TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
16-05-2006
ART . NR . 23 . FIG . 27.
Art . Nr . 23 .
Fig . 27
ART . NR . 23 . FIG . 26 .
Art . Nr . 23 .
Fig . 26 .
ART . NR . 23 . FIG . 25 .
Art . Nr . 23 .
Fig . 25 .
ART . NR . 23 . HET WATER FIG . 24
Art. Nr. 23 Fig . 24 .
Het Water
Weerspiegeling en perspectief Golven
ART . NR . 23 . - HET WATER .
Art . Nr . 23 .
Het Water .
Weerspiegeling en perspectief
Golven.
Het is noodzakelijk dat wij eerst kennismaken met nieuwe begrippen van de perspectief leer , om je het verschijnsel van de weerspiegeling duidelijk te maken . Wij herhalen dat het niet de bedoeling is om je zuivere projectietekeningen te leren maken , omdat je immers naar de natuur werkt . Maar het is nodig dat je begrijpt hoe een bepaalde weerspiegeling tot stand komt en dat je uw tekening kunt controleren door middel van regels . Het spreekt vanzelf dat wij hier alleen de weerspiegeling in een rimpelloos watervlak op het oog hebben en dat dit de functie heeft van een spiegel . De weerspiegelde voorstelling wordt in het algemeen verzacht in zijn kleurwaarden en verandert van kleur in het weerspiegelend watervlak . De lijnen , loodrecht op het weerspiegelende oppervlak zetten zich voort zonder van richting te veranderen . Laten we ons een kubus voorstellen die boven het water uitsteekt , of die , zoals in fig . 24 op een spiegel geplaatst is , wat op hetzelfde neerkomt . De reflectie in de spiegel - of in het water - wordt verkregen door de verticale lijnen door te trekken en de lengte even lang te maken als die van het voorwerp zelf : CA' = AC, DB' = BD enz. Als wij nu B' met A' verbinden en wij trekken deze lijn A'B' door naar de horizon , zullen we tot de ontdekking komen dat A, B, hetzelfde verdwijnpunt heeft als AB en als CD . Hetzelfde zien wij gebeuren met de schaduwzijde en zijn spiegelbeeld in het water ( of in de spiegel ) . Toch is de weerspiegeling practisch nooit gelijk aan het gespiegelde voorwerp , daar dit altijd ondersteboven wordt weerkaatst . Zo zie je hier bv. niet bovenzijde van de kubus weerspiegeld . Men zou het water kunnen vergelijken met een oog dat de dingen van onder af beziet . Laten we nu eens een schuinstaand voorwerp bekijken ( fig . 25 ) , zoals boomstammen dikwijls zijn . Wij trekken vanaf de basis van het voorwerp , daar waar hij uit het water komt , horizontale lijnen die overeen komen met het oppervlak , CDN voor punt D , DN' voor het punt G . Wij trekken nu vanuit punt A , B en F verticale lijnen . Zij snijden de horizontale lijnen en geven de punten A' , B' en F' . Vandaar uit wordt de lengte afgemeten naar beneden toe . Wij krijgen dan de punten A" , B" en F" , die resp. verbonden met de punten C , D en G , ons het weerspiegelde beeld zichtbaar maken . Ook hier kan men het vlak AFFB niet in het spiegelbeeld zien , maar het vlak FBGD is veel groter geworden . Het verdwijnpunt van B"F" is hetzelfde als dat van AE , BF en DG . Het volgende voorbeeld is een rechthoekige steen , die horizontaal uit een in het water staande muur steekt . De weerspiegeling toont de onderkant die wij bij de steen zelf niet kunnen zien . Het verschil tussen de verschijningsvorm van een bepaald onderwerp en zijn spiegelbeeld is ook heel duidelijk te zien bij de brug ( fig . 26 ) . De binnenkant van iedere boog zien we precies in het weerspiegelend oppervlak . Je ziet in dezelfde figuur nog de weerspiegeling van een toren met een kegelvormig dak , een huis met een schuin dak en een gebouw met een pyramide - vormig dak ( fig . 27 ) . In heel veel gevallen zullen de weerspiegelde voorwerpen niet precies aan de kant van het water staan , maar meer landinwaarts . Deze ( verwijderde ) plaatsing heeft tot gevolg dat een gedeelte van hun spiegelbeeld verloren gaat . Hier valt het gedeelte weg dat , gerekend vanaf de voet van het object , even hoog is als de hoogte van het terrein tussen die voet en de waterkant ( zie fig . 28 ) .
Het paaltje A dat direct aan het water staat , is in het spiegelbeeld volledig zichtbaar . Daarentegen is paaltje B geheel onzichtbaar , omdat de hoogte van het terrein gelijk is aan de hoogte van het paaltje gerekend vanaf de basis van de paal loodrecht naar beneden . Het derde paaltje C is maar gedeeltelijk zichtbaar door zijn afstand tot de oever . Bij het bouwsteltje D en de kerktoren kunnen wij om deze reden hetzelfde opmerken . Het water geeft een landschap een heel eigen aantrekkelijkheid . Het verdubbelt en verlevendigt door zijn weerspiegeling en door de beweging die het aan een landschap geeft .
Laten we de verschillende aspecten van het water eens bestuderen . Rustig water . - Fig . 29 toont ons een eenvoudig onderwerp getekend in de omgeving van Parijs . Wij geven in fig. 30 het schema van de perspectievische constructie . Het is natuurlijk duidelijk dat je bij het opzetten van uw onderwerp rekening houdt , of beter , je laat leiden door uw kennis van de perspectief . Dit is een zeer belangrijk werk want van deze enkele lijnen hangt de hele opzet van uw tekening af . Het is een houtskooltekening met gewassen tint . De zeer krachtige aanduiding van het onderwerp berust op het principe : "weglaten van de oninteressante détails " ; Door dit goed te onthouden zult je nog veel profijt trekken uit dit voorbeeld . Het onderwerp is hier dus rustig water zoals men bijvoorbeeld ziet vanaf de oever van een rivier op een mooie zomermorgen . Door de enkele lichte rimpelingen van het water , vooral op de voorgrond , onstaan de kronkelige arabesken van de weerkaatste bomen rechts . Je zult ook in de natuur zien dat de weerkaatsingen schijnen te golven , uiteen te vallen in afzondelijke strepen , naarmate het oog dwaalt vanaf de einder naar de voorgrond . Het is logisch , dat op de achtergrond de golvende beweging sterk afneemt : hij is in de verte niet meer te onderscheiden , zoals je hier ziet op het derde plan van onze tekening . Je ziet deze effecten uitsluitend door het volledig ontbreken van wind . In fig . 22 heeft je rustig water gezien , dat echter enkele ogenblikken later door het onweer sterk in beweging gebracht werd . Voordat dit losbarste heeft de tekenaar nog de gelegenheid gehad de weerspiegeling in het water vast te leggen .
" Verstoord " rustig water . - De meeste rivieren zijn te vergelijken met wegen - stromend natuurlijk - waarop sleepboten en schuiten het verkeer vormen . Terwijl eerst het oppervlak van het rustige water een spiegel vormde waarin het omringende landschap werd teruggekaatst , splijt nu een boot de spiegel , breekt het beeld , en we zien nu de weerspiegelingen een wilde dans uitvoeren om tenslotte te verdwijnen in het witte schuim van de golven die op de oever slaan . Het is interessant om het verschil te zien tussen het aanzien van het kalme water en dat van het water , verstoord door het varen van een boot . Deze tegenstellingen ziet je in de gewassen tekening van fig . 31 . Na de opzet met zacht conté ( 3 B ) heeft de tekenaar met zwarte waterverf de tinten ingewaasen . De toonwaarden werden hierdoor zeer vloeiend . De kleur van het papier is gebruikt voor de uitdrukking van enkele lichte wolken . Daarna zijn , wat de ver verwijderde onderdelen van het landschap betreft en de bomen langs de oever , zeer lichte kleurwaarden aangegeven , hier en daar ondersteund door een wat zwaarder accent om de bladermassa's aan te geven . Naarmate zij meer naar de voorgrond komen winnen deze accenten aan kracht . Het kalme water voor de sleepboot is tot aan de aanduiding van de scheiding behandeld zoals in de voorgaande tekening . Daarna gedraagt het water zich als een matte spiegel . Er is maar één zeer heldere kleurwaarde te zien , bijna nog helderder dan de lucht . Geheel op de voorgrond , bij de begroeiing van de oever , zien wij de schaduw van een boom , die juist buiten het gezichtsveld valt . Een schaduw , die de onderkant van het motief even onderstreept en daardoor het geheel diepte geeft . Je zult zien dat deze gewassen tekening bijna een suggestie van het motief is . Het is dan ook niet " het détail " dat in het landschap het belangrijkste is . Wij hopen dat dit voorbeeld je daarvan zal overtuigen . Als men bijvoorbeeld alle blaadjes van een olijfboom zorgvuldig natekent , gaat het werk hierdoor niet plotseling een zuidelijke sfeer ademen . De opbouw van het terrein , de grote lijnen , het volume van de verschillende onderdelen , de massa's de kleurwaarden , juist waargenomen en juist weergegeven , zonder omhaal , dat is voldoende om uw tekening " sprekend " te maken , maar... daardoor is echter de opzet en uitvoering er niet gemakkelijker op geworden . Het verstand moet de keus bepalen : men moet een offer kunnen brengen . Maar daarop hebben wij al genoeg nadruk gelegd in onze vorige lessen .
Wild stromend water . - Dit is een buitengewoon interessant onderwerp , maar het vereist , zoals het tekenen van alle met snelheid en kracht voortbewegende elmenten , eerst een geduldige waarneming . Deze waarneming stelt je in staat toch vaste bewegingssystemen , zoals we dit zouden kunnen noemen , op te merken , die zeer veel op elkaar zullen lijken en die geen enkel belangrijk onderscheid opleveren wat beteft vorm , toonwaarde en kleur . De stroom van de rivier is sterk en snel . Verspreid over de bedding zien wij grotere en kleinere rotsblokken ; vandaar de stroomversnellingen en het grote verval .
Het wassen of het breken van het water verandert hier en daar het uiterlijk . In het midden stroomt het water zeer snel over een bedding van platte stenen . Op de voorgrond is plotseling een groot verval . Dit effect is bereikt door de zuivere kleur te gebruiken , glad voor de stroomversnellingen op het tweede plan en krachtiger voor de val op de voorgrond : hier wordt de penseelstreek golvend , om dan uit elkaar te spatten , het wit van het papier gebruikend om het spattende water weer te geven . Daarna glijdt het water minder onstuimig voort , door een minder diep gedeelte van de bedding . Water in wilde beweging weerspiegelt de oevers die het omzomen of waartegen het zich breekt , echter niet meer . Het schuim , aan de ene , de dofheid aan de andere kant , maken er slechts een lichtend element van , waarin alleen de de nuances worden aangegeven door de verschillende toonwaarden . Het onderwerp is na een schetsmatige opzet met houtskool uitgevoerd als pentekening en daarna gewassen . Enkele snelle pennehalen dragen bij aan de uitdrukking van het bewegende water . Door de grote contrasten laat deze tekening je het verschil zien tussen de toonwaarden van rivier en andere elementen van het onderwerp .
15-05-2006
FIG . 28 .
Fig . 28 .
FIG . 29 . - RUSTIG WATER
Fig . 29 .
Rustig water .
FIG . 30 . - CONTRUCTIE
Fig . 30 .
Contructie .
FIG . 31 . - RUSTIG WATER
Fig . 31 .
" Verstoord " rustig water .
FIG . 32 . WILD STROMEND WATER
Fig . 32 .
Wild stromend water .
ART . NR . 23 . FIG . 33 . HET KANAAL TEKENING VAN RENEFER
Art . Nr . 23 .
Fig . 33 . Het Kanaal
Tekening van RENEFER . De tekenaar heeft hier met zeer eenvoudige middelen de rust en klaarheid van het water tot uitdrukking weten te brengen , hetgeen ook het kenmerk is van de voorgaande afbeeldingen .
ART . NR .22 . - DE LUCHT
Art . Nr . 22 .
De Lucht .
De lucht is een van de moeilijkste onderdelen van het landschap ; vooral wanneer de wind zware wolken voortdrijft en deze onophoudelijk , mede door de belichting , van vorm doet veranderen . De landschapstekenaar moet hier rekening mee houden , als hij een schets wil afmaken die op een bepaalde tijd van de dag is opgezet . Hij zal ermee door moeten gaan op hetzelfde uur en met hetzelfde weer waarin het begin van de tekening is gemaakt . Wij zullen thans nauwkeuriger wolken en luchten bespreken , daar deze wel de moeilijkste opgaven vertegenwoordigen .
De wolkenlucht . - Een dergelijke weergave verkrijgt men niet alleen door de wolken hun bepaalde vorm te geven ; ook de plaatsing ten opzicht van elkaar speelt een grote rol . Bekijkt je fig . 21 bis maar eens . Je ziet een eenvoudig onderwerp met als belangrijkste element de lucht . Het is een zomermiddag en er staat een lichte westenwind . Grote wolken , zogenaamde cumulus - wolken , drijven met hun ronde omvangrijke grillige vormen door de lucht . Daartussen zijn hier en daar strepen blauwe lucht zichtbaar , waarvan het blauw naar de horizon toe geleidelijk afneemt . Hiermee rekening houdend kunt je de lucht-be-wolkt of niet - laten " leven " . Het is nooit een verticaal blauw gordijn , integendeel , de kleuren veranderen steeds : eerst van een diepblauw naar cobalt-blauw , overgaand in een groenachtig blauw , daarna een gelig blauw en eindigend in een licht rose getinte okerkleur . Wij zullen zien dat ook de wolken zich onderwerpen aan de wetten van de perspectief . Het zal ons misschien helpen als wij enkele hulplijnen trekken die naarmate zij de horizon naderen dichter bij elkaar komen , omdat zij daar verder van het oog verwijderd zijn . Daarin schetsen wij snel de vereenvoudigde vormen van de " wolkenmassa's " ( zie fug . 21 ) . Wij zeggen met opzet : hun vereenvoudigde vorm . Het is niet nodig precies de grillige lijnen van het wolken-silhouet na te tekenen . Je kunt volstaan met hun volume en algemeen karakter aan te geven . Als dit gebeurd is gaan wij ze " modeleren " met de schaduwen die zij hebben al naar gelang hun plaats in de lucht : hoe verder naar de horizon ; hoe zwakker hun schaduwen zullen ziin ; dat spreekt immers vanzelf ( fig. 21 bis ) . Wij willen hier nadrukkelijk vaststellen dat een wolk , ondanks de lichtheid van zijn " stof " niet zonder tekening is . Natuurlijk , deze is zeer beweeglijk en wij moeten dan ook meer dan ooit op de visuele herinnering teruggrijpen , om de vereenvoudigde vormen , zoals hierboven omschreven , te kunnen onthouden . Een lucht , welke dan ook , moet altijd soepel en plastisch worden weergeven , terwijl de tekenwijze van de overige ellementen van het landschap harder en krachtiger kan zijn . Tenslotte willen wij u nog waarschuwen voor een veel voorkomende fout , de lucht als geheel te helder te maken . Dit vloeit voort uit de veel voorkomende vergissing dat men helderheid dikwijls verwant met lichtheid . Sommige zomerluchten bijvoorbeeld zijn van een kleurwaarde die de warmte suggereert en waarin de witte wolken stralen met een kracht van een door de zon beschenen wit gepleisterde muur .
Onweerslucht ; - Het landschap van fig . 22 is uigevoerd met penseel en O.I. inkt en accenten in conté . Hiermee is een krachtig effect bereikt . De lucht vertoont grote stapelwolken als voorboden van het onweer . Zij bewegen zich in een zware , hete atmosfeer . De zon , die schuil gaat achter één van de wolken , geeft het landschap een gamma van sterke kleurwaarden die gedeeltelijk weerspiegeld worden in het water . De hevige tegenstellingen veroorzaken een sterke contrastwerking waardoor het onderwerp zo rijk van kleur wordt . Na een snelle eenvoudige potloodschets wordt te tekening opgezet met het penseel en een flinke hoeveelheid O. I . inkt . De tekening is zwaar , vooral wat betreft de huizen , de bomen en de oever , waarin zelf bijna vol zwarte partijen te zien zijn . Daarna doet het conté dienst om te nuanceren en de overgangen te vormen tussen het licht en de zware schaduwpartijen .
Avondlucht . - Aan het einde van de dag kunnen wij verschillende effecten waarnemen , gevariéerd al naar geland de windrichting . Het mooiste zijn stellig de wolken . De zon veroorzaakt tegen de ondergang een buitengewone kleurenrijkdom en het zijn vooral de wolken die de felste en meest onwaarschijnlijke kleuren laten zien . Het licht weerspiegelt hier , meer dan ooit , meest cotrasterende kleurwaarden . Wij laten je in fig . 23 een eenvoudig onderwerp zien : een spoorweg in het open veld . De lucht is zwaar van regenwolken . Het is zes uur s'avonds in het begin van de lente . De zon omgeven door een krans van helder licht , is te zien door een gat in de wolken , de tekening is met pen gemaakt en daarna gewassen , waardoor het gewenste effect is ontstaan . De lucht is eerst geschilderd door het opzetten van een lichte toonwaarde , waarbij de plaats van het sterkste licht uitgespaard werd . Direct daarna komt de vormgeving door de verschillende toonwaarden , waarna tenslotte de heuvels op de achtergrond en het terrein aangebracht zijn in zwakkere tinten . Enkele krachtige accenten voltooiden het geheel .
14-05-2006
ART . NR . 22 . DE LUCHT - FIG . 21 .
Art . Nr . 22 .
Fig . 21 .
De Lucht -Perspectievisch schema
FIG . 21 . BIS . - VOLTOOIDE STUDIE
Fig . 21 . bis .
Voltooide studie ( twee kleuren olieverf ) .
ART . NR . 22 . - DE LUCHT - FIG . 22 , ONWEERSLUCHT.
Art . Nr . 22 .
Fig . 22 . - Onweerslucht .
ART . NR . 22 . - DE LUCHT - FIG . 23 , AVONDLUCHT
Art . Nr . 22 .
Fig . 23 , - Avondlucht .
ART . NR . 21 . - DE BOMEN .
Art . Nr . 21 .
De Bomen .
De boom is vaak een aantrekkelijk element in het landschap . Maar het tekenen van bomen brengt voor de leerling in het algemeen nogal moeilijkheden met zich mee . De beginner staart zich vaak blind op een overvloed van details , die afbreuk doen aan de uitdrukking van het geheel , het silhouet , het volume , het karakter van het onderwerp . Iedere boom , in zijn eigen stijl , drukt kracht of gratie uit of verrast ons door zijn onverwachte grilligheid .
Als men eerlijk werk wil leveren , waarheidsgetrouw , wat echter niet ten koste mag gaan van uw persoonlijke stijl , is het noodzakelijk de bijzondere kenmerken , het karakter van de boom die men wil tekenen , te laten uitkomen . Een typisch voorbeeld vormen de coniferen , dennen en sparren : de takken van de conifeer vertonen een bepaalde willekeur in tegenstelling tot de regelmaat van de takken van de den . En vergelijkt je eens de bijna horizontale vertakking van de beuk , de verticale , opwaartse vertakking van de Italiaanse populier in tegenstelling weer met de neerwaartse van de treurwilg . Wat een verscheidenheid ! Bij de berk is de vertakking tenger en grillig , bij de kastanje knoestig en sterk , hier dun , daar weer dicht enz. Vandaar ook de zeer duidelijke verschillen in karakter , die men gemakkelijk kan bestuderen . Het gebladerte telt ook mee bij het weergeven van het karakter , maar het komt nog meer tot uitdrukking door de vorm van de bladermassa's dan van het enkele blad . Hoe " construeert " men nu een boom ? Wij moeten ons niet zozeer bezighouden met de soort , maar meer met het vinden van een algemene regel , wat voor boom het ook is . Wij dienen eerst het silhouet in z'n geheel te bekijken en kunnen haar dan opzetten in een vereenvoudige vorm zoals fig . 14 ons laat zien . Daarna kijken wij naar het gebladerte . Het kan samengesteld zijn uit verschillende bladermassa's die wij ook ieder met zijn eigen omtrek heel schetsmatig neerzetten . Tenslotte geven wij in elke massa de schaduwpartij aan . En dan is de beginconstructie klaar . Nu moeten wij alleen nog de juiste plaats van de gaten in het gebladerte aangeven , waardoor de bladermassa's op zichzelf komen te staan . Het geheel verlevendigen wij door de toonwaarden van de schaduwen , waardoor samen met de grondtoon van de gewassen tint het volume van de boom wordt aangegeven ( fig . 15 ) . Het zal ook nuttig zijn 's winters te tekenen als de bomen kaal zijn . Je zult de vorm , de " beweging " en de samenstelling van de bladermassa's beter kunnen bepalen , als je de grondvorm goed heeft bestudeerd . Je moet niet vergeten dat het karakter van een boom niet alleen ligt in de stam en de voornaamste takken maar ook in de kleinere vertakkingen . De vorm van het gebladerte , die iedere boom z'n eigen karakter geeft , is bepaald door de rangschikking van de takken , die tot het kleinste twijgje toe het " skelet " vormen . Je moet ook naukeurig de zichbare wortels met hun grillig verloop gadeslaan . En eveneens de schors die bij elk soort zo verschillend is . Een diepgaande studie van de onderdelen van een boom zal leiden tot een tekening die het karakter van een boom uitdrukt . Het is een goede oefening één enkel blad te tekenen . Daarna een twijgje met enkele bladeren , en dan steeds verder gaande een hele tak en tenslotte de gehele bladermassa waarbij je vereenvoudigingen aanbrengt al naar gelang de uitbeiding van de tekening vordert . Wat ook een goede oefening is ? Tekent de boom zich af tegen een lichte lucht ? Knijp uw ogen half dicht , zodat alleen nog de omtrek van de grote massa te zien is . Het is overigens altijd goed wanneer men waarneemt , vooral wanneer het een ingewikkend onderwerp betreft , de ogen half dicht te knijpen teneinde hoofdzaak en bijzaak beter te kunnen scheiden . Ook de tegenstellingen van de toonwaarden zult je op die manier duidelijker kunnen zien . Dit is zeer belangrijk . Wij zullen nu enkele bijzondere soorten bestuderen om ons te oefenen in het waarnemen en het uitdrukken van het karakter .
De Berk . - Dit is sierlijke boom , met een teer groen en dun gebladerte . Een gladde zilverachtig witte stam , zeer sprekend , vooral in het zonlicht tegen een donkere achtergrond . Dit is het geval in ons voorbeeld van fig . 16 . De takken , willekeurig van vorm , ontspruiten romdom uit de stam en vormen een weefsel van zilverachtig wit , hetgeen zelfs te merken is bij de kleinste twijgjes . Enkele donkere vlekjes versieren hier en daar het gebladerte . Deze tekening is gemaakt met zacht contépotlood op enigszins korrelig papier . De werkwijze die gevolgd werd is dezelfde als in ons eerste voorbeeld , maar wij lieten hier de eerste opzet niet zien . Daar in deze tekening niet is gedoezeld heeft het zwarte conté zijn kracht behouden . Let op hoe het gebladerte is weergegeven : nu eens in een grijze toon door potlood streken , dan weer door levendige accenten . De voorgrond , rijk met gras begroeid , is zeer vrij behandeld .
De wilg . - Eveneens een lieflijke boom met dun gebladerte . Wij bedoelen hier vooral de wilgen langs de waterkant , omdat het uiterlijk van deze bomen zeer geprononceerd is . Hij bestaat meestal uit een gedrongen korte stam , waarbij uit de kop een bos takken opwaats gericht is . Overgens is de mens bij de vorm van deze boom tussenbeide gekomen door hem , na een vergevorderde groei , op geringe hoogte te snoeien . De pen leent zich uitstekend om het onrustige en knoestige uiterlijk weer te geven . Het gebladerte is haast even fijn als dat van de berk . De weergave met conté komt sterk overeen met die van de pentekening van fig . 17 .
Italiaanse populier . - Deze hoge boom , elegant en majestueus tegelijk , wanneer hij volgroeid is , verheft zich op de vlakten , in bosjes of langs de wegen . Een zeer geprononceerd silhouet en onderling weinig verschillend ; terwijl de meeste andere boomsoorten , ondanks hun eigen karakter , een grote verscheidenheid vertonen . De tekening van fig . 18 is gemaakt op schaafpapier en deze werkwijze hebben wij reeds besproken in de les " Licht en Schaduw " .
De Eik . - Bewonderenswaardig door zijn krachtig en majestueus uiterlijk , is de eik precies het tegenovergestelde van de berk die naast deze grove reus zo teer uitkomt . Zijn stam is dikwijls zeer zwaar. Men zou bijna kunnen zeggen dat hij " gespierd " is met zijn knoestige uitsteeksels en zijn diepe rimpels , die door de lichtval des te beter uitkomen . De takken ontspruiten min of meer wanordelijk uit de stam en de verwarde vertakkingen ziin soms aan de uiteinden bladerloos ; Het bladerdak is niettemin zwaar en dicht en het vertoont bladermassa's zoals wij dit bij de andere soorten gezien hebben . Het voorbeeld van fig . 19 is uitgevoerd met olieverf in wit en ivoorzwart ( zie onze les Licht en Schaduw ) . De opzet is gedaan met een platte kwast gedoopt in terpentijn en ivoor-zwart . De tekening wordt hierdoor zeer geprononceerd , vooral wat betreft de stam en de takken . Tenslotte doen enkele zeer lichte kleurwaarden het volume van de bladermassa's uitkomen en accentueren ook het ruwe en knoestige karakter van de stam . Het met gras begroeide terrein op de voorgrond is in deze studie ook vrij behandeld .
De Den . - Wij zien hier een buitengewoon mooie tekening van een groep dennen door de Engelse schilder Constable ( fig. 20 ) . De tekening die met potlood is gemaakt laat ons dezelfde eenvoud van uitvoering zien . De kruinen vormen grote massa's ieder ondersteund door één hoofdtak , die zich weer vertakt in massa's van aanzienlijk kleinere omvang . Het is belangrijk te zien hoe het karakter spreekt uit deze grote eenheden en niet uit de gedetailleerde weergave van de bladeren . De bewegelijke tekenwijze , aangepast aan de structuur van de takken , draagt ongetwijfeld bij tot de uitdrukking van het karakter .
13-05-2006
FIG . 14 . en 15 . HOUTJE MET O . I . INKT EN DAARNA GEWASSEN .
Fig . 14 en 15 .
Houtje met O.I. inkt en daarna gewassen .
FIG . 14 . en 15 . HOUTJE MET O . I . INKT EN DAARNA GEWASSEN .