Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
24-04-2011
HOLENDUIF
HOLENDUIF
Terwijl we beiden voor de
computer zitten, vraagt Aleide plots Welk een duif is dit?
Voor het raam paradeert
een prachtig belichte holenduif. De groen-blauwe nekkleuren lichten
metaalachtig op. Ze was daarna spijtig al te ver voor een foto.
Dit is de eerste maal dat
ik die hier opmerk, afgezien van de mummie dan (Zie ook de blog van 10/04).
Dit is het laatste stadium vooraleer vruchtjes
beginnen te zwellen. De bloemblaadjes vallen af.
Je ziet dit vandaag, 18 april reeds bij de
Stark Earliest, een appel die eind juli rijpt. Dit was een favoriet van dochter
Veerle in haar examentijd. Ze is nu specialist voorbehoedende geneeskunde in
Vancouver, Canada. Ze werkte o.a. voor de First Nations, de indianen.
De andere boom op de foto blijft
voor mij nog steeds een raadsel. In concreto is deze boom nog de vrucht
van een enthappening van de Veltjeugd in 1984 op een M7 onderstam. Ik heb er 2
exemplaren van.
Het enthout kwam van mijn allereerste ent-experiment
begin april 1963.
Dit enthout had ik van bij mijn schoonbroer
Roger Saelens in Ichtegem. Toen ik er kwam vond ik het waardevolle appels met
een zeer goede bewaarcapaciteit. De boom kwam van een kwekerij in Moere en het
ras kon herkomstig zijn uit Engeland.
Een tijd dacht ik dat het ras Sturmer
Pippin betrof, maar dit klopt niet.
De oorspronkelijke boom bij mijn
schoonbroer is reeds lang uitgewroet door zijn varkens.
Ik herinner mij mijn eerste enting op een
boom in de kippenren begin april 1963. Aan de hand van een boek sneed ik een
soort driehoeksenting met het entmesje met ivoren lemmet dat ik toen kocht en
nog steeds gebruik.
Het is de enige keer onder het enten- dat
ik het rollen van de nachtzwaluw gehoord heb op het terrein, vol met brem, die
serieus geleden had onder de zware winter 62-63, waar daarna de wijk Verscheurde
Hoeve gebouwd werd.
Het
knippen van de vele kankertakjes en afzagen van een paar grotere is nu achter
de rug. Dit ging gepaard met hier en daar nog wat bijsnoeien en uitdunnen.
s
Avonds is het fris en wat uitrusten bij de gloed van het haardvuur doet deugd. Dit
is ook de beste manier om de kankersporen te laten verdwijnen.
De
bloei komt dit jaar zeer vroeg en krijgt een vlug verloop. Het kan haast niet
anders met dat zonnige weer. Dit jaar krijgen we een superoogst na het zwakste
jaar dat ik meemaakte. Maar je weet nooit. Begin mei kan het nog vriezen.
Vorige dinsdag was er lichte nachtvorst. De boorden van de trampoline zagen
wit. Dat is mijn barometer. Enkele
vroege aardbeibloemen staan met een bruin hartje; de meeste gelukkig niet.
Het
bodemkundig instituut voorziet voor de ganse volgende week zeer warm weer, boven
de 20°C. Het zou best kunnen dat de tuingrond er tegen het einde van de maand
droog zal bijliggen voor het verdere zaaien. Alhoewel zandgrond mag ik niet
klagen. De grond is na tientallen jaren behandelen met compost en
gesteentemelen er zeer op verbeterd. In 1970 was dit perceel bij het eerste
gebruik nog een zandwoestijn.
De
laatste dagen heb ik mij bij de appelen nogal bezig gehouden om overal de
kankertakken en takjes af te knippen en te verzamelen om op te branden. Je
merkt deze nu beter op daar de kankertakjes kaal blijven of moeilijk in blad
komen wegens een beginnende aantasting. Bij nader toezien bemerk je een lichte
verrimpeling, een scheurtje of iets loskomen van de bast.
De
kankertakjes worden zorgvuldig verzameld om op te branden. Kankertakken op de
grond verspreiden evenzeer de kankersporen. Door verwijdering hoop ik zoveel
mogelijk besmetting te voorkomen.
Het
valt op dat de gevoeligste rassen bij mij sommige nieuwe rassen met zeer
lekkere vruchten zijn.Otava, Santana,
Scrumptious, Limelight horen bij de gevoeligste. Bij de oude rassen is mijn
oude Bellefleur wellicht de gevoeligste. Bij een andere Bellefleur, wellicht
een Brabantse, is er een tijd erge aantasting geweest. Ik snoeide zoveel
mogelijk alles weg, soms ganse takken. De grote aantasting is al enkele jaren
precies overwonnen en ik moet slechts hier en daar nog een kleine aantasting
wegknippen. Iets dergelijks heb ik meegemaakt op de Reinette Hernaut. Vijftien
jaar groeide deze boom voorbeeldig en dan verkankerden kort na elkaar talrijke,
grotere takken. Ook hier greep ik zo goed mogelijk in, maar op een hoogstam
geraak je niet overal bij. Toch lijkt het of ook deze boom de aantasting al een
tijdje overwonnen heeft.
Mijn
Boskopen hebben weinig last van kanker. Op andere plaatsen heb ik zware
aantasting gezien.
Bij
ons thuis in West-Vlaanderen was de oogstappel een en al kanker. Hier heeft het
ras geen last van kanker.
Van
fruitvriend Wim Peeters krijg ik enkele fotos van kankeraantasting op zijn
beukenhaag te zien. Zelf heb ik dit bij beuk nog niet opgemerkt of het is toen
niet doorgedrongen dat het een kankeraantasting betrof.
Dit
is duidelijk kanker, Nectria galligena die vooral sommige appelrassen
aantast, maar ook peren. Deze boosdoener tast evenwel ook beuk, populier, eik ,
berk en nog ander loofhout aan.
Te
oordelen naar de verschillende fotos is drastisch wegsnoeien tot in het
gezonde hout geboden.
Ze zijn
lekker én gezond: blauwe bessen. Maar de blauwe bessen hebben ook nog eens
een positief effect op je gewicht. Uit onderzoek van Texas Woman's University
blijkt dat bosbessen driekwart van de vetcellen kunnen afbreken. Ook gaat het
fruit de strijd aan met nieuwe vetcellen. In dat opzicht zouden de besjes het
ultieme wapen zijn tegen obesitas. Bosbessen zijn dé weldoeners onder het
fruit. Uit eerder onderzoek bleek al dat de besjes hartziektes en diabetes
type 2 kunnen voorkomen.
Afspraak om 7u aan de kerk
van St. Paulus Westmalle. We steken de Turnhoutsebaan over en komen in de
Dennenlaan. Als voorteken zien we net als de vorige maal een aalscholver
overvliegen.
De eerste vogeltjes,
passend voor de dennenlaan, zijn de zwarte mezen met hun, tjiete tjiete zang,
niet gevarieerd als bij de koolmees. Ze zijn van deze laatste te onderscheiden
door de meer gebalde en kleinere gestalte. Het kenmerk is de langwerpige witte
vlek op het achterhoofd van het zwarte kopje.
De roodborst laat zich
veel minder horen dan de vorige maal. De vogel die we dit maal 't meest zullen horen op deze wandeling en die er14 dagen terug nog niet was, is de welluidende zwartkop. Zijn "tek-tek" alarmroep, die ik bij ons in de tuin hoor, was er niet bij voor onze groep, in zijn ogen wellicht brave natuurwandelaars.
Een sperwer scheert ons in een glimp voorbij.
Heggenmus en vooral winterkoning laten
zich opmerken. Groenling en weer de boomklever, vooral de laatste, laten zich
horen. Op t einde van de wandeling zal ook de boomkruiper zich even schuchter
laten opmerken.
De gids wees op de
terugtrek van de gaaien, nog nooit waren er zoveel komen overwinteren.
Het hoogtepunt van de
wandeling vormde voor mij de ontmoeting met de holenduif. Zijn gekoer is meer
afgemeten dan dit van de bosduif, die we zeer dikwijls te zien kregen in deze
villawijk. Gids Koen wist de holenduif weer te vangen in zijn telescoop. De
groenblauwe halsplek is prachtig te zien in de zonovergoten, kale boom. Enkele
jaren geleden vond ik een mummie van deze vogel in de kachel van de veranda. De
vogel was erin gesukkeld via de lange buis boven op de schoorsteen.
Een paar keer staan we
zeer stil te luisteren naar het lijzige liedje van het goudhaantje, het
kleinste Europese vogeltje, weegt minder dan een suikerklontje van Tienen wist
Koen te vertellen. Veel zangbeurten waren er niet bij, maar al bij al prees ik
mij gelukkig dat ik deze hoge toontjes nog kon horen.
De 2,5 uur durende
wandeling was zo voorbij.
Van mevrouw Van Soens
hoorde ik nog de verklaring van de naam van hun straat: Nooitrust, naar de
gelijknamige naam van de vroegste boerderij van de trappisten van Westmalle waarvan
alleen nog de fundamenten bestaan. De paters bouwen op dit ogenblik een vernieuwde
boerderij en kaasmakerij en een beter waterzuiveringstation. Het vorige zou
niet voldoende gefunctioneerd hebben, alhoewel ik mij herinner dat de Schijn,
nog maar een beek in Halle, plots veel zuiverder werd na de inwerkingstelling van
dat zuiveringstation, begin de zeventiger jaren.
Hoe staat het bij jullie met het uitkomen van de eitjes
van de windervlinder? Vindt je al rupsjes.?(Vraag van Marten Pelleboer, medewerker op de Fruithof,
Frederiksoord)
Ik had er gisteren over
geschreven op mijn blog. Vooraleer je vraag te beantwoorden ben ik nog eens
gaan kijken. Op de met rupsenlijm (zie blogs oktober-november vorig jaar) behandelde
bomen heb ik geen enkel rupsje van de kleine wintervlinder kunnen ontdekken;
wel een zwart, meer beweeglijk specimen. Ik ben de naam vergeten, maar zou het
een bladroller kunnen zijn?
Op de niet behandelde bomen heb
ik er verschillende gevonden. Ze zijn momenteel nog zeer klein en de schade
valt nog nauwelijks op. Ik heb de indruk dat het er minder zijn dan vorig jaar,
maar het is nog bepaald te vroeg om dit te besluiten.
We beleven dit jaar een
geweldige lente. Vorige week 24° C. Daarop een lichte regen. De botten van de
bladeren barsten open. De kerspruimen zijn uitgebloeid en de knopjes van de
nieuwe vruchten zijn zichtbaar. Wellicht wordt het een overvloedige oogst.
Peren, pruimen, kersen staan in volle bloei. De eerste appelbloesems ontluiken.
Ik zie voor het huis de bloemen van de Rode Gravensteiner, nog vroeger dan de
Stark Earliest.
De minuskule rupjes van de
wintervlinder beginnen hun sloperswerk. Ik heb er al verschillende verschalkt.
Als je een lichte schade ziet aan een bladrozet begin je een nauwkeurige
zoektocht. De rupjes, nauwelijks een paar millimeter lang zitten onder een licht
beschadigd blad.
Vorig jaar met het koude
weer gingen ze schuilen aan de voet van het bloemenrozet en vraten de basis
weg. Het werd mijn slechtste appeloogst ooit. Kan het dit jaar nog misgaan? De
weerberichten blijven zeer gunstig.
Fotos van vandaag:
1.Oranjetip
2.Idem
3.Bloeirosette
van Benita, half Nashi, half peer
4.Onze
slanke sleutelbloem staat er weer in vol ornaat. Zie ook blog van 17/4/2009
Ik heb mijn assortiment
bramen weer kunnen uitbreiden met 4 rassen: 2 gestekelde en twee stekelloze.
Gestekelde:
Beiden zijn in Amerika
ontwikkeld uit de rankende, West-Amerikaanse bramen, met lange, conische
vruchten en een zeer goede smaak.
Metolius
Een kruising tussen
Douglass en Kotata, ontwikkeld te Corvallis in de staat Oregon.
Kwam in de V.S op de markt
in 2005.
Zeer vroeg rijpend: juli
Uitstekend smaak
Vaste, gelijkvormige,
conische vruchten
Obsidian
Een kruising tussen Orus
828-42 X Orus 1122-1 geselecteerd door Dr Cad Finn te Corvallis, Oregon
Kwam samen met Metolius in
2005 op de markt
Zeer vroeg rijpend, juli
Grote vruchten met een
uitstekende smaak. Gemiddeld gewicht 6,8 g
Groeikrachtig, rankend,
gezond ras.
Had niet teveel last in
een regenrijk jaar
Ongestekelde
Black Diamond
Kruising Kotata x NZ8610L-163 2005, Corvallis Oregon
Productief
Vroeg
Goede smaak
Iets minder groeikrachtig; kan dichter geplant
worden
Loch Tay
Kruising tussen Loch Ness
X SCRI 8247D
Komt van het Scottish Crop
Research Institute bij Dundee, genoemd naar de stroom aldaar: de Tay.
Rijpt een stuk vroeger dan
de thans veruit meest geplante braam Loch Ness. Ik lees net dat de eerste
bramen (ras Loch Tay) uit verwarmde serre op 4 april op de veiling kwamen.
Goede smaak, beter dan
Loch Ness; iets kleinere, vaste vrucht.
Vanavond (7/4) iets na 17
u herhaaldelijk de koekoek horen roepen.
Bert die hier was komen
helpen zei: Nu mogen de kleinmannen terug op blote voeten lopen. Hij is
afkomstig uit de streek van St. Niklaas. Blijkbaar gold die spreuk niet alleen
in West-Vlaanderen.
Het was heerlijk werken in
de tuin bij 20°C. De bramengalerij ligt er weer piekfijn bij; letterlijk alle
ongerechtigheden: bladeren, grassen, netels onder de mat vegen! Ik werk met antiworteldoek.
Geen tijd gehad voor fotos,
dat is voor een andere keer.
Onze zwartkop is sinds 1/4
terug. De Vogelgids omschrijft de zang als volgt. "Zang opmerkelijk rijk en
afwisselend, gevarieerder, maar minder lang aangehouden dan deze van de
Tuinfluiter; meestal beginnend met een haastig geprevel en eindigend in enkele
oplopende, prachtige, jodelfluitende tonen."
De Tate is een van de befaamde musea in Londen. Een tijd
terug heeft men de modernste collecties, na 1900 ondergebracht in Tate Modern, een omgebouwde elektriciteitscentrale
op de rechteroever van de Thames.
De vroegere vestiging heet nu Tate Britain.
FOTOS
1.Ons
gezelschap: zoon Peter, ik, Aleide, Hild Raus, dochter Mieke met zoon Jonas,
Michiel, jongste zoon van Peter
2.Tate
Modern, gevestigd in een vroegere elektriciteit centrale
3.Op
de Milenniumbrug met St. Pauls Cathedral. In het rood: dochter Leen
Ook dit jaar hadden we
weer zaden uit de Organic Catalogue,
een samenwerkingsverband tussen Garden
Organic (de nieuwe naam voor de Henry Doubleday Research Association) met
als CEO Myles Bremner en Chase Organics,
met aan het hoofd Mike Hedges.
Aleide kreeg van Mike
enkele zaden om in Kameroen uit te proberen.
Nog een eerste waarneming:
het Oranjetipje (29/3). Ik hoorde van de weerman dat we een top drie van de
zonnigste maand maart beleven sinds het begin van de registratie half de jaren
1800.
Deze soort kent één
generatie per jaar en vliegt van begin april tot begin juni.
Vandaag deze vlinder voor t
eerst waargenomen dit jaar.
Nog een vlinder die
overwinterd heeft.
Deze soort heeft twee
generaties. De eerste in juni-juli. Dit is nog een vlinder van de tweede
generatie, die vliegt van eind augustus tot eind mei van het volgende jaar.