VOOR MIJ GEEN HYBRIDEN
Sommigen verwarren dit met de genetische wijziging (of modificatie), waarbij men erfelijk materiaal uit zeer verschillende soorten (bv. een plant en een dier) mengt om te komen tot een genetisch gewijzigd organisme (g.g.o.).
In de natuur, in een open systeem kan dit eventueel onvoorziene gevolgen hebben:
eigenschappen die overgebracht worden naar andere gewassen, met nefaste gevolgen. Vandaar de acties o.a. van Greenpeace.
Bv. In 2001 ontdekte men in de USA dat het biologisch maïszaaigoed dikwijls mee bestoven was door g.g.o. maïs en als dusdanig niet meer kon gebruikt worden in de biologische teelt.
Zeer recent meldde men dat men in een berggebied in Mexico wilde maïs ontdekt had met DNA (erfelijk materiaal) van g.g.o. maïs die men cultiveerde op 100 km afstand.
Genetisch gewijzigd voeder (maïs, soja
) is niet toegelaten in biologisch voeder, doch 100% zuiver is haast niet meer te vinden.
In een gesloten systeem betekent de genbiologie - voor geneeskundige doeleinden - wellicht een nieuwe vooruitgang.
De oude zuivere rassen zijn eveneens ontstaan door soms zeer ingewikkelde kruisingen tussen meerdere andere rassen.
Een voorbeeld: het ras Rhode Island Red, voor de vijftigerjaren een zeer bekende kip) werd in 1857 in Amerika gefokt uit Red Malay, gekruist met roodkleurige Shangais, die zelf al bloed van Bruine Leghorn, Cornish, Wyandotte en Brahma hadden.
R.I.R. zijn goede vleeskippen en tevens goede leggers van bruine eieren. Zijn deze kippen nu überhaupt nog te vinden?
De Witte Leghorn, afkomstig uit Italië (maar verbeterd in de USA) is een van de 12 subrassen van Leghorns.
Tot de tweede wereldoorlog was dit ras de wereldkampioen eileg. Het is een ras dat witte eieren legt. Dit ras lijkt nu van de wereld verdwenen?
De hedendaagse kippenfokkerij geeft een goed voorbeeld van de toepassing van de genetische principes van lijnenteelt en kruising, als van de intensieve selectie om te komen tot productieve legrassen, die in verhouding minder voedsel nodig hebben; als tot het kweken van mestkippen die vlugger slachtrijp zijn, met minder voedsel.
Hierbij maakt men dankbaar gebruik van het Heterosis effect en dit is een biologisch gebeuren.
Door de gerichte kruising bekomt men een superieur nageslacht, dat moeilijk geëvenaard kan worden door een zuiver ras.
Het lijkt mij een utopie dat men een raskip met nog betere eigenschappen kan ontwikkelen, waarvan de ecologische bioingenieur nog durft dromen.
In de commerciële teelt streeft men naar gecontroleerde eigenschappen. Met dieren (of planten) die hieraan niet voldoen kweekt men niet verder.
Let wel, tot het bekomen van deze hybriden heeft men behoefte aan vier grootouders (ouders van de hanen en van de hennen). Hieruit houdt men de gewenste hanenlijn en de gewenste hennenlijn aan. De rest van de kuikens wordt vernietigd. Dit gebeurt over meerdere generaties tot men de gewenste bloedlijn bekomt. Ook bij de laatste stap: het bekomen van de eigenlijke legkippen, worden de haantjes eveneens vernietigd.
Een Gaiaziel moet hier wel principieel afkerig tegenover staan.
Om tot verbeterde legrassen te komen werd gebruik gemaakt van Witte Leghorn, Rode Island Red, New Hampshire enz.
De hybride mestkippen waarvan men in de biologische teelt gebruik maakt zijn de in Frankrijk ontwikkelde traaggroeiers. Deze groeien trager, maar ontwikkelen een superieure vleeskwaliteit.
Biologische slachtkippen mogen ten vroegste geslacht worden na 81 dagen (12 weken)
De gewone mestkippen leven ongeveer half zo lang!
Door ecologisch ingestelde mensen wordt bedenkelijk gekeken naar de kippenkweek in enge batterijen (althans de legkippen nog tot 2012; mestkippen zitten op de grond) en in reusachtige stallen, die wel tot in de puntjes met computerbesturing geconditioneerd en geregeld worden, met meerdere 10 000 den samen. Hun voeder is weloverwogen samengesteld, maar bevat artificiële toevoegingen: kunstmatige vitaminen en aminozuren. Een goede evolutie is dat stilaan de groeibevorderende antibiotica (al een tijdje verboden in meel voor legkippen, met soms een accident: de minicrisis begin 2001) in dierenvoer verboden worden.
Biologische legkippen zitten niet in batterijen maar zijn gehuisvest in stallen van ten hoogste 3 000 dieren met een buitenloop. Biologische slachtkippen mogen hoogstens met 4 800 zijn, eveneens met buitenloop, een zeer groot verschil met de meer dan 100000 in de industriële kweek.
Als liefhebber heb jij waarschijnlijk de mogelijkheid om jou dieren ( zij het nu raskippen, bastaarden (een mengelmoes van verschillende rassen) of moderne, hybride legkippen nog betere leefomstandigheden te bieden.
Voor iemand bij wie het vooral om productiedieren gaat, zie ik niet goed in waarom de beroepstelers wel met hybride dieren mogen kweken en liefhebbers niet.
Maar nogmaals, lees hoofdstuk 1 opnieuw en overweeg of een nog prachtiger raskip niets voor jou is! De consequentie is dan wel: in de winter geen eieren!
Toch nog een opmerking.
Bij F1 hybriden is de natuurlijke variatie eveneens geminimaliseerd. Dit kan een voordeel, maar ook een nadeel zijn.
Als tuinier wens ik niet dat BV alle bloemkolen en spruiten, gelijktijdig oogstbaar zijn, wat je bekomt met hybride F1 zaden.
Commercieel wenst men dit wel voor de eenmalige oogst. Maar ik hecht bv. wel aan de overtreffende, zoete smaak van F1 suikermaïs, boven een zaadvast ras.
Hier moet ik wel de aandacht vestigen op het feit dat de gangbare F1 zaden meestal op een niet biologische manier bekomen worden.
Maar men kan voor het bekomen van hybride zaden ook perfect biologisch te werk gaan. Straks vind je ook deze zaden in de biologische zaadcatalogi.
30-03-2007, 00:00 geschreven door Daantje
|