************Populaire muziek van de vorige eeuw tot nu************
25-02-2013
Maart 1972 (vervolg)
Maart 1972 (vervolg)
In de maand maart 1972 kwam deze nieuwkomer binnen in de BRT-Top 30. Hij was gebaseerd op een jingle van Coca-Cola uit 1971 gemaakt door het reclameagentschap McCann Erickson. Roger Cook en Roger Greenaway, de befaamde Britse componisten, zaten achter dit project en voegden hun inbreng toe aan de oorspronkelijke schrijvers van het nummer, met name B. Backer en B. Davis.
Zeer leuke Nederlandse inzending voor het Eurovisiesongfestival van 1972. Sandra Reemer was de zangeres van dit duo en de mannelijke helft was Dries Holten. Ze werden verdienstelijk vierde in Edingburgh terwijl België met Serge & Christine Ghisoland en 'A la folie ou pas du tout' op een 17de en voorlaatste plaats bleef steken, net vóór Malta.
Vanuit Amerika kwam deze meer dan 8 minuten durende song die handelde over 'the day the music died', een verwijzing naar de vliegtuigcrash die op 3 februari 1959 het leven kostte aan Buddy Holly, Ritchie Valens, The Big Bopper (J.P. Richardson) en de piloot Roger Peterson (die maar al te vaak wordt vergeten). Waylon Jennings ontsnapte aan de dood door zijn plaats af te staan aan een verkouden Richardson en Dion DiMucci besloot het vliegtuig niet te nemen omdat hij 36 dollar te duur vond. Maar er zitten ook verwijzingen in de song naar o.a. The Beatles ('Helter Skelter'), The Byrds ('Eight Miles High'), The Rolling Stones en Bob Dylan. Dit epos kwam onze hitparade binnen in de maand maart 1972.
Kippenvelmoment uit maart 1972 toen deze prachtige song van de Canadese bard onze hitlijsten binnenstormde. Hier is een liveversie die slechts lichtjes verschilt van de studiosingle. Daarop zongen James Taylor en Linda Ronstadt backing vocals. 'Heart of Gold' stond ook op zijn geweldige elpee 'Harvest'.
Toen was de groep al twee jaar gesplit!
Die dikke matrozenjassen met koperen knopen waren toen fel in de mode. Ik droeg er ook zo eentje in de winter.
In 1989 zag zij het inderdaad niet meer zitten, geplaagd door emotionele en financiële problemen. Zij werd slechts 44 jaar oud. In de clip brengt zij 'La Chevalière d'amour'.
Uit diezelfde periode stamt deze single gebracht door onze Noorderburen die zich -in het begin althans- lieten inspireren door bands als 'Ides of March', 'Chicago' en 'Blood, Sweat & Tears'. Wat later schakelde de band (die reeds in 1968 werd opgericht als 'Take Five') over op pure "pretpop".
De drie broertjes Gibb hadden hun ruzies bijgelegd en met vereende krachten geraakten ze weer in onze hitparade van maart 1972. Het werd wereldwijd niet zo'n grote hit en daarom wordt hij bijna nooit meer op de radio gedraaid. Onterecht!
1972 is ook het jaar waarin de Moog synthesizer definitief doorbrak in de popmuziek. En dat zullen we geweten hebben! Er waren al pogingen geweest in de late jaren '60 van o.a. 'Walter Carlos (later Wendy Carlos)', 'The Beatles', 'Emerson, Lake & Palmer', 'Dozy, Beaky, Mick & Tich' en 'Giorgio Moroder'. Maar met deze cover verkocht de Britse band miljoenen singles over de hele wereld.
En de auteur Giorgio bracht zelf een cover uit in 1972 want in 1971 zong Michael Holm het origineel als 'Nachts scheint die Sonne'. Hier is dus de auteursversie waarop Chicory Tip zich baseerde:
In maart 1972 steeg de zoveelste single op rij van Slade naar de top van alle hitlijsten. Met hun aanstekelijke "clap your hands and stomp your feet"-muziek bereikten ze een heel groot deel van de toenmalige jeugd. Hun elpee 'Sladest' verkocht ook als zoete broodjes.
Ook dit was slechts een coverversie.
Giorgio bracht zijn auteursversie ook in 1972 uit maar na Chicory Tip.
Geloof het of niet: dit is de originele versie. Tekst: Michael Holm en muziek: Giorgio.
Wat werd er exact 41 jaar geleden op onze radiozenders gedraaid? In februari 1972 kwam dit Frans duo onze hitlijsten als nieuwkomer binnen. Eric Charden werd in Vietnam geboren en hij trouwde in 1966 met Annie Gautrat, die later de artiestennaam Stone aannam. Jammer genoeg scheidde het paar in 1974. Maar deze samenwerking van het duo 'Stone & Charden' was, zoals onze Zuiderburen dat zo mooi kunnen zeggen, "un vrai carton"!
Diezelfde maand was deze Britse glitterband ook een nieuwkomer in de BRT Top-30 met deze aanstekelijke meezinger gecomponeerd door het schrijvers- en producersduo 'Chinn & Chapman'. Vanaf 1972 gingen de jongens door het leven zonder lidwoord en stond er op de hoesjes gewoon 'Sweet' vermeld als groepsnaam.
Elvis kwam nog eens in onze hitparades binnen in februari 1972 en wel met een liveversie van deze song geschreven door het legendarisch componistenduo Barry Mann en Cynthia Weil. De versie van B.J. Thomas uit 1970 was al een hit geweest in de VS. Typisch voor deze versie is het vals einde, want net als je denkt dat het gedaan is, begint The King weer te zingen. De song stond op zijn LP 'That's The Way It Is' en werd als single uitgebracht in november 1971.
Maar de song die mij het meest ontroerde in februari 1972 (en nu nog) was deze nieuwkomer van een Amerikaanse folkrockgroep waarvan de hemelse samenzang mij herinnerde aan Crosby, Stills & Nash. De drie jongens waren zonen van Amerikaanse soldaten gelegerd in Londen. Zij werden geproducet door de legendarische George Martin, vaak de vijfde Beatle genoemd.
Het was al een tijdje geleden dat we nog iets over Sylvester Stone en zijn bende gehoord hadden maar met dit singletje kwamen ze onze hitlijsten binnengewandeld in januari 1972. Het bleef in de familie.
In februari 1972 kwam een fantastische maxi-single de BRT Top-30 binnengestoven. Hier stonden 4 songs op van de formidabele Spencer Davis Group uit de tweede helft van de jaren '60: 'Keep On Running', 'I'm A Man', 'Gimme Some Lovin'' en 'When I Come Home'. De groep was toen al lang gesplit maar de stem en het orgel van Steve Winwood deden nog altijd wonderen.
De nieuwe single van Marc Bolan en zijn kompanen deed ook in februari 1972 zijn intrede in onze hitparade. De song stond al op de elpee 'Electric Warrior', die het jaar voordien was uitgekomen. Hij vond direct zijn weg naar mijn platenverzameling, zodat ik de single niet eens hoefde te kopen.
Terwijl Rod Stewart nog altijd in de BRT Top-30 stond met 'Maggie May' kwam deze single van zijn groep de hitlijst binnengestormd in februari 1972. De compositie was er eentje van Ron Wood en Rod Stewart en zij rockte als de pest.
Op deze foto kijken ze allebei maar zuur. Zou er toen al een haar in de boter gezeten hebben?
De BRT Top-30 van januari 1972 stond nog bol van plaatjes uit 1971 en vandaag post ik 5 nieuwkomers uit die hitlijst. De eerste single is die van een nieuw duo dat bestond uit Lou Deprijck (die toen nog bij de R.T.T. werkte) en Sylvain Vanholme (die de Wallace Collection had verlaten). Zij zongen deze carnavalskraker deels in het Engels en deels in het Portugees. Slim gezien want Brazilië viel meteen voor deze twee Belgen. Pipou Lacomblez zou er pas later bijkomen maar het trio zou niet van naam veranderen.
In januari 1972 kwam deze meezinger van formaat de hitlijsten binnengestormd. Geschreven door Leo Caerts en Leo Rozenstraten (de man die ook 'Sperziebonen' schreef). Het werd zo'n monsterhit dat sommigen dachten dat dit het Spaanse volkslied was. Koningin Fabiola zal in haar nopjes geweest zijn!
De derde nieuwkomer in de BRT Top-30 van januari 1972 was een uitnodiging van deze Schotse popgroep om naar Sacramento te gaan. Er moet daar een microklimaat geheerst hebben want er was sprake van een "Indian spring". Dat doet mij denken aan die Antwerpenaar op citytrip in Londen. Hij wordt begroet door een Londenaar die hem vrolijk zegt "Spring is in the air!" waarop de Antwerpenaar laconiek antwoordt "Why should I ?".
Deze nieuwkomer uit januari 1972 was een heruitgave van een song uit 1959 waarmee Peter Koelewijn in 1960 wekenlang in de hitparades van de Benelux stond. Het zou niet de laatste keer zijn want in 1981 scoorde hij met zijn Rockets alweer met een liveversie van de legendarische song. In 1989 tenslotte kwam Koelewijn terug in de hitlijsten samen met het duo MC Miker G & DJ Sven met de Engelstalige versie 'Get Down The Roof Kid'. Deze song heeft hem alleszins geen windeieren gelegd.
Mark James schreef de song in 1968 en B.J. Thomas had er een hit mee in de VS in 1969. Deze Britse platenproducer, die Genesis en 10cc ontdekte, maakte er zijn eigen reggaeversie van en voegde er de indianenkreten 'ooga chaka' aan toe. Zijn versie uit 1971 kwam bij ons binnen in de BRT Top-30 van januari 1972. In 1974 maakte de Zweedse rockband 'Blue Swede' er een wereldhit van.
De groep die in 1971 de meeste singles verkocht in Europa was wellicht deze Schotse formatie met, de groepsnaam zegt het al, onschuldige popliedjes. Sally Carr was de leadzangeres en zij werd beroemd omwille van haar hotpants. In november 1971 kwamen zij met deze meezinger de BRT Top-30 binnengestormd.
Tegen 25 december 1971 stond deze Britse zanger heel hoog in de BRT Top-30 met zijn single geschreven door Neil Sedaka en Howard Greenfield. In het Verenigd Koninkrijk strandde hij op nr. 18 maar op het vasteland stond hij vaak op het hoogste schavotje. In 2005 werd de single opnieuw uitgebracht en toen kwam hij wel op nummer 1 in de UK Singles Chart.
In 1960 schreef Neil Sedaka 'Stairway To Heaven' maar die song heeft niets vandoen met deze legendarische compositie van Jimmy Page en Robert Plant. Bij mijn weten is hij nooit op single uitgekomen. Hij stond op het vierde album van Led Zeppelin uit november 1971 en eindigt elk jaar steevast in de hoogste regionen van allerhande lijstjes. Ik sluit dan ook hiermee het jaar 1971 af, waarin zowel commerciële als andere -minder toegankelijke- muziek werd uitgebracht.
Enkele scènes uit de film: een rijke stinkerd (Gainsbourg) rijdt met zijn Rolls Royce een fietsende lolita (Jane Birkin) omver en wordt verliefd op haar.
It's a stairway to heaven but a highway to hell...
Het vierde album van Led Zeppelin is titelloos en wordt daarom vaak aangeduid als Led Zeppelin IV.
Maar het was niet allemaal kommer en kwel in 1971. Luister maar eens naar deze vrolijke meezinger. Deze Britse 'harmony group' zong ook de Amerikaanse jingles van Coca-Cola in ("Things Go Better with Coke" en "It's The Real Thing"). Rod Allen was de leadzanger en bassist van The Fortunes en tevens de enige constante in deze band met enorm veel personeelswisselingen. Hij was lid van bij de start in 1963 tot aan zijn dood in 2008.
De Amerikaanse singer/songwriter Neil Diamond kende naast de talrijke heruitgaven van zijn werk uit 1967/68 bij het platenlabel Bang Records ook succes met recentere songs zoals deze mooie slow uit 1971. Hij was na een meningsverschil met platenbaas Bert Berns in 1968 overgestapt naar UNI (MCA Records). Zijn vroegste successen bij Bang Records werden geproducet door de legendarische songwriters Jeff Barry en Ellie Greenwich (Brill Building), die trouwens vaak de background vocals verzorgden op diverse songs.
In 1971 veranderde de soulmuziek uit de jaren '60 stilaan in funk. "The Hardest Working Man in Showbusiness" was daar een kampioen in. Die Amerikaanse singles werden via de Antwerpse haven geïmporteerd en elke zaterdag werden die dan gedraaid door deejay Willy Delabastita op de Belgische radiozender 'Omroep Antwerpen'.
Naast soul en funk was er ook plaats voor rhythm & blues in 1971. Het echtpaar werkte toen nog goed samen alhoewel Tina in 1969, na een hevige confrontatie met Ike, 50 valiums inslikte in een poging een einde aan haar leven te maken. Ze overleefde die wanhoopsdaad maar in 1976 vroeg ze na 14 jaar huwelijk de echtscheiding aan. Terug naar de muziek: Jessie Hill schreef deze rasechte Louisiana blues. ♫♫♫ Ooh Poo Pah Doo! ♫♫♫
Die blue jeans (spijkerbroeken met het motief van de Amerikaanse vlag) waren toen 'in'!
Marc Bolan werd in 1971 meer en meer de vaandeldrager van de glamrock al kreeg hij later hevige concurrentie van David Bowie, Wizzard, Sweet, Gary Glitter, Slade en anderen. De hoesfoto van de videoclip is misleidend want onderstaande song staat niet op de elpee 'Electric Warrior'. De single verkocht heel goed maar heeft voor mij toch een iets te hoog "lalala"-gehalte op het einde.
Het schrijvers- en producersduo Chinn & Chapman had de groep Sweet onder zijn vleugels genomen met een reeks van commerciële singles tot gevolg. Hieronder een optreden uit juni 1971 voor het Brits TV-programma 'Top Of The Pops' met de verschrikkelijke presentator Jimmy Savile (zowel qua uiterlijk als qua levensstijl).
Maar de vlag dekte de lading niet. Op de b-kanten van hun singles ontpopten de jongens van de groep Sweet zich tot hardrockers. Luister maar:
Een terechte zomerhit in 1971 in België voor deze Nederlandse band uit Voorburg. Met een zeer herkenbare gitaarintro. In 1961 werd de 'Sandy Coast Skiffle Group' opgericht die evolueerde tot de 'Sandy Coast Rockers' en uiteindelijk tot de beatgroep 'Sandy Coast'. De basgitarist was Jan Vermeulen en zijn broer was leadzanger èn de oprichter van de groep, m.n. Hans Vermeulen.
Uit het Verenigd Koninkrijk kwamen hardere rockgeluiden met die typische stem van Robert Plant. Alweer een misleidende hoesfoto op de videoclip want deze single werd getrokken uit de elpee 'Led Zeppelin IV' (alhoewel die geen titel draagt) en niet de debuutplaat uit 1969 met de brandende zeppelin. Jimmy Page, John Bonham en John Paul Jones geven hier ook van jetje.
Ravi Shankar vroeg aan zijn goede vriend George Harrison of hij het geteisterde volk uit Oost-Pakistan kon helpen. De ex-Beatle schreef een song die in juli 1971 uitkwam als single en organiseerde op 1 augustus 1971 een benefietconcert in de Madison Square Garden in New York City waar 40.000 toeschouwers op afkwamen. De supergroep bestond uit Harrison, Ringo Starr, Bob Dylan, Eric Clapton, Billy Preston, Leon Russell, Badfinger alsook Shankar en Ali Akbar Khan. Later dat jaar volgde een 3LP-Box en in 1972 een documentaire van Apple Films. UNICEF beheerde alle inkomsten die rechtstreeks naar Bangladesh gingen. Dit benefietconcert stond model voor latere events zoals o.m. Live Aid.
In 1971 werd de groepsnaam nog weergegeven als The Sweet. Iets later viel het lidwoord weg.
Harrison en Shankar hebben iets te bespreken.
De single uit juli 1971. Toen werd Bangla Desh nog in twee woorden geschreven.
Harrison en Dylan zingen samen op het benefietconcert.
Janis Joplin had nooit zoveel platen verkocht toen ze nog leefde. Deze parel van een song werd geschreven door Kris Kristofferson en Fred Foster en haar postuum album 'Pearl' verkocht in 1971 als zoete broodjes. Jammer dat ze eerst moest sterven vóór ze echt naar waarde werd geschat.
Deze song stond oorspronkelijk op de LP 'Just For You' uit 1967 die enkel in de VS succes had. Bert Berns van Bang Records weigerde de song als single uit te brengen, waardoor Diamond het platenlabel in 1968 verliet. Toen hij in 1969/1970 in Europa begon door te breken werd 'Shilo' in 1970 dan toch als single uitgebracht en werd het plaatje een hit in Duitsland in 1971 en was het zodoende ook regelmatig op onze radiozenders te horen.
Deze Amerikaan is een buitenbeentje in de muziekwereld en bekend om zijn parodieën van bekende pop- of countrynummers. Hij scoorde vele noveltyhits en met deze 'Queen of the Blues' had hij in 1971 een grote hit te pakken. De hoge stemmetjes doen denken aan de latere liedjes van de Smurfen of had hij helium ingeademd? Waarschijnlijk was het een studiotruuk en heeft hij deze song nooit live gebracht. Ik heb opzoekingswerk verricht: Stevens zingt alle stemmen, inclusief de backing vocals en de hoge stemmetjes werden bereikt door ze tegen een hoge snelheid af te spelen. Een hele klus in die tijd met de beperkte middelen die er toen in de studio voorhanden waren!
Hoyt Axton schreef deze song en de bandleden van Three Dog Night vonden het in eerste instantie maar een onnozel kinderliedje tot de single in 1971 op nummer 1 stond in de VS. Hij werd later nog bekender dankzij de soundtrack van 'Forrest Gump' en de jeugd in Amerika kent de fameuze openingszin uit het hoofd: "Jeremiah was a bullfrog, was a good friend of mine..."!
De Nederlanders zijn niet alleen de langste mensen ter wereld maar in 1971 waren ze ook kampioenen van het langste haar bij de mannen. Getuige daarvan dit hoesje en het is een van mijn favoriete singles uit dat jaar. Onze Noorderburen zochten toen heil in het spirituele...
Deze Britse hardrockers wisten de composities van Neil Diamond ook te smaken want zij wisten een hit te scoren met hun versie van 'Kentucky Woman' in 1968. Maar dit is hun hitsingle uit 1971 die over een zekere Nancy gaat. In de bridge tapt Ian Gillan met zijn 'ooh's' uit hetzelfde vaatje als in 'Child In Time', maar geen nood want deze single kwam ook hoog in de hitparades terecht.
In 1971 liep deze Britse band op zijn laatste benen en deze uitstekende single wordt helaas veel te weinig op de radio gedraaid. Het jaar nadien bleven enkel nog Roy Wood, Bev Bevan en Jeff Lynne over en deze laatste vormde de groep om tot het Electric Light Orchestra, maar daar kom ik volgende week op terug.
Al Kooper had deze Amerikaanse jazz/rockband in 1971 al lang verlaten en het was de Canadees David Clayton-Thomas die de teugels had overgenomen. Hij schreef deze song die ook op de elpee 'Blood, Sweat & Tears 4' stond en niet zo'n grote bijval kende in Europa.
De Canadees R. Dean Taylor zat op het 'Rare Earth'-label, een onderverdeling van Tamla Motown, en scoorde met deze bizarre song uit 1970 een hit in het Verenigd Koninkrijk. Het verhaal wordt verteld vanuit het standpunt van een moordenaar die op de vlucht is voor de politie. Op het einde van de song hoor je trouwens de sirenes en de agenten die hem met de megafoon aanmanen zich over te geven.
Op deze foto kun je goed zien dat er toen al onenigheid was tussen Roy Wood (rechts) en Jeff Lynne (midden). Enige tijd later werd de groep omgevormd tot het Electric Light Orchestra en nam Lynne de teugels in handen. Wood verliet dan de groep om Wizzard uit de grond te stampen.
Het jaar 1971 loopt op zijn laatste benen. In dat jaar greep de verschrikkelijke dictator Idi Amin Dada Oumee de macht in Oeganda en leed Mohammed Ali in New York zijn eerste nederlaag tegen Joe Frazier, die daardoor Wereldkampioen boksen bleef. En op welke manier was Afrika vertegenwoordigd in de muziek van 1971? Dat komen we nu te weten in volgende videoclips.
Mike Steïphenson ontdekte opnames uit 1967 van de legendarische drummers uit Burundi en plaatste er dramatische muziek onder. Via Frankrijk en platenreus Barclay werd het singletje over heel Europa verspreid en had hij er in 1971 een onwaarschijnlijke hit mee.
Op de b-kant stonden enkel de 25 drummers uit Burundi op hun tamtam te slaan zonder achtergrondmuziek:
De Zuid-Afrikaan John Kongos gebruikte gedeeltelijk de drumgeluiden van de Burundese stam en koos voor zijn artiestennaam het centraler gelegen Congo dat toen al Zaïre heette. In het 'Guinness Book of Records' wordt deze single geciteerd als de allereerste sample in de muziekgeschiedenis terwijl het eigenlijk een 'tape loop' is, een bandje dat continu wordt afgespeeld. Meer waarschijnlijk is er verwarring met Burundi Black waarvoor Mike Steïphenson datzelfde jaar een sample gebruikte van de Afrikaanse drummers ('Ensemble de tambours') ondersteund door zijn Mellotron en Optigan (een orgel dat vooraf opgenomen geluiden weergeeft).
Voor de opvolger tapte Kongos uit hetzelfde vaatje:
Vier muzikanten uit Ghana vestigden zich in 1969 in Londen, richtten een band op met drie muzikanten uit de Caraïben en verspreidden van daaruit hun wereldmuziek. Hun hoezen werden getekend door Roger Dean en ze waren ronduit schitterend! Vooral het gebruik van saxofoon, trompet, conga's en drums trok mij in dit muziekgenre aan. Afropop of Afrobeat was geboren!
Osibisa bracht naast opwindende dansmuziek ook ingetogen nummers zoals dit 'Woyaya', dat in 1973 door Art Garfunkel werd gecoverd. Op het einde van het nummer komen de drums toch weer op het voorplan. Het ritme zit hen waarachtig in het bloed.
Deze Amerikaanse groep uit Seattle, Washington bracht een debuutelpee uit in 1970 waarop deze zeer dansbare hitsingle stond. Het feit dat er twee Afro-Amerikanen inzaten zal daar wel toe bijgedragen hebben. Het ritme in de muziek werd indertijd samen met de Afrikaanse slaven geïmporteerd. Het plaatje bereikte onze betere discotheken in 1971. Het bleef echter bij deze eendagsvlieg en nog datzelfde jaar kon ik hem voor een prikje op de kop tikken en zodoende redden uit de afprijsbakken. De jongere generatie kent dit deuntje ook via de sample van Young MC op "Bust A Move".
Roger Dean maakte werkelijk prachtige tekeningen voor platenhoezen.
De twee Afro-Amerikanen zorgden voor het ritme in de band.
Een van de mooiste liefdesliedjes ooit werd al in 1971 gezongen door David Gates. Opmerkelijk is het tremolo/wah-wah effect van de gitaar dat de gitarist, naar verluidt, ook live kon produceren en niet enkel in de studio. De song werd ontelbare keren gecoverd door de grootste artiesten en Telly Savalas alias Kojak had er ooit zelfs een nummer 1-hit mee!
Dit liefdesliedje werd geschreven voor de film 'Lovers and Other Strangers' uit 1970 en broer en zus Carpenter hadden er een hit mee in 1971. Tegelijkertijd had Shirley Bassey ook succes met haar cover in het Verenigd Koninkrijk.
Een mooie live uitvoering uit 1971:
Een laatste track uit het album 'Ram' van Paul & Linda McCartney. Deze song werd in 1971 ook als single uitgebracht maar enkel in het Verenigd Koninkrijk. Denny Seiwell was de drummer en voor de volgende elpee trokken de McCartneys ook Denny Laine van de Moody Blues aan en de groep Wings was geboren.
Deze ruige kerels uit Wolverhampton/Walsall wonden er geen doekjes om en met hun tweede single kwamen ze de Britse charts meteen op nummer 1 binnen. Iets wat alleen The Beatles hen hadden voorgedaan. Chas Chandler, ex-bassist van The Animals, was hun manager en glamrock begon meer en meer ingang te vinden in de muziekscene van 1971. Kenmerkend was de progressieve spelling die ze voor de titels van hun songs gebruikten: ze schreven fonetisch zoals ze het uitspraken: 'Coz I Luv You'.
Eric Clapton schreef deze liefdesverklaring voor zijn onbereikbare liefde, Pattie Boyd die toen nog getrouwd was met zijn boezem-vriend George Harrison. 'Layla' en 'Wonderful Tonight' zijn trouwens ook voor haar geschreven. Uiteindelijk zwichtte ze voor de avances van Clapton en scheidde ze van Harrison. Haar huwelijk met Clapton zou slechts 10 jaar stand houden. Deze single uit 1971 gooide geen hoge ogen in de Amerikaanse hitlijsten.
Paul & Linda McCartney, de tortelduifjes bij uitstek.
Eric Clapton was de snoodaard die het huwelijk van zijn boezemvriend George Harrison met Pattie Boyd deed spaak lopen.
Zoals gisteren beloofd kom ik even terug op de derde soloplaat van Rod Stewart m.n. 'Every Picture Tells A Story', een geslaagde mengeling van rock, country, blues, soul en folk. Stewart en zijn Faces steken hun bewondering voor Motown niet onder stoelen of banken en eigenlijk vind ik deze versie van '(I Know) I'm Losing You' nog opwindender dan die van The Temptations of van Rare Earth. Daar zal de drumsolo van Micky Waller wel veel mee te maken hebben. Om contractuele redenen werd hier niet vermeld dat het om de Faces gaat en daarom stond deze parel op de LP van Rod the Mod.
Dat brengt mij naadloos bij de 'Smiling Faces Sometimes' van The Undisputed Truth, de nieuwe uitlaatklep van producer Norman Whitfield. In 1971 leek het of dat trio zou The Temptations van de troon stoten. Niets is minder waar want zij zouden in 1972 terugslaan. Maar dat is voor volgende week!
In Nederland ontdekte men de oude bluesgiganten zoals Willie Dixon die dit heerlijk nummer schreef voor Howlin' Wolf in 1960 (!). Livin' Blues werd geproducet door Jaap Eggermont (ex-The Golden Earrings) en met dit repertoire oogstte de band uit Den Haag veel bijval op festivals.
In Amerika werd het mooie weer gemaakt door Rare Earth, een groep blanke muzikanten die van het zwarte Motown een eigen sublabel hadden verkregen bij de platenmaatschappij. In 1971 verscheen het prachtig live dubbelalbum dat in een rare hoes stak: een boekentas in de vorm van een rugzak. Wel moeilijk te klasseren in de platenkast.
Een laatste track uit de steengoede elpee 'Who's Next' (1971). De intro op synthesizer trekt meteen de aandacht. Pete Townshend schreef dit nummer n.a.v. wat hij zag bij de tieners op Woodstock 1969: "Teenage wasteland, it's only teenage wasteland." De titel verwijst naar zijn invloeden van toen op filosofisch en muzikaal vlak: Meher Baba en Terry Riley. De viool op het einde is een ode aan de Indiër Baba die beweerde een avatara (incarnatie van god) te zijn. Het nummer betekende een keerpunt in de carrière van The Who. Vanaf toen speelde de groep alleen nog maar hardrock.
Op de single worden de Faces dan weer vermeld. Begrijpe wie begrijpe kan.
Het fenomeen 'groupie' begon meer en meer ingang te vinden sinds Woodstock 1969 en op festivals in Nederland, Engeland en Amerika werden groupies meer en meer gespot.
De Indiër Meher Baba was afkomstig uit Iran en dacht dat hij een incarnatie van god was op aarde.
De Amerikaanse componist Terry Riley beïnvloedde Pete Townshend.
Op vastenavond is het toepasselijk Mardi Gras te draaien. Arthur Alexander schreef het nummer in 1962 en Steve Alaimo had er toen een hit mee. Alexander is de enige singer/songwriter die zowel door The Beatles als door The Rolling Stones, Bob Dylan, Willy DeVille, The Bee Gees e.v.a. werd gecoverd. Een hele eer zou je denken, ware het niet dat de man in zijn laatste levensjaren buschauffeur moest worden om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen.
Een laatste track uit mijn grijsgedraaid exemplaar van de LP 'Melting Pot' want volgende week begin ik aan het jaar 1972. Maar voorlopig staat mijn teletijdmachine stil in die warme zomer van 1971.
Uit de LP 'Every Picture Tells A Story' en oorspronkelijk was dit de A-kant van de single tot sommige deejays besloten de B-kant te pluggen. 'Reason To Believe' werd geschreven door Tim Hardin en zowel de single als de elpee betekenden de definitieve doorbraak voor de Schotse bard, die in de jaren '60 al belangrijke dingen had gedaan met Long John Baldry, Julie Driscoll en Brian Auger maar ook solo en met de Faces.
En hier is dan die B-kant die spoedig tot A-kant werd uitgeroepen en in vele landen op nummer 1 kwam te staan. De zanger met de schuurpapieren stem werd snel een begrip in de muziekwereld en naast een succesrijke solocarrière bouwde hij ook aan een mooie loopbaan bij de Faces. Maar dat is voor morgen!
Song geschreven door Arthur Alexander in 1962.
A-kant: 'Reason To Believe'.
A-kant: 'Maggie May'.
De twee songs stonden allebei op deze magistrale elpee uit 1971.
Rink Groeneveld en Peter Kok maakten deel uit van dit harmonieus duo uit Den Haag. Ze worden dan ook soms de Nederlandse Simon & Garfunkel genoemd. Typisch voor deze single is de mooie samenzang ondersteund door de mellotron. Na 7 hitnoteringen in eigen land hielden Greenfield & Cook het in 1974 voor bekeken.
De mellotron werd ook vaak gebruikt door Gerard Koerts en de Nederlandse band verlegde in 1971 de muzikale koers naar symfonische rock. Deze single werd ook getrokken uit de elpee 'Song Of The Marching Children'. Vannacht trok er weer een sneeuwstorm over ons landje maar gelukkig was het niet de Noord-Amerikaanse sneeuwstorm Nemo.
R. Dean Taylor was in 1971, naast de groep Rare Earth, een van de weinige blanke acts op Tamla Motown en hij raasde als een gek door een nachtelijke regenstorm, want hij moest absoluut Jane zien. Of dat gelukt is betwijfel ik, afgaande op de piepende remmen...
Dag na dag post ik hier 5 songs uit mijn jeugdjaren, zoals deze knappe slow uit 1971, het jaar waarin ik twintig werd. De Britse groep Badfinger begon in 1968 als The Iveys, tekende een contract bij Apple Records en The Beatles namen de vier jongens meteen onder hun vleugels. George Harrison producete de single en speelde naast Pete Ham ook slidegitaar.
Deze Nederlandse band was opgebouwd rond de tweelingbroers Koerts en zangeres Jerney Kaagman. De song kwam uit de elpee 'Song of the Marching Children' uit 1971 maar werd ook als single uitgebracht. Jammer genoeg brak de groep nooit echt door in het VK en de VS. In de Benelux en Duitsland waren onze Noorderburen waanzinnig populair. Zo'n "uitnodiging" kun je toch moeilijk afslaan, niet?
De song werd geschreven door Jerry Jeff Walker maar het was deze country-folk-rockgroep die er in 1971 een grote hit mee had. Ondertussen zijn de coverversies legio en is de compositie uitgegroeid tot een echte standard. Jackson Browne maakte ooit deel uit van de band en tussen 1976 en 1981 noemden ze zich kortweg The Dirt Band. Zo scoorden ze samen met Linda Ronstadt opnieuw een hit met de single 'An American Dream'.
De viool speelde ook in deze single uit 1971 een prominente rol. Het Nederlands duo 'Mouth & MacNeal' kwam met deze onweerstaanbare meezinger op nummer 1 te staan in de Benelux, Denemarken, Zwitserland en Nieuw-Zeeland en op nummer 8 in de Amerikaanse hitlijsten van 1972. Hans van Hemert en Harry van Hoof schreven het nummer en het was producer Hans van Hemert die Mouth (Willem Duyn) en Maggie MacNeal (Sjoukje van't Spijker) samenbracht.
Deze ingetogen song gaat over een kleinkind dat zijn oma mist. In oktober 1971 bereikte Withers daarmee de 18de plaats in de Amerikaanse hitlijsten en sindsdien is het lied uitgegroeid tot een ware standard en worden de lyrics in de Angelsaksische scholen gebruikt als didactisch materiaal. Geproducet door Booker T. Jones en de ritmesectie van The MG's speelt ook mee: Donald 'Duck' Dunn op bas en Al Jackson Jr. op de drums. Weinig of niet bekend in onze regionen maar een sample werd gebruikt voor 'No Diggity' van Blackstreet, en dat doet misschien een belletje rinkelen. De handen van een oma zijn goud waard.
Na zijn succesvol avontuur in de supergroep 'Crosby, Stills, Nash & Young' bracht de voormalige zanger/gitarist van The Hollies een soloplaatje uit in 1971. Nash was politiek zeer actief en deze protestsong gaat over de rellen in 1968 tijdens de Democratic National Convention in Chicago, en ook over het proces van de 'Chicago Eight'. Vooral Bobby Seale moest het toen ontgelden in de rechtbank want hij werd vastgebonden op een stoel met een prop in de mond vanwege zijn veelvuldige interventies. De beschuldigden werden in 1970 veroordeeld, maar gelukkig werden alle aanklachten twee jaar later in hoger beroep verworpen. ♫♫♫ Yes, we can change the world ♫♫♫...
Marvin Gaye keek in 1971 met lede ogen toe hoe de wereld rondom hem aan het veranderen was. De gouden jaren '60 waren voorbij en donkere tijden kondigden zich aan: recessie, werkloosheid, straatbendes, criminaliteit, betogingen, drugs in de straten, rassendiscriminatie, inflatie, hoge belastingen, milieuvervuiling, e.d.m. Je zou voor minder beginnen te huilen...
De vaste begeleidingsgroep van Neil Young bracht in 1971 een pracht van een song uit geschreven door Danny Whitten. Jaren later bracht Rod Stewart zijn coverversie uit maar ik verkies dit origineel. Whitten overleed aan een overdosis drugs en zijn vriend Neil Young schreef er een song over: 'Needle And The Damage Done'.
In 1971 werd de titelloze elpee van Lamp, Lazerus & Kris uitgebracht. Daarop stond dit leuk lied en Lamp en Lazerus zorgden voor de backing vocals. Guido Van Hellemont was Lamp terwijl Wim Bulens voor Lazerus speelde. De leadzanger was niemand minder dan Kris De Bruyne en de man die onbedaarlijk lacht is precies Urbanus van Anus.
De tweede hit uit die elpee van 1971 geproducet door Roland Verlooven is 'De Peulschil', een leuke Vlaamse skiffledeun. Na deze twee hits verliet Kris De Bruyne de groep zodat Lamp & Lazerus verder als duo muziek maakten. Een tijdje later kregen ze het gezelschap van Luk Vankessel maar het succes bleef uit zodat de groep uiteindelijk splitte. Luk Vankessel zocht dan maar een andere groep en die heette toepasselijk 'Split'.
Het was niet allemaal Angelsaksische muziek waar ik naar luisterde in 1971. Deze zeer leuke meezinger uit Spanje kon mij ook bekoren. Vier jaar later werd een nieuwere versie, uitgebracht door deze Spaanse folkgroep, opnieuw een hit op het Iberisch schiereiland.
Voor Italiaanse muziek heb ik ook altijd een zwak gehad. Deze single stond aan de top in het najaar van 1971 en ik leerde hem kennen tijdens een vakantie aan het Gardameer. Battisti schreef zijn muziek zelf en voor de lyrics zorgde Mogol, die ook veel voor Adriano Celentano gewerkt heeft.
Leuke opvolger uit 1971 van "The Resurrection Shuffle" die helaas compleet de mist inging. Een tijdje later kon ik de single redden uit de afprijsbakken. Op het einde van de song blaft de waakhond vrolijk mee!
In november 1971 kwam de volgende single uit van Gilbert O'Sullivan. Het was een vrolijk uptempo nummer dat niet eens zo'n grote hit werd. Het grote succes zou er pas in 1972 komen. Maar hij had toch gelijk toen hij zong "looks like I'm here to stay"...
Dan hadden deze mannen uit New York meer geluk met hun meezinger van formaat uit 1971. Wedden dat je deze oorwurm de hele dag niet uit je hoofd krijgt? Carnaval en Vette Dinsdag komen er volgende week aan.
Deze 'Queen of Soul' komt ook uit de sixties. Ze hield goed stand in het daaropvolgend decennium en in 1971 werd vaak gedanst op haar funky single. Aretha Franklin zingt en speelt piano en daarnaast een greep uit de bekende muzikanten: Donny Hathaway – elektrische piano, orgel; Cornell Dupree – gitaar; Chuck Rainey – bas; The Sweethearts of Soul – backing vocals; Dr. John – percussie en The Memphis Horns (trompet en sax).