************Populaire muziek van de vorige eeuw tot nu************
23-01-2013
Pop en rock uit 1971
Pop en rock uit 1971
Deze song staat op de elpee 'Teaser And The Firecat' en werd in het Verenigd Koninkrijk uitgebracht in september 1970. In de VS verscheen het 45-toerenplaatje pas in juni 1971. De Britse singer/songwriter schreef dit vrolijk liedje toen hij met vakantie was in Spanje. Als stadsmens (London West-End) had hij nooit zo goed het maanlicht kunnen zien door de straatverlichting. Hij werd dan ook op het strand achternagezeten door zijn eigen schaduw.
Deze Amerikaanse singer/songwriter bracht 'I Am... I Said' uit in maart 1971. De single was een trage klimmer en pas in mei van dat jaar bereikte hij een hoogste positie in de VS met een nr. 4 notering. Ook in het VK bereikte de song de nr.4 positie. Grotendeels gezongen dan weer parlando gaat de tekst over iemand die maar niet kan kiezen tussen het leven in New York City en dat in Los Angeles. Hieronder een versie uit 'Top Of The Pops' (september 1971).
In februari 1971 stond deze progressieve rockformatie op nr. 11 in de 'UK Singles Charts' met de single 'Tomorrow Night'. Toetsenist Vincent Crane kwam uit 'The Crazy World Of Arthur Brown' en was de constante in deze band, die vele personeelswisselingen kende. Zo maakte Carl Palmer ook deel uit van 'Atomic Rooster' maar in 1970 verliet hij de groep om zich bij Keith Emerson en Greg Lake te voegen en 'Emerson, Lake & Palmer' was geboren.
In juni 1971 scoorde de Britse formatie een nog grotere hit met de volgende single. Ook in ons land hadden ze enig succes met 'Devil's Answer', maar het bleef helaas beperkt tot deze twee 45-toerenplaatjes. Hieronder een optreden uit 'Top Of The Pops' (juli 1971).
David Gates (met de zoetgevooisde stem) en zijn kompanen kregen vanaf 1970 steevast het label 'soft rock' opgekleefd. Maar met de komst in 1971 van Larry Knechtel (sessiemuzikant: bas- en elektrische gitaar, toetsen) werd de sound iets ruiger. Knechtel is te horen op o.a. 'Mr. Tambourine Man' van The Byrds en op veel songs van The Doors, want die groep had geen eigen basgitarist! Helaas bleef het voor de ruigere sound bij deze single, want voor de volgende gleed de rockband weer af naar een suikerzoete sound.
Staat in mijn collectie 45 rpm-plaatjes onder de letter 'A'.
Komt uit mijn verzameling vinylsingles en staat onder de letter 'B'.
Dansmuziek uit 1971: Geweldig nummer van een groep uit de Bahama's waarin drie broers speelden. De song was te lang voor de radiogolven zodat de platenmaatschappij weer eens besliste hem uit te smeren over de twee kanten van een single. Gelukkig zijn Part 1 en Part 2 hieronder netjes aan mekaar gelast ('t Is waarschijnlijk de elpeeversie). Komaan met dat lijf!
Dansmuziek uit 1971: Het woord 'disco' was toen nog niet uitgevonden maar dit was instrumentale funky soulmuziek uit de discotheken van het begin van de jaren '70. Geschreven door Harvey Fuqua en Charlie Hearndon. Isaac Hayes en Barry White waren in 1971 al aardig op weg maar de term 'disco' was toen nog niet in zwang. Komaan met dat lijf!
Dansmuziek uit 1971: De leukste dansmuziek vond ik deze 'Music For Gong Gong' van een bonte bende Afrikanen uit Ghana en ex-bewoners van Caribische eilanden die elkaar vonden in Londen. Met veel conga's, sax en trompetten. De term 'wereldmuziek' was geboren! Roger Dean tekende de prachtige hoezen met vliegende olifanten en andere mythologische dieren zoals draken en fantastische schepsels zoals vliegende varanen. Hij zorgde ook voor hoezen van o.a. Yes, Uriah Heep, Atomic Rooster, Gentle Giant en Earth & Fire. Komaan met dat lijf!
Wegdromen bij een heerlijke kop warme choco of koffie en naar buiten staren waar het besneeuwde landschap tot de verbeelding blijft spreken onder het beluisteren van deze melancholische klanken. Dat was in 1971 ook zo.
In juni 1971 hadden deze twee Britse boezemvrienden zowaar een dikke hit te pakken met hun samenwerkende vennootschap 'Fame and Price, Price and Fame Together'. Wel moeilijk te klasseren single: onder de F of onder de P, of zoals in een welbepaalde winkelketen onder de T? ♫♫♫ Well, well, well ♫♫♫...
Zeer leuk geluid uit eind april 1971 van deze opvolger van 'When I'm Dead And Gone'. De heerlijke klanken van banjo en accordeon kunnen mij altijd bekoren, net zoals Roy Orbison toentertijd want hij overwoog deze meeslepende song zelf op te nemen.
De opvolger van 'Another Day' stond op de LP 'Ram' uit 1971 en werd als single niet uitgebracht in het VK of de VS maar wel in de Benelux en verscheidene andere Europese landen. Deze 45-toerenplaat stond op naam van 'Paul & Linda McCartney' en Macca bespeelde alle instrumenten zelf (elektrische gitaar, bas, drums) terwijl zijn vrouw fungeerde als achtergrondzangeres. Ondanks de gespannen sfeer tussen Paul McCartney en John Lennon, gaf deze laatste toe bijzonder veel van dit rocknummer te houden.
De elpee die mij toen het meest verraste was 'What's Going On' uit mei 1971. De titeltrack is een aanklacht tegen de oorlog in het algemeen en tegen die in Vietnam in het bijzonder en werd in de VS al op single uitgebracht in januari 1971. Gaye componeerde een groot deel van dit conceptalbum, waarbij ook thema's als drugs, geweld, mileuvervuiling en armoede niet geschuwd werden, na een diepe depressie. Zijn zangpartner Tammi Terrell was in 1970 overleden t.g.v. een hersentumor, zijn huwelijk met Anna Gordy was spaakgelopen en hij was cocaïne beginnen snuiven. Uiteindelijk zou hij zijn depressie overwinnen en het resultaat was een prachtige rhythm & blues-plaat met als ongeëvenaarde muzikanten de 'Funk Brothers'.
Uit het onovertroffen album 'Tapestry'.
Een mooie hoestekening, gemaakt op basis van bovenstaande foto.
Een heuse LP van dit onverwachte duo.
Op de single stond Gaye nog afgebeeld met een foto uit de jaren '60.
Een van de allereerste conceptalbums in de wereld van soul en rhythm & blues.
Na zijn demonen overwonnen te hebben, mat de zanger zich een ander imago aan met een volle baard.
Made in Belgium 1971 (part 2): Dit is de b-kant van de single 'Masterpiece' en niet zomaar een afdankertje. Internationale klasse uit Aalst met de geweldige vocals van William Souffreau.
Made in Belgium 1971 (part 2): Begin jaren '70 begonnen de Belgische pop/rock-groepen volwassen muziek te brengen. Helaas braken ze internationaal niet zo erg door, enkele uitzonderingen niet te na gesproken.
Made in Belgium 1971 (part 2): Aalst, Antwerpen en Gent stonden in concurrentie met elkaar qua muziekformaties. Wie van de drie zou het beste scoren in het buitenland? Het jaar 1971 was in elk geval een vruchtbaar jaar voor Irish Coffee, The Pebbles en The New Inspiration.
Made in Belgium 1971 (part 2): Een onwaarschijnlijke wereldhit werd gescoord door het producersduo Jean Kluger (°Antwerpen) en Daniel Vangarde (de Fransman geboren als Daniel Bangalter) met deze novelty song en tevens one-hit wonder. Er werd zelfs een dansje bij bedacht dat op de achterkant van de elpee visueel werd uitgelegd. Deze Belgische productie is pseudo Japans en leuk zonder meer. Zaki gebruikte deze tune later voor zijn radioprogramma 'Yamazaki' op de toenmalige BRT-zender 'Omroep Brabant'.
Made in Belgium 1971 (part 2): Met deze heerlijke single dacht ik dat de Antwerpse Pebbles definitief wereldwijd gingen doorbreken. Helaas niet dus. Wie goed luistert hoort hier countryrock geluiden lang vóór The Eagles en The Outlaws hier doorbraken. Een meesterwerk geschreven door Fred "Bekky" Beekmans.
De beruchte LP die in Japan voor waanzinnige prijzen wordt verkocht.
Made in Belgium 1971: Goede wijn behoeft geen krans en dus steeg deze single ook meteen naar de top. Beurtelings gezongen in het Nederlands en het Engels. Deze draag ik op aan mijn eigen "darling", die ik leerde kennen in september 1971.
Made in Belgium 1971: Uitstekende cover van 'Benjamin', een song gecomponeerd door Bobbie Gentry. Leuke tekst geschreven door Philemon Van Cauwenbergh en de banjo krijgt hier een prominente rol toegewezen. Martine Bijl bracht haar cover van deze meezinger in 1972 uit.
Made in Belgium 1971: Deze Antwerpse popgroep mat zich een ruiger imago aan in het begin van de jaren '70. Misschien had de komst van de Nederlandse basgitarist Axel van Duyn daarmee te maken? In die nieuwe bezetting zag ik ze optreden op zondag 27 juni 1971 in het Woluwe Shopping Center in Sint-Lambrechts-Woluwe. Tijdens dat weekend kwamen er circa 10.000 muziekliefhebbers kijken en luisteren naar dat driedaagse festival met Golden Earring als kers op de taart.
Made in Belgium 1971: Nog ruiger waren deze jongens uit Aalst die het zowaar tot in de BRT Top-30 schopten. Hun voorbeelden waren hardrockers als Led Zeppelin en Deep Purple. De band bestond uit: vocals, gitaar -- William Souffreau; bas -- Willy De Bisschop; drums -- Hugo Verhoye; leadgitaar -- Jean Van Der Schueren en op het orgel -- Paul Lambert. Merkwaardig detail: toen ik de single kocht stonden de 5 groepsleden op het dak van een appartement afgebeeld op het hoesje. Het is pas 4 jaar later dat ik die locatie herkende want tussen 1975 en 1993 waren mijn kantoren daar gevestigd...
Van Ann Christy zijn er bijna geen hoesjes op het internet te vinden. Dan maar gewoon een foto.
Hetzelfde geldt voor Louis Neefs: als je zoekt naar informatie of platenhoezen van deze uitstekende zanger op het internet dan is het huilen met de pet op!
The Pebbles tijdens hun optreden in het Woluwe Shopping Center.
Op het dak van de kantoren in de Agora Galerij (hartje Brussel).
De singles van deze Gentse groep begonnen meer en meer internationaal te klinken. Zo ook deze 'Judy Please' uit april 1971. Guido Wolfaert en zijn makkers gingen dan ook naar een Londense studio om hun songs in te blikken.
Voor de opvolger van 'Nothing Rhymed' koos Gilbert O'Sullivan resoluut voor een totaal andere sound en dat werd hem door zijn trouwe fans niet in dank afgenomen. Vandaar dat deze single uit het voorjaar van 1971 enigszins flopte. Maar de Britse zanger zou spoedig terugkomen met een rits hitsingles.
Na John Lennon en George Harrison was het de beurt aan Paul McCartney om vanaf maart 1971 in de hitparades terecht te komen na de split van The Beatles. Hij kreeg de hulp van zijn vrouw Linda Eastman voor de backing vocals. De song werd opgenomen tijdens de sessies van de LP 'Ram' maar verscheen net als de b-kant niet op het album. Bij latere heruitgaven op cd werden de twee liedjes wel toegevoegd als bonustrack.
De opvolger van 'Whole Lotta Love', de instrumentale cover van de hit van Led Zeppelin, was deze 'Walking', gezongen door Alexis Korner. Ik vond de sound van deze bonte bende studiomuzikanten zo leuk dat ik mij meteen de hele elpee aanschafte. Nog altijd een van mijn favoriete vinylschijven uit het voorjaar van 1971.
Een andere favoriete langspeelplaat uit 1971 is deze 'The London Howlin' Wolf Sessions' waarop het kruim van de Britse muzikanten meespelen met de Amerikaanse bluesgigant (letterlijk èn figuurlijk). Eric Clapton, Steve Winwood, Bill Wyman en Charlie Watts waren van de partij.
Deze parel stond op de elpee 'Tea For The Tillerman' uit oktober 1970 en werd nog regelmatig gedraaid in het jeugdhuis 'De Reinaert' in het voorjaar van 1971. De song kwam ook op de b-kant van de single 'Moonshadow', uitgebracht in de VS in juni 1971. Volgens mij bestaat er geen mooiere ode van een vader aan zijn zoon.
Ondertussen begon glamrock zijn kop op te steken. Het songschrijversduo Chinn & Chapman was heer en meester in het componeren van pretentieloze popmuziek en de leden van 'The Sweet' waren de vaandeldragers van deze nieuwe richting in de muziekindustrie.
Deze melodie kwam eveneens uit de maand mei 1971. De keizer van het Vlaamse lied, die nog altijd actief is en verleden week een Anne Award kreeg, scoorde toen een grote zomerhit. Een instrumentale versie werd door 'The Kermesse Band' uitgebracht en scoorde als 'My Sunshine' in Zweden, Denemarken, Portugal en Nederland.
Maar voor deze fabrieksarbeider die toiletstoelen installeerde in Boeings 747 was er geen zonneschijn meer. In juni 1971 kwam zijn eerste single uit getiteld 'Harlem' met deze song op de b-kant. De deejays speelden hem vaker en Withers had zijn eerste hit te pakken. Voor de 3de strofe was hij van plan meer tekst te schrijven i.p.v. 26 keer 'I know' te herhalen maar iedereen raadde hem aan het zo te laten. Straffe prestatie van deze man met de lange adem. Productie: Booker T. Jones en op de single spelen Donald 'Duck' Dunn bas en Al Jackson Jr. drums.
De A-kant vind ik ook fantastisch:
Het succes van 'My Sweet Lord' was nog maar net weggedeemsterd of daar kwam de ex-Beatle in het voorjaar van 1971 alweer met een single op de proppen. De bezetting in de studio was de volgende: George Harrison – vocals, elektrische en akoes...tische gitaar, slide gitaar, backing vocals; Eric Clapton – elektrische gitaar; Bobby Whitlock – orgel; Carl Radle – bas; Jim Gordon – drums; Jim Price – trompet, blazers arrangement; Bobby Keys – sax; Pete Ham, Joey Molland en Tom Evans – akoestiche gitaar; Mike Gibbins – tamboerijn (de laatste 4 zijn in feite de groep 'Badfinger'). Productie: George Harrison en Phil Spector.
Op deze Franse persing stond 'Father And Son' dan weer op de A-kant.
De instrumentale versie van 'Zonneschijn' in de uitvoering van The Kermesse Band staat op deze compilatie van Michel Follet.
'What Is Life' werd wereldwijd uitgebracht behalve in het VK want de song stond al op de B-kant van 'My Sweet Lord', de vorige single.
Ook dit is 1971. De popgroep Manfred Mann splitte in 1969 maar oprichter Manfred Mann en Mike Hugg bleven verder opereren als de jazz/rockformatie 'Manfred Mann's Chapter III', van wie ik een track heb op een verzamelalbum van Vertigo. Deze band was een kort leven beschoren en in 1971 werd 'Manfred Mann's Earth Band' opgericht. En toch stond op het hoesje van mijn single nog altijd 'Manfred Mann' vermeld. Deze song werd ook in februari 1972 uitgebracht op de titelloze debuutelpee van MMEB. Verwarring alom! Toch een fijne versie van deze compositie van Randy Newman en de klank van de Moog synthesizer is geweldig!
De "wederhelft" van Isaac Hayes kwam in 1971 op de proppen met een onwaarschijnlijk knappe versie van meer dan 11 minuten van deze bekende popsong, geschreven door Bert Russell/Wes Farrell als 'My Girl Sloopy'. Het duo Hayes/Porter schreef menige hit voor o.a. Sam & Dave op het STAX label. Deze keer werd de single niet in twee stukken geknipt (Part 1 & 2), maar gewoonweg verminkt. De song begint na 3/4 te spelen wanneer hij overgaat in uptempo na 7:15 minuten! De parlando intro werd gewoon weggelaten. Daarom kocht ik meteen de LP '...Into A Real Thing'. Met dank aan de deejays van de Reinaert om mij deze parel te leren kennen.
Deze originele compositie van Cat Stevens stond op zijn LP 'Tea for the Tillerman' uitgebracht op 23 november 1970. Jimmy Cliff was er als de kippen bij om zijn reggaeversie uit te brengen. Maar ook deze versie van de Britse singer/songwriter himself was in het voorjaar van 1971 niet uit de ether weg te slaan.
Uit de elpee 'Curtis' van de vroegere frontzanger van The Impressions met de falsettostem werd deze tweede single gepuurd en uitgebracht in 1971. Bijzonder populair in de discotheken toentertijd en bij de hiphoppers maar ook vaak gebruikt in soundtracks zoals in de film 'Bend it like Beckham' uit 2002. De single scoorde enkel in West-Europa en niet in de Verenigde Staten. Geen sant in eigen land...
De single uit 1971.
De elpee uit 1972.
De verkorte versie op de a-kant en een heuse b-kant!
De elpee uit 1971.
Cat Stevens in 1971.
En hier werd de song van ongeveer 8 minuten weer in twee stukken geknipt!
April 1971 was de maand waarop deze Argentijnse orkestleider onze hitparades binnenkwam met een moderne bewerking van een klein gedeelte van de 40ste symfonie van Wolfgang Amadeus Mozart. Het jaar voordien had hij de instrumentale track van 'A Song Of Joy' van de Spanjaard Miguel Rios al verzorgd, met muziek uit de 9de van Beethoven. De puristen schreeuwden moord en brand maar de jeugd leerde op die manier de klassiekers kennen.
Links mijn tuintje onder de sneeuw. De winters van begin jaren '70 waren heel streng.
Belgische productie uit 1971. Platenmaatschappij Biram en producer Daniel Bangalter (aka Daniel Vangarde) moeten gedacht hebben "wij slaan munt uit de klassieke hype" en brengen dit plaatje uit. Helaas bleek het een eendagsvlieg te zijn. Daniel Bangalter is een Fransman en de vader van Thomas die deel uitmaakt van Daft Punk. Toevallig ontmoette ik de Vlaamse zanger in september 1971 en hij was zo ontgoocheld dat hij resoluut koos voor een carrière in het leger. Ik heb nadien niets meer van hem vernomen.
Deze Nederlandse band met o.a. Jan Akkerman en Thijs van Leer zag ik in 1971 optreden in Vorst-Nationaal als voorprogramma van de Britse groep 'Ten Years After'. De debuutsingle van onze Noorderburen was meteen een schot in de roos.
Om in dezelfde "royale" sfeer te blijven post ik deze mooie slow met een prachtige melodie uit het jaar 1971. Het is de accordeon die bij mij de melancholie oproept. Deze Britse groep evolueerde uit de 'Flower Pot Men' met wisselende bezettingen, maar de hits werden toch altijd gezongen door studiozanger Tony Burrows.
Deze novelty song en tevens one-hit wonder werd reeds uitgebracht in mei 1970 en bereikte de Top-10 hit in het VK maar in de Benelux raakte dit pas in 1971 bekend. De progressieve band speelde gewoonlijk folk, jazz en gipsy music maar deze single was een buitenbeentje.
Uitstekende single en gelijknamige elpee uit 1971 van de ex-drummer van Electric Flag en Band of Gypsys. Helaas is de boodschap niet goed overgekomen en heeft de mens nog altijd niet geleerd met zijn naaste in vrede samen te leven. Huidskleur, taal, geslacht, seksuele voorkeur en andere uiterlijke kenmerken zijn helaas voor sommigen een onoverkomelijk struikelblok.
In februari 1971 kwam deze zanger uit Wales met de formidabele stem de hitparades terug binnengestormd met een compositie van Paul Anka. De b-kant was zijn versie van 'My Way' waarvan de Engelse lyrics ook door Anka werden geschreven. Over de gitarist op deze single bestaat onzekerheid: volgens Wikipedia en Marc Brillouet van Hitriders is het Jimmy Page, volgens andere bronnen zou het Big Jim Sullivan zijn want Page zat toen al in de band Led Zeppelin.
In 1970 maakte deze Schotse groep een tournee doorheen Italië en daar pikten de muzikanten een popsong op van ene Lally Stott. Een jaar later werd het een Europese hit niet in het minst dankzij de hotpants van zangeres Sally Carr. In dit geval dekte de groepsnaam volledig de lading: pretentieloze popmuziek uit maart 1971. Door het succes van Middle of the Road werd de single van Lally Stott opnieuw uitgebracht in 1971.
De protestsong bij uitstek kwam ook uit maart 1971. John Lennon en zijn Plastic Ono Band geven hier alle macht aan het volk. Met Yoko Ono als achtergrondzangeres aan de piano, Bobby Keys (saxofoon), Billy Preston (toetsen), Klaus Voormann (bas) en Alan White (drums). De vredesactivist Lennon predikte nu de revolutie.
Deze song van meer dan 11 minuten werd alweer in twee stukken geknipt voor de single: Part I+II.
Vele jonge kerels waren toen stiekem verliefd op de mooie benen van Sally Carr.
Toen waren de piratenzenders nog actief en deze song werd hevig geplugd door Radio Noordzee Internationaal, die naast het Nederlands ook uitzond in het Engels en het Duits. Peter Gosling schreef en producete de song en Peter Hallett was de zanger. Het werd een top-10 hit in Nederland en bij het beëindigen van de Golfoorlog in 1991 werd de single nogmaals uitgebracht.
Deze Britse slapstick komiek was fan van Charlie Chaplin en vice versa. Hill bleef heel zijn leven vrijgezel en woonde bij zijn moeder. Hij vroeg driemaal een vrouw ten huwelijk en werd driemaal afgewezen. Op Kerstmis 1971 was deze novelty song een onwaarschijnlijke nummer 1 hit in Engeland.
Het duo 'Bill & Buster' bestond uit Billy Moeller (echte naam: William Moeller, broer van Tommy Moeller uit de band 'Unit 4+2') en Buster Meikle (echte naam: David Ian Meikle, eveneens 'Unit 4+2'). 'Unit 4+2' scoorde in 1965 in de Benelux ook een one-hit wonder met 'Concrete And Clay'. Alles bleef dus bij het oude.
Brian Keith was de leadzanger van deze "congregatie", die met deze cover van een song uit 1967 van het duo 'David & Jonathan' in het Verenigd Koninkrijk scoorde en een jaar later in de VS. Om verwarring met gelijknamige groepen te vermijden moest de groep toen zijn naam omdopen tot 'The English Congregation'.
David & Jonathan was een pseudoniem voor Roger Cook en Roger Greenaway die de originele song schreven en uitbrachten in 1967:
Phil Cordell was de Britse muzikant die onder het mom van 'Springwater' een Top-5 hit scoorde in het VK en het zelfs tot nummer 1 schopte in Zwitserland. En hij hield woord want in 1973 keerde hij terug als 'Dan The Banjo Man' en scoorde hij alweer een one-hit wonder met de single... "Dan The Banjo Man". I'll be back!
Een one-hit wonder dankzij Radio Noordzee Internationaal, een piratenzender.
Tijd voor een vleugje Frans chanson uit 1971. Samen met Brel en Brassens wordt hij tot de grote drie van dat genre gerekend. De Monegask stond bekend om zijn groot voorhoofd en warrige, grijze haardos. 'As time goes by' oftewel 'tijd heelt alle wonden'...
Tweede track die ik post uit het fantastisch album 'Tapestry' van deze Amerikaanse singer/songwriter en zelfs in 1971 waren er aardbevingen en ook lang daarvoor, toen er nog geen sprake was van de gevolgen van klimaatveranderingen.
Jean-Marc Bridge alias Billy Bridge scoorde in 1971 onder de naam 'Black Swan' vanuit Frankrijk een one-hit wonder met deze single, waarin de kazoo een prominente rol speelt. ♫♫♫ Don't you know, don't you know? ♫♫♫
Ondertussen begon countryrock zich volledig te ontwikkelen als een apart genre in de VS. The Byrds en Dylan hadden al de voorzet gegeven en deze "broeders" sloegen dezelfde weg in. Spilfiguren waren hier Gram Parsons en Chris Hillman. De bekendere groepen zoals The Eagles of The Outlaws moesten nog doorbreken. Linda Ronstadt en Emmylou Harris zouden in hun kielzog volgen.
Toen ik de eerste noten van deze single in februari 1971 hoorde wist ik meteen dat deze Brit een hele grote zou worden. Hij kwam uit dezelfde stal als Tom Jones en Engelbert Humperdinck en o.l.v. manager Gordon Mills zou hij de eerstvolgende jaren hit na hit scoren en zeer opvallend daarbij was zijn outfit. Nieuwe trend in 1971: minder gitaren en het accent lag meer op de piano en de violen. Oh ja, nog een leuk weetje: in 1972 bezong O'Sullivan een zekere 'Clair'. Dat bleek later het driejarig dochtertje te zijn van Gordon Mills.
De BRT Top-30 van januari 1971 stond nog vol met muziek van het jaar voordien. Als The Iveys werden deze vier kerels onder de vleugels van The Beatles bij Apple genomen. Zij speelden mee op de drievoudige LP-box van George Harrison 'All Things Must Pass' maar ze hoopten stiekem op een eigen carrière. Het begrip 'power pop' was geboren.
Nog dezelfde maand kwam deze nieuwe band de hitlijsten binnen. De samenstelling was: Tom McGuinness (ex-bassist Manfred Mann), Hughie Flint (ex-drummer John Mayall's Bluesbreakers), Benny Gallagher & Graham Lyle (later een bekend duo) en Dennis Coulson (toetsen). Alhoewel het onderwerp nogal luguber is, werd het een vrolijke song. ♫♫♫ Ooh, lalalala ♫♫♫...
Het Amerikaanse trio 'Dawn' kwam eveneens de hitlijsten binnengeslopen in januari 1971. De eigenlijke zangers op het plaatje zijn Tony Orlando, Toni Wine en Linda November, nog vóór 'Dawn' werd opgericht met Orlando en de zangeresjes Telma Hopkins en Joyce Vincent Wilson (die hieronder op het hoesje staan). Nadat deze song op nr. 1 had gestaan in de VS werd de groepsnaam gewijzigd in 'Dawn featuring Tony Orlando' en nog later in 'Tony Orlando & Dawn'. Maar hun grootste succes moest nog komen...
Januari 1971 sluit ik af met deze nieuwkomer in de BRT Top-30: een onwaarschijnlijk duet van Motown's bestverkopende groepen. Zonder Diana Ross evenwel maar met de formidabele stem van Levi Stubbs. Een geslaagde cover van Tina Turner's lijflied zonder The Wall of Sound van Phil Spector, maar geproducet door Nickolas Ashford en Valerie Simpson.
Badfinger was een tragische groep want drie van de vier leden zijn vroeg gestorven.
Terwijl George Harrison de hele maand januari 1971 op nr. 1 stond met zijn single 'My Sweet Lord' kwamen deze vier Amerikanen de BRT Top-30 binnen met alweer een song over regen. In 1969 vroegen ze zich nog af wie de neerslag zou stoppen.
En na regen komt zonneschijn... en soms een regenboog. Uitstekende single van deze Gentse formatie, ditmaal met een nieuwe zanger. Guido Wolfaert was zijn naam en op het hoesje staat hij uiterst links (met de rode broek). Dit plaatje werd ook in Nederland heel vaak gedraaid.
Met deze song bracht de Amerikaanse drummer/zanger in 1971 een eerbetoon aan zijn vroegere 'buddy' Jimi Hendrix, die enkele maanden voordien overleden was. Vandaar dat er in het begin en op het einde een bekende treurmars gespeeld wordt.
En plots kreeg de vrouw die door Neil Sedaka werd bezongen in zijn single 'Oh Carol!' een gezicht. In een tijdperk zonder internet was dat niet evident. In 1971 moesten wij informatie vergaren via platenhoezen of in de HUMO. In februari van dat jaar bracht de Amerikaanse singer/songwriter haar album 'Tapestry' uit met daarop dit ontroerend lied. Een mijlpaal in de muziekgeschiedenis!
Buddy Miles had een Afrikaanse haardos waar je niet naast kon kijken!
Twee "buddies" onder elkaar: Buddy en Jimi.
Carole King schreef in de jaren '60 vele hits samen met haar toenmalige echtgenoot Gerry Goffin. In de jaren '70 brak zij zelf als singer/songwriter helemaal door.
Rariteit uit 1970: Steve Kipner en Steve Groves (2 Australiërs uit de band 'Tin Tin') bevinden zich in een Londense studio met Maurice Gibb en diens vrouw Lulu en haar broer Billy Laurie. Na een volle fles Johnny Walker Scotch soldaat gemaa...kt te hebben beginnen de opnames en Gibb parodieert Lennon met de riff van 'The Word', een vroegere song van The Beatles. In 1974 werd een U.S. copyright genomen door Abigail Music op naam van Kipner & Groves en verscheen deze song op verscheidene bootlegs. Lennon vond het een goede imitatie. In 1985 nam zelfs Yoko Ono een U.S. copyright voor Lenono Music. De geruchten van een mogelijke reünie van de Fab Four waren dan ook in het begin van de jaren '70 niet van de lucht.
In 1961 namen The Beatles de instrumental 'Cry For A Shadow' op als hommage aan Hank Marvin & zijn makkers. De instrumentale gitaargroepen hadden afgedaan en moesten plaats ruimen voor beatmuziek. Nu, een goede 10 jaar later, moesten The Beatles opzij gaan voor hard rock/heavy metal, al brachten deze Noormannen hun ode in de stijl van de jaren '30, Ã la 'When I'm 64' of 'Your Mother Should Know'. En in 1980, alweer 10 jaar later, moest de wereld afscheid nemen van John Lennon: inderdaad, 'cry for a Beatle'...
Op 11 december 1970 werd de LP 'John Lennon/Plastic Ono Band' uitgebracht. De voormalige Beatle kon rekenen op de medewerking van o.m. Ringo Starr, Klaus Voormann, Billy Preston en Phil Spector. Op dezelfde dag werd Yoko Ono's eerste avant-garde soloplaat 'Yoko Ono/Plastic Ono Band' op de markt gegooid met nagenoeg dezelfde hoesfoto. Lennon levert hier kritiek op het systeem van de sociale klassen in de maatschappij en de invloed van Dylan's 'Masters of War' (1963) is hier duidelijk te horen.
En hier een fragment uit die LP van Yoko Ono, niet mijn kopje thee...
En zijn ziel legde Lennon helemaal bloot in deze single die op 28 december 1970 verscheen en ook op het album 'John Lennon/Plastic Ono Band' stond. De song gaat over de moeilijke relatie die hij met zijn moeder had en uiteindelijk ook over zijn vader die matroos was en bijna nooit naar huis kwam. Na de scheiding van zijn ouders werd de kleine John dan ook door zijn tante opgevoed. Yoko had John geleerd de trauma's uit zijn jeugd van zich af te schrijven en van zich af te zingen.
Het jaar 1970 sluit ik hier officieel af met een instrumentale track. Jimi Hendrix, het gitaarwonder, was niet meer maar o.m. Duane Allman, Eric Clapton en Carlos Santana stonden te trappelen om de fakkel van hem over te nemen. Zo ook John McLaughlin die hier ritmische steun krijgt van Buddy Miles, de vroegere 'buddy' van Jimi. Op naar het jaar 1971.
De b-kant die bijna niemand ooit gehoord heeft.
Wat ooit als grap bedoeld was mondde uit in veelvuldige bootlegs. Hier een exemplaar uit 1975. Zelfs Yoko Ono liet zich bij de neus nemen.
'Cry For A Beatle' was de hommage van de Noormannen aan de vier Liverpudlians.
John Lennon/Plastic Ono Band
Yoko Ono/Plastic Ono Band Wie ziet de 5 verschillen?
De afsluiter op de elpee 'New Morning' was deze zeer korte song (amper anderhalve minuut lang). Toch blijft de ietwat religieuze melodie de hele dag in je hoofd rondspoken. De progressieve rockband Manfred Mann's Earth Band bracht hiervan een lange versie uit in 1974 en doopte ze om tot 'Father of Day, Father of Night'.
Alweer een track uit de elpee 'Titanic' van de groep Titanic die ik letterlijk grijsgedraaid heb. Ze kwamen uit het hoge Noorden en via Parijs veroverden ze een deel van West-Europa. Enkele jaren later viel ook Zuid-Amerika voor deze klanken.
Het jaar 1970 loopt op zijn laatste benen op mijn blog en daarom draai ik nog een laatste track uit het album 'Time And A Word' van deze Britse symfonische rockgroep die ik leerde kennen via de RTBf-radio. Ik onthou vooral de mooie zinsnede van Jon Anderson: "Love is the only answer, hate is the root of cancer".
En ook van het album 'John Barleycorn Must Die' draai ik een laatste track met een Steve Winwood die geweldig op dreef is zowel qua stem als op de toetsen. Morgen plaats ik nog een laatste reeks van 5 songs uit 1970 en dan blijft mijn blad leeg voor dat geweldig gevarieerd muzikaal jaar. De GPS van de teletijdmachine wordt dan gericht naar 1971.
Een nieuwe dag, een nieuw begin. De grootmeester bracht na 'Self Portrait' een tweede elpee uit in 1970. En die heette toepasselijk 'New Morning', zoals deze track. Hij stond ook op de b-kant van de single 'If Not For You'. Goedemorgen!
Het avontuur van Steve Winwood bij de supergroep 'Blind Faith' was van heel korte duur. In 1970 bracht hij met zijn makkers van Traffic (Chris Wood en Jim Capaldi) een meesterwerk uit: de LP 'John Barleycorn Must Die' waaruit deze mooie track is geplukt.
In 1970 won Samantha Jones met de Britse ploeg de Knokke Cup en dat leverde haar met deze mooie versie van 'My Way' een hit op in België en Nederland. Op de b-kant stond een cover van 'Non, je ne regrette rien' van Edith Piaf. In 1964 zong ze nog bij The Vernon Girls die als eersten een hulde brachten aan de Fab Four met hun singletje "We Love The Beatles".
De groep die ontstaan was uit de as van The Zombies, na het vertrek van Colin Blunstone, was aardig op weg om door te breken. Maar deze compositie werd pas een hit in een latere versie van Three Dog Night die ermee de Amerikaanse Top-10 bereikten. Wie het schoentje past trekke het aan, zeg ik altijd en aangezien dit uit 1970 komt moet Trickie Dickie toch af en toe raar opgekeken hebben toen hij dit op de radio hoorde.
Jon Anderson en zijn kompanen van de symfonische rockgroep Yes brachten in 1970 een versie uit van deze compositie van Stephen Stills in zijn 'Buffalo Springfield'-dagen. Wie goed luistert omstreeks 2:20 minuten of 5:55 minuten herkent meteen de 'kangoeroe'-jingle uit de BRT Top-30 van toen. Well, well, well...
Vandaag sluit ik af met een zeer dansbaar nummer uit de LP 'John Barleycorn Must Die'. Deze funky en jazzy instrumentale compostie van Steve Winwood was ook een veelgevraagde plaat in Jeugdhuis 'De Reinaert'. Studiobezetting: Steve Winwood - Hammondorgel, piano, bas, percussie; Chris Wood - saxofoon, fluit, percussie en Jim Capaldi - drums, percussie.
De groep Yes met vooraan in het midden de tengere Jon Anderson.
Vandaag vieren we het 'Driekoningenfeest', 'Dertiendag' in Nederland en in Engeland spreekt men nog altijd van 'Twelfth Night' omdat hiermee de 12 dagen durende kerstkring wordt afgesloten. Bij mijn weten zijn er onder de bluesgitaristen 3 koningen die deze naam waardig dragen: Albert King, Freddie King en deze B.B. King, die het in 1970 tot in de hitparade schopte met zijn lievelingsgitaar 'Lucille'.
Een van de laatste singles van deze Gentse beatgroep waarop Danny Sinclair zingt, want in december 1970 was de leadzanger Guido Wolfaert. De nieuwe bezetting van de New Inspiration zou nog meer succes hebben, vooral in Nederland. Maar dat is voor begin 1971.
Nog een track uit die geweldige debuutelpee uit 1970 van de Noorse groep die pas in 1973 een hit werd in Zuid-Amerikaanse discotheken. Hoe een dubbeltje rollen kan... Als je goed luistert hoor je hier al enige gelijkenis met hun hit 'Sultana' uit 1971.
Een allerlaatste track uit het album 'Share The Land' (1970) van deze rockformatie uit Winnipeg, Manitoba. Randy Bachman had de groep toen al verlaten en werd vervangen door twee (!) gitaristen: Kurt Winter en Greg Leskiw. Burton Cummings geeft hier, met zijn formidabele zangstem, als naar gewoonte weer van jetje.
Op 21 november 1970 verscheen een popdeuntje in de BRT Top-30, afkomstig uit een Amerikaanse sitcom. De serie ging over een weduwe (Shirley Jones) met 5 kinderen die carrière maakten in showbusiness. Een van de zonen was David Cassidy, haar stiefzooon in het echte leven. Onder de studiomuzikanten die op dit singletje speelden zaten o.m. Larry Knechtel (bas, toetsen) en Hal Blaine (drums).
Eerste single uit het debuutalbum 'Stephen Stills' (november 1970) van de Amerikaanse singer/songwriter en multi-instrumentalist. De titel kreeg hij cadeau van Billy Preston: "If you can't be with the one you love, love the one you're with". De background vocals werden verzorgd door Rita Coolidge, Priscilla Jones, John Sebastian, David Crosby en Graham Nash.
In 1971 zouden ze pas ècht bekend worden met hun single 'Sultana'.
De E.P. (Extended Play) was in 1970 fel in de mode. In feite was het een single (45 rpm) met een liedje meer.
Het jonge zangeresje uit The Partridge Family: Susan Dey.
De Italiaanse peetvader van de rock- en de popmuziek (°1938) is al sinds 1958 actief en hij scoorde in 1970 een Europese hit die iedereen spontaan kon meezingen. Een song met een titel die niets aan de verbeelding overlaat.
Tijd voor een 'one-hit wonder' uit 1970. Onbegrijpelijk dat een zanger met zo'n stem bij ons een eendagsvlieg blijft. In het Verenigd Koninkrijk scoorde hij datzelfde jaar met 'Go North' wèl een tweede hit. Beide songs werden gecomponeerd door Tony Hazzard, een Brits singer/songwriter die hits schreef voor o.a. The Hollies, Manfred Mann, Lulu, The Yardbirds, The Tremeloes, Herman's Hermits, Peter Noone en Gene Pitney. Als dat geen referenties zijn!
De Brit Gerry Monroe werd in 1933 geboren als Henry Morris en scoorde in de Benelux twee hitjes in 1970. In het Verenigd Koninkrijk scoorde hij begin van de jaren '70 vijf opeenvolgende hits. Hij stond bekend om zijn falsettostem en werd helaas amper 55 jaar oud.
En voor de opvolger van 'Sally' koos de zanger met de falsettostem een oud nummer dat iedereen nog kent in de versie van The Platters. Oorspronkelijk heette het nummer 'Avant de mourir' en werd het geschreven door Georges Boulanger in 1926. Jimmy Kennedy schreef de Engelse lyrics in 1939 en de song werd een wereldhit door toedoen van de versies van Glenn Miller en The Ink Spots nog datzelfde jaar en The Platters in 1956. De coverversies zijn bijna ontelbaar.
Het origineel uit 1926:
De Amerikaanse singer/songwriter en gitarist bekend van Buffalo Springfield; Crosby, Stills & Nash en CSN & Young, bracht op 23/11/1970 (US) en 27/11/1970 (UK) (mijn 19de verjaardag, nota bene) een uitstekende soloplaat uit met daarop deze schitterende song met niemand minder dan Jimi Hendrix op gitaar (helaas reeds overleden op 18/9/1970). Die goeie ouwe tijd?
Celentano had alweer het San Remofestival gewonnen.
Een geweldig goede eerste soloplaat van dit Amerikaans gitaarwonder.