Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
12-11-2006
INTERESSANT NIEUWS UIT DUITSLAND
Daantje,
In het dagelijkse Morgenmagazin
van de Duitse zenders ARD/ZDF kwam in het kader van het thema dat deze week aan
bod kwam, nl. deklimaatverandering, het volgende item
aan bod over appels :
(Ik heb de ontvangen Duitse teksten net vertaald)
Door de sterke opwarming wordt in de belangrijke fruitstreek aan de
Bodensee (het grote meer tussen
Duitsland en Zwitserland, ook het meer van Konstanz genoemd) de teelt mogelijk van appelrassen die meer warmte
vragen. Rassen als Schone van Boskoop, Cox en
Jonagold, geschikt voor een koeler klimaat, verliezen steeds meer aan kwaliteit.
(Jacqueline vreest voor het
teloorgaan van haar lievelingsappel De Schone van Boskoop.)
Anderzijds winnen de nieuwe rassen als Braeburn, Fuji en Gala aan
kwaliteit. 12 15 jaar terug was de teelt met deze rassen nog problematisch.
Ziekten als meeldauw en bacterieuur, schadelijke insecten als de fruitmot,
Laspeyresia pomella, Carcocapsa), in het Duits: der Apfelwickler nemen toe.
Er zijn meer hagelvlagen.
Precies over deze nieuwe soorten
ging het in de wekelijkse uitzending ZDF-Umwelt (Tweede Duits Net)
Wat blijkt: de
oude rassen veroorzaken minder allergieën.
Wetenschappers van de universiteit Hohenheim, samen met dokters van de
universiteit Hamburg hebben de verklaring
gevonden.
Een sleutelrol spelen de zogenaamde polyphenolen,
die als kleur en smaakstoffen voorkomen.
Deze komen voornamelijk voor in de oude rassen (bv Boskoop).
De nieuwe rassen hebben slechts weinig phenolen. Dit
komt omdat men de zuurheidscomponenten weggekruist heeft.
Polyphenolen zijn echter waardevolle stoffen. Ze behoeden de vruchten tegen
beschadiging. Bij de mensen werken ze gezondheidsbevorderend.
De wetenschappers van Hohenheim konden daarenboven vaststellen dat ze nog
een andere belangrijke eigenschap bezitten: ze binden de allergene eiwitten die
zich in de appel bevinden.
Een vrucht met veel polyphenolen kan bij een mens geen allergische reacties
oproepen.
Als er daarentegen geen polyphenolen zijn, dan reageren de vrije eiwitten
van de appel met deze van de mensen en ontstaan de allergische symptomen.
Een snelle test om te weten of het een oud of nieuw
ras betreft
Of een appel veel of weinig
polyphenolen bevat blijkt uit een simpele en snelle test.
Men snijdt een vrucht in twee stukken. Als men vaststelt dat het
vruchtvlees zeer snel bruinkleurt, dan betreft het een ras met veel
polyphenolen, een oud ras. De verkleuring ontstaat omdat deze reageren op de
zuurstof in de lucht.
Nieuwe rassen hebben die verkleuring niet en missen dus die polyphenolen.
De wetenschappers hebben ook de verwerking van appels nader onderzocht.
Daarbij stelden ze vast dat vers appelsap van oude rassen maar een gering
allergiepotentiaal bevat. Sap van nieuwe rassen een hoog allergiepotentiaal.
Hetzelfde geldt voor appelschijfjes.
Na verhitting zijn er geen problemen. Bij temperaturen boven de 80 ° C
worden de eiwitten die allergie veroorzaken onschadelijk gemaakt.
Ik ben Jacqueline veel dank
verschuldigd voor het doorgeven van deze interessante teksten.
Het ras ontstond voor 1870 bij J. Drisket. In de literatuur is terug te vinden dat het ras sedert 1870 elk jaar regelmatig draagt. Het is een zeer late bloeier en gedeeltelijk zelffertiel. Daardoor ontsnapt hij normaal aan late lentenachtvorsten.
In het Frans spreekt men van Pomme de Fer en Pomme de deux Ans, wat wijst op de lange bewaarcapaciteit.
Ik entte dit ras een eerste maal in 1986 op een M 7, onze generatieboom, met op dit ogenblik 16 verschillende rassen, naar de 17 kleinkinderen. Eén ras heeft dit jaar de geest gegeven: een Melba.
Dit ras was geënt op een kleine tak onderaan, in de broek van de boom en is na 20 jaar in de onderdrukking, uiteindelijk bezweken bij gebrek aan licht.
Marie Joseph dOthée staat op een veel gunstiger plaats, bijna bovenaan.
Dit jaar waren er weer veel vruchten. De vruchten van deze boom zijn een stuk minder groot, maar veel beter gekleurd met rode langsstrepen.
Volgend jaar in het beurtjaar zullen er maar weinig vruchten zijn. Ook dan bereiken ze maar een gemiddelde grootte.
Veel groter zijn de vruchten op de MM 106, geënt in 1991. Hier zijn de vruchten een stuk groter, maar minder gekleurd, meestal wel met een blos. De late lichtinval wordt beperkt door een bosstrook aan de westkant.
Hier is de dracht regelmatiger, maar in een goed appeljaar als 2006, toch een stuk hoger.
De Ijzerappel begint vroeg te dragen. De eerste appelen aan deze boom werden al 4 jaar later geplukt in 1995.
Over het algemeen is dit ras gezond. In een zwaar schurftjaar is hier ook aantasting maar niet zo zwaar. Regelmatig moet ik hier en daar eenkankertak wegknippen. Zo blijft de boom behoorlijk intact.
Bij dit ras is de vertakking niet zeer evenwichtig. Een laag ingeplante tak op de halfstamboom moet serieus ondersteund worden, wanneer deze vol vruchten hangt.
Ik laat de vruchten lang hangen. Ze zijn pas met Allerheiligen geoogst.
Ze bewaren tot april. In het nieuwe jaar smaken ze beter.
We hebben ondervonden dat dit ras zeer geschikt is om te drogen in appelschijfjes. De smaak is zeer goed.
In mijn ogen een oud ras dat nog steeds het telen waard is.
Boomkwekerij De Linde te Kemmel heeft een assortiment van 6 rassen, waaronder dit ras Agvambari
Het ras wordt omschreven als : groot, weinig ziekte, zeer productief.
De 19 de Rassenlijst voor groot-fruitgewassenvan 1999 omschrijft het ras als: zeer productief, met gave, tamelijk kleine, op citroenen gelijkende, aantrekkelijke vruchten, weinig geribd, van goede tot zeer goede kwaliteit.
De oorsprong van het ras is onbekend.
Ziektegevoeligheid: (Zeer) weinig vatbaar voor meeldauw.
Eerder vermelde ik bij mijn kweeperen de schurftaantasting. Dit moet echter Blad en vruchtvlekkenziekte zijn, veroorzaakt door diverse schimmels w.o. Septoria, Phyllosticta en Diplocarpon (Fabraea stigmatea). De meest voorkomende schimmel is Diplocarpon (Fabraea) maculatum, die behalve kwee ook peer en mispel aantast.
Op de bladeren ontstaan donkerbruine, ronde vlekjes vergelijk de bladvalziekte bij kruisbessen en rode bessen! -, die samenvloeien tot grote, onregelmatige vlekken. De zieke bladeren vallen af. Deze bladval kan haast kale struiken veroorzaken.
Op de kweeperen zelf ontstaan menigvuldige, donkere, kringvormige vlekken.
De schimmel zelf overleeft op afgevallen bladeren. Vandaar het belang van een goede bladvertering.
Rassenkeuze, aanplant, snoei, vermeerdering en verzorging
Donderdag 16 november Variëteitenkeuze oogsten en bewaren bestuiving
19.00 22.00uBinnenles - theorie
Donderdag 14 december Grondbewerking planttechnieken principes van de snoei
19.00 22.00uBinnenles theorie
Donderdag 18 januariEnten en fysiologie van de boom
19.00 22.00uBinnenles praktijk
Zaterdag 17 februariSnoei van jonge bomen vormsnoei
09.00 12.00uBuitenles - praktijk
Zaterdag 24maartSleunen en renovatie van oudere bomen
14.00 17.00uBuitenles praktijk
Zaterdag 16 juniHerkennen en behandelen van ziekten en plagen
09.00 11.00uBinnenles theorie
Zaterdag 16 juniHerkennen en behandelen van ziekten en plagen
11.00 13.00uBuitenles praktijk
Zaterdag 30 JuniGeleid bezoek aan de museumtuin van Gaasbeek
14.00 + 16.00uExcursie
Zaterdag 18 augustusZomersnoei
09.00 10.00uBinnenles theorie
Zaterdag 18 augustusZomersnoei
10.00 12.00uBuitenles praktijk
Zondag 16 septemberUitreiking getuigschriften
14.00u- 17.00uTijdens een fruitproefdag in de boomgaard
Ieder thema wordt afgesloten met een examen die tesamen recht geven op een door het Ministerie van Land- en Tuinbouw erkend getuigschriftVorming en onderhoud van vruchtbomen en boomgaarden binnen het kader van de naschoolse vorming.
Praktische informatie
Prijs: 69,00 euro voor niet-leden, 59 euro voor leden. Inbegrepen een uitgebreide cursustekst. Deze som kan gestort worden op rekening451-8525391-96van de N.B.S. Gezien het aantal plaatsen beperkt is, is vooraf inschrijven en overschrijven aangewezen! Datum betaling geldt als bewijs.
Binnenlessen gaan door in de lokalen van Hof Ter Saksen, Haasdonkse baan 101 te 9120 Beveren.
Voor de buitenlessen wordt verzameld aan de boomgaard van het domein, tenzij anders wordt afgesproken. Laarzen, waterdichte schoenen en aangepaste kleding zijn aanbevolen voor de buitenlessen!
Voor verdere inlichtingen en inschrijvingen kan u tijdens de kantooruren terecht op het NBS secretariaat aan de Leopold III-straat 8 3724 Vliermaal
tel: 012/39.11.88, fax: 012/74.74.38 of via e-mail: info@boomgaardenstichting.be
Kweeperen komen meer in de belangstelling. Men heeft er mij dit najaar enkele keren naar gevraagd. Zelf had ik vijf rassen staan, maar ze moesten alle vijf verplant worden wegens de aardgasleiding. Vier konden voorbereid worden op de verplanting en hebben het goed overleefd. Samen hadden ze 5 vruchten. Als je dan bedenkt dat ik twee jaar terug 60 kg had om te persen tot sap!
Het kweeperensap ( één derde kweepeer en twee derden appel) vond ikoverheerlijk. Mijn gezondste kweepeer, Champion moest in maart bijkomend verplant worden, zonder voorbereiding en heeft het niet overleefd. Champion ontstond rond 1870 in de Verenigde Staten en kwam in 1889, het geboortejaar van mijn vader Jules en de beter bekende Adolf in Duitsland, naar Frankrijk, vanwaar ik ook mijn boom meebracht. Trouwens ik heb lang gedacht dat dit een Frans ras was.
Dit ras heeft dikke bladeren die niet aangetast worden. De mooie, gele vruchten laat je best niet te lang hangen, om deze iets langer te kunnen bewaren.
Het ras dat praktisch jaar op jaar een goede opbrengst gaf was Leskovac. Ontstond rond 1890 in de gelijknamige plaats in Servië. Middelmatig grote, appelvormige vruchten. Vrij gezond blad.
Rheas Mammoth voldeed bij mij minder. Te veel aantasting. Jaren met mooie, grote vruchten waren te zeldzaam. Dit wil nog niet zeggen dat dit ras op een andere standplaats niet meer voldoening kan geven.
Een vierde ras was een uitloper, misschien van een kwee A, dAngers ?
De kleine, peervormige vruchten waren te ongezond en wil ik absoluut omenten.
Op diverse plaatsen heb ik dit jaar gezonde en goed beladen bomen gezien. In januari hoop ik enten te snijden en begin april mijn boom om te enten, via kroonenting.
In een jaar met minder schurft als dit jaar doen kweeperen het opmerkelijk beter. Vranja, een oud, Servisch ras van 1898 geeft in een gering schurftjaar als 2006 grote, peervormige vruchten. In een slecht jaar met veel schurft en sterk aangetaste bladeren en vruchten is het resultaat veel minder.
Op de Europom in Duitsland schafte ik Die Quitte van Monika Schirmer aan. IHW-Verlag 2005ISBN 3-930167-54-9413 blz 30
Dit werk behandelt alle aspecten: de plant. (Een aspect dat ik hierbij zeer waardeer is dat de mevrouw ook eigen ondervinding verwerkt.)
Een tweede hoofdstuk gaat over speuren in de literatuur. 3. Cultuurgeschiedenis 4. Quitten als Heilmittel (geneesmiddel).
Op blz 87 begint al deel 5 . Fenomenaalwat men allemaal met kweeperen kan doen.Eerst enkele blz. met steekwoorden. Het begint al zeer interessant: Kan men kweeperen rauw eten?...
Mijn echtgenote, Aleide is altijd al zeer creatief geweest voor de verwerking van ons fruit.
Momenteel heeft zij haar handen meer dan vol met CoZoeGo (Comité Zoersel Going). Going is het geboortedorp van onze schoonzoon Aminou, gehuwd met onze oudste dochter Leen. Ze wonen met hun 4 kinderen in Douala, de grootste stad en havenstad van Kameroen.
Going ligt naast het stadje Kaéle in de provincielExstrème Nord de Cameroun. Daar heerst een verwoestijnend Sahelklimaat. Niet elk jaar valt er voldoende water en is er op het einde te weinig voedsel en hongersnood. Dit jaar was er wel een goede oogst. Daarom wil Aleide een container naar ginder versturen als graanopslagplaats. Zij lanceerde een oproep voor hulpgoederen om de container te vullen. De schuur ligt al vol en ook onze veranda. De gemeente brengt de goederen naar Wereldmissiehulp in Boechout, die zullen zorgen voor de verzending.
Gans dit project wordt mogelijk omdat CoZoeGo, samen met een ander project deelt in de opbrengst van de Kerstmarkt.
Ik heb stellig de indruk dat de late winterappelen dit jaar groter zijn dan gewoonlijk. Dit is mij opgevallen bij het plukken van de Wintercitroenen, de Ijzerappels, de Cabarette (President van Dievoet) enz. en dit niettegenstaande dat de bomen zwaar beladen zijn met vruchten.
Ik zoek de verklaring in het uitzonderlijk mooie herfstweer, zodat de vruchten uitzonderlijk lang konden doorgroeien.
Deze namiddag terwijl ik de Ijzerappels, Marie-Joseph dOthée aan het plukken was, hoorde ik het geluid van ganzen.Een grote V-formatie trok voorbij, mooi afgetekend tegen de helblauwe hemel.
Als ik daarstraks om elf uur buiten kwam hoorde ik nog ganzen overtrekken.
In 2000 leerden we deze bezielde man met volle, rosse baard en een grote bos krolhaar kennen, een moderne profeet. Daarenboven spreekt hij een voortreffelijk Nederlands.
Op zijn 30 ste trok hij terug naar zijn roots, de Elbemeersen in Das Alte Land.
Te Grossenwörden (50 km van Hamburg) kocht hij in 1983 een hoeve met boomgaard, - een Apfelhof in de huidige spraak.600 jaar terug heette dat en Bomghart in het Platduits. - met oude rassen als Schone van Boskoop, Gravenstein; maar de Finkenwerder Herfstprinzen maakten de meerderheid uit. Deze grote, klokvormige, gouden appelen met een rode zonkant veroverden algauw zijn hart. Hij huurde daarbij nog enkele Ha fruitpercelen met de gangbare rassen Cox, Gloster, Golden Delicious, Ingrid Marie en Laxton Superb.
Van huis uit imker verloor hij nogal wat bijen door het spuiten van fruittelers. Zelf wou hij niet spuiten, waardoor de opbrengst danig terugviel.
Als pionier bioboer-autodidact in de fruitteelt betaalde hij het nodige leergeld.
Zijn oogst kon alleen verwerkt worden en hij begon een sapmakersbedrijf.
Klanten kwamen met hun oude, meestel gezonde rassen. Zijn interesse was verder gewekt.
Eckart begon al in 1984 zijn Boomgarden-Projekt (let op de korte a!) om de oude rassen op te sporen en verder te kweken. Overal ging hij enten snijden en had contacten met vele getuigen van het verleden. De eerste uitplant van zijn opkweek omvatte 150 bomen op een perceel van 6000 m2 (lente 1988). Stilaan werd hij een bekende in het Elbeland. De grootste appelschat vond hij in 1994 bij de meer dan 80 jarige, vroegere boomkweker Karl Mohr. Op een beperkte ruimte had deze man 700 rassen geplant, die al gedeeltelijk van ouderdom begonnen af te sterven. De volgende twee winters kon Karl er een goede 500 handveredelingen van maken op zwakke onderstam, telkens een boom per ras, waarvan een honderdtal op naam. De rest was niet meer te redden. Met nog meer ijver zocht Eckart de laatste getuigen op.
Eckart Brandt slaagde erin zon 800 rassen op te sporen en van de ondergang te redden. Ze staan opgeplant op verschillende percelen, zon 6 tal Ha.
Vanmorgen kwam een koolmees snoepen van de druiven onder het afdak. Nu de peren geplukt zijn en dus niet meer beschikbaar hangen komt hij/zij het bij de druiven zoeken!
Tijdens de
terugkomdag van de NBS bij u hebben we die rozenbottels geproefden heel goed bevonden. Graag zouden we dat
ook aan enkele rozenvrienden willen aanbieden.
2 Vragen:
Van welke
roos (rozen) waren de bottels?
Welke
handelingen werden met de bottels uitgevoerd?
Volgens een
vriend rozenliefhebber waren ze gekonfijt.
Beste Gust en Blanche,
De rozenbottels die ik gebruikte ken ik als Japanse rozenbottel. Men
gebruikt deze rozen veel als boordgarnituur langs wegen en
in aanplantingen.
Bij de bloei gebruik ik de geurige bloemblaadjes, juist
vooraleer ze afvallen om rozendrank te maken voor direct gebruik. Rozendrank
bestaat uit water met rozenblaadjes, gezoet met rozijnen.
De Bloemblaadjes doe ik ook in wat lopende acasiahoning en
maak er rozenhoning mee. Ik meng deze honing als broodbeleg met
tahin of gebruik deze als zoetstof in heerlijke thee.
De rijpe Japanse rozenbottels schil ik. De pitten gebruik ik voor thee of
voor pektine.
Het vruchtvlees meng ik met vaste honing. Voor jullie was dat de
sterk afsmakende honing van Soria, een Spaans bergstadje. De honing wordt door
de firma Soria uit Ichtegem verdeeld (te koop in apotheken).
De bereiding is dus heel eenvoudig: Een tas vers rozenbottelvlees mengen
met twee kleine soeplepels honing. Door de honing bewaart deze bereiding een
week in de koelkast. Ik belegde er toastjes van maismeel mee.
Ik kom net terug van de Europese Fruittentoonstelling in Naumburg, Hessen, Duitsland, zon 400 km van Antwerpen. De Nationale Boomgaardenstichting (Ludo Royen en Erno Eersels) stonden samen met de afdeling Nord et Pas de Calais van de Crocqueurs de Pomme (dhr. en Mevr. Ponchau).
Weer heel wat personen ontmoet, veel gezien en veel informatie opgedaan. Om minder te vergeten en interessante dingen te kunnen doorgeven volgen er de komende dagen een aantal aantekeningen.
Volgend jaar krijgen de Luxemburgers voor de eerste maal de kans om de fruitverenigingen van de omringende landen te ontvangen, dit van zat. 13 okt. tot en met zo. 21 okt. In LuxExpo van Luxemburg stad.
Een van de eerste appels die ik in Engeland 15 jaar terug aanschafte was deze appel. Ik had gelezen dat hij bij proefpennels er reeds als nummer één uitgekomen was.
Zijn ontstaan dateert al van rond 1700. De waarde van deze vrucht werd pas laat erkend. De Royal Horticultural Society gaf dit ras pas in 1981 een FCC, een First Class Certeficate.
Ik denk dat dit komt omdat zijn uiterlijk nogal ruw is: grijsbruinachtig en wat ruw. In het Engels gebruikt men dan de benaming : russet, roestachtig. (Vergelijk de Rabau; de Gris de Saintogne) Een aantal van de vruchten vertoont gemakkelijk misvormingen, vooral de kleinere. Mooi belichte vruchten krijgen een geelrode schijn aan de zonkant.
Vast wit vruchtvlees, knapperig, sappig met een intense, zuur-zoete, aromatische smaak. De vrucht is op zijn best december, januari; maar is nog goed te genieten in februari. Het is een gezond groeiend ras. Gezonde bladeren. Haast geen schurft. Zeer weinig kanker.
In The Book of Apples spreekt Joan Morgan van 'poor crops' (weinig vruchten). Mijn ondervinding spreekt dit tegen.
Het ras staat op een MM 106 onderstam. Het duurde wel lang vooraleer de dracht begon en de eerste jaren waren er niet veel vruchten. Ik was dan ook verwonderd door 3 opeenvolgende jaren (2002-2004) met zeer veel vruchten.
Begin vorig jaar moest de boom echter voorbereid worden om verplant te worden. Hij zou moeten wijken voor het aardgastracé.
Het rondom graven van een sleuf en het afsteken van de wortels gebeurde deskundig door de NBS (Nationale Boomgaardenstichting). Deze boom had echter een allesoverheersende wortel gevormd die ongeveer 30 cm diep, evenwijdig met de oppervlakte liep. Ludo Royen vond het dan ook erg deze wortel te moeten doorsteken en vreesde voor de gevolgen. In de kroon werden grote takken weggenomen.
De sleuf zelf werd daarna weer aangevuld met oude, goed verteerde compost, om nieuwe wortelvorming te stimuleren.
Deze boom heeft vorig jaar het meest geleden onder de behandeling en kon slechts kleine blaadjes vormen. Begin november vonden we gelukkig een definitieve plantplaats en moest hij niet naar het wachtbed. Dit jaar vertoonde de boom, zoals verwacht, nog steeds een zwakke groei. Het zal nog wel even duren vooraleer hij zich volledig kan herstellen.
Gelukkig had ik het ras verder geënt, ook op een MM 106, en plukten we enkele dagen terug een grote krat vol.
Dit zijn onze bewaarperen voor januari. Een warme nazomer is voor dit ras uitstekend. Dan hebben de rijpe vruchten sappig, smeltend, zoet vlees na nieuwjaar. Ik herinner me jaren dat ze onvoldoende rijp werden. Vandaag heb ik geplukt, op de warmste 26 oktober ooit. Bij ons werd het nipt 22 °C.
Het voornaamste sein voor mij om te plukken is wanneer ik vaststel dat de eerste gave vruchten beginnen te vallen. Dit was het geval.
Eigenlijk had ik best iets vroeger geplukt, want nogal wat vruchten vertonen kleine pikputjes, meestal naast de steel, maar soms ook midden op de vrucht. Dit pikken is al een tijdje bezig. Op de aangepikte plaats beginnen de peren te rotten rond de steel en vallen af.
Dit zijn geen vraatsporen van merels, maar met grote waarschijnlijkheid van zangvogels.
Vandaag vernomen dat er geen tekort is aan buizen. Die liggen er wel, maar ze werden afgekeurd wegens een fabricatiefout. Ten vroegste zou men begin volgend jaar opnieuw kunnen beginnen, maar dan is het winter en wellicht geen geschikt weer. Half april begint een nieuw broedseizoen en zijn er bezwaren om naast het beschermde natuurgebied Zoerselbos te werken. Herstart in augustus, na het bouwverlof? De kans wordt al klein dat alles achter de rug is eind oktober, het geschikte moment om te herplanten.
Enkele dagen terug ontvingen we van Fluxys de melding dat de werken stilvallen omdat er geen buizen meer zijn. De Duitse firma die de aanleg doet zit door haar voorraad heen! Komt dat tegen. Het Wirtschaftwunder heeft blijkbaar veel van zijn pluimen verloren.
Begin dit jaar werd er gezegd dat men in maart al zou beginnen. Ik begon al te hopen op een herplanting in de herfst. Het meest geschikte tijdstip.
Er gebeurde niets. Maanden later hoorden we dat men niet kon werken omwille van een broedgebied. Begin september werd begonnen in Herentals. De werken zijn gevorderd tot in Vorselaar. We zijn eind oktober.
Ik begin er voor te vrezen dat de werkzaamheden hier in maart nog niet achter de rug zullen zijn en het seizoen van planten niet zal kunnen benut worden.
Vorige week reed ik met een flinke lading appelen naar Voormezele, een eind voorbij Ieper, op de weg naar de Kemmelberg.
Net voor dat je links moet afslaan, staat rechts in een park de betonnen villa, een curiositeit van na de eerste wereldoorlog.
Voor zover ik weet kan je als liefhebber je vruchten laten persen bij Fructus in Landen ofwel bij Lombarts Calleville in Voormezele.
Twee jaar terug richtte de VELT-werkgroep Fruit van Beernem een uitstap in naar de kwekerij De linde van Bart Dequidt te Kemmel en naar de Wijngaard op de Monteberg, de zuidflank van de Kemmelberg.
We werden daar ontvangen en rondgeleid door Jean-Pierre Six en waardeerden achteraf zijn wijnreusites.
Het derde bezoek was bij fruitperser Luc Goossens van Lombarts Calleville. We bezochten zijn boomgaard achter de bedrijfsgebouwen; verzamelden vruchten, die vervolgens geperst werden en het resultaat geproefd. Ik maakte een afspraak en iets daarna reed ik een eerste maal met mijn vruchten naar het verre West-Vlaanderen. Het interessante was dat ik mijn 60 kg kweeperen apart kon laten persen. Het sap gemengd met twee derde appelsap viel erg in de smaak op de Kerstmarkt van Zoersel. Als gevolg van de gasleidingshistorie en het verplanten van de bomen had ik dit jaar geen oogst. Dubbel spijtig, want het project in Kameroen van CoZoeGo (Comitee Zoersel Going), het project van Aleide is dit jaar een van de twee centrale projecten.
Vandaag oogstte ik de Lombarts Calville vruchten die waren blijven hangen. De meeste kwamen gemakkelijk los.
Ik oogst graag de wintervruchten wanneer die voor een stuk afgerijpt zijn op de boom. Dan nog kan ik ze voldoende lang natuurlijk bewaren.
Eigenlijk verdient Lombarts Calleville meer aandacht bij de liefhebber. De boom groeit zeer gezond, zo goed als schurftloos en ook geen kanker. De smaak valt danig mee en hij is nog een tijd te bewaren. Minstens tot januari.
Joan Morgan in The Book of Apples, deappelbijbel omschrijft de smaak als: Rich, sprightly (levendige smaak), lots of flavour of fruit (rijke fruitsmaak), sweet (zoet), juicy (sappig). Zij kan het weten, want ze heeft de meer dan tweeduizend rassen van Brogdale beoordeeld.
Het ras werd in 1906 gekweekt door P. Lombarts te Zundert, zon 40 km van hier, net over de grens in Nederland. Het zou een zaailing zijn van de Calleville Blanche dHiver, een van de lievelingsappels van Michel Ponchau, de president van de afdeling Nord et Pas de Calais van de Crocqueurs de Pommes.
De familie Lombarts bracht het ras in 1911 in de handel.
De gele kleur maakt dat dit ras minder aangepikt wordt door de merels, die het vooral op roodkleurige vruchten gemunt hebben.
Niet alleen bij de mensen is de rode kleur aantrekkelijker! Maar schijn bedriegt (soms).
In het voorjaar hebt u mij goudbessen gestuurd. De oogst was groot! Elke dag zoek ik nog afgevallen vruchten. Ik vind ze heerlijk en deel ze aan iedereen uit en vertel dat ik ze van u bekomen heb. Ik heb de zaden in de huiskamer voorgetrokken en ook ter plaatse gezaaid. Het laatste gaf de beste resultaten. Ik geniet van uw verhalen en dank U nogmaals hartelijk voor deze vruchten, die ik de naam Daantje heb gegeven en die niet meer uit mijn tuin zullen verdwijnen! hartelijke groet, Jelly Kolkman Ryptsjerk Nederland
Net na het stichten van de VELT vzw (toen nog Vereniging voor Ecologische Land en Tuinbouw) in 1974, leerde ik bij Jan Heyman - de stichtende voorzitter en de erevoorzitter van VELT - (sinds 79 Vereniging voor Ecologisch Leef - en Teeltwijze) Gerard Ameeuw kennen. Toen was zijn firma OSMO te Diksmuide al in volle uitbreiding. Als ingenieur Land en Tuinbouw was hij zijn loopbaan begonnen aan de Land en Tuinbouwschool te Roeselare. Jan Heyman was er toen nog een van de eminente leraars. In eigen midden was er in die tijd erg veel weerstand tegen voorstanders van Biologisch Telen.
Gerard bracht als een van de eerste biologische producten en meststoffen op de markt.
Na de verkoop van zijn zaak heeft hij een hoeve verbouwd te Houthulst.
De machtige, oude knotwilgen en knotpopulieren zijn magnifiek opgenomen in het geheel van verbouwingen en nieuwe aanleg, o.a. van een grote vijver.
De sier- en moestuin van Irene lopen mooi in elkaar over. Er is aandacht voor kleinfruit. Er is een hoogstam boomgaard met nogal wat okkernoten. Deze waren nog volop aan het vallen. Ook hier een reuzenoogst. Dezelfde rassen van geënte noten Broadview en Buccaneer waren bij mij in De Kempen een tiental dagen vroeger rijp. Ernaast heeft hij een perceel kersen op de laag blijvende onderstam Gisela V van Bart Dequidt, uitmuntende boomkweker te Kemmel. Rond om rond staat een metalen constructie om een vogelnet te kunnen aanbrengen. Alles mooi afgebogen, geen haperingspunten. Knap gemaakt in eigen werkhuis!
Daarnaast een perceel met laagstammen, vooral prachtige peren. Er was nogal veel vogelschade.
Achteraan was er al een gedeelte moestuin met geweldige preien. Voor de verdere uitbreiding wordt de zware leemgrond humusrijk gemaakt met een grote hoeveelheid regenwormencompost.
Tijd om binnen te gaan kijken naar zijn collectie uitzonderlijke, antiquarische fruitboeken. Daarvoor heeft hij overal connecties. Maar hij heeft ook oog voor instructieve boeken. Ik zou eens drie maand ingesneeuwd moeten zitten om alles te kunnen ordenen.
Ik vertelde hem dat men mij had aangezet mijn ervaringen neer te schrijven en dat het er niet van kwam tot het Seniorennet die kans bood.
Je vergeet zoveel als je ouder wordt zei ik. Weet je wat DMC betekent? Dement maar content! Als het niet in de familie zit, is de achteruitgang beetje bij beetje, pianewies zoals ze het in het West-Vlaams zeggen. Achteraf maakte ikzelf de associatie met dezelfde letters, maar in een andere volgorde: DCM, De Ceuster Meststoffen, een concurrent van Osmo.
Op de bus van de laatste trip naar Brogdale had Gerard al een gedicht voorgedragen over De Boom. Ik weet niet zeker of het van hem was, maar hij heeft eigen gedichten met de natuur als onderwerp op zijn kerfstok. Hij had ze gebundeld en genummerd in een boekje als zitplaatsen.
Telkens met een genummerde stoel erboven, zeer suggestief om er even bij te zitten en te mijmeren
Jacques Bosschaerts, pomoloog van Mortsel is in Vlaanderen de stamvader van de Fruithappenings.
Halverwege de jaren zeventig zette hij de eerste grote fruittentoonstelling op in het Arboretum te Kalmthout. Een paar jaar later zou nog een tweede, grote tentoonstelling te Kalmthout volgen.
Ter nagedachtenis van de flamboyante mevrouw Jelena De Belder, die het Arboretum van Kalmthout wereldfaam bezorgde, heeft hij een zaailing naar haar genoemd.
Op de fruithappening te Herzele zag ik de Jelenaappel voor t eerst.
Het is een mooi gevormde, roodgestreepte, middelmatig grote vrucht. Ook de smaak kon mij bekoren.
U hebt gelijk: wal- en okkernoten zijn zeer waardevol voor de mens. Maar als de mens er nu eenmaal teveel heeft (meer dan 7.000 noten kregen wij met 2 personen niet "verdaan") en weet dat de vogels er verlekkerd op zijn, tja...
Nu, wij eten geregeld een nootje en ik bak soms gemalen noten in mijn brood. Al bij al had ik er dan nog te veel. Bijaldien (wat een woord!) ik verleden herfst er een 2.500 op zolder heb ondergebracht. Blijkt nu dat die na 1 jaar nog compleet intact en eetbaar zijn. En met onze huidige magere oogst goed van pas gaan komen.
Ik had nochtans verwacht dat die noten totaal onbruikbaar zouden geworden zijn. Om reden dat het op zolder extreem koud en warm kan worden (dak niet geïsoleerd, vloer driedubbel geïsoleerd). Ik had de noten wel op voorhand goed gewassen en goed laten drogen in de zon en op dagbladpapier (ik toonde daar verleden jaar een foto van). Op zolder lagen ze op een plankenvloer eenlaags uitgespreid. Onder een rechthoekig houten kader waarop fijnmazig kippengaas was geniet, dit tegen eventueel ongedierte. Daan, deze ervaring is voor u als fruitliefhebber misschien iets voor uw blog. U ziet maar.