************Populaire muziek van de vorige eeuw tot nu************
29-01-2013
Covers uit 1971
Covers uit 1971
Cover uit 1971: de song werd geschreven door Jerry Leiber en Phil Spector en was al een hit voor Ben E. King in 1960. Toch slaagde The Queen of Soul erin het origineel te doen vergeten. Zij legde een persoonlijke toets in haar knappe versie. ♫♫♫ There is a rose in Spanish Harlem ♫♫♫...
Cover uit 1971? Technisch gezien is dit het origineel want de auteursversie van Bob Dylan werd pas uitgebracht in 1975. Op zijn legendarische LP 'The Basement Tapes' (Bob Dylan & The Band) uit 1967 stonden naast deze parel ook o.a. 'Million Dollar Bash', 'Too Much Of Nothing' en 'This Wheel's On Fire'. Fairport Convention; Jonathan King; Peter, Paul & Mary en Julie Driscoll & The Brian Auger Trinity hadden al gretig geplukt uit deze opnamesessies en daarmee een hit gescoord. Manfred Mann had veel ervaring met het coveren van Dylansongs. Op de single wordt deze song toegeschreven aan Manfred Mann terwijl hij op de eerste elpee staat van Manfred Mann's Earth Band.
Cover uit 1971: deze compositie van Norman Whitfield, Barrett Strong en Janie Bradford werd oorspronkelijk opgenomen door The Temptations. Maar de bekendste versie is wellicht die van Marvin Gaye. De New Yorkse groep 'Mardi Gras' had er in elk geval een dikke Europese hit mee in de overgang van 1971/1972.
Cover uit 1971: Toen was alles nog koek en ei tussen Ike en Tina. Ze drukten allebei hun stempel op deze compositie van John Fogerty zodat de song vanaf 2:19 minuten ontploft en zich ontpopt tot een andere: 'Rollin' on the river'! De Turners deden zowaar de versie van Creedence Clearwater Revival tijdens hun live-optredens vergeten. Maar toch blijft de originele versie van CCR mijn voorkeur wegdragen.
Cover uit 1971: het origineel werd geschreven in 1970 door Pete Ham en Tom Evans van de groep Badfinger. Toen Nilsson die versie hoorde op een party dacht hij dat het The Beatles waren. Vreemd genoeg hadden andere artiesten grote hits met composities van Nilsson terwijl hijzelf enkel scoorde met coverversies. Paul McCartney noemde deze compositie "the killer song of all-time". Ze stond op de LP 'Nilsson Schmilsson' en werd als single uitgebracht in oktober 1971. In maart 1972 stond het plaatje nog altijd in de hitparades.
'Mrs. Henry' geschreven door Bob Dylan in 1967 als 'Please Mrs. Henry' stond op de debuutelpee van Manfred Mann's Earth Band terwijl de single simpelweg werd toegeschreven aan Manfred Mann. Manfred Mann Chapter III stond nochtans tussen deze twee formaties in.
In 1971 stond Tina Turner op het hoogtepunt van haar schoonheid. Vooral haar benen waren indrukwekkend!
Graham Nash had de band al in 1968 verlaten en met de nieuwe voorzanger Terry Sylvester werden nieuwe muzikale paden bewandeld. De song gaat over de verwijfde zanger van een rockbandje en in de periode van de opkomende glamrock geen echt grote hit in 1971. Misschien had de naamkeuze daar schuld aan want op mijn single staat 'Hey Willie' gedrukt... Eind 1971 zou Allan Clarke uit onvrede met de keuze van de nummers de groep eveneens verlaten.
Begin jaren '70 begon de klad te komen in al die sixtiesgroepen. Een voor een vielen ze uit elkaar of herrezen ze uit hun as onder een andere naam. Roy Wood zwaaide jarenlang de plak over deze band maar moest Jeff Lynne naast zich dulden. In december 1971, enkele maanden na deze single, werd de groep hervormd tot het 'Electric Light Orchestra'. In 1972 verliet Wood uit onvrede ELO en stampte hij de glamrockformatie 'Wizzard' uit de grond.
De mannen van Deep Purple waren zo slim hun groepsnaam te behouden, ook na enkele personeelswisselingen. Mark II bestond net zoals bij 'Deep Purple in Rock' uit Ritchie Blackmore - gitaar; Ian Gillan - vocals; Roger Glover - bas; Jon Lord - toetsen, Hammondorgel en Ian Paice - drums. Deze single steeg in 1971 dan ook als een raket naar de hoogste regionen van de hitparades.
De kerels van The Collective Consciousness Society (CCS) o.l.v. Alexis Korner, de peetvader van de Britse blues, bleven maar uit hetzelfde vaatje tappen. Ze lieten de pure blues voor wat hij was en kozen resoluut voor aanstekelijke popmuziek. En dat leverde hen in 1971 een leuke dansbare hitsingle op geproducet door Mickie Most.
Maar de allermooiste song uit die periode stond te blinken op de LP 'Hunky Dory' (1971). Deze parel met verwijzingen naar Mickey Mouse en Lennon werd pas als single uitgebracht in juni 1973 (!). Bowie slaagde er als geen andere in zonder kleerscheuren uit de sixties te komen en zowaar te scoren in de seventies met een nieuwe sound. Even een woordje uitleg: Bowie schreef in 1968 de Engelse lyrics ('Even a Fool Learns to Love') op muziek van 'Comme d'habitude' (1967). De song werd nooit uitgebracht, Paul Anka kocht de rechten op en herschreef de tekst als 'My Way' en Frank Sinatra had er een wereldhit mee in 1969. Als reactie hierop en als parodie schreef Bowie 'Life On Mars?' en op de elpeehoes staat 'inspired by Frankie'. Rick Wakeman van de symfonische groep Yes speelt piano terwijl gitarist Mick Ronson zorgt voor de wondermooie partij violen. De zinsnede "Look at those cavemen go" komt uit 'Alley Oop', een hit voor de Amerikaanse doo-wopband The Hollywood Argyles (1960). En is er leven op Mars? Ik weet het niet want 'curiosity killed the cat'...
Over de hele wereld heette de song 'Hey Willy'.
Behalve in België: EMI Belgium slaagde erin 'Hey Willie' te laten afdrukken op het hoesje of was dat de schuld van Druco uit Halle. In elk geval ziet mijn singletje er zo uit.
Op dit singlehoesje uit 1973 staat Bowie alweer met een ander imago (Ziggy Stardust). Op de LP 'Hunky Dory' uit 1971 zag hij er met zijn lang haar nog uit als een hippie.
Flashmob in Het Spiegelpaleis Om Bruno Wyndaele en Sam De Bruyn te bedanken voor het toffe programma 'Het Spiegelpaleis' in het Vlaams Parlement te Brussel op Een (VRT) verrasten wij hen op een flashmob, gezongen op de tonen van 'Gimme Hope Jo'anna', ook bekend als 'Laat het gras maar groeien' in de versie van Sam Gooris.
Zondag 27 januari 2013
De echtgenoot van Gerdje Noels (midden) is cartoonist en die had gezorgd voor twee gelijkende portretten van Sam en Bruno.
Dennis de applausmeester (rechts) zorgde meestal voor flauwe of aangebrande moppen.
Studentenbetogingen en -rellen waren schering en inslag in de VS tijdens het jaar 1971. De titel van de LP waaruit deze protestsong komt ('Surf's Up') loog er niet om: de strandjongens waren volwassen geworden, hadden de surfmuziek afgezworen en met behulp van Leiber/Stoller (song gebaseerd op 'Riot in Cell Block N° 9' met nieuwe lyrics van Mike Love) en politiesirenes vlogen ze de radiogolven binnen. Vooral Zaki draaide deze song regelmatig in zijn radioprogramma.
Geheel in de stijl van Chicago; Blood, Sweat & Tears of The Ides of March bracht deze Amerikaanse formatie formidabele muziek met een blazerssectie om U tegen te zeggen. Helaas bleef het bij dit one-hit wonder uit 1971. Een tijdje na het uitbrengen van deze single in de VS kwam ene Marc Bolan met zijn Britse single op de markt maar, om verwarring te vermijden, werd hij verplicht zijn song te herdopen.
Marc Bolan had de feetjes en de elfjes afgezworen, was van zijn witte zwaan afgestapt en volgde een totaal nieuwe richting in de muziek. De glamrock was geboren! Om verwarring te vermijden met de gelijknamige single van de Amerikaanse formatie Chase heette dit nummer in de VS 'Bang A Gong'. In de rest van de wereld gewoon 'Get It On'. Uit de fantastische LP 'Electric Warrior' (1971).
David Robert Jones had ook al snel door dat er veranderingen op til waren in muziekland. Met zijn uitstekend album uit 1971 'Hunky Dory' veroverde hij weer een plaats in de belangstelling maar nog niet in de hitlijsten. 'Space Oddity' uit 1969 was trouwens veel te lang geleden. Spoedig zou hij ook op de glamrock-trein springen in het gezelschap van T. Rex, The Sweet en anderen en zich het imago van 'Ziggy Stardust' aanmeten. Bowie speelt saxofoon, gitaar en Mellotron op deze song terwijl Rick Wakeman van de groep Yes piano speelt en Mick Ronson zorgt voor de partij violen.
Ondertussen bleef de aanhang van de Britse progressieve rockformatie maar aangroeien. In 1971 kwam de elpee 'Meddle' uit met die rare hoes: een close up-foto van een oor onderwater. De bezetting in de studio was David Gilmour – gitaar, slidegitaar, bas; Roger Waters – bas; Nick Mason – drums, achterwaarts afgespeelde cymbalen, vervormde stem en Richard Wright – Hammondorgel, piano, geluidseffecten. Onderstaande clip komt uit 1972, opgenomen voor de film 'Live at Pompeii'.
Let vooral of de droefenis die deze elpeehoes uitstraalt: een "Don Quichote"-figuur die moegestreden is van het vechten tegen de windmolens.
Bill Chase was de spilfiguur van de formatie 'Chase'.
De Amerikaanse single.
De LP 'Electric Warrior'.
De LP waarop 'Changes' voorkomt.
De fameuze hoes met een onderwater oor. Velen zagen hierin ook een neusgat.
Deze nieuwe modetrend was niet uit het straatbeeld van 1971 weg te slaan . Vaak in combinatie met een maxirok, voorzien van een lange split. De minirok van Mary Quant verloor meer en meer terrein. The Hardest Working Man in Showbusiness had met "Hot Pants (She Got to Use What She Got to Get What She Wants)" een dikke hit te pakken. Op de a-kant van de single stond 'Part 1' en op de b-kant, geloof het of niet, 'Part 2 + 3'. ♫♫♫ Hit me! ♫♫♫
Postuum verscheen de LP 'Rainbow Bridge' op 9 oktober 1971 in de VS. Daarop stond 'Dolly Dagger', een song die ook op single werd uitgebracht en nr. 74 bereikte in de Top-100. Het was meteen de laatste single van Jimi die in de VS in de hitparade terechtkwam. In 2010 verscheen een geremasterde versie. En wat rijmt er op 'dagger'? Juist: 'Jagger'! Zou dat toeval kunnen zijn?
Reggae in 1971: zeer aanstekelijke single van dit olijke duo uit Kingston, Jamaica dat hoge ogen gooide in het Verenigd Koninkrijk maar ook bij ons. Sly Dunbar, de welbekende drummer, was toen 18 jaar oud en het was de allereerste single waarop zijn kunsten te horen zijn. ♫♫♫ 'I am the magnificent, double you o, o, o!' ♫♫♫
Uit Amerika kwamen opeens vier heuse afstammelingen van indianen de hitparades onveilig maken. 'Maggie' was in 1971 niet eens zo'n grote hit. Pas toen de opvolger insloeg als een bom werd deze single in het voorjaar van 1972 opnieuw uitgebracht met veel meer succes. De oorspronkelijke formatie bestond uit Patrick Vasquez, Lolly Vasquez, Peter DePoe en Tony Bellamy. Het schrijversduo bestond uit de broers Pat & Lolly Vegas (aka Vasquez).
John D. Loudermilk schreef deze aanklacht al in 1968 en Don Fardon, ex-zanger van The Sorrows, bracht de song toen uit onder de veel te lange titel 'The Lament Of The Cherokee Reservation Indian', zonder al te veel bijval. In 1971 had hij meer succes met een heruitgave op 45 toeren.
Waar indianen opgemerkt worden zijn er altijd cowboys te vinden. Zo ook in deze compositie van Sonny Bono uit 1971. Ze verscheen op de LP 'All I Ever Need Is You' in juni van dat jaar en werd na de titeltrack als tweede single van die 33-toerenschijf uitgebracht in het voorjaar van 1972.
In december 1971 bestormden de indianen weer onze hitlijsten. De twee broers Vegas mengden ingrediënten van hekserij, voodoo- en zombiepraktijken in een grote smeltkroes en brouwden daaruit een krachtige toverdrank. En de jeugd van toen lustte er pap van.
Zomer 1971: deze single werd meermaals per dag gedraaid op de radio en stond dan ook in de maanden juli en augustus van dat jaar onafgebroken in de hitparades. De Engelse versie van Jonathan King ('Flirt') bereikte zelfs de Britse charts. Delpech kende ik nog van 'Chez Laurette' (1966) en 'Wight is Wight' (1970) maar deze commerciële single sloeg alle verkooprecords.
Hiernaast een foto van mij, genomen toen ik gedurende twee maanden (juli en augustus) voor het Festival van de Kust werkte. Wij zorgden met een ploeg jongeren o.l.v. animator Louis Baret voor animatie. Elke dag stonden wij in een andere badplaats. Het Festival van de Kust werd georganiseerd door de Koningin Fabioladorpen, t.b.v. volwassen gehandicapten.
(c) Foto Alain Pierrard - Middelkerke (9 juli 1971).
Zomer 1971: de mannen van 'Green Onions', 'Soul Limbo', 'Time Is Tight' en zovele andere opwindende instrumentale dansnummers hadden in die periode alweer een uitstekende LP uitgebracht die ik mij met mijn zuurverdiende centjes meteen aanschafte (dankzij mijn vakantiejob aan de Belgische kust). Een nieuwe vinylelpee kostte toen ongeveer 224 BEF.
Zomer 1971: telkens ik de intro van deze prachtige song hoor (golven in de branding) moet ik aan juli/augustus 1971 denken toen ik gedurende twee maanden een vakantiejob had aan de Belgische kust. Eens ik de LP 'L.A. Woman' met de bijzondere hoes (geel mica of glimmer) had gekocht en na deze song enkele malen beluisterd te hebben begreep ik dat Jim Morrison het over een seriemoordenaar had. 'There's a killer on the road, his brain is squirmin' like a toad...' Op 3 juli 1971 werd Morrison in Parijs levenloos aangetroffen in zijn badkuip. Hij werd slechts 27 jaar oud en was meteen na dit album een legende.
De geweldige elpee uitgebracht bij Stax Records.
Het laatste album waarop Jim Morrison te horen was.
Opgelet! Niet alles wat er op onderstaande link staat is correct. Zo is Stevie Wonder niet in 1951 geboren maar in 1950. Klik maar en weet het mij te zeggen of er nog foutjes instaan. Veel lees- en luisterplezier!
Klik op je geboortejaar of op het jaar dat je wil zien.
De muziek en gebeurtenissen van dat jaar verschijnen.
Op de jukebox kun je kiezen uit een hele reeks songs van dat jaar.
Deze song staat op de elpee 'Teaser And The Firecat' en werd in het Verenigd Koninkrijk uitgebracht in september 1970. In de VS verscheen het 45-toerenplaatje pas in juni 1971. De Britse singer/songwriter schreef dit vrolijk liedje toen hij met vakantie was in Spanje. Als stadsmens (London West-End) had hij nooit zo goed het maanlicht kunnen zien door de straatverlichting. Hij werd dan ook op het strand achternagezeten door zijn eigen schaduw.
Deze Amerikaanse singer/songwriter bracht 'I Am... I Said' uit in maart 1971. De single was een trage klimmer en pas in mei van dat jaar bereikte hij een hoogste positie in de VS met een nr. 4 notering. Ook in het VK bereikte de song de nr.4 positie. Grotendeels gezongen dan weer parlando gaat de tekst over iemand die maar niet kan kiezen tussen het leven in New York City en dat in Los Angeles. Hieronder een versie uit 'Top Of The Pops' (september 1971).
In februari 1971 stond deze progressieve rockformatie op nr. 11 in de 'UK Singles Charts' met de single 'Tomorrow Night'. Toetsenist Vincent Crane kwam uit 'The Crazy World Of Arthur Brown' en was de constante in deze band, die vele personeelswisselingen kende. Zo maakte Carl Palmer ook deel uit van 'Atomic Rooster' maar in 1970 verliet hij de groep om zich bij Keith Emerson en Greg Lake te voegen en 'Emerson, Lake & Palmer' was geboren.
In juni 1971 scoorde de Britse formatie een nog grotere hit met de volgende single. Ook in ons land hadden ze enig succes met 'Devil's Answer', maar het bleef helaas beperkt tot deze twee 45-toerenplaatjes. Hieronder een optreden uit 'Top Of The Pops' (juli 1971).
David Gates (met de zoetgevooisde stem) en zijn kompanen kregen vanaf 1970 steevast het label 'soft rock' opgekleefd. Maar met de komst in 1971 van Larry Knechtel (sessiemuzikant: bas- en elektrische gitaar, toetsen) werd de sound iets ruiger. Knechtel is te horen op o.a. 'Mr. Tambourine Man' van The Byrds en op veel songs van The Doors, want die groep had geen eigen basgitarist! Helaas bleef het voor de ruigere sound bij deze single, want voor de volgende gleed de rockband weer af naar een suikerzoete sound.
Staat in mijn collectie 45 rpm-plaatjes onder de letter 'A'.
Komt uit mijn verzameling vinylsingles en staat onder de letter 'B'.
Dansmuziek uit 1971: Geweldig nummer van een groep uit de Bahama's waarin drie broers speelden. De song was te lang voor de radiogolven zodat de platenmaatschappij weer eens besliste hem uit te smeren over de twee kanten van een single. Gelukkig zijn Part 1 en Part 2 hieronder netjes aan mekaar gelast ('t Is waarschijnlijk de elpeeversie). Komaan met dat lijf!
Dansmuziek uit 1971: Het woord 'disco' was toen nog niet uitgevonden maar dit was instrumentale funky soulmuziek uit de discotheken van het begin van de jaren '70. Geschreven door Harvey Fuqua en Charlie Hearndon. Isaac Hayes en Barry White waren in 1971 al aardig op weg maar de term 'disco' was toen nog niet in zwang. Komaan met dat lijf!
Dansmuziek uit 1971: De leukste dansmuziek vond ik deze 'Music For Gong Gong' van een bonte bende Afrikanen uit Ghana en ex-bewoners van Caribische eilanden die elkaar vonden in Londen. Met veel conga's, sax en trompetten. De term 'wereldmuziek' was geboren! Roger Dean tekende de prachtige hoezen met vliegende olifanten en andere mythologische dieren zoals draken en fantastische schepsels zoals vliegende varanen. Hij zorgde ook voor hoezen van o.a. Yes, Uriah Heep, Atomic Rooster, Gentle Giant en Earth & Fire. Komaan met dat lijf!
Wegdromen bij een heerlijke kop warme choco of koffie en naar buiten staren waar het besneeuwde landschap tot de verbeelding blijft spreken onder het beluisteren van deze melancholische klanken. Dat was in 1971 ook zo.
In juni 1971 hadden deze twee Britse boezemvrienden zowaar een dikke hit te pakken met hun samenwerkende vennootschap 'Fame and Price, Price and Fame Together'. Wel moeilijk te klasseren single: onder de F of onder de P, of zoals in een welbepaalde winkelketen onder de T? ♫♫♫ Well, well, well ♫♫♫...
Zeer leuk geluid uit eind april 1971 van deze opvolger van 'When I'm Dead And Gone'. De heerlijke klanken van banjo en accordeon kunnen mij altijd bekoren, net zoals Roy Orbison toentertijd want hij overwoog deze meeslepende song zelf op te nemen.
De opvolger van 'Another Day' stond op de LP 'Ram' uit 1971 en werd als single niet uitgebracht in het VK of de VS maar wel in de Benelux en verscheidene andere Europese landen. Deze 45-toerenplaat stond op naam van 'Paul & Linda McCartney' en Macca bespeelde alle instrumenten zelf (elektrische gitaar, bas, drums) terwijl zijn vrouw fungeerde als achtergrondzangeres. Ondanks de gespannen sfeer tussen Paul McCartney en John Lennon, gaf deze laatste toe bijzonder veel van dit rocknummer te houden.
De elpee die mij toen het meest verraste was 'What's Going On' uit mei 1971. De titeltrack is een aanklacht tegen de oorlog in het algemeen en tegen die in Vietnam in het bijzonder en werd in de VS al op single uitgebracht in januari 1971. Gaye componeerde een groot deel van dit conceptalbum, waarbij ook thema's als drugs, geweld, mileuvervuiling en armoede niet geschuwd werden, na een diepe depressie. Zijn zangpartner Tammi Terrell was in 1970 overleden t.g.v. een hersentumor, zijn huwelijk met Anna Gordy was spaakgelopen en hij was cocaïne beginnen snuiven. Uiteindelijk zou hij zijn depressie overwinnen en het resultaat was een prachtige rhythm & blues-plaat met als ongeëvenaarde muzikanten de 'Funk Brothers'.
Uit het onovertroffen album 'Tapestry'.
Een mooie hoestekening, gemaakt op basis van bovenstaande foto.
Een heuse LP van dit onverwachte duo.
Op de single stond Gaye nog afgebeeld met een foto uit de jaren '60.
Een van de allereerste conceptalbums in de wereld van soul en rhythm & blues.
Na zijn demonen overwonnen te hebben, mat de zanger zich een ander imago aan met een volle baard.
Made in Belgium 1971 (part 2): Dit is de b-kant van de single 'Masterpiece' en niet zomaar een afdankertje. Internationale klasse uit Aalst met de geweldige vocals van William Souffreau.
Made in Belgium 1971 (part 2): Begin jaren '70 begonnen de Belgische pop/rock-groepen volwassen muziek te brengen. Helaas braken ze internationaal niet zo erg door, enkele uitzonderingen niet te na gesproken.
Made in Belgium 1971 (part 2): Aalst, Antwerpen en Gent stonden in concurrentie met elkaar qua muziekformaties. Wie van de drie zou het beste scoren in het buitenland? Het jaar 1971 was in elk geval een vruchtbaar jaar voor Irish Coffee, The Pebbles en The New Inspiration.
Made in Belgium 1971 (part 2): Een onwaarschijnlijke wereldhit werd gescoord door het producersduo Jean Kluger (°Antwerpen) en Daniel Vangarde (de Fransman geboren als Daniel Bangalter) met deze novelty song en tevens one-hit wonder. Er werd zelfs een dansje bij bedacht dat op de achterkant van de elpee visueel werd uitgelegd. Deze Belgische productie is pseudo Japans en leuk zonder meer. Zaki gebruikte deze tune later voor zijn radioprogramma 'Yamazaki' op de toenmalige BRT-zender 'Omroep Brabant'.
Made in Belgium 1971 (part 2): Met deze heerlijke single dacht ik dat de Antwerpse Pebbles definitief wereldwijd gingen doorbreken. Helaas niet dus. Wie goed luistert hoort hier countryrock geluiden lang vóór The Eagles en The Outlaws hier doorbraken. Een meesterwerk geschreven door Fred "Bekky" Beekmans.
De beruchte LP die in Japan voor waanzinnige prijzen wordt verkocht.
Made in Belgium 1971: Goede wijn behoeft geen krans en dus steeg deze single ook meteen naar de top. Beurtelings gezongen in het Nederlands en het Engels. Deze draag ik op aan mijn eigen "darling", die ik leerde kennen in september 1971.
Made in Belgium 1971: Uitstekende cover van 'Benjamin', een song gecomponeerd door Bobbie Gentry. Leuke tekst geschreven door Philemon Van Cauwenbergh en de banjo krijgt hier een prominente rol toegewezen. Martine Bijl bracht haar cover van deze meezinger in 1972 uit.
Made in Belgium 1971: Deze Antwerpse popgroep mat zich een ruiger imago aan in het begin van de jaren '70. Misschien had de komst van de Nederlandse basgitarist Axel van Duyn daarmee te maken? In die nieuwe bezetting zag ik ze optreden op zondag 27 juni 1971 in het Woluwe Shopping Center in Sint-Lambrechts-Woluwe. Tijdens dat weekend kwamen er circa 10.000 muziekliefhebbers kijken en luisteren naar dat driedaagse festival met Golden Earring als kers op de taart.
Made in Belgium 1971: Nog ruiger waren deze jongens uit Aalst die het zowaar tot in de BRT Top-30 schopten. Hun voorbeelden waren hardrockers als Led Zeppelin en Deep Purple. De band bestond uit: vocals, gitaar -- William Souffreau; bas -- Willy De Bisschop; drums -- Hugo Verhoye; leadgitaar -- Jean Van Der Schueren en op het orgel -- Paul Lambert. Merkwaardig detail: toen ik de single kocht stonden de 5 groepsleden op het dak van een appartement afgebeeld op het hoesje. Het is pas 4 jaar later dat ik die locatie herkende want tussen 1975 en 1993 waren mijn kantoren daar gevestigd...
Van Ann Christy zijn er bijna geen hoesjes op het internet te vinden. Dan maar gewoon een foto.
Hetzelfde geldt voor Louis Neefs: als je zoekt naar informatie of platenhoezen van deze uitstekende zanger op het internet dan is het huilen met de pet op!
The Pebbles tijdens hun optreden in het Woluwe Shopping Center.
Op het dak van de kantoren in de Agora Galerij (hartje Brussel).
De singles van deze Gentse groep begonnen meer en meer internationaal te klinken. Zo ook deze 'Judy Please' uit april 1971. Guido Wolfaert en zijn makkers gingen dan ook naar een Londense studio om hun songs in te blikken.
Voor de opvolger van 'Nothing Rhymed' koos Gilbert O'Sullivan resoluut voor een totaal andere sound en dat werd hem door zijn trouwe fans niet in dank afgenomen. Vandaar dat deze single uit het voorjaar van 1971 enigszins flopte. Maar de Britse zanger zou spoedig terugkomen met een rits hitsingles.
Na John Lennon en George Harrison was het de beurt aan Paul McCartney om vanaf maart 1971 in de hitparades terecht te komen na de split van The Beatles. Hij kreeg de hulp van zijn vrouw Linda Eastman voor de backing vocals. De song werd opgenomen tijdens de sessies van de LP 'Ram' maar verscheen net als de b-kant niet op het album. Bij latere heruitgaven op cd werden de twee liedjes wel toegevoegd als bonustrack.
De opvolger van 'Whole Lotta Love', de instrumentale cover van de hit van Led Zeppelin, was deze 'Walking', gezongen door Alexis Korner. Ik vond de sound van deze bonte bende studiomuzikanten zo leuk dat ik mij meteen de hele elpee aanschafte. Nog altijd een van mijn favoriete vinylschijven uit het voorjaar van 1971.
Een andere favoriete langspeelplaat uit 1971 is deze 'The London Howlin' Wolf Sessions' waarop het kruim van de Britse muzikanten meespelen met de Amerikaanse bluesgigant (letterlijk èn figuurlijk). Eric Clapton, Steve Winwood, Bill Wyman en Charlie Watts waren van de partij.
Deze parel stond op de elpee 'Tea For The Tillerman' uit oktober 1970 en werd nog regelmatig gedraaid in het jeugdhuis 'De Reinaert' in het voorjaar van 1971. De song kwam ook op de b-kant van de single 'Moonshadow', uitgebracht in de VS in juni 1971. Volgens mij bestaat er geen mooiere ode van een vader aan zijn zoon.
Ondertussen begon glamrock zijn kop op te steken. Het songschrijversduo Chinn & Chapman was heer en meester in het componeren van pretentieloze popmuziek en de leden van 'The Sweet' waren de vaandeldragers van deze nieuwe richting in de muziekindustrie.
Deze melodie kwam eveneens uit de maand mei 1971. De keizer van het Vlaamse lied, die nog altijd actief is en verleden week een Anne Award kreeg, scoorde toen een grote zomerhit. Een instrumentale versie werd door 'The Kermesse Band' uitgebracht en scoorde als 'My Sunshine' in Zweden, Denemarken, Portugal en Nederland.
Maar voor deze fabrieksarbeider die toiletstoelen installeerde in Boeings 747 was er geen zonneschijn meer. In juni 1971 kwam zijn eerste single uit getiteld 'Harlem' met deze song op de b-kant. De deejays speelden hem vaker en Withers had zijn eerste hit te pakken. Voor de 3de strofe was hij van plan meer tekst te schrijven i.p.v. 26 keer 'I know' te herhalen maar iedereen raadde hem aan het zo te laten. Straffe prestatie van deze man met de lange adem. Productie: Booker T. Jones en op de single spelen Donald 'Duck' Dunn bas en Al Jackson Jr. drums.
De A-kant vind ik ook fantastisch:
Het succes van 'My Sweet Lord' was nog maar net weggedeemsterd of daar kwam de ex-Beatle in het voorjaar van 1971 alweer met een single op de proppen. De bezetting in de studio was de volgende: George Harrison – vocals, elektrische en akoes...tische gitaar, slide gitaar, backing vocals; Eric Clapton – elektrische gitaar; Bobby Whitlock – orgel; Carl Radle – bas; Jim Gordon – drums; Jim Price – trompet, blazers arrangement; Bobby Keys – sax; Pete Ham, Joey Molland en Tom Evans – akoestiche gitaar; Mike Gibbins – tamboerijn (de laatste 4 zijn in feite de groep 'Badfinger'). Productie: George Harrison en Phil Spector.
Op deze Franse persing stond 'Father And Son' dan weer op de A-kant.
De instrumentale versie van 'Zonneschijn' in de uitvoering van The Kermesse Band staat op deze compilatie van Michel Follet.
'What Is Life' werd wereldwijd uitgebracht behalve in het VK want de song stond al op de B-kant van 'My Sweet Lord', de vorige single.
Ook dit is 1971. De popgroep Manfred Mann splitte in 1969 maar oprichter Manfred Mann en Mike Hugg bleven verder opereren als de jazz/rockformatie 'Manfred Mann's Chapter III', van wie ik een track heb op een verzamelalbum van Vertigo. Deze band was een kort leven beschoren en in 1971 werd 'Manfred Mann's Earth Band' opgericht. En toch stond op het hoesje van mijn single nog altijd 'Manfred Mann' vermeld. Deze song werd ook in februari 1972 uitgebracht op de titelloze debuutelpee van MMEB. Verwarring alom! Toch een fijne versie van deze compositie van Randy Newman en de klank van de Moog synthesizer is geweldig!
De "wederhelft" van Isaac Hayes kwam in 1971 op de proppen met een onwaarschijnlijk knappe versie van meer dan 11 minuten van deze bekende popsong, geschreven door Bert Russell/Wes Farrell als 'My Girl Sloopy'. Het duo Hayes/Porter schreef menige hit voor o.a. Sam & Dave op het STAX label. Deze keer werd de single niet in twee stukken geknipt (Part 1 & 2), maar gewoonweg verminkt. De song begint na 3/4 te spelen wanneer hij overgaat in uptempo na 7:15 minuten! De parlando intro werd gewoon weggelaten. Daarom kocht ik meteen de LP '...Into A Real Thing'. Met dank aan de deejays van de Reinaert om mij deze parel te leren kennen.
Deze originele compositie van Cat Stevens stond op zijn LP 'Tea for the Tillerman' uitgebracht op 23 november 1970. Jimmy Cliff was er als de kippen bij om zijn reggaeversie uit te brengen. Maar ook deze versie van de Britse singer/songwriter himself was in het voorjaar van 1971 niet uit de ether weg te slaan.
Uit de elpee 'Curtis' van de vroegere frontzanger van The Impressions met de falsettostem werd deze tweede single gepuurd en uitgebracht in 1971. Bijzonder populair in de discotheken toentertijd en bij de hiphoppers maar ook vaak gebruikt in soundtracks zoals in de film 'Bend it like Beckham' uit 2002. De single scoorde enkel in West-Europa en niet in de Verenigde Staten. Geen sant in eigen land...
De single uit 1971.
De elpee uit 1972.
De verkorte versie op de a-kant en een heuse b-kant!
De elpee uit 1971.
Cat Stevens in 1971.
En hier werd de song van ongeveer 8 minuten weer in twee stukken geknipt!
April 1971 was de maand waarop deze Argentijnse orkestleider onze hitparades binnenkwam met een moderne bewerking van een klein gedeelte van de 40ste symfonie van Wolfgang Amadeus Mozart. Het jaar voordien had hij de instrumentale track van 'A Song Of Joy' van de Spanjaard Miguel Rios al verzorgd, met muziek uit de 9de van Beethoven. De puristen schreeuwden moord en brand maar de jeugd leerde op die manier de klassiekers kennen.
Links mijn tuintje onder de sneeuw. De winters van begin jaren '70 waren heel streng.
Belgische productie uit 1971. Platenmaatschappij Biram en producer Daniel Bangalter (aka Daniel Vangarde) moeten gedacht hebben "wij slaan munt uit de klassieke hype" en brengen dit plaatje uit. Helaas bleek het een eendagsvlieg te zijn. Daniel Bangalter is een Fransman en de vader van Thomas die deel uitmaakt van Daft Punk. Toevallig ontmoette ik de Vlaamse zanger in september 1971 en hij was zo ontgoocheld dat hij resoluut koos voor een carrière in het leger. Ik heb nadien niets meer van hem vernomen.
Deze Nederlandse band met o.a. Jan Akkerman en Thijs van Leer zag ik in 1971 optreden in Vorst-Nationaal als voorprogramma van de Britse groep 'Ten Years After'. De debuutsingle van onze Noorderburen was meteen een schot in de roos.
Om in dezelfde "royale" sfeer te blijven post ik deze mooie slow met een prachtige melodie uit het jaar 1971. Het is de accordeon die bij mij de melancholie oproept. Deze Britse groep evolueerde uit de 'Flower Pot Men' met wisselende bezettingen, maar de hits werden toch altijd gezongen door studiozanger Tony Burrows.
Deze novelty song en tevens one-hit wonder werd reeds uitgebracht in mei 1970 en bereikte de Top-10 hit in het VK maar in de Benelux raakte dit pas in 1971 bekend. De progressieve band speelde gewoonlijk folk, jazz en gipsy music maar deze single was een buitenbeentje.
Uitstekende single en gelijknamige elpee uit 1971 van de ex-drummer van Electric Flag en Band of Gypsys. Helaas is de boodschap niet goed overgekomen en heeft de mens nog altijd niet geleerd met zijn naaste in vrede samen te leven. Huidskleur, taal, geslacht, seksuele voorkeur en andere uiterlijke kenmerken zijn helaas voor sommigen een onoverkomelijk struikelblok.
In februari 1971 kwam deze zanger uit Wales met de formidabele stem de hitparades terug binnengestormd met een compositie van Paul Anka. De b-kant was zijn versie van 'My Way' waarvan de Engelse lyrics ook door Anka werden geschreven. Over de gitarist op deze single bestaat onzekerheid: volgens Wikipedia en Marc Brillouet van Hitriders is het Jimmy Page, volgens andere bronnen zou het Big Jim Sullivan zijn want Page zat toen al in de band Led Zeppelin.
In 1970 maakte deze Schotse groep een tournee doorheen Italië en daar pikten de muzikanten een popsong op van ene Lally Stott. Een jaar later werd het een Europese hit niet in het minst dankzij de hotpants van zangeres Sally Carr. In dit geval dekte de groepsnaam volledig de lading: pretentieloze popmuziek uit maart 1971. Door het succes van Middle of the Road werd de single van Lally Stott opnieuw uitgebracht in 1971.
De protestsong bij uitstek kwam ook uit maart 1971. John Lennon en zijn Plastic Ono Band geven hier alle macht aan het volk. Met Yoko Ono als achtergrondzangeres aan de piano, Bobby Keys (saxofoon), Billy Preston (toetsen), Klaus Voormann (bas) en Alan White (drums). De vredesactivist Lennon predikte nu de revolutie.
Deze song van meer dan 11 minuten werd alweer in twee stukken geknipt voor de single: Part I+II.
Vele jonge kerels waren toen stiekem verliefd op de mooie benen van Sally Carr.
Toen waren de piratenzenders nog actief en deze song werd hevig geplugd door Radio Noordzee Internationaal, die naast het Nederlands ook uitzond in het Engels en het Duits. Peter Gosling schreef en producete de song en Peter Hallett was de zanger. Het werd een top-10 hit in Nederland en bij het beëindigen van de Golfoorlog in 1991 werd de single nogmaals uitgebracht.
Deze Britse slapstick komiek was fan van Charlie Chaplin en vice versa. Hill bleef heel zijn leven vrijgezel en woonde bij zijn moeder. Hij vroeg driemaal een vrouw ten huwelijk en werd driemaal afgewezen. Op Kerstmis 1971 was deze novelty song een onwaarschijnlijke nummer 1 hit in Engeland.
Het duo 'Bill & Buster' bestond uit Billy Moeller (echte naam: William Moeller, broer van Tommy Moeller uit de band 'Unit 4+2') en Buster Meikle (echte naam: David Ian Meikle, eveneens 'Unit 4+2'). 'Unit 4+2' scoorde in 1965 in de Benelux ook een one-hit wonder met 'Concrete And Clay'. Alles bleef dus bij het oude.
Brian Keith was de leadzanger van deze "congregatie", die met deze cover van een song uit 1967 van het duo 'David & Jonathan' in het Verenigd Koninkrijk scoorde en een jaar later in de VS. Om verwarring met gelijknamige groepen te vermijden moest de groep toen zijn naam omdopen tot 'The English Congregation'.
David & Jonathan was een pseudoniem voor Roger Cook en Roger Greenaway die de originele song schreven en uitbrachten in 1967:
Phil Cordell was de Britse muzikant die onder het mom van 'Springwater' een Top-5 hit scoorde in het VK en het zelfs tot nummer 1 schopte in Zwitserland. En hij hield woord want in 1973 keerde hij terug als 'Dan The Banjo Man' en scoorde hij alweer een one-hit wonder met de single... "Dan The Banjo Man". I'll be back!
Een one-hit wonder dankzij Radio Noordzee Internationaal, een piratenzender.
Tijd voor een vleugje Frans chanson uit 1971. Samen met Brel en Brassens wordt hij tot de grote drie van dat genre gerekend. De Monegask stond bekend om zijn groot voorhoofd en warrige, grijze haardos. 'As time goes by' oftewel 'tijd heelt alle wonden'...
Tweede track die ik post uit het fantastisch album 'Tapestry' van deze Amerikaanse singer/songwriter en zelfs in 1971 waren er aardbevingen en ook lang daarvoor, toen er nog geen sprake was van de gevolgen van klimaatveranderingen.
Jean-Marc Bridge alias Billy Bridge scoorde in 1971 onder de naam 'Black Swan' vanuit Frankrijk een one-hit wonder met deze single, waarin de kazoo een prominente rol speelt. ♫♫♫ Don't you know, don't you know? ♫♫♫
Ondertussen begon countryrock zich volledig te ontwikkelen als een apart genre in de VS. The Byrds en Dylan hadden al de voorzet gegeven en deze "broeders" sloegen dezelfde weg in. Spilfiguren waren hier Gram Parsons en Chris Hillman. De bekendere groepen zoals The Eagles of The Outlaws moesten nog doorbreken. Linda Ronstadt en Emmylou Harris zouden in hun kielzog volgen.
Toen ik de eerste noten van deze single in februari 1971 hoorde wist ik meteen dat deze Brit een hele grote zou worden. Hij kwam uit dezelfde stal als Tom Jones en Engelbert Humperdinck en o.l.v. manager Gordon Mills zou hij de eerstvolgende jaren hit na hit scoren en zeer opvallend daarbij was zijn outfit. Nieuwe trend in 1971: minder gitaren en het accent lag meer op de piano en de violen. Oh ja, nog een leuk weetje: in 1972 bezong O'Sullivan een zekere 'Clair'. Dat bleek later het driejarig dochtertje te zijn van Gordon Mills.