad. Het was de bedoeling het uiterlijk van de rassen te beoordelen volgens een tien puntenschaal en vervolgens de innerlijke kwaliteit eveneens een cijfer van 1 tot 10 te geven.
Er werden 20 ingevulde formulieren afgegeven. Jean-Pierre nam de verwerking op zich.
Himrod, met pitloze, groene bessen, kreeg voor uiterlijk een gemiddelde van 6,2/10 en innerlijk een 5,7. (Mijn commentaar: van al de geproefde bessen waren deze nog niet optimaal rijp).
Glenora, een pitloos ras met blauwe vruchten: uiterlijk 6,7 en innerlijk 6,3.
De onbekende, botrytisgevoelige groene: uiterlijk 4,1/10 ; innerlijk 4,3.
Swenson Red, met roze en ook nog groenkleurige bessen: uiterlijk 6,6
Innerlijk 6,9. Jules Reyniers, van wie ik dit ras kreeg, vindt dit ook een van de allerbeste rassen van zijn uitgebreide collectie.
Reliance , roos, pitloos, zacht vel, sterke foxysmaak (Speciale, iets kruidige smaak van sommige Amerikaanse rassen) Uiterlijk 6,8 ;
innerlijk 5,25. (Commentaar: persoonlijk hou ik wel van deze smaak. Iemand anders van de groep was van plan zijn exemplaar te rooien, wegens verfoeielijke smaak).
Steuben, mooie tros en blauwe bessen, een Amerikaanse hybride, maar zonder de foxysmaak stak er met kop en schouders bovenuit.
Uiterlijk: 7,6 ; innerlijk 7,3/10.
Bianca, wit-groene, doorschijnende bessen, waarin je de pitten ziet zitten. Uiterlijk 6,4/10Innerlijk 6,3.
De jacked potatoes, aardappels in de pel en nog veel andere goede dingen zorgden voor een gezellige maaltijd.
Aleide toonde haar Afrika tentoonstelling en oogste vooral bijval met de zonneovens. De fotos werden boven gehaald en de computer gestart voor de cd roms. Vooral deze van onze Nederlandse reisgenote, mevrouw Tony Janssen maakten indruk.
VELT Noorderkempen organiseerde deze avond te Loenhout.
Louis inviteerde mij om er samen naar toe te trekken.
Voor mij was het een aangename verrassing verwelkomd te worden door voorzitter Hubert Provoost. We zijn namelijk allebei afkomstig van Ichtegem in West-Vlaanderen. In de studententijd trok ik nogal eens op met mijn leeftijdsgenoot Frans, zijn een jaar oudere broer.
Een klaardere uiteenzetting over de verschillende aspecten van het druiventelen heb ik nog niet gehoord. Zeer duidelijk didactisch materiaal.
Wat mij nog het meest aansprak is dat Valère steeds de nadruk legde op het waarom men best aldus handelt.
Hij wil kwaliteitsfruit en laat, daarom maar één tros per tak staan.
En wat mij nog het meest trof: hij zorgt voor een maximaal aantal bladeren die zorgen voor een maximale voeding van de trossen.
Pas 5 bladeren na de tros wordt de rank geknipt.
En het meest opmerkelijk: de okselscheuten, de dieven worden pas getopt op 3 bladeren.
De Jos, onze macrobiotische winkelier van destijds, had een boontje voor noten. Het waren belangrijke voedingsstoffen voor de hersenen en het geheugen. Wellicht speelde de signatuurleer hierbij een rol omdat de notenhelften wat weg hebben van hersenhelften.
De voedingseigenschappen van okkernoten
Voedingsmiddel
Energie
Eiwit
Vet totaal
Verzadigde vetzuren
Trans vetzuren
Enkelvoudig onverzadigde vetzuren
Meervoudig onverzadigde vetzuren
Linolzuur
(kcal)
(g)
(g)
(g)
(g)
(g)
(g)
(g)
Walnoten
702
15,0
67,8
5,0
0,0
13,3
46,1
37,4
Bron : Nederlandse Voedingsmiddelentabel 2001
Noten bevatten de vitamines E, B1, B2 en B6. Daarbij hebben zij een hoog gehalte aan de mineralen calcium, magnesium, ijzer, fosfor, zink, koper, mangaan en kalium. Bovendien is het eiwit dat in noten zit een goede vervanging voor het eiwit uit dierlijke producten en dit plantaardig eiwit is beter verteerbaar. Voor vegetariërs zijn noten een belangrijke, aanvullende voedingsbron.
Noten en hart- en vaatziekten Een aantal belangrijke studies suggereren dat noten een cholesterolverlagend effect hebben en met andere woorden het risico op hart- en vaataandoeningen kunnen verlagen. Wie een paar keer per week een handvol noten eet, zou 30 tot 50 % minder kans lopen een hartziekte te ontwikkelen. Een en ander is te danken aan de gunstige vetsamenstelling van vele noten, en vooral aan het aanwezige omega-3-vetzuur alfalinoleenzuur.
Naast goede vetten bevatten noten ook andere nutriënten die mede verantwoordelijk kunnen zijn voor hun cholesterolverlagend effect. Zo zijn ze niet alleen rijk aan vezels, maar ook aan antioxidanten zoals vitamine E en flavonoïden. Ze bevatten foliumzuur en vitaminen van de B-groep die kunnen bijdragen tot de verlaging van onze homocysteïnespiegel (homocysteïne is een aminozuur en een marker voor cardiovasculaire problemen). Noten bevatten tenslotte ook veel arginine, dat nodig is bij de vorming van stikstofoxide. Dit laatste zorgt voor de ontspanning van vernauwde haarvaten en bevordert de bloeddoorstroming.
Allergie
Noten behoren tot de allergene stoffen. Notenallergie is een vrij vaakvoorkomende, meestal zeer ernstige allergie. Voor mensen met een notenallergie kan de blootstelling aan zeer kleine hoeveelheden nootfragmenten (die bijvoorbeeld door kruisbesmetting terechtkomen in een noot-vrij product) ernstige anafylactische reacties veroorzaken. Daarom staat op sommige producten vermeld: kan sporen van noten bevatten. Ook kan een allergische reactie optreden via huidcontact, bijvoorbeeld badolie met notenextract.
Een van onze kleinkinderen bleek als peuter gevoelig voor noten. Nu als tiener blijkt dit veel minder het geval te zijn.
Vooreerst is het interessant de noten regelmatig te rapen. Noten die langer onder de bomen liggen verkleuren donker door schimmelvorming. Noten die te vochtig bewaard worden vertonen hetzelfde euvel.
Geraapte noten worden eenlagig uitgespreid om verder te drogen. Daarna worden ze droog en fris bewaard. Een zolder kan een geschikte plaats zijn.
Giftige schimmels vormen mycotoxines.Mycotoxinen zijn zeer stabiele verbindingen die weerstaan aan de meeste bewerkings- en verwerkingsprocessen. Dit betekent dat het mycotoxine nog aanwezig kan zijn, als de producerende schimmel niet meer wordt teruggevonden. Bovendien kunnen mycotoxinen via verschillende wegen de voedselketen binnendringen. Naast een primaire contaminatie kan er zich ook een secundaire contaminatie voordoen. Een mycotoxine kan bijvoorbeeld terechtkomen in vlees of melk van dieren die werden gevoed met gecontamineerd veevoeder.
In walnoten heeft men de mycotoxine citrine gevonden, gevormd door de schimmel Penicillium citrinum. Deze mycotoxine is nephrotoxisch (nierbeschadigend), mutageen (samenvoeging van mutatie en genese), is een chemische stof die het DNA beschadigt en zo erfelijke veranderingen (mutaties) kan veroorzaken. Mogelijk is er ook een carcinogene ( kanker veroorzakende) werking.
BOERENTOEREN ANTWERPEN zaterdag 7 oktober 2006 Wat: 'Uit liefde voor mens, dier en vrucht' biologisch melkveebedrijf en beginnende zorgboerderij te Aartselaar; biofruitkweker Koen Busschots & co: introductie van nieuw appelras; de Drie Wilgen: fruit persen en proeven Tijd: Opstap aan Berchem Station om 10u stipt (BioForum), terug rond 17u30 Meer info en inschrijven: Maria Van Eyndhoven (03/664 55 02) of Tine Vanackere (0495/12 44 33), of info@boerentoeren.be
Dit is een enige gelegenheid om het biologisch fruitbedrijf van Koen Busschots te bezoeken.
Koen heeft nieuwe rassen aangeplant, die beter geschikt zijn voor Bio-teelt.
Hij nam het bedrijf over van zijn vader Marcel, die al van in het begin van de tachtigerjaren als eerste in Vlaanderen, overschakelde op de biologische teelt van fruit.
Elke dag vallen er nu noten te rapen. Voor een keer zijn de eekhoorns nog niet present. Wellicht moeten ze niet zo ver trekken en vinden ze in een dichtere omgeving voldoende noten.
Ik snak er niet naar om deze mooie en sierlijke diertjes nu te zien.
Ik heb 2 bomen Ontario, een op MM 106 en een op MM 111. Beide bomen hadden een goede, maar toch niet overdreven dracht.
Normaal plukt men half oktober. Veel zal er niet te plukken vallen daar de vruchten haast allemaal afgevallen zijn in de septembermaand. Het vallen is al vroeg begonnen en de vruchten hebben al hun gele kleur.
Ontario is, wat de naam al laat vermoeden, een Canadees ras.
Het ras werd rond 1820 door Charles Arnold te Paris in de provincie Ontario gekweekt. Het is een kruising tussen Wagener en Northern Spy.
Het is zowel een keuken - als dessertappel. Goed voor sap. Gekookt behoudt de vrucht zijn vorm en men bekomt een smaakvol, sappig moes. Tijdens de winter is het een vitaminerijke eetappel.
Zaterdag 23 sept. met een volle bus naar Engeland via Calaisen P & O.
1 ste bezoek te Maidstone, de hoofdplaats van Kent, aan Yalding OrganicGardens, de tweede tuin van de Henry Doubleday Research Association (de Engelse VELT).
Een genereuze Kentische Bioboer, zonder nakomelingen schonk aan de vereniging 10 acres en nog een hoop centen waarmee de ontvangstgebouwen konden opgetrokken worden. Halverwege de negentigerjaren werd de tuin geopend. De verdere evolutie sinds ons vorig bezoek vier jaar terug is duidelijk te merken.
Aan de rechterkant heeft men een reeks historische tuintjes gereconstrueerd, te beginnen met de Middeleeuwse kloostertuin. Het accent ligt hier op medicinale planten. Bij de opkomende derde stand, iets later, creëerde men een lusttuin met geurige planten als verademing tegen het onzindelijke interieur van die dagen. Daarna waren het de knottuintjes in de baroktijd. Men plant laag blijvende planten in een bepaald patroon, die daarna afgeknipt worden, zodat een laag haagje ontstaat en het gewenste patroon te bewonderen is.
Tijdens de beginjaren 1800, de Napoleontische tijd en later, was er een zekere William Cobbett, die de mensen aanzette tot zelfvoorziening. Granen leverden meer voedingsenergie dan aardappelen. Misschien was daardoor de totale mislukking van de aardappeloogst in 1848 een minder grote ramp voor de Engelsen dan voor de Ieren?
Met de welvaart van de Victoriaanse tijd ontstonden bij de burgers de eerste siertuinen. Met de oorlogsjaren was men weer meer aangewezen op zelfvoorziening en werd de nutstuin, een allotment weer populair.
Er is een Gertrud Jeckel border en een vlinderborder. Niettegenstaande het prachtige weer heb ik niet veel vlinders gezien.
In het andere gedeelte worden alle aspecten van de bioteelt knap belicht. Het viel op hoe goed het fruit het deed in de speciale fruittuin, in vergelijking met de bomen er buiten. De eersten krijgen overvloedig compost en de anderen staan eerder te verkommeren in de gladgeschoren gazons. Ook bij liefhebbers wordt nogal eens vergeten compost en bemesting te geven.
Eerst hadden we de cream thee/koffie met scones en room. Dat weekend was er het ciderfestival en het werd moeilijk om de over de verschillende standen verspreide busreizigers weer bij elkaar te krijgen om met drie gidsen de collecties te bezoeken.
Onze groep bezocht eerst de peren. Verschillende keren stonden we stil om te proeven. De Bartlett, Amerikaanse naam voor Williams Duchess viel weer in de smaak.
Vervolgens de appels: Vlaanderens Roem kon maar matig bekoren.
Sunset was beter.
We stonden in bewondering voor de vele vormen, kleuren en smaken.
Onze groep was de enige die tot bij de pruimen geraakte. We konden enkel nog wat late kwetsen proeven. Van de enkele andere pruimen heb ik enkel de Mirabelle dOtobre als behoorlijk smakend genoteerd.
Bij de terugweg over Chilham zeer schilderachtig dorpsplaatsje, waar we spijtig niet konden stoppen wegens tijdsgebrek-hebben we genoten van het golvende landschap van de North Downs, de heuvelrug dwars door Kent tot aan Surrey. Bovenaan loopt de Pilgrims Way voor de bedevaarders naar Canterbury.
We beleefden een in alle opzichten schitterende dag.
Bij mijn overbuur was er een gezellige bijeenkomst, en iemand had aan mijn vrouw belangstelling voor onze appels getoond.
Tussen de soep en de potatten heb ik er een bezoek afgelegd.
Ik liet het gezelschap van een twaalftal man, meestal iets oudere koppels, maar ook een koppel dertigers een vijftal appelen proeven.
De eerste appel was de Citroenappel van de plaatselijke kweker Mampay van Viersel. De appel werd nog geapprecieerd, maar heeft toch zijn beste tijd gehad. Als tweede liet ik een appel proeven van Mahieu van Jabbeke. Ik schafte dit ras jaren geleden aan als Reinette Clochard.
De kweker had dit ras van Gembloux, maar er moet ergens een kink in de kabel gekomen zijn, want deze appel is beslist een ander tras. Maar welk? Het zijn opvallend grote, gele vruchten. Soms neigen ze tot glazigheid, maar ze hebben een goede smaak, sappig, licht zuur.
Het is een uitermate gezonde boom; geen spatje schurft. De groeiwijze is sterk opgaand. Als ik Marc Lateur nog eens zie, moet ik zeker navraag doen. Minpunt is dat ook deze vrucht niet lang zijn goede smaak behoudt.
Als nummer 3 liet ik de Jacques Lebel proeven. Een enkele kende de smaak van vroeger. De waardering was vrij positief. Deze appel heeft mijn jeugd verblijdt. Op het internaat als jonge snaak had ik er een aantal in mijn koffer liggen. Ik weet nog hoe we die tijdens het eerste weekend van september plukten. Toen startten de lessen in het vrij onderwijs pas half september. s Middags kregen we de gelegenheid om op de hoge zolder te klimmen en een appel mee te brengen. Ik heb er nog deugd van als ik er aan denk. Nog steeds is het een van mijn lievelingsvruchten. Iets later wordt de schil vettig en taai. Dan is het een van de weinige appels die ik schil.
Als nummer vier serveerde ik een Goudreinette (?), een kleinere Boskoopachtige. Sommigen herkenden de sappige, zure smaak.
Als nr 5 had ik Jupiter meegebracht. Dit is een bij ons onbekende Engelse appel, sappig en met een rijke, zoet-zure Cox smaak en zacht vlees. Deze vond men de absolute top! Jupiter is een creatie van East Malling. Dr F Alston kruiste Cox Orange Pippin en Starking Delicious in 1966. Het ras werd in de handel gebracht in 1981.
Het is een triploïd ras en heeft stuifmeel van andere rassen nodig voor de vruchtzetting. Om het andere jaar is er een rijke dracht van dof- rood-gestreepte vruchten. De boom is kompleet alternerend. Het jaar daarop zijn er geen appels.
Vandaag met de Landelijke Gilde van het Gewest Zandhoven met 3 bussen naar Boskoop geweest. Boskoop ligt iets boven Gouda, midden in Nederland.
De Schone van Boskoop heeft niets met een mooie vrouw te maken, maar alles met een appel: een vrucht waardoor het kwekersdorp wereldfaam heeft gekregen. De kwekers in Boskoop houden zich allang niet meer bezig met appelbomen, maar door de 'Schone' worden beide begrippen nog altijd gekoppeld. Lang geleden begon men met het kweken van vruchtbomen. De oudste gevonden rekening van 1462 ging over de verkoop van vruchtbomen. Nu wordt er nog van alles gekweekt, behalve juist vruchtbomen.
De Belle de Boskoop of Schone van Boskoop is een appelsoort die in 1860 werd gewonnen door de Boskoopse familie Ottolander.
K.J.W. Ottolander was een bekende dendroloog (bomenkundige) en pomoloog (vruchtenkundige).
Dit jaar dragen mijn Schone van Boskoop geweldig. Maar dit betekent volgend jaar (haast) niets.
Ik zou deze veelzijdige (eet en verwerkings) vrucht niet graag missen.
Je moet die zelf kweken, want in de handel zal je deze appel niet meer vinden.
Ik noem de Physalis pubescens/pruinosa goudbessen, om ze te onderscheiden van de grotere, meer oranje ananaskers (Physalis peruviana).
De eerste groeit van nature in de meeste staten van de Verenigde Staten, behalve in de warmste zuidelijke staten.
De anaskers groeit in Midden Amerika en subtropisch Zuid Amerika. Let op Peru in de naam.
Dit jaar groeiden de goudbessen zeer fel; zelfs tot 140 cm. Normaal is dit 70 cm. De reden is wellicht te zoeken in de zeer warme juli, echt een warm landklimaat, waarin ze zich het beste thuisvoelen.
Door de frisse, zeer natte augustus werden de eerste bessen pas rijp rond 20 augustus. In het warme 2003 raapte ik de eerste bessen al op 5 augustus.
Vandaag kon ik een volle emmer oogsten van spontane opslag.
De spreuk: Wie niet zaait, niet oogst, gaat blijkbaar niet altijd op!
Na een
laatste, stevige Engelse breakfast met egg and bacon, vertrekken we naar de
voor vele medereizigers reeds bekende plaats Brogdale.
Het was
de derde maal dat ik er kwam dit jaar.
Brogdale ligt te
Faversham, een tiental km voorbij het bekende Canterbury. In het graafschap Kent, de tuin van Engeland.
De
nationale fruitverzameling van Groot Brittannië stamt uit circa 1800. Eerst had
ze Chiswick, Londen als standplaats. Het beheer werd toen gedaan door de
Horticultural Society (later de Royal Horticultural Society) onder leiding van
Thomas Andrew Knight. De verzameling ontstond vanuit de behoefte aan correcte
beschrijvingen van de fruitvariëteiten die in het Verenigd Koninkrijk geteeld
werden. Ook wou men een juiste nomenclatuur voor al die variëteiten. Een eerste
catalogus werd gepubliceerd in 1826, aldra gevolgd door een meer gedetailleerd
exemplaar in 1831. Hierin waren 1400 appel, 677 peer en 360
stekelbesvariëteiten opgenomen. Uiteindelijk kwam de collectie - via Wisley- in 1951 in
Brogdale terecht; nu onder de vleugels van het Britse Ministerie van Landbouw. De
zware grond hier in Kent is zeer geschikt voor fruitteelt. De grond is er ook
een stuk minder vorstgevoelig dan in Wisley.
In 1990
werd de collectie geprivatiseerd en overgedragen aan de Brogdale Horticultural Trust.
Sindsdien
wordt de verzameling beheerd door drie partijen. Het Ministerie is nog steeds
eigenaar van de collectie. De University of London staat in voor het wetenschappelijke
werk rond dit genetisch materiaal. De Brogdale Horticultural Trust staat in
voor het onderhoud.
In de
marge van deze grote drie opereert de vereniging 'The
Friends of Brogdale'. De Friends zijn een vereniging van (financieel)
steunende - & leden. Voor de leden zijn er speciale rondleidingen. Die
telkens omkaderd worden met een proeverij van een selectie vruchten die op
smaak zijn en een lezing. ( Zie verslag op 26
-07-2006)
Ze hebben
ook een eigen nieuwsbulletin 'Fruit News'
De bezielendë
kracht van de Friends is Mevrouw Joan Morgan (coauteur van The Book of Apples).
Zij is wellicht de best droombare gids om dit fruitmekka te bezoeken. Hierbij
werd zij bijgestaan door Brian Self, ondervoorzitter van de Fruitgroep van de
Royal Horticultural Society.
Hij was
in eerste instantie nodig voor het dragen van de zware megafoon op de lange
wandeling.
Bij het
voorbij wandelen vernemen dat de hazelnootaanplanting leeggeplunderd is door de
eekhoorns. Bij de ciderappelen en de Perry pears wordt uitgelegd dat de diverse
ciderstreken hun eigen assortimenten hebben en ciders met eigen
karakteristieken maken. Devon: zoete
cider. Somerset: bitter-zoet.Herfordshire:
scherpe smaak. Tom Putt heeft een
scherpesmaak als ciderappel, maar
is ook een keukenappel. Ook Engelands meest bekende keukenappel Bramleys Seedling kan gebruikt worden
als ciderappel, maar is eigenlijk te zuur.
Notities
op het pruimenperceel. Slechts enkele rijen konden
worden doorlopen. Men koos voor weinig bekende rassen.
Ariel, lekker maar
eigenlijk nog niet rijp genoeg.
Noteer dat we al 6 september zijn.
Dundale, geel, vlezig,
goed.Laxtons Ideal: goed. Damson White:+/- goed. Hierbij werd opgemerkt dat de Damson
pruimen (Prunus insititia) in Engeland een hernieuwde belangstelling kennen. Mirakosa:
goed. Guthries Late Green: zeer
lekker, maar veel vruchten met moniliarot. De lekkerste vond men : Gordon Castle.
Reine Claude de Brahy : goed, maar veel monilia. Dame Aubert, langwerpig, geel, monilia, nog onvoldoende rijp. Thames Cross, matig, nog onvoldoende
rijp. Coes golden Drop : spijtig nog
niet rijp. Geldt als een lekkere pruim, maar een slechte drager. Victory: blauw, sappig, wat zuur. Grand: blauw, langwerpig, vruchtbaar,
vrij goede smaak.
Edwards: blauwe vrucht, gezond, tamelijk goed.
Appelperceel
De Coxachtigen kregen veel aandacht. Suntan
: goed na Kerstmis.
Sunset: mooie bloesem, kleinere maat, rijke smaak, voor
november - december , regelmatige drager.Fiesta: goede smaak. Late Tydeman: klein, beurtjaargevoelig.
Pixie: ook een lekkere appel met Coxbloed.
Pitmaston Pine Apple: klein formaat.
We zagen de Knobby Russet: de
wrattenappel bij uitstek. Zou goed smaken in de winter. Bloody Ploughman: bloedrood, Calvillevormig geribd, komt uit
Schotland. Fall Russet: klein, goed.
Antonovka: de Rus. Goed. Nog een
Rus: Kuldzhinka krupnoplod Aya: rode
langwerpige appel, hangende groei. Zeer zoet, decoratieve bloesem, - vruchten boom.
Lane Prince Albert: gezonde,kleine boom, goede, late keukenappel.
Men raadt aan Bramley op de zwakst
groeiende onderstam M27 te telen, omdat het anders te grote bomen worden in een
kleine tuin.
Als keukenappel bij uitstek kiezen sommigen voor de tot april bewaarbare
bewarende Dumelows Seedling.
We proefden nog de lekkere Epicure
en laxtons Fortune (maar al iets te
rijp).
En ten slotte de peren. Deze staan op kwee C.
Joan Morgan bereidt nu een werk voor
over peren.
Er werd
gewezen op rode peren: Red Seckel, Red Beurré Hardy. De gewone Beurré Hardy
staat er naast. De rode mutatie lijkt toch ook wat te hebben ingeboet wat
groeikracht betreft.
Willie Peddie, klein boompje maar
lekkere peren.
Dubbele Kreeftpeer: een zeer mooie
kookpeer.
De Grand Champion hangt hier, net als bij mij, overladen vol. Bij mij
zijn het kleine peren. Hier zijn de vruchten, alhoewel evenzeer geladen, een
heel stuk groter.
We proefden Belle de Jumet: heerlijk. Bon
Chretien Williams: goed.
Grosse Calebasse: gezond, niet lang
bewaarbaar. ( Maar met veel peren is dit
het geval).
Marie Louise d Uccle: goed.
Er was nog meer
moois te zien. Maar het was tijd voor de lunch.
Terug op de bus
kreeg ik de aangename taak Jean-Pierre en Fons te bedanken en hen een door alle
medereizigers gehandtekend boek te overhandigen.
Zou de
NBS een volgende keer niet eens naar het Oosten kunnen trekken?
Nog even
vermelden dat de grote fruittentoonstelling Europom van vrijdag 27 tot zo. 29 oktober doorgaat te Naumberg , bij Kassel, Duitsland.
Biologisch wel degelijk "aantoonbaar gezonder" De Consumentenbond schoor biologische en reguliere groente begin dit jaar nog bijna over één kam. En het Louis Bolk Instituut ging tijdens het laatste Eko congres niet verder dan wat voedingsclaims. Maar dr. Mae Wan Ho, moleculair biochemicus en oprichter van 'Institute of Science in Society', durft het wel te stellen: biologische groente is 'aantoonbaar gezonder'. In het laatste nummer van haar tijdschrift schrijft ze dat biologische groente de 'hoorn des overvloeds' voor gezondheidsbevorderende chemische verbindingen is. Ze haalt daarvoor recent Zweeds onderzoek aan dat de rem van kankercellen in biologische aardbeien en reguliere vergeleek.
Volgens de wetenschapper, bekend geworden door haar steun aan Arpad Pusztai en hun gezamenlijke strijd tegen genetische modificatie, is de gezondheidsclaim voor biologische groente terug te voeren op de gehanteerde productiemethode. Groenten van biologische teelt bevatten meer anti-oxidanten en andere bestanddelen die de ontwikkeling van kankercellen remmen. "Veel van de bestanddelen", zo schrijft ze in haar blad 'Science in Society', "zijn eigenlijk onderdeel van het afweermechanisme van de plant. Biologische producten kunnen die mechanismen beter aanmaken omdat pesticiden afwezig zijn. In een gezonde bodem zorgt het samenspel tussen planten en microben ervoor dat vitamines en mineralen beter tot hun recht komen."
Dat gaat dus een aantal stappen verder dan het onderzoek van de Consumentenbond dat begin dit jaar weinig verschil tussen biologische en reguliere groenten vond. "Er wordt wel beweerd dat in reguliere groenten nauwelijks goede voedingsstoffen zitten, en dat biologische daarom beter zijn. Dit klopt niet", zo beweert de Consumentenbond.
Indertijd nam de voorvechter van consumentenbelangen het 'drogestofgehalte' onder de loep. Dit gehalte drukt de vaste massa uit die overblijft als je het water eruit haalt. "Het blijkt dat de 15 onderzochte soorten biologische groenten bij elkaar een iets hoger droge stof- en vezelgehalte hebben dan de reguliere." Waarop de Bond de conclusie trekt: "biologische groenten bevatten nauwelijks meer voedingsstoffen dan de reguliere. Maar het verschil is zo minimaal dat het voor de gezondheid van de groenteneter waarschijnlijk nauwelijks uit zal maken."
Zet dat verhaal nu eens af tegen het recente onderzoek van de landbouwuniversiteit van Uppsala, Zweden. Daar vonden Bengt Lundegardh en Anna Martensson een duidelijk aantoonbaar verschil tussen biologische en reguliere aardbeien. "Biologische extracten voorkomen de groei van dikke darm en borstkanker met 60 en 53 procent. De waarden voor reguliere aardbeien waren respectievelijk 49,7 en 37,9 procent", schrijft Mae Wan Ho. De uitkomsten zijn volgens haar in lijn met die van ander biologisch fruit. "Intuïtief voelt de intelligente consument wel aan dat biologische producten - juist door de afwezigheid van kunstmest en bestrijdingsmiddelen - beter voor de gezondheid zijn", aldus Ho in een kort gesprek met P+.