TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
14-05-2006
ART . NR . 22 . - DE LUCHT - FIG . 23 , AVONDLUCHT
Art . Nr . 22 .
Fig . 23 , - Avondlucht .
ART . NR . 21 . - DE BOMEN .
Art . Nr . 21 .
De Bomen .
De boom is vaak een aantrekkelijk element in het landschap . Maar het tekenen van bomen brengt voor de leerling in het algemeen nogal moeilijkheden met zich mee . De beginner staart zich vaak blind op een overvloed van details , die afbreuk doen aan de uitdrukking van het geheel , het silhouet , het volume , het karakter van het onderwerp . Iedere boom , in zijn eigen stijl , drukt kracht of gratie uit of verrast ons door zijn onverwachte grilligheid .
Als men eerlijk werk wil leveren , waarheidsgetrouw , wat echter niet ten koste mag gaan van uw persoonlijke stijl , is het noodzakelijk de bijzondere kenmerken , het karakter van de boom die men wil tekenen , te laten uitkomen . Een typisch voorbeeld vormen de coniferen , dennen en sparren : de takken van de conifeer vertonen een bepaalde willekeur in tegenstelling tot de regelmaat van de takken van de den . En vergelijkt je eens de bijna horizontale vertakking van de beuk , de verticale , opwaartse vertakking van de Italiaanse populier in tegenstelling weer met de neerwaartse van de treurwilg . Wat een verscheidenheid ! Bij de berk is de vertakking tenger en grillig , bij de kastanje knoestig en sterk , hier dun , daar weer dicht enz. Vandaar ook de zeer duidelijke verschillen in karakter , die men gemakkelijk kan bestuderen . Het gebladerte telt ook mee bij het weergeven van het karakter , maar het komt nog meer tot uitdrukking door de vorm van de bladermassa's dan van het enkele blad . Hoe " construeert " men nu een boom ? Wij moeten ons niet zozeer bezighouden met de soort , maar meer met het vinden van een algemene regel , wat voor boom het ook is . Wij dienen eerst het silhouet in z'n geheel te bekijken en kunnen haar dan opzetten in een vereenvoudige vorm zoals fig . 14 ons laat zien . Daarna kijken wij naar het gebladerte . Het kan samengesteld zijn uit verschillende bladermassa's die wij ook ieder met zijn eigen omtrek heel schetsmatig neerzetten . Tenslotte geven wij in elke massa de schaduwpartij aan . En dan is de beginconstructie klaar . Nu moeten wij alleen nog de juiste plaats van de gaten in het gebladerte aangeven , waardoor de bladermassa's op zichzelf komen te staan . Het geheel verlevendigen wij door de toonwaarden van de schaduwen , waardoor samen met de grondtoon van de gewassen tint het volume van de boom wordt aangegeven ( fig . 15 ) . Het zal ook nuttig zijn 's winters te tekenen als de bomen kaal zijn . Je zult de vorm , de " beweging " en de samenstelling van de bladermassa's beter kunnen bepalen , als je de grondvorm goed heeft bestudeerd . Je moet niet vergeten dat het karakter van een boom niet alleen ligt in de stam en de voornaamste takken maar ook in de kleinere vertakkingen . De vorm van het gebladerte , die iedere boom z'n eigen karakter geeft , is bepaald door de rangschikking van de takken , die tot het kleinste twijgje toe het " skelet " vormen . Je moet ook naukeurig de zichbare wortels met hun grillig verloop gadeslaan . En eveneens de schors die bij elk soort zo verschillend is . Een diepgaande studie van de onderdelen van een boom zal leiden tot een tekening die het karakter van een boom uitdrukt . Het is een goede oefening één enkel blad te tekenen . Daarna een twijgje met enkele bladeren , en dan steeds verder gaande een hele tak en tenslotte de gehele bladermassa waarbij je vereenvoudigingen aanbrengt al naar gelang de uitbeiding van de tekening vordert . Wat ook een goede oefening is ? Tekent de boom zich af tegen een lichte lucht ? Knijp uw ogen half dicht , zodat alleen nog de omtrek van de grote massa te zien is . Het is overigens altijd goed wanneer men waarneemt , vooral wanneer het een ingewikkend onderwerp betreft , de ogen half dicht te knijpen teneinde hoofdzaak en bijzaak beter te kunnen scheiden . Ook de tegenstellingen van de toonwaarden zult je op die manier duidelijker kunnen zien . Dit is zeer belangrijk . Wij zullen nu enkele bijzondere soorten bestuderen om ons te oefenen in het waarnemen en het uitdrukken van het karakter .
De Berk . - Dit is sierlijke boom , met een teer groen en dun gebladerte . Een gladde zilverachtig witte stam , zeer sprekend , vooral in het zonlicht tegen een donkere achtergrond . Dit is het geval in ons voorbeeld van fig . 16 . De takken , willekeurig van vorm , ontspruiten romdom uit de stam en vormen een weefsel van zilverachtig wit , hetgeen zelfs te merken is bij de kleinste twijgjes . Enkele donkere vlekjes versieren hier en daar het gebladerte . Deze tekening is gemaakt met zacht contépotlood op enigszins korrelig papier . De werkwijze die gevolgd werd is dezelfde als in ons eerste voorbeeld , maar wij lieten hier de eerste opzet niet zien . Daar in deze tekening niet is gedoezeld heeft het zwarte conté zijn kracht behouden . Let op hoe het gebladerte is weergegeven : nu eens in een grijze toon door potlood streken , dan weer door levendige accenten . De voorgrond , rijk met gras begroeid , is zeer vrij behandeld .
De wilg . - Eveneens een lieflijke boom met dun gebladerte . Wij bedoelen hier vooral de wilgen langs de waterkant , omdat het uiterlijk van deze bomen zeer geprononceerd is . Hij bestaat meestal uit een gedrongen korte stam , waarbij uit de kop een bos takken opwaats gericht is . Overgens is de mens bij de vorm van deze boom tussenbeide gekomen door hem , na een vergevorderde groei , op geringe hoogte te snoeien . De pen leent zich uitstekend om het onrustige en knoestige uiterlijk weer te geven . Het gebladerte is haast even fijn als dat van de berk . De weergave met conté komt sterk overeen met die van de pentekening van fig . 17 .
Italiaanse populier . - Deze hoge boom , elegant en majestueus tegelijk , wanneer hij volgroeid is , verheft zich op de vlakten , in bosjes of langs de wegen . Een zeer geprononceerd silhouet en onderling weinig verschillend ; terwijl de meeste andere boomsoorten , ondanks hun eigen karakter , een grote verscheidenheid vertonen . De tekening van fig . 18 is gemaakt op schaafpapier en deze werkwijze hebben wij reeds besproken in de les " Licht en Schaduw " .
De Eik . - Bewonderenswaardig door zijn krachtig en majestueus uiterlijk , is de eik precies het tegenovergestelde van de berk die naast deze grove reus zo teer uitkomt . Zijn stam is dikwijls zeer zwaar. Men zou bijna kunnen zeggen dat hij " gespierd " is met zijn knoestige uitsteeksels en zijn diepe rimpels , die door de lichtval des te beter uitkomen . De takken ontspruiten min of meer wanordelijk uit de stam en de verwarde vertakkingen ziin soms aan de uiteinden bladerloos ; Het bladerdak is niettemin zwaar en dicht en het vertoont bladermassa's zoals wij dit bij de andere soorten gezien hebben . Het voorbeeld van fig . 19 is uitgevoerd met olieverf in wit en ivoorzwart ( zie onze les Licht en Schaduw ) . De opzet is gedaan met een platte kwast gedoopt in terpentijn en ivoor-zwart . De tekening wordt hierdoor zeer geprononceerd , vooral wat betreft de stam en de takken . Tenslotte doen enkele zeer lichte kleurwaarden het volume van de bladermassa's uitkomen en accentueren ook het ruwe en knoestige karakter van de stam . Het met gras begroeide terrein op de voorgrond is in deze studie ook vrij behandeld .
De Den . - Wij zien hier een buitengewoon mooie tekening van een groep dennen door de Engelse schilder Constable ( fig. 20 ) . De tekening die met potlood is gemaakt laat ons dezelfde eenvoud van uitvoering zien . De kruinen vormen grote massa's ieder ondersteund door één hoofdtak , die zich weer vertakt in massa's van aanzienlijk kleinere omvang . Het is belangrijk te zien hoe het karakter spreekt uit deze grote eenheden en niet uit de gedetailleerde weergave van de bladeren . De bewegelijke tekenwijze , aangepast aan de structuur van de takken , draagt ongetwijfeld bij tot de uitdrukking van het karakter .
13-05-2006
FIG . 14 . en 15 . HOUTJE MET O . I . INKT EN DAARNA GEWASSEN .
Fig . 14 en 15 .
Houtje met O.I. inkt en daarna gewassen .
FIG . 14 . en 15 . HOUTJE MET O . I . INKT EN DAARNA GEWASSEN .
Fig . 14 en 15 .
Houtje met O. I . inkt en daarna gewassen .
FIG . 16 . - BERK .
Fig . 16 .
Berk .
FIG . 17 . - WILG .
Fig . 17 .
Wilg .
FIG . 18 . - PÃPULIER .
Fig . 18 .
Populier .
FIG . 19 - EIK
Fig . 19 .
Eik .
ART . NR . 21 . DENNEN , FIG . 20
Art . Nr . 21 .
Fig . 20
Dennen bij Hampstead ,
Tekening van de Engelse
schilder Constable.
ART . NR . 20 . - DE ONDERDELEN VAN HET LANDSCHAP .
Art . Nr . 20 .
De onderdelen van het Landschap
Het Terrein
Het is begrijpelijk dat wij de ontleding van het landschap beginnen met een studie van het terrein . Hierop speelt zich immers het leven af . Planten en bomen groeien hier , de huizen zijn erop gebouwd , het water strekt zich hierover uit en mens en dier slijten er hun aards bestaan . De grond waarop wij leven doet zich voor als een groots bouwwerk met zijn vlakten en uitsteeksels , met zijn dalen en bergen . Welk een wonderlijk mooi spel van licht en donker , van kleur en tegenkleur kunnen wij vaak ontdekken al naar gelang de landstreek waar wij ons bevinden . In fig . 7 , een penseelschets door V . Bonneterre , zien wij heel mooi de opbouw van een landschap in verschillende plans . De krachtige scheidingslijnen tussen die plans laten ons ook heel goed de bewegingen van het terrein zien . Bij de opzet van een landschap doen wij er dus goed aan deze lijnen op te zoeken ; het zijn tevens de constructielijnen . Wij zien in fig . 8 een ander voorbeeld met de constructie daarvan in fig . 9 . Ge grote " bewegingen " in dit landschap zijn aangegeven door de volgende lijnen : EF , KL ( de weg - het meest sprekende ellement ) A - B ( de hoge kant van het eerste plan links ) . G . H . I . ( eerste plan aan de rechterzijde ) - C - D ( het tweede plan dat het midden van de compositie inneemt ) . Het is een mooi afgewogen compositie ; de partij rechts vormt een prachtig tegenwicht het linker gedeelte , terwijl het geheel op het midden gericht is door de weg in het tweede plan . Wij vragen bij dit schilderij uw aandacht voor de mooi afgestemde toonwaarden en de door de wind bewogen bomen . Bij het schilderen of tekenen van een landschap moet je eraan denken dat een krachtige voorgrond ( met alle bijbehorende details ) het geheel diepte geeft . Hoe dichter een voorwerp bij u staat des te meer details ziet je immers en des te krachtiger doen zij zich dan ook aan het oog voor . Maar let op ! Er zijn gevallen waarin de algemene toon - of kleurwaarde van een verder verwijderd deel in het landschap gelijk is of zelfs krachtiger dan die van het eerste plan . Wij kunnen dit soms heel goed waarnemen wanneer wij aan zee staan . Fig . 40 geeft ons daarvan een goed voorbeeld . Dergelijke verschijnselen zijn veelal het gevolg van de belichting , welke in het landschap zo'n belangrijke rol speelt . De belichting , wijzigt het kenmerkende van een landschap al naar gelang het uur waarin wij dit zien . Een fel door de zon beschenen landschap zal krachtige kleur , en toontegenstellingen laten zien , terwijl ditzelfde landschap onder een grijze hemel aanmerkrlijk zwakker van tegenstellingen is . Wij willen echter nogmaals opmerken dat dit slecht algemeenheden zijn . Vaste regels zijn nu eenmaal niet te geven en nauwkeurige waarneming blijft een gebiedende eis . In het volgende gedeelte van dit hoofdstuk zullen wij de verschillende terreinsoorten aan een nader onderzoek onderwerpen . De afbeeldingen welke hierbij behoren laten je technieken zien die geéigend zijn voor het weergeven van dergelijke landschappen .
Rotsachtig terrein
Hierin komt de bouw al dadelijk in al z'n scherpte naar voren . Wij zeggen " scherpte " want de ruwe uitsteeksels van de rotsen steken scherp af tegen de glooiingen van het terrein en de zachte golvingen van de grasvlakten , het is dus raadzaam bij het maken van een dergelijk tekening die contrasten duidelijk te laten uitkomen en er het hoekige karakter in te leggen , wat gemakkelijk bereikt wordt door een gebroken lijn , een korte stevige streek . De pen leent zich uitstekend voor deze landschappen ? Je kunt het zien in de pentekening van het rotslandschap ( fig. 10 ) . Je ziet daar een weg van grote onregelmatige stenen , met langs de kant massieve rotsblokken van verschillende grootte . Links en rechts grasland met enkele bomen en struiken . Het geheel geeft de indruk van ruwheid , van hardheid die niet zonder bekoring is . Met een gewone pen kunt je het karakter het beste weergeven . Let op de stevige hand die door haar forse streken de vorm van de rotsen aangeeft waardoor zij direct in het oog springen . De weg is minder krachtig aangegeven door de fijnere arcering . We zullen hier niet terugkomen op de techniek van de pentekening ; deze is immers uitgebreid behandeld in de les " Licht en Schaduw " . Bestudeer deze tekening en zie het indringende effect van de techniek , die hier onrustig en toch persoonlijk is . De ervaring zal je leren te profiteren van de hulpmiddelen die deze werkwijze biedt . Vooral de " opzet " is belangrijk en wie weet ?... daar het hier om het handschrift gaat , zal ongetwijfeld uw persoonlijkheid in de " opzet " kunnen uitkomen .
Zandgrond
Wij hebben er in het vorige hoofdstuk op gewezen dat , ongeacht de aard van het terrein , het altijd mogelijk is er de grote lijnen in terug te vinden . In de gewassen tekening van fig . 11 vinden wij er de bevestiging van . Hier gaat het op een golvende bodem . Het opgewaaide zand van de duinen vormt heuveltjes met zachte welvingen . De uitdrukking is eenvoudig en het reliéf soepel . Het terrein is vrij kaal , een enkele graspol , zoals men in de duinen vaak ziet , vormt de enige onderbreking in de eenzaamheid van het terrein .
Wij volgen nog steeds dezelfde werkwijze : eerst geven wij met eenvoudige lijnen de glooiingen van het terrein aan . Met het natte penseel worden vervolgens , grof , enkele kleurwaarden opgezet : het reliéf van de heuveltjes , de kleur van de lucht , de donkere vlekken van de bomen , lichtere plekken van het gras . Wij zullen de " gewassen tekening " , de hier gebruikte techniek , later bespreken als voorloper van de aquarel . Het principe van de gewassen tekening komt in het kort hierop neer : de toonwaarden worden in de tekening opgebracht door middel van een penseel met sterk verdunde waterverf . Over het algemeen gebruikt men zwarte of bruine waterverf . Maar zowel hier als in de volgende voorbeelden doet de keuze tussen de verschillende technieken er weinig toe . Ongetwijfeld geeft het karakter van het motief de werkwijze al aan en daar moet men rekening mee houden . Maar welk materiaal men ook gebruikt , het gaat om de tekening en het waarnemen der toonwaarden en de juiste weergave daarvan . Als je fig . 12 bekijkt , ziet je een snelle schets met de pen . Men had net zo goed een podlood kunnen gebruiken . Hoofdzaak is echter de weergave van de beweging in het landschap en het uitdrukken van de vormen en toon . Men moet zich aanpassen aan het materiaal dat men gebruikt en dit materiaal aanwenden tot het verkrijgen van een expressief resultaat . Wij raden je daarom aan vaak te oefenen en daarbij telkens van materiaal te veranderen .
Moeraslandschap
Het melancholieke landschap van fig . 13 is gemaakt met houtskool en daarna gewassen . Wij herhalen nog eens dat er niets veranderd is in de volgorde van het werk . Wij wijzen in de bouw van dit landschap slechts op datgene wat in de tekening te zien is . Over een wal midden in het moeras loopt een smalle weg die overgaat in het water op de achtergrond . Het terrein gaat in de verte over in horizontale lijnen . Waterplanten , vooral riet , zijn min of meer scherp getekend , weer verzacht door een iets lichtere toon . Je moet niet bang zijn om in het " handschrift " de verschillende accenten een rol te laten spelen , die je kunt verkrijgen door de verf nu eens sterk te verdunnen en dan weer bijna onverdund te gebruiken , zoals je dit ziet in de lucht en in de planten op het tweede plan . Natuurlijk moet een korrelig papier gebruik worden , waardoor ook de kleinste hoeveelheid verf een effect geeft .
12-05-2006
ART . NR . 20 . -FIG . 7 . OPBOUW VAN EEN LANDSCHAP .
Art . Nr . 20 .
Fig . 7 .
Opbouw van een landschap . Naarmate het verschiet genaderd wordt neemt de kracht van de lijnen af .
FIG . 8 . - LANDSCHAP MET WEG DOOR RENEFER.
Fig . 8 .
Landschap met weg door Renefer .
FIG . 9 . OPZET VAN HET LANDSCHAP .
Fig . 9 .
Opzet van het landschap in grote lijnen de " beweging " uitdrukkend .
FIG . 10 . - ROTSACHTIG - TERREIN .
Fig . 10 .
Rotsachtig terrein .
FIG . 11 . - ZANDGROND .
Fig . 11 .
Zandgrond .
FIG . 12 , SNELLE SCHETS
Art . Nr . 20
Fig . 12
Een snelle schets .
ART . NR . 20 . - FIG . 13 . - MOERASLANDSCHAP
Art . Nr . 20
Fig . 13 ,
Moeraslandschap .
ART . NR . 19 . - HET LANDSCHAP .
Art . Nr . 19 .
Het Landschap .
Bij de onderwerpen die het potlood of het penseel van de kunstenaar in beweging brengen is het landschap zeker niet het minst belangwekkende . De verscheidenheid in landschappen is oneindig al naar gelang de landstreek , het licht dat er op valt en welk jaargetijde het is . Eenzelfde onderwerp kan al zeer verschillend zijn onder het steeds wisselende spel van licht en schaduw ? Talloze kleurschakeringen , nu eens krachtig , dan weer zacht en teder geven het landschap steeds een andere aanblik . Een landschap kan groots en indrukwekkend zijn - monumentaal zouden wij haast willen zeggen - en dan plotseling kunnen wij weer geboeid worden door een uitgesproken schilderachtigheid . Maar altijd heeft het landschap een sfeer . En die sfeer is het die wij moeten leren aanvoelen en begrijpen . Er zijn vele manieren om het landschap te zien en dit weer te geven en hier treedt dan vanzelfsprekend het karakter en de smaak naar voren van degenen die het tekenen of schilderen . De een wordt getroffen door de lijnen en hetgeen ontstaat door hun harmonisch samenspel ; hij zal dus meer de bekoring van de vorm dan die van de kleur ondergaan . De ander zal echter meer op de kleur afgaan ten koste van een topografische juistheid van de vormen . Er zijn die hun onderwerpen bij voorkeur zoeken in lieflijke streken , doch wij kennen er ook die een grote voorliefde hebben voor het woeste , onherbergzame landschap met zijn grote tegenstellingen van kleur en vorm . Maar zonder rekening te houden met deze voorkeur , dragen toch alle werken van talentvolle kunstenaars met hun verschillend temperament het merkteken van hun persoonlijkheid . Eenzelfde landschap door verschillende tekenaars of schilders gemaakt , zal evenzovele uitkomsten te zien geven . Hun oprechtheid tegenover het onderwerp behoeft men zeker niet in twijfel te trekken , doch zij hebben de natuur weergegeven ieder naar zijn eigen wijze van ontvankelijkheid . Elk van hen zal ons een persoonlijk beeld te zien geven ; niet van het onderwerp zoals het in werkelijkheid is , doch en beeld van het onderwerp zoals je dit aanvoelt . Alles wat de kunstenaar heeft doorvoeld en beleefd bij het aanschouwen van zijn onderwerp zal zijn weerslag vinden in het kunstwerk . Op die wijze zal de persoonlijkheid zich openbaren , niet alleen in het schilderij , maar ook in een studie of in een eenvoudig schetsje . De natuur geeft ons een groot aantal , vaak ingewikkelde , motieven te zien . Onderwerpen zijn er te kust en te kleur , doch zij verschijnen nimmer zuiver van elkaar gescheiden . Het is dus , om te beginnen , onze taak om uit die veelheid van motieven juist dat te kiezen wat interessant en waard is weergegeven te worden . Wij moeten ook altijd trachten het meest kenmerkende van een bepaalde landstreek te leren zien en te begrijpen . Bij onze opzet komt het er dus op aan om tot een vlakverdeling te komen die het onderwerp van zijn meest gunstige kant laat zien . Het kan zeer vaak voorkomen dat een bepaald motief niet aan onze bedoeling voldoet en in die gevallen zijn wij volkomen vrij - en dit is zelfs noodzakelijk - wijzigingen aan te brengen , opdat het onderwerp beantwoordt aan de wetten van opbouw , die , volgens de zuiver klassieke regels , eisen dat een motief gecentreed , in evenwicht gebracht en gesloten is . Wij zullen deze begrippen thans nader omschrijven . Een motief is gecentreerd ( op het midden gericht ) , waneer het in het middengedeelte een belangrijk element bevat , dat het oog van de waarnemer trekt . Maar... let op ! Dit wil niet zeggen dat dit onderdeel ook precies in het midden moet staan . In dit geval zal het midden iets naar links of naar rechts verplaatst worden om eentonigheid te vermijden welke zou onstaan door een zuivere symmetrische opbouw in twee vlakken van gelijke grootte . De ongelijke vlakken welke zullen onstaan door het naar links of rechts brengen van het hoofdmotief dienen wij op die wijze in te delen dat het ene vlak een tegenwicht vormt tot het andere . Op die wijze brengen wij dan het motief in evenwicht . Tenslotte is het motief gesloten - of omsloten - wanneer de onderdelen van de zijkanten voldoende zijn om op een of andere wijze het geheel te binden . Wij laten nu eerst enkele voorbeelden van goede en slechte indelingen zien . Fig . 1 . Het motief is op het midden gericht door de kerktoren en in evenwicht gehouden door het huis links en de boom rechts . De brug ( fig . 2 ) is op het midden gericht terwijl het geheel in evenwicht wordt gehouden en afgesloten is door de bomen links en rechts . Fig . 3 : de compositie is mooi omsloten door de bomen , terwijl het geheel gecentreed is door de weg en de kerk . Fig . 4 : een onevenwichtig motief . Alle zwaarte is naar rechts gericht . Fig . 5 : deze indeling , hoewel juist in evenwicht , kan men niet fraai noemen . De kerk is hier het voornaamste onderdeel , maar staat daarvoor teveel naar rechts .
Om het opzetten en om de keus van onderwerpen te vergemakkelijken , raden wij je aan gebruik te maken van een heel eenvoudig en zeer praktisch hulpmiddel : de " motiefzoeker " , welke je gemakkelijk zelf kunt maken . Neem een rechthoekig stukje karton en snijdt hieruit een venster in de verhouding welke overeenkomt met het formaat van uw papier of schetsboek ( zie fig . 6 ) . Houdt deze zuiver verticaal voor uw ogen . Naarmate je hem dichterbij uw ogen brengt verschijnt een groter gedeelte van het landschap in het raam ; houdt je hem verder af dan ziet je een kleiner gedeelte van het motief . Door hem van boven naar beneden en van links naar rechts te bewegen kunt je buiten vele afwisselende motieven " uitsnijden " .
Zonder dat het zelfs nodig is een dergelijke motiefzoeker te maken kunt je ook gebruikmaken van het A.B.C.- scherm , waarvan je in het begin van de cursus al zoveel gemak heeft gehad . Je heeft daarbij tevens plezier van de verdeling in vierkantjes , zodat je de helling en het vluchten van de lijnen sneller kunt vaststellen . Maak in twijfelgevallen altijd gebruik van zo'n zoeker . Is het venster soms te groot , verklein dit dan door aan de bovenkant aan een der zijkanten een strookje papier te hechten met behulp van een paar paperclips . Hoewel we bij het opzetten van onze landschappen steeds moeten denken aan de wetten van de compositie houdt dit niet in dat wij moeten uitgaan van een zuiver geometrische indeling . Wij moeten in de eerste plaats te werk gaan volgen onze fantasie wanneer dit kan bijdragen tot een fraai en harmonisch geheel . We hebben ergens in dit hoofdstuk de woorden schets , studie en schilderij neergeschreven en ook deze uitdrukkingen zouden wij graag nader willen omschrijven . De schets is wel de meest eenvoudige weergave van een bepaald beeld . In uiterst sobere lijnen dient hij evenwel het karakteristieke van dit beeld uit te drukken . Het schetsen vraagt dus van de tekenaar een oordeelkundig kiezen tussen de onmisbare en de te verwaarlozen lijnen en vlakken van zijn onderwerp . Alleen door veel te schetsen zult je de nodige vaardigheid verkrijgen in het raak typeren van een bepaald landschap . Bestudeer daartoe de fig . 1 , 2 en 3 nog eens goed , het zijn uitstekende voorbeelden van rake schetsen . Zoals de naam reeds zegt , verstaan wij onder een studie het werk van een tekenar waarin hij een bepaald onderdeel van zijn motief aan een nauwkeuriger onderzoek heeft onderworpen . Soms kan zo'n studie zich uistrekken tot het gehele motief . Alle vormen en kleuren worden dan zo getrouw mogelijk weergegeven en vooral aan de details wordt veel aandacht besteed . Het schilderij - ook wel doek of paneel genoemd - geeft ons tenslotte een beeld te zien van het onderwerp dat , ontdaan van alle overbodige details welke niet bijdragen tot een karakteristieke weergave van het geziene , de eigen visie van de maker toont . Hierdoor verkrijgt het werk een eigen " stijl " . Uitgaande van de kennis , verkregen door ernstige studie naar de natuur , treedt hier de persoonlijkheid van de maker aan de dag . En dit is mogelijk omdat de kunstenaar door die vele studies volkomen vertrouwd is geworden met de vormen om hem heen en zich daardoor geheel kan overgeven aan zijn fantasie en temperament .
11-05-2006
ART . NR . 19 . HET LANDSCHAP . -FIG . 1
Art . Nr . 19 , Fig . 1
Het Landschap .
Het motief is op het midden gericht door de kerktoren en in evenwicht gehouden door het huis links en de boom rechts .
FIG . 2
Fig . 2
De brug is op het midden gericht terwijl het geheel in evenwicht wordt gehouden en afgesloten is door de bomen links en rechts .