Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
29-03-2010
Bezoek Colruyt, rondrit in het Pajottenland en Bezoek Geuzebrouwerij Boon
Bezoek Colruyt, rondrit in het Pajottenland en Bezoek
Geuzebrouwerij Boon
KVLV Schilde had het
initiatief genomen samen met Halle en meteen waren er meer mannelijke
deelnemers.
Colruyt is nog steeds een
Vlaams en familiaal bedrijf; nu derde generatie.
Het bezoek start aan de
noordkant met wandeling in de grote diepvriezer aan 26 °. Daar het niet waait
is de kou best tijdelijk te verdragen. Hier werken enkel jonge vrijwilligers.
Als brildrager zie je geen steek meer als je terug buiten komt, door de beslagen
bril.
Bij Colruyt is alles tot
in de puntjes geregeld met een computercode van bij het binnenkomen van de
waren, die meteen naar de juiste opslagplaats gaan. Er wordt duchtig
rondgereden met diepvries en koelingkarretjes en andere.
Vlees wordt in eigen ateliers
versneden en verpakt. Idem met kaas. We zagen het vernetten van zuiderse
vruchten en het op schaaltjes verpakken van appelen. Er waren een paar Ali
Babas aan t werk: niet alleen de haren krijgen een netje maar ook de baard.
Het meest indruk maken de
zes robots die dag en nacht, onvermoeibaar werken en de vroegere 70
magazijniers foutloos vervangen. De installatie werd in eigen beheer ontworpen
en gebouwd en verliep vlotter dan verwacht.Enerzijds krijgen ze de waren aan en zetten
die per winkelpunt. Bij bestellingen worden de goederen robotmatig opgepikt en
naar de verzending gerold en verder naar de vele tientallen laadpunten van de
vrachtwagens. Als ik het goed onthouden heb rijden er een 300 tal per dag. s
Morgens op de veiling gekocht, nog dezelfde dag in de winkel. De huiscomputer
weet hoeveel er overal verkocht is en zorgt meteen voor nieuwe bevoorrading.
De laagste prijs
Hiervoor pluizen 200 medewerkers vele reclamefolders uit en gaan de prijzen bij
de concurrentie noteren en hebben ze de hulp van prijsbewuste consumenten.
Op diverse plaatsen wordt
nog flink bijgebouwd. Een grote windmolen zorgt gedeeltelijk voor eigen energie
en waar mogelijk worden zonnepanelen geïnstalleerd.
Colruyt heeft de wind in
de zeilen. In 2010 meer dan 3.000 aanwervingen.
Het werd een avontuurlijke
zoektocht naar het restaurant Alsput. Iemand van de zaak kwam ons voorrijden langs
weggetjes , incluis de holle weg, juist breed genoeg voor de bus. Het
hotel-restaurant ligt immers aan de Alsputweg-Hollestraat, 108.
Mijn flesje oude geuze
Moriau smaakte uitstekend bij vlees van wit-blauw rund. Haast om dit flesje (37,5 cl) te drinken is er niet bij: fenomenaal houdbaar tot 2029!
Met gids maakten we een
toffe rondrit in het spoor van Witse door het golvend landschap rond Halle. Let op de landschapsfoto met de boom van Witse. Er
waren punten van herkenning met een vroegere uitstap en het kerkje van St
Anna-Pede op de Breughelschilderij van de blinden die elkaar leiden en in de
beek vallen.
Het eindpunt was de
geuzebrouwerij Boon te Lembeek.
Na het brouwproces komt
het vocht in een open bak waarbij het natuurlijk geënt wordt met de gisten
Brettanomyces bruxellensis en de Brettanomyces lambicus, schimmels die enkel in
het Pajottenland (en Brussel) aangetroffen worden.
De lambiek rijpt dan 1 tot
3 jaar op grote vaten van zon 7000 liter, om tenslotte onder de beschermde
naam Oude geuze gebotteld te worden. Oude geuze om deze te onderscheiden van
de commerciële, zoetenamaak.
DeKoninklijke Vlaamse Dendrologische Vereniging
organiseerde vorige zondag (21/3) bij Rob te Kalmthout snoeidemonstraties. In
de voormiddag trotseerden 17 dapperen de regen. Wij hadden meer geluk s
namiddags; hoe later, hoe beter weer.
Vooral de nieuwe leden
leerden naast het snoeien heel wat bij: vooreerst de bladeren niet wegruimen.
Eens verteerd, vormen ze nieuw voedsel. Best er nog wat compost op gooien, dan
waaien ze niet weg. Normaal wegblijven met kalk in de siertuin.
Rob nam ons mee naar de
diverse struiken.
Hebben we te doen met een lentebloeier? Nu niet snoeien, laten
bloeien en pas na de bloei snoeien.
De zomerbloeiers worden nu wel gesnoeid.
Echter liefst zo weinig
mogelijk snoeien. Rob pleitte er voor de struiken hun natuurlijke groei te
laten behouden. Bij sommige soorten zeer weinig ingrijpen.
Niet vergeefs trachten
struiken klein te houden. Wie dit mordicus wil kan ze in een eivorm snoeien.
Video
show van Marie Julia Bollansée in de
loft van Bea Crepain aan de Schelde te Antwerpen
Van zonsondergang 20/3 tot
zonsopgang van de lentedag 21/3
Een hele belevenis in zon
fantastische, architecturale loft aan de Schelde van de charmante gastvrouw Bea
Crepain. Een wonderlijk schouwspel
om van op het begroeid terras de Schelde en de omgeving te zien.
De videos betreffen de
boomplanting en het leven van Nijo De Bruyne en zijn vrouw in Auvergne. Nijo
was speciaal overgekomen naar Antwerpen.
FOTOS
Marie Julia Bollansée
Marie en Peter
Peter en Bea Crepain
De architectuur
De Schelde en linker oever
De rechter oever
Op het terras
Das mijn vader van het
appelsap
Peter en Karel Tobback
Dochters Leen en Mieke
Bezoekers
Jim, de oudste van Marie
in diskussie
Peter met zonen Michiel en
Jochen
Schoonzoon Rene, efkens
terug uit Vancouver met Mieke en Michiel
18 maart en 18 °, zalig!
Gisteren haalden we al 15°. Een groot verschil met de 4-7° de dagen voordien.
We hadden voor het tweede
jaar op rij een stevige winter. Van de 4 de winterprik in maart heb ik wel geen
fotos, maar s nachts bleef het stevig vriezen en overdag dooide het
nauwelijks. Ik herinner mij een zonnige dag, waarop ik mijn zomerframbozen aan
het aanbinden was, maar na 5 uur kregen mijn handen het toch koud met de zure
noordoostenwind.Er was soms zon. Het
mocht wel na de somberste februarimaand met 29 uren zonneschijn. Na de
nattigheid is het al een hele tijd droog. Maar voor de komende dagen voorspelt
men regen en ik heb nog zoveel te snoeien en de rest. Bv uitvoeren van compost.
Vandaag kreeg ik een
voorbereidend bezoek van Gilbert Putman en André Vandenberghe van de
VELTfruitwerkgroep Beernem. Ze komen
naar hier eind augustus. De West-Vlaamse fruitbenamingen blijken toch ook heel
wat regionale verschillen te vertonen. Beernem paalt al aan Oost-Vlaanderen.
Op 8 aug. 1956 ontstond
brand in de mijn Bois du Cazier te Marcinelle, Charleroi, waarbij 262
mijnwerkers van 12 verschillende nationaliteiten, waaronder 136 Italianen en 95
Belgen het leven lieten.
Ik weet nog goed dat ik, nadat
ik het nieuws hoorde, de stoppel van het gemaaide haverveld ging omsloven,
dit is het met paard en ploeg licht onderwerken van de stoppel.
Het bezoek in Bois du
Cazier begint met een film over de mijnramp. Er zijn beelden van treurende
mensen en een grote foto van de brandende mijn.
Een ander gebouw heeft men
ingericht als industriemuseum met o.a. een historische collectie van
mijnwerkerslampen. In dit gebouw bevinden zich ook de omkledingsruimte met de
opgehangen klederen en de douches.
FOTOS
Bois duCazier
Foto brandende mijn
Mijnwerker
Mijnwerkersvrouw
Schacht
De 2 schachten
Jan Van Beselaere
Charles Pauwels, de voorzitter
van Art Fan. Voor zijn pensionering had hij een eigen schildersschool in
Zoersel
Fotografie Museum te Mont- sur- Marchienne (Charleroi)
Met Art Fan naar het Fotografie Museum te Mont- sur- Marchienne
(Charleroi)
Zo.
14/3
Het museum is gevestigd in
wat vroeger een neo-gotisch Karmelitessenklooster was, met een zeer knappe uitbreiding van
architect Olivier Bastin.
De gids zei de frakken aan
te houden om de bouw ook van buiten te zien, ingeplant in het knappe park,
waarvan de afsluitingsmuren eveneens gebruikt worden om fotos te exposeren.
In de nieuwe architectuur suggereren
kleinere ramen als t ware fotokaders. De aluminium muurpanelen buiten tintelen
in het zonlicht vertelde onze gids. We moesten ons dit maar verbeelden,
nu was het overtrokken en vrij fris. De nieuwe bouw harmonieert prachtig met het bomenpark
van het vroegere klooster. Men kan er vrij in wandelen.
Het museum omvat 80.000
fotos waarvan men er wisselend 800 tentoonstelt. De gids loodste ons perfect
door 170 jaar fotokunst (Vanaf +/- 1838). De eerste toestellen waren ingewikkelde machines en kosten een fortuin tot Georges Eastman in 1888 de eerste camera voor het grote publiek uitbracht: de kodak.
We bewonderden de eerste portretten, de romantische
fototaferelen, analoog aan de schilderkunst van de school van Barbizon, het surrealisme,
het expressionisme, de realiteit. Ons trof de foto aan het hek van de
brandende Bois du Cazier van de mijnramp te Marcinelle. We gaan er straks heen.
De gids wees op een foto (In
de Borinage tijdens de Grote Depressie) van Willy Kessels, een vriend des
huizes bij Aleide te Brussel. Hij maakte van haar goddelijke portretten. Aan
hem danken we ook enkele prachtige fotos van onze trouwdag.
Er zijn er twee: de gele
pruimenzaagwesp (Hoplocampa flava) en de zwarte (Hoplocampa minuta). Het zijn
kleine beestjes, tussen 3,5 en 5,5 mm. De flava of gele hebben een geelachtig
achterlijf, ook de voorvleugels en poten zijn geelkleurig. Ze ontpoppen van
begin april tot begin mei. Ze vliegen bij zonnig weer. Ze leven maar twee
weken. Hun naam hebben ze danken aan hun speciale legboor waarmee ze eerst een putje
kerven in de groene kelkblaadjes en er telkens 1 eitje in deponeren. Het
kelkblaadje verkleurt. Het duurt niet lang vooraleer de witte larfjes te
voorschijn komen. Ze hebben een geelbruin of heloranje kopje. Aan een zijkant
boren ze zich in een vruchtje en eten zich een weg tot in de nog weke steen.
Bij het groeien wordt de oude huid afgeworpen en spoeden ze zich naar een
nieuwe vrucht en eten ook daar de jonge steen leeg. Bij iedere vervelling
zoeken ze een nieuwe vrucht.
Na 4-5 weken zijn de
larven volwassen. Deze witte bastaardrupsen verspreiden een scherpe geur. Ze
laten zich op de grond vallen en blijven er 5 è 25 cm diep in de bodem in hun
cocon tot de volgende lente. Er is maar één generatie. (A. van Frankenhuyzen Schadelijke en nuttige insekten en mijten in fruitgewassen.) In de mail van 12/03 van Charles de Schaetzen van PCFruit, St. Tuiden is sprake van 2 generaties. Vergissing met de meerdere generaties van de fruitmot?)
Schadebeeld:
vooreerst het bruinverkleuren van de kelkbladen; vervolgens het goed zichtbare
gaatje in de aangetaste pruimen die meestal afvallen. Op deze gaatjes ziet men
gomvorming en sporen van uitwerpselen. De vruchtjes zijn binnenin uitgegeten.
Vooral de middentijds
bloeiende pruimen hebben het meest te lijden.
Wat te doen
De natuurlijke vijanden
zijn: vogels, loopkevers, roofwantsen, sluipwespen en spinnen.
Voorbehoedende en zachte
maatregelen: s morgens vroeg, wanneer de wespen nog star en koud zijn kan men
de beestjes van een tak afkloppen in een breed vangnet of een emmer en ze
vernietigen.
Eveneens verzamelt men de aangetaste en gevallen vruchtjes.
Wanneer de wespen niet al
te talrijk zijn, kan je ze ook zien als behulpzame vruchtendunners!
Plant ook vroeg en laatbloeiende
rassen met grotere kansen om te ontsnappen aan de slechts kortlevende wespen.
De harde aanpak met
pyrethrum of Quassia doodt tevens de op dat moment zeer talrijke, nuttige
insecten.
Daarbij komt nog dat de
larven onbereikbaar zijn in de vruchten en dat ook de eieren een goede
beschutting hebben. Enkel de wespen zijn te treffen en eventueel overkruipende
larven.
Voor de huistuin is het
wellicht best te leren leven met soms een beperkte oogst; te meer daar er in de
meeste jaren slechts weinig wespen zijn.
Een minstens even grote belager
als de pruimenzaagwespen is de pruimenmot (Grapholitha funebrana of synoniem
Cydia funebrana). Vooral in warme zomers een plaag: 2 de generatie.
De volgroeide rupsen spinnen
zich in, van eind augustus tot half mei van het volgende jaar, in een cocon, achter schors. Ze
verpoppen van april tot eind juni. De vlinders komen uit van mei toe juni. Rupsen
zijn er tot begin augustus.
2de Generatie:
poppen: eind juni tot eind juli. Vlinders: half juli tot half september;
Rupsen: eind juli tot begin oktober.
De volgroeide rups is
rozig met een bruinzwarte kop. Bij onoplettend eten van een pruim met rups is
er weinig afwijking in smaak en je hebt een bijkomende eiwitbron! Een rups in
appel hindert meer en de bastaardrups van een zaagwesp heeft een bepaald
onaangename geur.
De vlindertjes hebben een
vleugelspan van 1 tot 1,5 cm. De grauwbruine voorvleugels hebben een donkergrauwe,
onregelmatige tekening met vage omtrek.
Twee, drie weken nadat de
bloemblaadjes afgevallen zijn, beginnen de wijfjes met telkens een enkel eitje
op de zich vormende pruim te leggen. Dit doen ze meest in de naad van de
pruimen.
Na 10-14 dagen komen de
roodachtige rupsjes uit en boren zich in een vruchtje. Deze vruchtjes kleuren
blauw, violet en vallen af. De rupsjes vreten nog wat na en verpoppen dan tussen
droge bladeren en losse schors.
Van begin juli tot eind
augustus vliegt de tweede generatie en legt eieren op de halfwas pruimen. Na
enkele dagen komen de rupsjes uit en boren zich in de pruim. Na 3-4 weken zijn
ook deze volwassen en verlaten de pruim en zoeken een plaats onder de schors.
Het echte verpoppen gebeurt pas na de winter.
Schadebeeld
De gang van de rups in de
richting van de vruchtsteel kleurt donker en is van buitenaf goed te zien. De
vroegst beschadigde vruchten vallen af. De rups van de tweede generatie eet het
vruchtvlees rond de steen van de halfrijpe pruim.
Naast de pruimen worden
ook kwetsen, mirabellen, maar ook sleepruimen aangevreten.
Afweermaatregelen
Natuurlijke vijanden:
oorwormen, weekschildkevers.( Bv Soldaatjes, met roodachtige of zwarte lange
dekvleugels, veel te zien op schermbloemigen), roofkevers, roofvliegen, gaasvliegen,
sluipwespen en spinnen.
Het is nuttig regelmatig
de afgevallen vruchten te verzamelen en te vernietigen.
In de nazomer (augustus,
september) rond de stammen vangbanden aanbrengen tegen de rupsen die een winterkwartier
opzoeken.
Plant vroege
pruimenrassen, die niet of minder aangetast worden.
De eerste generatie richt
geen grote schade aan. Het is de zomergeneratie die gevaarlijk kan worden.
In noodgevallen kan pyrethrum
gebruikt worden. Dan valt af te wegen: is een gedecimeerde oogst toch niet te
verkiezen boven het mee doden van talrijke, nuttige insecten?
Reacties op bericht (1)
16-03-2010
Pruimenmot
Ik heb Carpovirusime gebruikt
op pruimen. Met goed resultaat denk ik want ik had in dat jaar weinig
wormstekigheid. Volgens info werkt het product tegen appel en peren-mot ( ook
een Cydia ). Groeten Silvain
Ben
je zeker dat het de pruimenzaagwesp is? De aantasting wordt soms verward met de
pruimenmot , die algemener voorkomt. Er zijn rassen die weinig of bijna geen
schade kennen. Kan je dit bevestigen? Gembloux selecteert hierop. Een van hun
later rijpende pruimenrassen is hierop geselecteerd. Mijn ervaring is dat
kruisvallen iets, maar te weinig wegvangen. Mezenkasten, oorwormen, spinnen, sluipwespen
en
(kleine) kippen doen na enkele jaren de problemen wel verminderen.
Ik stuur je deze mail door ter informatie, is
ook voor jou goed om weten. Blijkbaar een adres om te onthouden.
Met dank omdat je mijn oproep op je blog gezet
hebt.
Herman
Van: Charles de Schaetzen
[mailto:charles.deschaetzen@pcfruit.be] Verzonden: vrijdag 12 maart 2010 12:09 Aan: Vandepoele Onderwerp: RE: zinkwit lijmbanden
Geachte Heer Vandepoele
Wij verkopen zinkwitte kruisvallen om waarnemingen te doen
.
Door meerdere vallen te hangen kan men meer zaagwespen
wegvangen .
De kostprijs is 4 per val zonder verzendingskosten . ( 8vallen
per pak )
Pruimenzaagwesp heeft 2 generaties per jaar .
De vallen kunnen meerdere jaren gebruikt worden als ze na de
vangsten zuiver gemaakt worden .
Ik heb niet direct een antwoord. Daarom zet ik de vraag op de blog, zoals Herman suggereert.
Vorig jaar heb ik verschrikkelijk veel schade gehad van
de moeilijk te bestrijden pruimenzaagwesp. Het was nochtans een goed
pruimenjaar, maar van de te verwachten 1000 kg pruimen heb ik er slechts 250 kg kunnen plukken.
Van heel wat bomen (oa RC dAlthan, Opal, Bleue de Belgique en nog meer
andere) zijn de kleine pruimpjes zo goed als allemaal vroegtijdig afgevallen
aangerand door de larven van de pruimenzaagwesp. Op internet kan je lezen dat
bestrijding het best kan met behulp van zinkwit lijmband. In zaken
zoals AVEVE, SANAC noch Floralux kent men die lijmband, de gewone groene
lijmband daarentegen is er wel te koop. Hebt U enig idee waar die dan wel
te vinden is? Een oproep op uw blog kan misschien wel helpen bij het
zoeken. Mocht U andere middelen kennen die helpen tegen dat schadelijk
ongedierte dan is uw raad heel welkom.
Vorige zondag heb ik Herman De Waele teruggezien. Hij volgde in 1982, in een woelige periode Rik Dedapper op als Veltvoorzitter. Meer dan 20 jaar had ik hem niet meer gezien. Vijfentwintig jaar terug leerde ik via hem de Jostabes kennen. Mijn Jostabessen stammen af van de struik die ik toen kreeg. Te Herentals volgde ik de laatste les over de in de bioteelt mogelijk te gebruiken middelen, maar ikzelf gebruik de meeste niet, zei hij. Sommige zijn zelfs schadelijk voor mijn bijen. Daarop werden nog enkele groenten behandeld. Alles werd met schwung en veel humor, met behulp van powerpoint en enkele illustrerende filmpjes gebracht. Het talrijke publiek genoot ervan.
FOTO'S Aan de toog Voorzitter Herman Rombouts, voor zijn pensionnering biokippenkweker. In de zestigerjaren kocht ik bij hem zilver - en goudbrakels en Barnevelders toen hij nog te Mechelen woonde.. Frans Saelen, de vorige voorzitter van Velt Middenkempen. Verder: Vragen De heer en mevrouw De Waele Samen op de foto.
Als eerste kwam Wendy
Odeurs van PCFruit-PAH Tongeren aan de beurt met de rassenproeven. Men kweekt
in serre in containers.
Bij de zomerframbozen is
het Amerikaanse ras Cascade Delighthet nieuwe topras boven Tulameen.Dit laatste ras
bezweek bij mij door de Phythopthora. Het nieuwe ras Cascade Delight bleek nog
productiever, sterk ziekteresistent en met een mooie kwaliteit.
Cowichan, een Canadees ras, deed het eveneens zeer goed.
Ik ben benieuwd hoe beide
rassen het bij mij zullen doen in openlucht, maar beschermd tegen vogelvraat in
mijn kleinfruitkooi.
Bij de herfstframbozen
blijft Sugana de topper, maar ook
een nieuw geel ras belooft.
Bij de bramen heeft het
vroege ras Loch Tay een betere smaak
dan Loch Ness maar is niet zo productief. Karaka
Black heeft zeer grote, langwerpige bessen.
De meeste themas zijn enkel
interessant voor de aanwezige beroepstelers, die ook van West-Vlaanderen
kwamen.
In Pamel maken ze al zeer
goede compost uit groenafval en de mest van een instelling voor sociale
tewerkstelling.
Sommige takfracties zijn
nog te lang. Van belang is dat de houtpartikels kort zijn, maar vooral goed
gekneusd en geplet, zodat de afbraakbacteriën er goed vat op hebben. Gehakseld hout is wel kort, maar soms te weinig gekneusd.
Het bijvoegen van wat
goede grond (leem) zou het klei-humuscomplex kunnen verbeteren.
Nog veelvuldiger keren- nu
om de 14 dagen zou het verteringsproces versnellen en het CO2 verlies
tegengaan. Ondanks de serieuze winterperiode was de eind januari opgezette hoop
zeer warm geworden met op een bepaalde
plaats zelfs een temperatuur van 70 °C.
Vanaf die temperatuur en
vooral te droog materiaal is er zelfs gevaar voor zelfontbranding!
Om de 14 dagen werd de
composthoop gekeerd, maar dit zou nog frequenter mogen gebeuren want er
ontwikkelt zich CO2 gas dat de zuurstof verdringt en zelf vervliegt. Bij de
meting bleek dat het CO2 gehalte al iets te hoog was, alhoewel de laatste
kering 4 dagen geleden plaats vond op 2/3.
In de bioteelt voedt men
de grond en een verfijning hiervoor is het toedienen van Compostthee. Marc
Verhofstede van Humus bvba gaf hierover een praktische uiteenzetting.
De bezieler van het
centrum, Yves Hendrickx had het nog over de eigen proeven met aardbeien.
Yves is er in geslaagd om zelf
zeer goed bioplantgoed te kweken, evenwaardig aan gangbare planten. Aangekochte
planten moesten van ver komen en hadden maar een bedenkelijke kwaliteit.
We vernamen dat het afdekken
van planten met stro of met flodderplastiek of vliesdoek steeds ten koste gaat
van de opbrengst, maar soms toch andere voordelen kan hebben.
Als nieuwe rassen zijn
interessant.
Vroeg: naast Darselect
(goede smaak), Betty en Asia.
Midden:Candiss (gezond
gewas en uitzicht),Elianny, Roxanne,Sonata
en Cassandra.
Laat: Filicia, Salsa en Marascor.
FOTO'S
Wendy Odeurs
Hilde Morren van de fruit voorlichting van de Dienst Landbouw van de Vlaamse Gemeenschap. Zij is de dochter van Jos Morren met de befaamde Jonagored.
Vanmiddag (5 ma.) kwamen
we samen met de collega directeurs van PMS en CLB voor het pensioneringsfeest
van Micheline Heylen en Eric van Loo. Een uitstekende gelegenheid om elkaar nog
eens terug te zien. Met 15 jaar op pensioen behoor ik tot de ouderdomsdekens.
Jan Verdoodt hield traditioneel de spirituele speech met veel hints naar het verleden; telkens een
plezier om hem bezig te horen.
De hotelafdeling van
Stella Maris verzorgde als steeds de uitstekende maaltijd op deze gezellige
namiddag.
FOTOS
Micheline Heylen met Erik
Weyler
Eric van Loo
Jan Klein, Rupert Gooris, Jan
Verdoodt, Luc Sere
Jan Verdoodt
Guy-Anne Boffé
Rik Rosiers
Aime Lanckman
Maria De Beuckeleer en Jef
Pauwels (mijn opvolger)
Marcel Verbruggen, Jan, Martine Jacobs. Martine vertelde mij dat zij destijds haar kennismakingsstage met het PMS-werk bij mij op de de OSBA had gemaakt. En heel in de verte ging er bij mij een herinneringslichtje branden.
We hadden het al over de
nattigheid buiten. Ik schrok van de superhoge waterstand in de oude beerput, nu
voor een stuk voorraadkelder, wel op hogere rekken. Ik had al enkele keren
gepompt deze winter, maar nu schrok ik toch van de kleine zondvloed op enkele
dagen tijd. Gelukkig deed de dompelpomp het nog bij het inschakelen.
Nog nooit heeft de oprit
zo blank gestaan van het water.
Er zijn ook goede kanten
aan: het fotogenieke en bijzonder de weerspiegeling van de linde bij de oprit,
geplant in 1970 bij de Nationale Boomplanting. Je weet wel: Plant een Boom. Wie kan er nu nog leven zonder groen?
van de onlangs overleden, onvergetelijke Nonkel Bob.