Met Davidsfonds Halle-Kempen naar de Westhoek
Voor de jaarlijkse reis had deze keer de voorzitter, Lionel Vandenberghe, voormalig voorzitter van het IJzerbedevaartcomité (1989-2002) de touwtjes in handen. Een volle bus. Er zijn 2 zonen van oudstrijders mee: musicus Gust De Groof en ik. Lionel zal gedurende de ganse reis honderduit vertellen en de bus wel een paar keer op smalle paadjes loodsen.
We krijgen een witte papaver opgespeld. In 1933 gelanceerd als symbool voor de afwijzing van oorlog en hoop op “nooit meer oorlog”. De rode werd in 1926 voor het eerst gebruikt voor het liefdadigheidswerk van het Britse leger.
Eerste stop te Nieuwpoort. Na een croissant en een koffiekoek –niet de grote boterkoeken van meer in het binnenland- ging het naar de Ganzepoort, waar meerdere kanalen samenkomen, van waaruit de onderwaterzetting in oktober 1914 gebeurde. Eerst kwamen we bij het monument voor de Britse gesneuvelden bij Antwerpen en bij de verdere terugtrekking langs de kust.
Het monument van koning Albert I is afgesloten voor grote restauratie en uitbreidingswerken. We komen aan de Plassendaalse vaart met in de buurt een Frans monument op het Charles De Gaulle pleintje.
Verder staat er nog een Belgisch herdenkingsmonument en in de voorgevel van een huis zien we de naam van H. Geeraert vermeld, uitvoerder van de onderwaterzetting.
We rijden tot de westkant van De Panne, even voorbij het standbeeld van Leopold I, die er in 1831 voet aan wal zette als koning der Belgen. Waar destijds de koninklijke villa stond en het eerste hospitaal l’Océan staan nu appartementsblokken.
Dan slaan we het binnenland in.
Als we door het Calmeynbos rijden op weg naar Adinkerke, herinnert Lionel aan het misbruik in 1925 van 500 heldenhuldezerkjes om er daar een weg mee aan te leggen. Uit protest werd besloten de Ijzertoren te bouwen.
We stoppen aan het station Adinkerke–De Panne, iets voorbij Plopsaland, vroeger de Meli, waar we in mijn collegetijd te Torhout een paar keer gingen spelen. Daar ligt nog de reeds lang buiten gebruik gestelde spoorweg naar Frankrijk, die sommigen zouden willen heropenen.
We rijden door de weidse polders van De Moeren, tot 4 m onder de zeespiegel gelegen, reeds in 1626 door Wensel Cobergher ingepolderd gebied.
We stoppen aan de weg naar de kasteelhoeve Sint-Flora waar koning Albert I in 1917 ging wonen.
Op grondgebied Houtem zien we het geboortehuis van Ward Lootvoet, de oprichter van Ecomat (Zoersel) en medereiziger Ivan Lootvoet. Via smalle wegen bereiken we de dorpskom van Houtem, eveneens het geboortedorp van onze Lionel.
In de voormalige pastorie, met toren, tegenover de kerk bevond zich van 1915 tot 1918 het hoofdkwartier van het Belgisch Leger. Op het kerkhof, rond de kerk, staat het grafmonument van generaal Wielemans. Lionel brengt ons nog naar de plaats van het toenmalige vliegveld met het er tegenoverliggende café van de Vandenberghe’s, zijn voorvaderen.
In de contreien van Vinkem en Wulveringem bevond zich het nieuwe hospitaal l’Océan en twee scholen voor niet minder dan 600 leerlingen van 5-15 jaar, voor het eerst in Co-educatie.
Te Bauvoorde passeren we de bio-kleinfruit plantage Frambiosa y Besos van Wim Vandenberghe, de voorzitter van de bio-kleinfruittelers.
Te Oeren, rond de kerk bevindt zich een kerkhof voor een 500 tal Belgische soldaten. We bemerken ook een paar Heldenhuldezerken, naar Joe English. Onder een van die zerken rust Karel Uytroeven, onderwijzer te Sint-Antonius-Brecht, nu St-Antonius-Zoersel, met een straat naar hem benaamd.
We toeren even door Alveringem, het dorp van Cyriel Verschaeve. Daar werden destijds de “Open frontbrieven” gedrukt.
Vandaar gaat het naar de Ijzertoren voor het middagmaal en aansluitend bezoek aan de toren met het panorama, om vervolgens af te dalen in het pas vernieuwde Museum. Eerst geeft gids Steven Maes een gesmaakte inleiding.
Op de panorama-uitkijk heb je zicht op de bedding van de oude spoorlijn Diksmuide – Nieuwpoort, nu fietsroute. Destijds vormde de iets verhoogde bedding de ”Frontzate”, waarachter de soldaten konden schuilen. Bij pozen is het West-Vlaamse heuvelland, van de Kemmelberg tot de Catsberg in Frankrijk te zien. Ik meen in de verte het Wijnendale bos te onderscheiden, waartegen ik hoog (+/- 47 m) geboren ben, op De Reiger te Ichtegem, op een eerste heuvelrij op 20 km van de kust, van Koekelare, Ichtegem, Wijnendale-Torhout tot Aartrijke, met als hoogste punt 51 m op de Veldemolen te Ichtegem.
De eerste toren van 50 m werd ingehuldigd op 24 aug. 1930. E.H. Paul Dehem van Ieper, titularis van de vijfde latijnse (nu de 2 de) was er aanwezig en vertelde hoe men met een vliegtuig de massale Ijzerbedevaart trachtte te verstoren.
Ik heb die toren gezien in 1945. Toen was er al een gat geslagen bij een eerste aanslag. De volledige dynamitering gebeurde in de nacht tussen 15 en 16 maart 1946. De nieuwe toren van 84m werd afgewerkt in 1965 en is een beschermd monument.
Al afdalend in het Museum zie ik o.a. de heldenhuldezerk van Leo Smits van Antwerpen, broer van Paula Smits, moeder van mijn echtgenote Aleide Lagrou.
Huiveringwekkend is de donkere passage op passerellen in de ‘Dug Out’, onderaards verblijf, schuilplaats en slaapplaats voor soldaten.
Het laatste bezoek is aan het Duitse kerkhof te Vladslo met het beroemde, treurende ouderpaar van Käthe Kollwitz met ervoor de grafsteen met o.a. de naam van hun zoon Peter. Hier liggen 25.644 soldaten begraven.
FOTO’S
Brits monument
Idem
Albert I
Plassendale vaart
Frans monument
Belgisch monument
H. Geeraert
Bus
Glimp op de zee
17-06-2014, 10:03 geschreven door Daantje
|