De jaren '60 waren op een woelige manier geëindigd maar de seventies dreigden nog woeliger te worden. De jeugd van toen bleef maar met grote vragen zitten zoals oorlog, milieuvervuiling, seksualiteit e.d.m. De 'golden sixties' waren voorbij en de jaren van besparing en crisis kondigden zich somber aan. Ook de Moody Blues stelden zich vele vragen. Met een geweldig opwindende intro èn outro.
Vanuit Nederland kwam eind juni 1970 leuke popmuziek. De boodschap was nochtans duidelijk: "Trouw nooit met een man die aan de spoorwegen werkt". Nogal wiedes: met al die stakingen en vertragingen weet je nooit wanneer ie thuiskomt...
Pure pop voor de jeugd van toen en een meezinger van formaat! The Tremeloes namen deze song van Jeff Christie op in het Engels en ook een versie in het Spaans ('No comprendes'). Niet tevreden over het eindresultaat weigerden The Trems de single uit te brengen. De platenmaatschappij vroeg dan maar om hun stemmen weg te vegen en te vervangen door de stem van de auteur die in allerhaast nog twee muzikanten moest zoeken om de groep 'Christie' te vormen en op tournee te gaan voor de promotie van de single. Wat je hier hoort is dus de instrumentale track van The Tremeloes met daarop de stem van Jeff Christie. De Spaanse versie van The Trems werd wel uitgebracht in Spanje en Zuid-Amerika met succes. Maar in de rest van de wereld stond Christie bijna overal op het hoogste schavotje. Kijk vooral naar het videoclipje uit het jeugdprogramma Tienerklanken (BRT).
De Spaanstalige versie van The Tremeloes:
Palingpop uit Volendam. De slows van deze Nederlandse jongens die met veel pathos werden gezongen waren niet zozeer aan mij besteed, maar hun uptempo nummers kon ik wel smaken. Deze leuke single stond eind juni 1970 ook in onze hitparade.
In de maand juli 1970 ben ik een maand lang gaan werken in de plaatselijke Colruyt samen met mijn goede vriend Geert S. Een uitstekende leerschool voor later en de wedde was mooi meegenomen. Het was zwaar werk maar de voldoening achteraf was des te groter. Tijdens die mooie zomermaand hoorde ik nieuwe boeiende geluiden op de radio. Cat Stevens was in het najaar van 1968 ingestort door tuberculose en een klaplong. Het duurde een vol jaar om er bovenop te komen. De LP 'Mona Bone Jakon' was het eerste product dat hij afleverde en deze ode aan zijn ex-lief Patti d'Arbanville beheerste toen de radiogolven. Dit is dan ook de eerste song uit die periode die mij te binnen schiet:
Het vullen van de rekken en af en toe in een koker plaatsnemen om winkeldiefstallen te voorkomen van 's ochtends tot 's avonds was heel arbeidsintensief maar gelukkig was er muziek in de Colruytwinkel. De voormalige zanger/gitarist van Amen Corner had een nieuwe groep gevormd en zijn eerste single werd in de maand juli 1970 grijsgedraaid.
Elke dag van de maand juli 1970 fietste ik naar de Colruytwinkel en na een dag hard labeur was ik blij huiswaarts te keren. Vaak spookten muziekjes rond in mijn hoofd die ik overdag een aantal keren op de radio gehoord had. Zoals deze Amerikaanse versie van "Ach, was ik maar bij moeder thuis gebleven...", geschreven door Randy Newman:
Eric Burdon had in 1966 al een versie opgenomen van "Mama Told Me" maar hij noch de overige leden van The Animals weten nog wie er bij de opname aanwezig was. De single van Eric Burdon & The Animals werd nooit uitgebracht maar de song verscheen wel op een solo-LP van Burdon uit 1967. In 1969 sloot de Brit Burdon een verbond met de Amerikaanse funkgroep 'War' en deze oorwurm uit juli 1970 zong ik dagelijks mee terwijl ik de rekken van de Colruyt vulde met flessen wijn, zonder ooit enig druivenvocht te verspillen.
Maar dè grote hit van juli 1970 was zonder twijfel die song over een travestiet (waarschijnlijk de allereerste). Een dure grap zo bleek later want Ray Davies moest een Amerikaanse tour onderbreken en vanuit NY terugvliegen naar Londen om 'Coca-Cola' te vervangen door 'cherry cola'. Zo had Auntie BBC beslist. Lola, L O L A, Lola... ♫♫♫ ♫♫♫...
Cat Stevens werd op Jazz Bilzen uitgejouwd. Het publiek lustte zijn nieuw genre niet.
Conclusie: de eerste 6 maanden van 1970 werd er nog veel geluisterd naar muziek uit de jaren '60. En eigenlijk startte het nieuwe decennium van de seventies pas op 1971.
Nummer 5: Diverse Artiesten met "London Pop News"
Nummer 4: Wallace Collection met "Serenade"
Nummer 3: CCR met "Willy And The Poor Boys"
Nummer 2: Simon & Garfunkel met "Bridge Over Troubled Water"
Op 2 mei 1970 was er ook een Top-5 van de best verkochte LP's op de BRT-radio. Op nummer 5 stond de verzamelaar 'London Pop News' met o.a. pareltjes als 'A New Day Yesterday' (Jethro Tull) en 'That Was Only Yesterday' (Spooky Tooth), maar ook dit juweeltje:
De verzamelaar 'London Pop News' met op de hoes een veelkleurig stiertje staand op een wereldbol bevatte blues rock, folk rock en prog rock. Uitgegeven door platenmaatschappij Island Records met o.m. Traffic ('Medicated Goo') en ook deze rockende koningin:
Op 2 mei 1970 stond de plaat 'Serenade' van de Wallace Collection in de Top-5 van de bestverkochte elpees op nummer 4. Naast deze song stonden natuurlijk ook het titelnummer op die schijf naast 'Bruxelles (Part 1/Part 2)', 'We Gotta Do Something New', 'Hocus Pocus', 'We Are Machines', 'Dear Beloved Secretary', 'See The Man' en enkele andere minder bekende songs. De uitgeverij was Odeon (EMI).
BRT Top-5 bestverkochte LP's op 2 mei 1970: op nummer 3 stond 'Willy And The Poor Boys' van CCR uit november 1969 (!). Naast het bekende duo 'Down On The Corner' en 'Fortunate Son' stonden covers van 'Cotton Fields' (Huddie Ledbetter) en 'The Midnight Special' (Traditional) maar ook eigen werk, zoals deze rocker:
Op het fantastisch album 'Willy And The Poor Boys' van CCR (Fantasy Records) stonden ook nog 'Poorboy Shuffle', 'Don't Look Now (It Ain't You Or Me)', 'Side O'The Road', 'Effigy' en deze mooie 'Feelin' Blue', helaas maar al te vaak vergeten op onze radiostations dezer dagen. Maar op 2 mei 1970 stond deze LP dus op nr. 3 in de Top-5.
Op nr. 2 in de Top-5 van de bestverkochte LP's van 2 mei 1970 op de BRT stond het album 'Bridge Over Troubled Water' van S & G uitgebracht door Columbia Records op 26 januari 1970. Naast het titelnummer stonden 'El Condor Pasa (If I Could)', 'Cecilia', 'So Long, Frank Lloyd Wright', 'The Boxer', 'Baby Driver', 'The Only Living Boy in New York', 'Why Don't You Write Me', 'Bye Bye Love' (live opname uit Ames, Iowa. Nummer van The Everly Brothers geschreven door Felice & Boudleaux Bryant) en 'Song for the Asking'. Ook deze LP mocht ik helemaal op mijn Gründig taperecorder zetten dankzij mijn goede vriend Geert S.
Nog een song uit dat formidabel album 'Bridge Over Troubled Water' van Simon & Garfunkel dat op 2 mei 1970 op nr. 2 stond in de Top-5 van de bestverkochte elpees op de BRT. Bij deze hemelse klanken smelt ik helemaal weg. Lailalai, lai lalai lai lailalai lailalai ♫♫♫♫♫♫....
En op nr. 1 in de Top-5 van de bestverkochte 33-toeren platen van 2 mei 1970 stond deze blanke act op 'Motown Records' die zoveel succes had dat de groep een onderafdeling kreeg van die platenmaatschappij met hun eigen bandnaam, nl. 'Rare Earth'. Het album 'Get Ready' werd in de VS uitgebracht op 30 september 1969 maar vond zijn weg in West-Europa, via de discotheken, pas vanaf het voorjaar van 1970. De bezetting van de band was de volgende: John Parrish:trombone, bas, vocals Gil Bridges: saxofoon, tamboerijn, vocals Kenny James: orgel, elektrische piano, vocals Rod Richards: gitaar, vocals Pete Rivera: drums, vocals Dit is track nr. 1 (kant A):
Buiten 'Magic Key' stonden ook 'Tobacco Road' [John D. Loudermilk], 'In Bed', 'Train To Nowhere' [Kim Simmons/Chris Youlden - Savoy Brown] en deze versie van 'Feelin' Alright' [Dave Mason - Traffic] op kant A van de LP 'Get Ready' van Rare Earth, de onbetwiste nr. 1 in de LP Top-5 van de BRT-radio op 2 mei 1970.
De BRT Top-30 van 2 mei 1970: DJ Anthony had een uitgesproken mening over platen en als er een single was die hem niet zinde nam hij geen blad voor de mond. Zo had hij kritiek op De Strangers en hun 'Bij de Rijkswacht' en 'De Vogeltjesdans' speelde hij af op 78 toeren. Maar deze nummer 27 hoorde hij wel graag:
Elke zaterdagmiddag luisterde ik trouw naar de BRT Top-30 met mijn oor gekluisterd aan mijn transistorradiootje. Dat was niet altijd even makkelijk want ons gezin zat dan meestal aan tafel waardoor ik vaak de klank moest dimmen. Vooral bij deze versie van een rock & roll-song geschreven en opgenomen in 1956 door Bo Diddley. Deze fantastische versie van 'Who Do You Love' stond op 2 mei 1970 op nummer 22:
Bij het horen van de eerste noten waande ik mij meteen in de Andes. Deze song kwam eveneens uit de LP 'Bridge Over Troubled Water' en voor de muziek had Paul Simon gewoonweg de instrumentale track van Los Incas uit 1963 genomen. Deze condor stond op 2 mei 1970 op nummer 11 in de BRT Top-30:
Het origineel uit 1963:
Op 2 mei 1970 stond 'Let It Be', de zwanenzang van The Beatles, op nummer 8 genoteerd maar Paul McCartney voelde de adem van John Lennon al in zijn nek want die stond met zijn Plastic Ono Band slechts 2 plaatsjes daarvan verwijderd. Op nummer 10 hoorde ik dus toen deze single spelen:
Allereerste BRT Top-30 op 2 mei 1970: de puur commerciële muziek sla ik over. Voor deze ruigere gitaarversie van Frijid Pink met een cover van 'The House Of The Rising Sun' maak ik graag een uitzondering. Op nummer 7 stond dus:
Gitaarklanken, een stoomfluit en handgeklap: dit was de allereerste nummer 1 in de BRT Top-30 van 2 mei 1970. De volledige lijst zet ik hieronder in een link.
Ongelooflijk hoe het Festival Woodstock uit augustus 1969 een jaar later nog altijd invloed had op de platenverkoop. Het nummer werd geschreven door Joni Mitchell die het festival niet bijwoonde en daar achteraf spijt van had.
Dit is de hoes van de elpee waaruit het nummer "Who Do You Love" komt. Op het singletje stond geen foto afgebeeld.
Door toedoen van Paul Simon werd deze muziek uit Zuid-Amerika weer populair. De term wereldmuziek moest nog worden uitgevonden.
Op het oorspronkelijk hoesje stond Lennon niet vermeld.
Op 8 mei 1970 werd de 12de officiële laatste elpee van de Fab Four uitgebracht. De meeste songs waren vóór het album 'Abbey Road' opgenomen. Tijdens de opnames van deze 'Get Back'-sessies werden The Beatles gefilmd en die beelden werden gebruikt voor de film 'Let It Be'. Het publiek was getuige van de spanningen (Paul en George maakten veel ruzie en John bracht Yoko mee naar de studio). Producer Glyn Johns bracht niets terecht van de opnames in 1969, tot Phil Spector er een jaar later zijn zin mee deed, tot groot ongenoegen van Paul McCartney en de meeste fans. Toch heb ik 5 favorieten voor vandaag uitgekozen, waar ik goede herinneringen aan over hou. Dit is de eerste:
Favoriet nummer 2 uit de LP 'Let It Be' (1970) is deze blues/hard rock-song die al te horen was op het dak van de Apple building in januari 1969. Het is in feite een mix van 3 onafgewerkte songs: Paul McCartney's "I've Got a Feeling", John Lennon's "Everybody Had a Hard Year" uit de sessies van de dubbele witte (1968) en waar de song "Everyone Had a Hard Year" heette en "Watching Rainbows." Paul schreef de song voor Linda (met wie hij spoedig zou trouwen in 1969) en John had een zwaar jaar achter de rug (scheiding van Cynthia, Yoko's miskraam, arrestatie voor drugsbezit en groeiende ontevredenheid in de groep). Billy Preston speelt mee op elektrische piano.
De foto's in deze clip verwijzen naar "Abbey Road" i.p.v. naar "Let It Be".
Favoriet nummer 3 uit de LP 'Let It Be' (1970) is deze rock & roll-song waarvan de Fab Four al een versie opnamen in 1963 die niet werd uitgebracht. Ook te horen op het Rooftop Concert (Apple building - 30 januari 1969). 'The one after 909' is natuurlijk een trein. Back to basics!
Favoriet nummer 4 uit de LP 'Let It Be' (1970) is een compositie van George Harrison die zijn bewondering voor Chuck Berry ('Go, Johnny, go') en Elmore James niet onder stoelen of banken steekt. De song is gebaseerd op een "12-bar blues" met veel 'lap steel guitar'-geluiden van John Lennon. De song werd ook uitgebracht als b-kant van de single 'The Long And Winding Road', een droevige song die -naar mijn smaak- veel te veel werd overgoten met strijkers door Phil Spector, waardoor het somber gevoel bij de split van The Beatles nog versterkt werd.
Maar mijn absolute favoriet uit de LP 'Let It Be' (1970) is deze psychedelische folksong geschreven door John Lennon in 1967 tijdens een slapeloze nacht. De song werd opgenomen op 4 februari 1968 en later meermaals overdubd. Hij verscheen voor het eerst op een verzamelelpee van het 'World Wildlife Fund' getiteld 'No One's Gonna Change Our World' in december 1969 in een lichtjes andere versie dan deze uit 1970 (met toevoeging van geluidseffecten en opvliegende vogels). 'Jai Guru Deva Om', een mantra uit het Sanskriet, werd veel gebruikt door de Maharishi Mahesh Yogi en betekent zoveel als 'glorie aan diegene die schittert en de duisternis wegneemt'. Lennon was toen inderdaad veel bezig met meditatie en het spirituele. Hier volgt mijn 5de favoriet:
Front cover: nergens valt de naam van de groep te bekennen! De foto's van John, Paul, George en Ringo (kloksgewijs van links naar rechts en van boven naar onder) waren in het collectief geheugen gegrift.
Back cover: zeer donker en de appel van Apple Records is opvallend rood gekleurd i.p.v. groen! Het was ook geen halve appel maar een hele...
Bij de LP hoorde ook een boek met prachtige foto's van de opnamesessies. Voor mij kostte dit boek te veel (ik was toen 18 jaar en 6 maanden oud en studeerde nog). Maar dankzij de zus van mijn kameraad Gert-Jan H. kreeg ik het gratis. Zij was ouder en werkte in de platenwinkel Rondo onderaan het Philipsgebouw aan het de Brouckèreplein in Brussel. Een vinylplaat (33 rpm) kostte toen ongeveer 225 BEF.
The Beatles op de cover van Life Magazine.
De Fab Four waren op 10 jaar tijd volwassen geworden.
Een van de beste verzamelplaten uit 1970 was volgens mij de dubbelelpee van CBS 'Fill Your Head With Rock'. Voor deze geweldige staalkaart van diverse artiesten trok ik met mijn Gründig taperecorder naar mijn kameraad Harry H. om alles netjes op te nemen. Met het openbaar vervoer naar Anderlecht (een bus èn een tram) in die periode was geen sinecure. Ik heb 5 favorieten uitgekozen en dit is de eerste, een song geschreven door Winwood-Capaldi-Wood (Traffic):
CBS 'Fill Your Head With Rock': mijn 2de favoriet is een bewerking van een oud nummer van Ray Davies (The Kinks) uit 1965. Reeds van bij de intro (violen) spitste ik toen mijn oren. Het woord 'progressive rock' moet zowat in die periode (1970) uitgevonden zijn. De cover met een foto van de violist Jerry Goodman staat op mijn netvlies gebrand.
CBS 'Fill Your Head With Rock': mijn 3de favoriet uit die dubbele verzamelaar is deze occulte song van 'Black Widow'. Meer en meer groepen gingen die weg bewandelen en de bekendste was zonder twijfel 'Black Sabbath'. Ook dit was muziek uit 1970.
CBS 'Fill Your Head With Rock': mijn 4de favoriet is een nummer geschreven door Jerry Ragovoy en Chip Taylor. De optredens van Janis op de festivals van Monterey (1967) en Woodstock (1969) waren niet onopgemerkt voorbijgegaan. Op 4 oktober 1970 maakte een mix van heroïne en alcohol een eind aan haar jonge leven.
CBS 'Fill Your Head With Rock': mijn 5de en laatste favoriet uit dat legendarisch dubbelalbum van 1970: Al Kooper met zijn versie van een nummer van Mose Allison. Nogmaals bedankt Harry H. uit Anderlecht!
De fameuze cover van dat legendarisch dubbelalbum van CBS.
Blijkbaar een hoes die enkel voor de Oosterse markt bestemd was.
Terwijl de muziek in Groot-Brittannië in 1970 aan het afglijden was naar pure commerciële pop kwamen er heerlijke rock/blues-geluiden uit Nederland. Jan Akkerman en Pierre van der Linden verlieten de band kort na het verschijnen van de eerste elpee om over te stappen naar Focus. Die formatie met Thijs van Leer als frontman (dwarsfluit, falsetto- en jodelstem) zag ik een jaar later in Vorst-Nationaal.
De rockopera van Pete Townshend uit 1969 beheerste een jaar later nog altijd de muziekscene. Getuige daarvan deze instrumentale versie van de ouverture van 'Tommy', gebracht door een groep studiomuzikanten o.l.v. producer Tom Sellers. In de zomer van 1970 bereikten ze met deze single een 16de plaats in de Amerikaanse charts.
Hardere rockgeluiden kwamen via de VS overgewaaid van de Canadees Neil Young die deze song schreef toen hij geplaagd zat met het griepvirus. Danny Whitten van begeleidingsband 'Crazy Horse' speelt een prominente rol in het geluid van de hele LP "Everybody Knows This Is Nowhere", waaruit de single "Cinnamon Girl" werd getrokken in april 1970.
En hoe zat het met de Belgische muziekscene? Uit het Aalsterse kwam een nieuwe groep die een oud nummer van Leiber & Stoller een moderner jasje aantrok en daarmee wekenlang in de hitparades stond, tot zelfs in Frankrijk! Tof geluid en een van mijn eerste singles.
Een Amerikaans singletje van een duo dat in 1970 een aantal keren werd gedraaid op 'Omroep Brabant' met veel trompetten en bongo's (zo hoor ik ze graag). Als het koortje invalt krijgt het geheel een sfeer van gospel, want als je goed luistert hoor je dat deze song gebaseerd is op "Amen".
Een hoesje met een taalfout: "Doomday" staat er gedrukt i.p.v. "Doomsday".
Tony Burrows is een Britse studiozanger die maar liefst 5 one-hit wonders op zijn actief heeft. Hij zong in het begin van de sixties bij een close harmony groep, The Kestrels, samen met Roger Cook en Roger Greenaway. Vervolgens zong hij bij The Ivy League, een groep die zich ontpopte tot The Flower Pot Men ("Let's Go To San Francisco" - 1967). In die band zaten ook Jon Lord en Nick Simper (latere leden van Deep Purple). Op 26 februari 1970 zong hij in 3 verschillende groepen en moest hij in een aflevering van 'Top Of The Pops' op de BBC van podium naar podium rennen, tot groot jolijt van het publiek. Dit was zijn eerste act:
Op 26 februari 1970 moest Tony Burrows zich na het inzingen van "Love Grows" reppen naar het volgend podium van TOTP om dit popdeuntje te lippen :
In april 1970 moest Tony Burrows weer opdraven in TOTP. Ditmaal voor een noveltysong (tevens een one-hit wonder): een "honky tonk pianissie"-lied geschreven door Albert Hammond en Mike Hazlewood. De song gaat over een duet tussen een metronoom en een piano. Burrows zingt hier met een stem die het midden houdt tussen Popeye en Wolfman Jack.
Op 29 januari 1970 kwam Jonathan King de Britse charts binnengestormd en een tijd later werd hij ook enkele malen gedraaid op onze radiozenders. Van het Amerikaans origineel (The Hombres - 1967) hadden we toen nog niet gehoord. Alweer een fragment uit TOTP met de onvermijdelijke presentator Jimmy Savile, die na zijn dood in een kwalijk daglicht is komen te staan.
Tony Burrows is de zanger die op 26 februari 1970 driemaal moest optreden in het Britse programma "Top Of The Pops".
Tony Burrows staat in het midden.
Tony Burrows staat uiterst links te zingen bij The White Plains.
Tony Burrows staat uiterst links op het bovenste fotootje.
Tony Burrows staat rechts bovenaan op het onderste fotootje.
De man die erin slaagde The Beatles van de eerste plaats te houden in de Britse charts van maart 1970 was geen zanger maar een acteur. De song kwam uit de film 'Paint Your Wagon' waarin hij weerwerk gaf aan Clint Eastwood en Jean Seberg. De muzikale western (een flop) heb ik nooit gezien maar meegeneuried met de aanstekelijke melodie en lekker laag meegezongen (vooral bij een verkoudheid) heb ik wel!
De b-kant van "Let It Be" werd dan maar regelmatig opgezet. Een knotsgek nummer in de traditie van de Marx Brothers en Monty Python. De opnames begonnen in mei en juni 1967 (ten tijde van Sgt. Pepper) en eindigden in 1969. Op 8 juni 1967 speelde Brian Jones van de Stones alt saxofoon. Het heeft niet veel gescheeld of dit werd de a-kant van een Plastic Ono Band-single. Deze versie is aanzienlijk langer dan de singleversie.
De opvolger van "Melting Pot" uit maart 1970 was meteen in schot in de roos. Madeline Bell en Roger Cook zingen hier prachtig samen en maken van dit nummer een vrolijke meezinger: "♫♫♫ a pee paw paw pa pa pa pa paw ♫♫♫...". Goeiemorgen!
Het collectief rond Alexis Korner brengt hier een cover uit het voorjaar 1970 van John Lee Hooker's song. Niet verwonderlijk want Korner werd de peetvader van de British Blues genoemd. "Boom Boom" stond op de b-kant van de single "Whole Lotta Love".
In mei 1970 bracht de Britse bluesformatie deze parel uit. Peter Green droomde na een drugsexperiment over een groene hond. Toen hij wakker werd was de slaapkamer volledig zwart en zag hij zichzelf de song schrijven. Na het succes van "Oh Well" (1969) kreeg "Rattlesnake Shake" enige airplay, zonder hitnotering evenwel. Met deze single was het weer raak.
De geweldige song van Led Zeppelin (oktober 1969) werd al snel gecoverd in 1970 door Collective Consciousness Society o.l.v. Alexis Korner die er een instrumentale versie van maakte met uitzondering van de weergalmende woorden "Way down inside, what more can you need?". Mickie Most was de producer en sommige leden van de band speelden ook bij Blue Mink. Het thema werd opnieuw opgenomen met sommige studiomuzikanten van CCS en het orkest van 'Top Of The Pops' o.l.v. John Cameron en gebruikt als tune voor TOTP, zo hoefden er geen wekelijkse royalties betaald te worden aan het platenlabel. Jimmy Savile presenteerde het programma ononderbroken van 1964 tot 1984.
In het najaar van 1969 werd deze single uitgebracht maar hij stond in het voorjaar van 1970 nog in de hitlijsten. Roger Coulam (orgel) vormde de band in de herfst van 1969 met Madeline Bell (vocals), Roger Cook (vocals), Alan Parker (gitaar), Herbie Flowers (bas) en Barry Morgan (drums). De meeste songs werden geschreven door het duo Roger Cook & Roger Greenaway. Toen al waren er problemen met de multiculturele samenleving in het Verenigd Koninkrijk en ik denk dat er nog veel in de smeltkroes zal moeten geroerd worden om 'koffiekleurige mensen' te bekomen.
Reginald Dwight was al een tijdje bezig met het inzingen van bekende hits voor de Britse serie LP's 'Pick Of The Pops'. Zijn debuutalbum "Empty Sky" uit 1969 was quasi onopgemerkt voorbijgegaan tot deze gospelsong uit januari 1970 plots mijn aandacht trok. In april 1970 zouden Roger Cook en Madeline Bell van Blue Mink meezingen op zijn tweede LP. De grote doorbraak voor Elton John zou er pas komen in oktober 1970 met een andere single, maar daarover later meer. "Holy Moses! ♪♪♪♫♫♫♪♪♪"...
Op 21 maart 1970 werd deze single van de Fab Four uitgebracht en de geruchten dat The Beatles zouden splitten begonnen meer en meer tot de fans door te dringen. De song heeft ook iets 'gospelachtigs', al is 'Mother Mary' niet Moeder Maria maar gewoon de overleden moeder van Paul McCartney. Na "Penny Lane" (1967) zou dit de tweede single van The Beatles worden die in het Verenigd Koninkrijk niet op nummer 1 zou terechtkomen. Wie daarvoor verantwoordelijk was, lees je morgen in deze blog.
Als bonus een volledige elpee uit 1970: 1. Midnight Cowboy 2. We Have All The Time In The World (from OHMSS) 3. Theme from Romance For Guitar & Orchestra (from Deadfall) 4. Who Will Buy My Yesterdays (from OHMSS) 5. Fun City (from Midnight Cowboy) 6. The Lion In Winter 7. On Her Majesty's Secret Service 8. Theme from The Appointment 9. Try (from OHMSS) 10. The More Things Change (written for OHMSS) 11. Afternoon 12. Born Free All tracks composed, arranged & conducted by JOHN BARRY. Harmonica played by Toots Thielemans. Hammond Organ played by Alan Haven.
Kort na het verschijnen van de single "Let It Be" verscheen dit krantenartikel. De droom was voorbij...
Toots Thielemans speelt mondharmonica op "Midnight Cowboy".
Als Belg en Brusselaar kan ik met fierheid zeggen dat Jean 'Toots' Thielemans een formidabele carrière heeft opgebouwd. Ik zag hem tweemaal optreden en het was telkens een feest.
Was er nog plaats voor muziek van eigen bodem in 1970? Jazeker, overgoten met een intro van strijkers die bijna anderhalve minuut duurt. Ongehoord in die tijd. Sommigen noemen het een doorslagje van "Daydream", anderen vonden het maar niks en ik vond het toch knap gedaan, die mix van popmuziek en klassieke muziek. Een serenade aan 't balkon...
In februari 1970 kwamen er heel andere geluiden, gebracht door een groep waarvan we de zanger pas in 1976 echt goed leerden kennen toen hij ons land vertegenwoordigde op het Eurovisiesongfestival. Pierre Raepsaet werd geboren in Elsene. Zijn vader was een Vlaming en zijn moeder was afkomstig uit Asturië (Noord-Spanje). Toen hij 10 jaar oud was verhuisde het gezin naar Verviers. Hij veranderde zijn naam in 'Rapsat' en bouwde een mooie solocarrière uit in Wallonië/Bxl, Frankrijk, Zwitserland en het Groot-Hertogdom Luxemburg.
Canzonissima met Anneke Soetaert, dat waren nog eens tijden! De Vlaamse zangeres werkte veel samen met de J.J. Band van Jess & James en werd verliefd op de toetsenist Scott Bradford. Ze trouwden en verhuisden naar de VS in 1970. Ondertussen zijn ze gescheiden maar Anneke heeft een nieuwe liefde gevonden en blijft in Florida wonen. Naar verluidt zou er een nieuwe cd op komst zijn; toch blijven haar fans een beetje verweesd achter...
Kwaliteitsvolle single uit 1970 van deze Antwerpse groep die ik een jaar later live zag optreden. In de bridge begint Luk Smets zowaar te scatten. De song wordt helaas maar al te vaak over het hoofd gezien door de samenstellers van muziekprogramma's. "Get back to the city!"...
In 1970 stond deze leuke meezinger op de 8ste elpee van Will Tura. Met een knipoog naar de veelvuldige vliegtuigkapingen die toen schering en inslag waren. In 1990 werd de song opnieuw een hit in de versie van Raymond van het Groenewoud t.g.v. 'Turalura', een collectief eerbetoon van Vlaamse zangers/zangeressen aan de lange en welgevulde carrière van Arthur Blanckaert.
Hier was ze blijkbaar al getrouwd met Scott Bradford van de J.J. Band.
Dat typisch gitaargeluid en de meteen herkenbare stem van John Fogerty en natuurlijk de formidabele ritmesectie: dat is CCR in een notendop. Dit is de ommekant van hun single "Who'll Stop The Rain" uit het voorjaar van 1970. Een 45 T-plaat met alweer een dubbele a-kant.
De hemelse geluiden kwamen dan weer uit Griekenland. Dat trio schudde de ene prachtige single na de andere uit de mouw. Moeilijk te geloven dat Demis Roussos vanaf 1973 zo'n volume zou aannemen. Al moest Vangelis qua gewicht niet voor hem onderdoen in 1970.
In februari 1970 werd in de VS de nieuwe single uitgebracht van Stevie Wonder met daarop deze song die de blinde zanger schreef in samenwerking met Henry Cosby en Sylvia Moy. Het huisorkest van Motown 'The Funk Brothers' en het 'Detroit Symphony Orchestra' zorgden voor de instrumentale omlijsting.
Eveneens in februari 1970 kwam de opvolger van "Little Green Bag" uit. De Nederlandse zanger Johannes Bouwens (zoals George Baker in het echt heet) brak zowaar door in de VS. Zijn debuutalbum verkocht daar als zoete broodjes.
In maart 1970 stond deze eendagsvlieg hoog in de Amerikaanse charts. De groepsnaam komt van 'jagger bush' wat zoveel betekent als 'struikgewas met doornen' in het dialect van Pittsburgh. De song gaat over een man die met halve leugens en onwaarheden (rapping) vrouwen probeert te versieren. Blijkbaar is het gelukt want op het einde van de song krijgt hij applaus...
Alweer een fantastisch album van CCR met erop vele hitsingles.
Op 31 januari 1970 stonden deze vijf broertjes op nummer 1 in de VS. Wilton Felder, bassist bij The Jazz Crusaders en de gitaristen David T. Walker, Louis Shelton en Don Peake geven hier van jetje. De broers uit Indiana werden ontdekt door Diana Ross en de toen 11-jarige Michael Jackson stond in het middelpunt van de belangstelling. Zou hij goed en wel beseft hebben waarover hij zong?
"Venus" van Shocking Blue stond in de VS op nr. 1 en daardoor kwam de single uit 1969 terug de Nederlandse hitparades binnengestormd. Hij strandde op de 2de plaats want het orgel van Feike Asma stond op 1 die 7de februari 1970. De tekst is van Gerrit den Braber, de muziek van Joop Stokkermans, het arrangement van Bert Paige en de trompetsolo van Jan Marinus. Van Ruud Eggenhuizen alias D.C. Lewis heb ik nadien niets meer gehoord tot ik vernam dat hij in april 2000 overleden was.
Alweer een hitsingle uit het tweede album van Chicago. Gitarist Terry Kath verzorgt hier de lead vocals. De song werd aanzienlijk ingekort als single om toch maar op de radio gedraaid te worden. James Pankow, de trombonespeler van de band, schreef tekst en muziek.
John Fogerty schreef een song over Woodstock, waar het in augustus 1969 drie dagen onophoudelijk bleef regenen... tot Jimi Hendrix het festival de vierde dag afsloot en op 18 augustus om 9 uur 's ochtends aan zijn optreden begon. Een historisch moment.
De perfecte overgang van 1969 naar 1970 is deze openingstrack op "Let It Bleed" (december 1969) die nooit op single is verschenen maar wel veel airplay kreeg en later vaak gebruikt werd in soundtracks. Op de LP staat verkeerdelijk 'Gimmie' en Merry Clayton, backing zangeres, wordt gecrediteerd als 'Mary'. Het was een woelige tijd inderdaad...
Januari 1970: Papa John Phillips brengt een solo album uit genaamd "John, The Wolf King of L.A.". De single daaruit komt enkele maanden later ook heel eventjes in onze hitlijsten piepen. Hij werd toch redelijk vaak op de radio gedraaid. De Mamas & Papas waren niet officieel gesplit en moesten contractueel nog een LP afleveren. Zij kregen het verbod ruchtbaarheid te geven aan dit soloproject. Veel later leerde ik een ander juweeltje kennen op deze elpee, nl. "April Anne", dankzij een Facebookvriend.
Ook in januari 1970 werd het gelijknamig album van Simon & Garfunkel uitgebracht met muziek die opgenomen was in 1968 en 1969. Er zouden nog vele singles uit die prachtige LP komen. Het werd de zwanenzang van de twee boezemvrienden. Art wist in eerste instantie niet dat Paul deze song speciaal voor hem geschreven had. Ontroerend mooi...
Hele andere ruigere geluiden kwamen uit Canada met een zogenaamde ode aan de Amerikaanse vrouw of is het toch een aanklacht tegen de Amerikaanse maatschappij? Randy Bachman en Burton Cummings geven hier het beste van zichzelf. Jim Kale, bassist en co-auteur zegt zelf dat de song geschreven werd na een zenuwslopende tour doorheen de VS. Het was niet speciaal een anti-Amerika song of een anti-oorlogslied. John Lennon zei ooit dat de betekenis van een lied altijd achteraf gegeven wordt, wanneer de song is opgenomen. Iemand anders moet de lyrics maar interpreteren.
Uit het tweede album van de band met de ingekorte naam en simpelweg getiteld "Chicago". Achteraf werd er ook vaak naar verwezen als "Chicago II", maar de Romeinse nummering begon pas met de derde elpee "Chicago III". Tekstschrijver Robert Lamm bevestigt dat de titel niet over drugs gaat zoals gespeculeerd werd maar gewoon over het tijdstip waarop de song werd geschreven: "The time of day in reference is 3:35 AM (or 3:34 AM), which would then be 25 (or 26) minutes to 4 AM." Het leven kan toch simpel zijn, soms...
Merry Clayton zong die hoge stem naast die van Mick Jagger.
Oosterse klanken van de Vlaamse Ann Christy, die hier in het Frans een protestlied brengt tegen de oorlog in Vietnam. Een verschrikkelijke guerilla die in 1969 in alle hevigheid woedde. De laatste loodjes wegen het zwaarst: hier volgen mijn 6 ultieme songs uit dat bewogen jaar.
In 1969 woedde de 'Paul is dead'-hoax in alle hevigheid. Mede door de schuld van deze Amerikaanse zanger (tevens manager van Grand Funk Railroad) die een vliegtuigticket kreeg aangeboden van de platenbonzen van Apple Records. Hij ging met hen lunchen maar kreeg geen platencontract. Op zijn terugweg naar de VS schreef hij verbitterd deze eigenaardige song. De hoezen van de LP's "Sgt. Pepper" en "Abbey Road" en sommige songs van The Beatles werden minutieus ontleed om de theorie dat Paul dood was te staven. De laatste tijd duiken er foto's op van McCartney die op het zebrapad van Abbey Road wordt overreden, maar onlangs ontsnapte hij op het nippertje aan de dood toen hij met zijn vrouw in een helikopter zat. Knight zelf kwam raar aan zijn einde toen hij zijn dochter wou beschermen tegen haar gewelddadige vriend. In 2004 werd hij op 61-jarige leeftijd neergestoken...
Deze lugubere song geeft het standpunt weer van een dolende verkrachter/moordenaar. Sommige woorden zouden komen uit de mond van Albert DeSalvo toen hij de misdaden van de wurger van Boston bekende. Keith Richards noemde het nummer "a blues opera". Ook uit de elpee 'Let It Bleed' (december 1969).
Door het succesvol optreden in augustus 1969 op Woodstock kwamen de mannen van Carlos Santana in dat najaar alle hitparades binnengestormd met deze prachtige cover van Olatunji Babatunde's "Jin-go-lo-ba'. Deze Nigeriaanse drummer bracht zijn originele versie al uit in 1959 (!) en Gainsbourg ontdekte hem reeds in 1964 toen hij de song gebruikte voor zijn "Marabout". De hoestekening van de LP maakt nu ook deel uit van ons collectief geheugen.
In 1968 was Jimmy Page alleen achtergebleven bij The Yardbirds. Hij rekruteerde Robert Plant, John Paul Jones en John Bonham om Jimmy Page & The Yardbirds te worden, een geplande tournee in Scandinavië af te werken en de backing band van P.J. Proby te worden. Op hun 2de LP uit oktober 1969 verscheen deze fantastische song met dank aan Willie Dixon ("You Need Love" - 1962) die ze later moesten toevoegen aan de credits. De Small Faces deden in 1966 iets gelijkaardigs ("You Need Loving") maar werden door de rechter ongemoeid gelaten.
Ik sluit het fantastisch jaar 1969 af met deze wonderlijke compositie van Peter Green. Een geweldige song van meer dan 9 minuten. Het instrumentale gedeelte doet mij altijd denken aan het 'Concierto de Aranjuez' van de Spaanse componist JoaquÃn Rodrigo (1901-1999). Jammer genoeg werd de song in tweeën geknipt voor die single uit november 1969: "Oh Well Part 2" kwam op de b-kant. Geniet nu van de volledige versie!
Ann Christy, veel te vroeg van ons heengegaan.
Om Paul McCartney was er veel te doen in 1969. Bijna iedereen geloofde dat hij dood was! Zie bijgevoegde link onderaan.
Jimmy Page was het brein achter Led Zeppelin.
De enige èchte Fleetwood Mac: de bluesformatie uit het Verenigd Koninkrijk. De latere band uit Californië hadden ze anders moeten noemen.
Zoals gisteren beloofd de fantastische b-kant van "Come And Get It". Toen John Lennon in 1967 tijdens de opname van "With A Little Help From My Friends" piano moest spelen met de middenvinger (vanwege een andere gekwetste vinger) noemde hij de song "Badfinger Boogie". The Iveys ("Maybe Tomorrow") tekenden in 1968 een contract bij Apple en op aanraden van Lennon werd de groepsnaam veranderd in 'Badfinger'.
De geweldig swingende b-kant van "Don't Cry Daddy" en geplukt uit de soundtrack van 'Change Of Habit' (1969). De film heb ik nooit gezien en de a-kant van de single vond ik te melig. "That's my philosophy, yeah, yeah, yeah!"...
Ook uit 1969 maar enigszins verscholen op de Soundtrack van de tekenfilm "Yellow Submarine" deze parel. Paul McCartney had enige tijd daarvoor samengewerkt met Paul Jones (ex-zanger van Manfred Mann) op diens single "The Dog Presides". Begint Macca op het einde van deze song toch wel onbedaarlijk te blaffen zeker? Arf... woef!
Grappige live opname uit de gevangenis van San Quentin. Telkens Cash vloekte of schunnige taal gebruikte, werd een biepje daarover geplakt, maar die ingrepen zijn hier godzijdank weggelaten. Compositie van Shel Silverstein die voor Cash ook "25 Minutes To Go" schreef (het origineel van "20 minuten geduld" - Will Tura). En in de jaren '70 voorzag hij 'Dr. Hook & The Medicine Show' ook van een trits leuke hits.
Op de elpee "Let It Bleed" (december 1969) stond een cover van deze mooie blues van Robert Johnson. "When the train left the station...": "Tuut, zei de trein en het station vertrok". In februari 2013 slaat de prijs van een ticket -niettegenstaande de vele vertragingen en stakingen- alweer op...
Maar wat is er erger dan een trein die te veel vertraging heeft of waarvan het kaartje te veel kost? Juist, ja! Een trein die nergens naartoe rijdt. Zoals de trein van deze Britse band in 1969.
The Magic Christian uit 1969 met ook de flamboyante Raquel Welch.
Elvis Aaron Presley
De tekenfilm van The Beatles uit 1969.
In Brussel heet zo'n trein 'de trein naar Nieverans'...
Even terug naar die geweldig goede dubbelelpee uit 1969. Met heel veel blazers en gitaren. In die periode stelden deze Amerikanen zich blijkbaar vragen over 1967 en 1968. Ze omschreven zichzelf als een "rock and roll band with horns": "Questions 67 & 68".
In 1969 was er ook plaats voor mooie melodieuze muziek in een geslaagde mix van pop en klassiek. En dan nog van eigen bodem! Een tijdje later zag ik de groep live optreden in Elsene. "Just a little bit of lovin', baby... yeah!".
Joe Cocker kreeg voor de derde maal een "Lennon/McCartney"-compositie cadeau: in 1964 "I'll Cry Instead" uit "A Hard Day's Night" (de single flopte); in 1968 "With A Little Help From My Friends" uit "Sgt. Pepper" en nu deze 'ekstersong' uit "Abbey Road". 'She could steal but she could not rob'...
In december 1969 kwam deze song uit, geschreven door Paul McCartney. Hij had de band een demo gegeven waarop hij zong en alle instrumenten zelf bespeelde (inclusief de drums). De mannen van Badfinger kopieerden hem letterlijk en het werd een hit. Hij kwam ook samen met de b-kant op de soundtrack van "The Magic Christian", een film met Ringo, Peter Sellers en John Cleese. De fantastische b-kant is voor morgen!
1969 was ook het geboortejaar van de 'psychedelic soul' waarvan The Temptations de vaandeldragers waren. In de jaren '70 nam Undisputed Truth de fakkel over. Norman Whitfield en Barrett Strong maakten gretig gebruik van deze muzikale uitlaatklep. Dennis Edwards, Melvin Franklin, Eddie Kendricks, Paul Williams en Otis Williams zingen hier de longen uit hun lijf. De bridge met het karakteristieke "ya!" en de percussie werden een jaar later opnieuw gebruikt in de song "ABC" van de Jackson 5.
Sylvester Stone voegde er nog een magisch snuifje aan toe en wat kwam er uit de muzikale kookpot? Een fraaie mengeling van funk, soul, rhythm & blues en dance. Onweerstaanbaar op de dansvloeren en niet alleen in 1969. Begin jaren '70 kwam de fraaie instrumentale cover van The Jazz Crusaders maar die is voor volgende week, wanneer de Teletijdmachine daar halt houdt.
Ik was al gek op dit nummer van de Spencer Davis Group uit 1967 maar deze LP-versie "blew my mind", om een gevleugelde uitspraak uit de sixties te gebruiken. In 1969 heette deze Amerikaanse band nog voluit CTA zoals de gelijknamige busmaatschappij maar enkele tijd later moesten deze ruige jongens 'Transit Authority' laten vallen op bevel van de rechter. De band 'Chicago' was geboren.
Als dat 'brulboei' John Fogerty niet is die met grote trom wordt aangekondigd. Hij brengt hier een ware protestsong tegen het willekeurig inlijven in 1969 van soldaten voor de oorlog in Vietnam. "It ain't me... It ain't me, I'm no senator's son..."!
Eind 1969 gonsde het van de geruchten dat er een Rock Opera in de maak was over het leven van Jezus Christus. Als voorsmaakje werd de single "Superstar" van Murray Head & The Trinidad Singers toen al uitgebracht. De volledige box "Jesus Christ Superstar" kwam er pas in 1970. Door het grote succes van de LP box kwam de single in 1971 terug in de Amerikaanse charts binnen. Zie link onderaan de pagina: http://en.wikipedia.org/wiki/Superstar_(Jesus_Christ_Superstar_song)
Ongelooflijk mooie en melancholische song van deze Schotse band. Met een prachtige 'achterwaarts' afgespeelde gitaarsolo van Junior Campbell. Uitgebracht in november 1969 maar ook in het voorjaar van 1970 nog vaak gedraaid. "The world is a bad place. A bad place. A terrible place to live. Oh, but I don't wanna die"...
Tijd voor een volledig album en een mijlpaal in de geschiedenis van de jazz/rock/blues. Dave Greenslade (Hammondorgel/vibrafoon/ piano/backing vocals), Dick Heckstall-Smith (sax/fluit), Jon Hiseman (drums), James Litherland (gitaar/lead vocals) en Tony Reeves (bas). Mijn collectie bevat een exemplaar op vinyl èn een op compact disc. Een echte favoriet uit november 1969!
"Ummagumma" is een dubbelelpee met een live- en een studioalbum. Op de liveplaat staat deze meer dan 8 minuten-durende song met na 3 minuten de oerschreeuw van Roger Waters. De legendarische song stond al op de b-kant van een geflopte single uitgebracht op 17 december 1968: "Point Me At The Sky". "Ummagumma" betekent op de campus van Cambridge "seks" en wat wil het toeval? Af en toe speel ik mee in de quizploeg "Careful With That Sex, Eugene"...
"Peru" is een van mijn favoriete tracks uit dat machtig concept album "Laughing Cavalier" dat in de legendarische Abbey Road studio's werd opgenomen. Ditmaal met Sylveer Vanholme als leadzanger i.p.v. de drummer, Freddy Nieuland. De Belgische popgroep was dan ook jarenlang bijzonder populair in Latijns Amerika.
Volgens de overlevering vroeg Peter Fonda aan Bob Dylan een song te schrijven voor zijn nieuwe film "Easy Rider" (1969). His Bawbness kribbelde enkele lyrics op een velletje papier en zei hem: "Give this to Roger McGuinn; he'll know what to do with it"... En zo geschiedde: Dylan wou niet gecrediteerd worden als tekstschrijver en liet zelfs zijn naam weghalen uit de eindgeneriek van de film.