In Rome werd in 153 v. Chr. het begin van het jaar op 1 januari gezet, maar aanvankelijk werd deze dag niet gevierd en had alleen een administratieve functie. Het Midwinterfeest vond plaats tijdens de laatste 12 of 13 dagen van het oude jaar. Pas in de vierde eeuw, nadat het christendom zijn intrede had gedaan, werd de Kalendae Januariae ingesteld, een vijfdaags feest om de geboorte van het kindje Jezus op 6 januari in te luiden. Nog in dezelfde eeuw ging de kerk ertoe over de geboorte van Jezus op 25 december te plaatsen en deed men al het mogelijke om de snel gegroeide populariteit van de Kalendae Januariae in te dammen. De eerste drie dagen van januari werden door de Synode van Tours uitgeroepen tot vastendagen en het werd op straffe van excommunicatie verboden aan de 'heidense' nieuwjaarsviering deel te nemen.
Ook werden er diverse pogingen gedaan een andere datum als nieuwjaar te bestempelen. In de oosterse kerk rekent men vanaf de Middeleeuwen 1 september als begin van het jaar. In de westerse wereld werden diverse nieuwjaarsdata na elkaar en soms tegelijkertijd gehanteerd: 1 september, 24 september, Kerstmis, 1 maart, 25 maart, Pasen.
Het kerkelijk nieuwjaar werd, zoals gezegd, in 480 n. Chr. vastgesteld op het begin van de advent.
Gedurende de gehele Middeleeuwen bleef de nieuwjaarsdag afhankelijk van regionale gebruiken, waarbij op één plaats vaak twee of meer data tegelijkertijd als nieuwjaar golden. In de vijftiende en zestiende eeuw gingen de meeste staten in Europa er toe over het nieuwjaar op de eerste januari te vieren, maar de verwarring bleef nog lang doorwerken. Tussen 1660 en 1669 veranderde Samuel Pepys, bijvoorbeeld, in zijn dagboeken het jaartal op 25 maart en zette toch 'New Year' bij de eerste januari.
Voorzover 1 januari als nieuwjaar gevierd werd, ontstonden op deze datum gebruiken die vergelijkbaar zijn met die van andere dagen in de heidense midwintertijd. Het feest begon, zoals alle Germaanse en Keltische feesten, op de vooravond, die in het Engels nog steeds New Year's Eve heet. Naar de heilige aan wie deze dag gewijd is werd vroeger ook wel van Silvesteravond gesproken, een naam die in Duitsland nog steeds gebruikt wordt. Sylvester was een paus uit de vierde eeuw; zijn feest valt op 31 december, vandaar.
Toen de heiligenverering tijdens de Reformatie werd afgeschaft ontstond de gewoonte van Oudejaarsavond te spreken. Het knallen van vuurwerk bij het begin van het nieuwe jaar en allerlei gebruiken om de gevestigde orde op haar kop te zetten zijn een algemeen verschijnsel tijdens de heidense joel (midwinter)tijd.
* * * EINDE * * * |
Bron : Stichting Beleven |
|