TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
13-05-2006
FIG . 18 . - PÃPULIER .
Fig . 18 .
Populier .
FIG . 19 - EIK
Fig . 19 .
Eik .
ART . NR . 21 . DENNEN , FIG . 20
Art . Nr . 21 .
Fig . 20
Dennen bij Hampstead ,
Tekening van de Engelse
schilder Constable.
ART . NR . 20 . - DE ONDERDELEN VAN HET LANDSCHAP .
Art . Nr . 20 .
De onderdelen van het Landschap
Het Terrein
Het is begrijpelijk dat wij de ontleding van het landschap beginnen met een studie van het terrein . Hierop speelt zich immers het leven af . Planten en bomen groeien hier , de huizen zijn erop gebouwd , het water strekt zich hierover uit en mens en dier slijten er hun aards bestaan . De grond waarop wij leven doet zich voor als een groots bouwwerk met zijn vlakten en uitsteeksels , met zijn dalen en bergen . Welk een wonderlijk mooi spel van licht en donker , van kleur en tegenkleur kunnen wij vaak ontdekken al naar gelang de landstreek waar wij ons bevinden . In fig . 7 , een penseelschets door V . Bonneterre , zien wij heel mooi de opbouw van een landschap in verschillende plans . De krachtige scheidingslijnen tussen die plans laten ons ook heel goed de bewegingen van het terrein zien . Bij de opzet van een landschap doen wij er dus goed aan deze lijnen op te zoeken ; het zijn tevens de constructielijnen . Wij zien in fig . 8 een ander voorbeeld met de constructie daarvan in fig . 9 . Ge grote " bewegingen " in dit landschap zijn aangegeven door de volgende lijnen : EF , KL ( de weg - het meest sprekende ellement ) A - B ( de hoge kant van het eerste plan links ) . G . H . I . ( eerste plan aan de rechterzijde ) - C - D ( het tweede plan dat het midden van de compositie inneemt ) . Het is een mooi afgewogen compositie ; de partij rechts vormt een prachtig tegenwicht het linker gedeelte , terwijl het geheel op het midden gericht is door de weg in het tweede plan . Wij vragen bij dit schilderij uw aandacht voor de mooi afgestemde toonwaarden en de door de wind bewogen bomen . Bij het schilderen of tekenen van een landschap moet je eraan denken dat een krachtige voorgrond ( met alle bijbehorende details ) het geheel diepte geeft . Hoe dichter een voorwerp bij u staat des te meer details ziet je immers en des te krachtiger doen zij zich dan ook aan het oog voor . Maar let op ! Er zijn gevallen waarin de algemene toon - of kleurwaarde van een verder verwijderd deel in het landschap gelijk is of zelfs krachtiger dan die van het eerste plan . Wij kunnen dit soms heel goed waarnemen wanneer wij aan zee staan . Fig . 40 geeft ons daarvan een goed voorbeeld . Dergelijke verschijnselen zijn veelal het gevolg van de belichting , welke in het landschap zo'n belangrijke rol speelt . De belichting , wijzigt het kenmerkende van een landschap al naar gelang het uur waarin wij dit zien . Een fel door de zon beschenen landschap zal krachtige kleur , en toontegenstellingen laten zien , terwijl ditzelfde landschap onder een grijze hemel aanmerkrlijk zwakker van tegenstellingen is . Wij willen echter nogmaals opmerken dat dit slecht algemeenheden zijn . Vaste regels zijn nu eenmaal niet te geven en nauwkeurige waarneming blijft een gebiedende eis . In het volgende gedeelte van dit hoofdstuk zullen wij de verschillende terreinsoorten aan een nader onderzoek onderwerpen . De afbeeldingen welke hierbij behoren laten je technieken zien die geéigend zijn voor het weergeven van dergelijke landschappen .
Rotsachtig terrein
Hierin komt de bouw al dadelijk in al z'n scherpte naar voren . Wij zeggen " scherpte " want de ruwe uitsteeksels van de rotsen steken scherp af tegen de glooiingen van het terrein en de zachte golvingen van de grasvlakten , het is dus raadzaam bij het maken van een dergelijk tekening die contrasten duidelijk te laten uitkomen en er het hoekige karakter in te leggen , wat gemakkelijk bereikt wordt door een gebroken lijn , een korte stevige streek . De pen leent zich uitstekend voor deze landschappen ? Je kunt het zien in de pentekening van het rotslandschap ( fig. 10 ) . Je ziet daar een weg van grote onregelmatige stenen , met langs de kant massieve rotsblokken van verschillende grootte . Links en rechts grasland met enkele bomen en struiken . Het geheel geeft de indruk van ruwheid , van hardheid die niet zonder bekoring is . Met een gewone pen kunt je het karakter het beste weergeven . Let op de stevige hand die door haar forse streken de vorm van de rotsen aangeeft waardoor zij direct in het oog springen . De weg is minder krachtig aangegeven door de fijnere arcering . We zullen hier niet terugkomen op de techniek van de pentekening ; deze is immers uitgebreid behandeld in de les " Licht en Schaduw " . Bestudeer deze tekening en zie het indringende effect van de techniek , die hier onrustig en toch persoonlijk is . De ervaring zal je leren te profiteren van de hulpmiddelen die deze werkwijze biedt . Vooral de " opzet " is belangrijk en wie weet ?... daar het hier om het handschrift gaat , zal ongetwijfeld uw persoonlijkheid in de " opzet " kunnen uitkomen .
Zandgrond
Wij hebben er in het vorige hoofdstuk op gewezen dat , ongeacht de aard van het terrein , het altijd mogelijk is er de grote lijnen in terug te vinden . In de gewassen tekening van fig . 11 vinden wij er de bevestiging van . Hier gaat het op een golvende bodem . Het opgewaaide zand van de duinen vormt heuveltjes met zachte welvingen . De uitdrukking is eenvoudig en het reliéf soepel . Het terrein is vrij kaal , een enkele graspol , zoals men in de duinen vaak ziet , vormt de enige onderbreking in de eenzaamheid van het terrein .
Wij volgen nog steeds dezelfde werkwijze : eerst geven wij met eenvoudige lijnen de glooiingen van het terrein aan . Met het natte penseel worden vervolgens , grof , enkele kleurwaarden opgezet : het reliéf van de heuveltjes , de kleur van de lucht , de donkere vlekken van de bomen , lichtere plekken van het gras . Wij zullen de " gewassen tekening " , de hier gebruikte techniek , later bespreken als voorloper van de aquarel . Het principe van de gewassen tekening komt in het kort hierop neer : de toonwaarden worden in de tekening opgebracht door middel van een penseel met sterk verdunde waterverf . Over het algemeen gebruikt men zwarte of bruine waterverf . Maar zowel hier als in de volgende voorbeelden doet de keuze tussen de verschillende technieken er weinig toe . Ongetwijfeld geeft het karakter van het motief de werkwijze al aan en daar moet men rekening mee houden . Maar welk materiaal men ook gebruikt , het gaat om de tekening en het waarnemen der toonwaarden en de juiste weergave daarvan . Als je fig . 12 bekijkt , ziet je een snelle schets met de pen . Men had net zo goed een podlood kunnen gebruiken . Hoofdzaak is echter de weergave van de beweging in het landschap en het uitdrukken van de vormen en toon . Men moet zich aanpassen aan het materiaal dat men gebruikt en dit materiaal aanwenden tot het verkrijgen van een expressief resultaat . Wij raden je daarom aan vaak te oefenen en daarbij telkens van materiaal te veranderen .
Moeraslandschap
Het melancholieke landschap van fig . 13 is gemaakt met houtskool en daarna gewassen . Wij herhalen nog eens dat er niets veranderd is in de volgorde van het werk . Wij wijzen in de bouw van dit landschap slechts op datgene wat in de tekening te zien is . Over een wal midden in het moeras loopt een smalle weg die overgaat in het water op de achtergrond . Het terrein gaat in de verte over in horizontale lijnen . Waterplanten , vooral riet , zijn min of meer scherp getekend , weer verzacht door een iets lichtere toon . Je moet niet bang zijn om in het " handschrift " de verschillende accenten een rol te laten spelen , die je kunt verkrijgen door de verf nu eens sterk te verdunnen en dan weer bijna onverdund te gebruiken , zoals je dit ziet in de lucht en in de planten op het tweede plan . Natuurlijk moet een korrelig papier gebruik worden , waardoor ook de kleinste hoeveelheid verf een effect geeft .
12-05-2006
ART . NR . 20 . -FIG . 7 . OPBOUW VAN EEN LANDSCHAP .
Art . Nr . 20 .
Fig . 7 .
Opbouw van een landschap . Naarmate het verschiet genaderd wordt neemt de kracht van de lijnen af .
FIG . 8 . - LANDSCHAP MET WEG DOOR RENEFER.
Fig . 8 .
Landschap met weg door Renefer .
FIG . 9 . OPZET VAN HET LANDSCHAP .
Fig . 9 .
Opzet van het landschap in grote lijnen de " beweging " uitdrukkend .
FIG . 10 . - ROTSACHTIG - TERREIN .
Fig . 10 .
Rotsachtig terrein .
FIG . 11 . - ZANDGROND .
Fig . 11 .
Zandgrond .
FIG . 12 , SNELLE SCHETS
Art . Nr . 20
Fig . 12
Een snelle schets .
ART . NR . 20 . - FIG . 13 . - MOERASLANDSCHAP
Art . Nr . 20
Fig . 13 ,
Moeraslandschap .
ART . NR . 19 . - HET LANDSCHAP .
Art . Nr . 19 .
Het Landschap .
Bij de onderwerpen die het potlood of het penseel van de kunstenaar in beweging brengen is het landschap zeker niet het minst belangwekkende . De verscheidenheid in landschappen is oneindig al naar gelang de landstreek , het licht dat er op valt en welk jaargetijde het is . Eenzelfde onderwerp kan al zeer verschillend zijn onder het steeds wisselende spel van licht en schaduw ? Talloze kleurschakeringen , nu eens krachtig , dan weer zacht en teder geven het landschap steeds een andere aanblik . Een landschap kan groots en indrukwekkend zijn - monumentaal zouden wij haast willen zeggen - en dan plotseling kunnen wij weer geboeid worden door een uitgesproken schilderachtigheid . Maar altijd heeft het landschap een sfeer . En die sfeer is het die wij moeten leren aanvoelen en begrijpen . Er zijn vele manieren om het landschap te zien en dit weer te geven en hier treedt dan vanzelfsprekend het karakter en de smaak naar voren van degenen die het tekenen of schilderen . De een wordt getroffen door de lijnen en hetgeen ontstaat door hun harmonisch samenspel ; hij zal dus meer de bekoring van de vorm dan die van de kleur ondergaan . De ander zal echter meer op de kleur afgaan ten koste van een topografische juistheid van de vormen . Er zijn die hun onderwerpen bij voorkeur zoeken in lieflijke streken , doch wij kennen er ook die een grote voorliefde hebben voor het woeste , onherbergzame landschap met zijn grote tegenstellingen van kleur en vorm . Maar zonder rekening te houden met deze voorkeur , dragen toch alle werken van talentvolle kunstenaars met hun verschillend temperament het merkteken van hun persoonlijkheid . Eenzelfde landschap door verschillende tekenaars of schilders gemaakt , zal evenzovele uitkomsten te zien geven . Hun oprechtheid tegenover het onderwerp behoeft men zeker niet in twijfel te trekken , doch zij hebben de natuur weergegeven ieder naar zijn eigen wijze van ontvankelijkheid . Elk van hen zal ons een persoonlijk beeld te zien geven ; niet van het onderwerp zoals het in werkelijkheid is , doch en beeld van het onderwerp zoals je dit aanvoelt . Alles wat de kunstenaar heeft doorvoeld en beleefd bij het aanschouwen van zijn onderwerp zal zijn weerslag vinden in het kunstwerk . Op die wijze zal de persoonlijkheid zich openbaren , niet alleen in het schilderij , maar ook in een studie of in een eenvoudig schetsje . De natuur geeft ons een groot aantal , vaak ingewikkelde , motieven te zien . Onderwerpen zijn er te kust en te kleur , doch zij verschijnen nimmer zuiver van elkaar gescheiden . Het is dus , om te beginnen , onze taak om uit die veelheid van motieven juist dat te kiezen wat interessant en waard is weergegeven te worden . Wij moeten ook altijd trachten het meest kenmerkende van een bepaalde landstreek te leren zien en te begrijpen . Bij onze opzet komt het er dus op aan om tot een vlakverdeling te komen die het onderwerp van zijn meest gunstige kant laat zien . Het kan zeer vaak voorkomen dat een bepaald motief niet aan onze bedoeling voldoet en in die gevallen zijn wij volkomen vrij - en dit is zelfs noodzakelijk - wijzigingen aan te brengen , opdat het onderwerp beantwoordt aan de wetten van opbouw , die , volgens de zuiver klassieke regels , eisen dat een motief gecentreed , in evenwicht gebracht en gesloten is . Wij zullen deze begrippen thans nader omschrijven . Een motief is gecentreerd ( op het midden gericht ) , waneer het in het middengedeelte een belangrijk element bevat , dat het oog van de waarnemer trekt . Maar... let op ! Dit wil niet zeggen dat dit onderdeel ook precies in het midden moet staan . In dit geval zal het midden iets naar links of naar rechts verplaatst worden om eentonigheid te vermijden welke zou onstaan door een zuivere symmetrische opbouw in twee vlakken van gelijke grootte . De ongelijke vlakken welke zullen onstaan door het naar links of rechts brengen van het hoofdmotief dienen wij op die wijze in te delen dat het ene vlak een tegenwicht vormt tot het andere . Op die wijze brengen wij dan het motief in evenwicht . Tenslotte is het motief gesloten - of omsloten - wanneer de onderdelen van de zijkanten voldoende zijn om op een of andere wijze het geheel te binden . Wij laten nu eerst enkele voorbeelden van goede en slechte indelingen zien . Fig . 1 . Het motief is op het midden gericht door de kerktoren en in evenwicht gehouden door het huis links en de boom rechts . De brug ( fig . 2 ) is op het midden gericht terwijl het geheel in evenwicht wordt gehouden en afgesloten is door de bomen links en rechts . Fig . 3 : de compositie is mooi omsloten door de bomen , terwijl het geheel gecentreed is door de weg en de kerk . Fig . 4 : een onevenwichtig motief . Alle zwaarte is naar rechts gericht . Fig . 5 : deze indeling , hoewel juist in evenwicht , kan men niet fraai noemen . De kerk is hier het voornaamste onderdeel , maar staat daarvoor teveel naar rechts .
Om het opzetten en om de keus van onderwerpen te vergemakkelijken , raden wij je aan gebruik te maken van een heel eenvoudig en zeer praktisch hulpmiddel : de " motiefzoeker " , welke je gemakkelijk zelf kunt maken . Neem een rechthoekig stukje karton en snijdt hieruit een venster in de verhouding welke overeenkomt met het formaat van uw papier of schetsboek ( zie fig . 6 ) . Houdt deze zuiver verticaal voor uw ogen . Naarmate je hem dichterbij uw ogen brengt verschijnt een groter gedeelte van het landschap in het raam ; houdt je hem verder af dan ziet je een kleiner gedeelte van het motief . Door hem van boven naar beneden en van links naar rechts te bewegen kunt je buiten vele afwisselende motieven " uitsnijden " .
Zonder dat het zelfs nodig is een dergelijke motiefzoeker te maken kunt je ook gebruikmaken van het A.B.C.- scherm , waarvan je in het begin van de cursus al zoveel gemak heeft gehad . Je heeft daarbij tevens plezier van de verdeling in vierkantjes , zodat je de helling en het vluchten van de lijnen sneller kunt vaststellen . Maak in twijfelgevallen altijd gebruik van zo'n zoeker . Is het venster soms te groot , verklein dit dan door aan de bovenkant aan een der zijkanten een strookje papier te hechten met behulp van een paar paperclips . Hoewel we bij het opzetten van onze landschappen steeds moeten denken aan de wetten van de compositie houdt dit niet in dat wij moeten uitgaan van een zuiver geometrische indeling . Wij moeten in de eerste plaats te werk gaan volgen onze fantasie wanneer dit kan bijdragen tot een fraai en harmonisch geheel . We hebben ergens in dit hoofdstuk de woorden schets , studie en schilderij neergeschreven en ook deze uitdrukkingen zouden wij graag nader willen omschrijven . De schets is wel de meest eenvoudige weergave van een bepaald beeld . In uiterst sobere lijnen dient hij evenwel het karakteristieke van dit beeld uit te drukken . Het schetsen vraagt dus van de tekenaar een oordeelkundig kiezen tussen de onmisbare en de te verwaarlozen lijnen en vlakken van zijn onderwerp . Alleen door veel te schetsen zult je de nodige vaardigheid verkrijgen in het raak typeren van een bepaald landschap . Bestudeer daartoe de fig . 1 , 2 en 3 nog eens goed , het zijn uitstekende voorbeelden van rake schetsen . Zoals de naam reeds zegt , verstaan wij onder een studie het werk van een tekenar waarin hij een bepaald onderdeel van zijn motief aan een nauwkeuriger onderzoek heeft onderworpen . Soms kan zo'n studie zich uistrekken tot het gehele motief . Alle vormen en kleuren worden dan zo getrouw mogelijk weergegeven en vooral aan de details wordt veel aandacht besteed . Het schilderij - ook wel doek of paneel genoemd - geeft ons tenslotte een beeld te zien van het onderwerp dat , ontdaan van alle overbodige details welke niet bijdragen tot een karakteristieke weergave van het geziene , de eigen visie van de maker toont . Hierdoor verkrijgt het werk een eigen " stijl " . Uitgaande van de kennis , verkregen door ernstige studie naar de natuur , treedt hier de persoonlijkheid van de maker aan de dag . En dit is mogelijk omdat de kunstenaar door die vele studies volkomen vertrouwd is geworden met de vormen om hem heen en zich daardoor geheel kan overgeven aan zijn fantasie en temperament .
11-05-2006
ART . NR . 19 . HET LANDSCHAP . -FIG . 1
Art . Nr . 19 , Fig . 1
Het Landschap .
Het motief is op het midden gericht door de kerktoren en in evenwicht gehouden door het huis links en de boom rechts .
FIG . 2
Fig . 2
De brug is op het midden gericht terwijl het geheel in evenwicht wordt gehouden en afgesloten is door de bomen links en rechts .
ART .NR . 19 . FIG . 3
Fig . 3
De compositie is mooi omsloten door de bomen , terwijl het geheel gecentreerd is door de weg en de kerk .
FIG . 4
Fig . 4
Een onevenwichtig motief . Alle zwaarte is naar rechts gericht.
FIG . 5 . DE KERK
Fig . 5 . De kerk
Deze indeling , hoewel juist in evenwicht , kan men niet fraai noemen . De kerk is hier het voornaamste onderdeel , maar staat daarvoor teveel naar rechts .
ART . NR . 19 . HET LANDSCHAP . -FIG . 6 ,
Art . Nr . 19 .
Het Landschap .
Fig . 6 ,
De " motiefzoeker " . Van A naar B en van C naar D kunt je een draadje zwart garen spannen . Deze verticale en horizontale assen kunnen je steun geven bij het juist bepalen van het motief .
ART . NR . 18 . a - PLANT EN BLOEM IN DE DECORATIEVE KUNST
Art . Nr . 18 , a
Plant en bloem in
De Decoratieve kunst .
In wezen reeds decoratief in hun natuurlijke staat , dank zij de bekoorlijkheid der lijnen , de kunstige vormen en de rijkdom der kleuren , vormen plant en bloem een ware schatkamer voor de decorateur . Sinds eeuwen lang is hij in dit onuitputtelijke gebied op zoek gegaan , en hij zoekt nog steeds en hij zal blijven zoeken naar deze belanrijkste bron van inspiratie . De heilige lotusbloem van Egypte is afgebeeld op de kapitelen van zijn tempels . In Perzié en India is de anjelier , een nationale bloem , het voorbeeld geweest voor duizenden ontwerpen .
Griekenland heeft heel de plantenwereld samengevat in palm - of bloemmotieven en deze met onovertroffen perfectie aangebracht op zijn vazen en muurschilderingen , terwijl de acanthus zowel Grieken als Romeinen heeft geinspireerd . Tegelijkertijd soepel en scherp - gepunt ligt het blad van deze plant ten grondslag aan het Corintisch kapiteel , schepping van de bouwmeester Kadimachos ( 5e eeuw voor Christus ) . De middeleeuwen hebben ons prachtige decoratieve composities van bloemmotieven nagelaten in de ramen der kathedralen of zich als stenen kantwerk ontvouwd langs deze grootse bouwwerken : blad en bloem spelen er een zeer gewichtige rol . Ook de Renaissance heeft ze in de vorm van soepele arabesken toegepast in het bekoorlijke en grillige lofwerk . Langzamerhand werd een versobering merkbaar , doch onder de regering van Lodewijk de Vijftiende zien wij de gebogen lijnen de boventoon voeren en het schelpmotief ( rocaille ) geeft de naam aan deze stijl : de rococostijl . Tijdens het bewind van Lodewijk de Zestiende treedt opnieuw een vereenvoudiging op , terwijl het tijdperk van de revolutie en het Eerste Keizerrijk zich spiegelde aan de antieke stijlen . Plaat IX toont je in volgorde : een Egyptisch kapiteel , een Grieks palmet , een Corintisch kapiteel ( met acanthusbladeren ) , een detail van een Gotisch raam , een Romeins Fries , een Perzisch reliéf , een motief uit de XVe eeuw , een lofwerk uit de Renaissance , een Japanse vaas , een Moorse boog , een Arabische decoratie , een Romaans paneel , een bloemslinger uit de tijd van Lodewijk de XIIIe , een spanjolet uit de tijd van Lodewijk de XIVe , een lijstfragment uit de tijd van Lodewijk de XVe , een stoelpoot uit de tijd van Lodewijk de XVIe ,een moteif uit het Keizerrijk . Wat opvalt in het verloop van de stijlen is , dat men onophoudelijk op zoek is naar nieuwe vormen . De kunstenaars beijveren zich om de bronnen , die elk nieuw idee aanhoort tot op de bodem uit te putten , soms op gevaar af rondweg met de traditie te breken uit een soort onweerstaanbare reactie . De pogingen , al dan niet met succes bekroond , openen zelf nieuwe wegen voor nieuwe ideeén . Deze kringloop is niet gesloten . Nooit eerder dan in deze tijd misschien , heeft men zich met zoveel ijver en koppigheid ingezet om iets nieuws tot stand te brengen . Dat is weliswaar verdienstelijk , maar er zijn grote gevaren aan verbonden . De decoratieve kunst loopt op deze wijze het gevaar nooit geheel voltooid te raken en het is niet ondenkbaar dat hij in het onvoltooide of in het absurde ten onder zal gaan .
De wetten van de decoratieve kunst .
De zekerste bron voor decoratieve vormen blijft altijd nog de natuur . Maar pas op ! Heel wat beginners denken dat het bijvoorbeeld voldoende is een natuurlijk bloem aan te brengen op een voorwerp met de bedoeling het daarmee te versieren . Als de bloem goed is weergegeven in kleur en vorm en zijn natuurlijke vorm benadert , is voor hen het doel bereikt . Maar dat is een vergissing ! Zo hebben de meesters der ornamentiek uit de klassieke tijden zeker hun kunst niet opgevat ! Het versieringsmotief , of het nu ontleend is aan de bloem , het dier of het menselijk lichaam , moet noodzakelijkerwijs het resultaat zijn van interpretatie . Wat vraagt men dus van de decoratieve kunstenaar ? Dat hij het oppervlak van een voorwerp ( het woord hier genomen in zijn ruimste betekenis ) versiert met een spel van harmonieuze , evenwichtige lijnen , zoals dat bereikt wordt door een gelukkige verdeling van de kleur-partijen . Dat is alles , maar het is dan ook heel wat . Wanneer de kunstenaar op het te versieren vlak " in bedriegelijke nabootsing " bloemen , dieren of een landschap aanbrengt , begaat hij een ernstige vergissing : hij doorbreekt dit twee-dimensionale vlak door er een derde dimensie , de diepten op aan te brengen . Ongetwijfeld zal hij erin slagen op die manier een mooi schilderij tot stand te brengen , maar dat is de bedoeling niet . De afbeelding op het voorwerp gaat dan immers de boventoon voeren ; En trouwens om meer redenen moet de kunstenaar anders te werk gaan . De versieringskunst is niet alleen beperkt tot de schilderkunst . Een decor kan worden uitgevoerd in intarsia , in mozaiek , in smeedijzer , in glas-in-lood , in met figuren bedrukt leer , in kantwerk , in borduurwerk . Elk dezer onderling uiterst verschillende technieken stelt zijn eisen waaraan men zich moet onderwerpen . Uitgaande van eenzelfde motief , de wijnrank , is het duidelijk dat elk dezer technieken een eigen bewerking vraagt en juist in deze handeling zullen de persoonlijkheid en oorspronkelijkheid van de kunstenaar , zijn smaak als resultaat van redelijk overleg , duidelijk aan de dag treden . Hij kan , zijn eigen temperament volgend , zijn fantasie de vrije loop laten , op voorwaarde dat hij , zich niet onder het voorwendsel iets nieuws te presteren , beweegt in de richting van buitensporigheden . Men moet dus niet een onderwerp voor kantwerk behandelen als ware het een motief voor smeedwerk , een kopje net als een glas-in-loodraam . Deze raadgevingen kunnen je wat naief toeschijnen , maar het komt maar al te dikwijls voor , dat een decoratie , op zichzelf genomen goed geslaagd , uitpakt als een uitdaging aan het gezond verstand , omdat deze raadgevingen in de wind zijn geslagen . Een andere ongerijmdheid , waartoe men niet moet vervallen , bestaat hierin , dat indien men geen rekening houdt met het " karakter " van de plant of bloem ( of van elk ander object ook ) , waarvan men uitgaat om een of ander motief te verwerkelijken , men dit karakter dan zelfs tegenwerkt . Men moet het darentegen bewaren ; men moet vermijden , dat men het-doet-er-niet-toe welke plant aanpast aan een reeds bestaande beweging . Breng bijvoorbeeld op de distel niet de spiraalvormige structuur van een winde aan . Trouwen voor decoratieve doeleinden moet de waarneming niet alleen uitgaan naar de algemene beweging en de uitwendige vormen van de plant , maar eveneens naar de verborgen details en de onderdelen van mindere betekenis . De nerven van een blad , de rangschikking der meeldraden om de stamper , de haast meetkundige figuren die onstaan bij een doorsnede van een stengel en nog vele andere onderdelen doen een dringend beroep op uw interpretatievermogen . Alles , wat hieraan voorafging kan je helpen om je enig idee te geven van de manieren van waaruit gewerkt kan worden . Laten wij deze uiteenzetting dan besluiten met het styleren . Juist daarin komt de interpretatie tot uitdrukking . Stylering , dat wil allereerst zeggen : vereenvoudiging van de vormen en accentueren van het karakteristieke . Er zijn natuurlijk heel wat manieren om te styleren , maar het resultaat , waarnaar men op zoek is , is altijd een hernieuwd genoegen voor het oog . De bouw van het door U gekozen model , zijn vormen en maten worden herleid tot lijnen , vlakken en vlakke tinten . Het verlangde resultaat bereik men nu eens door herhaling van een van zijn bestanddelen , dan weer door het aanbrengen van hun onderlinge symmetrie of hun contrasten - de strakheid of dikte van een lijn in contrastwerking bijvoorbeeld met de soepelheid en de dunheid van een andere - of door samenwerking en samenvoeging van deze verschilende elementen , zonder dat men evenwel uit het oog verliest dat men zich aanpast aan de aard van het te versieren vlak . Stylering wil dus niet zeggen , dat men zich losmaakt van het karakteristieke , het wezenlijke van een of ander model , doordat men zijn uitdrukking herleidt tot het neerzetten dat men deze lijnen aanbrengt overeenkomstig de wetten der versieringskunst , die we van eenvoudige lijntjes . Het wil juist zeggen , zojuist hebben uiteengezet . Men moet hier zijn toevlucht nemen tot de herhaling , de symmetrie , de contrasten tussen rechte lijnen en kromme lijnen , tussen dikke en dunne halen . Men moet bovendien op verstandige wijze de vlakken verdelen , het zwart , het wit en de gekleurde partijen en de lege ruimten opvullen . Dit laatste echter niet door buitensporige toevoegingen van elementen die de eenheid van de compositie in gevaar brengen , maar met elementen die eenheid en evenwicht versterken . Natuurlijk bestaan er vele mogelijkheden van uitvoering , waarbij niet in de laatste plaats de kleur te hulp komt . De techniek , maar nog meer de manier waarop je die toepast zal bijdragen tot de stijl van de decoratie . Natuurlijk zullen wij ons hier slechts bezighouden met de teken -en schildertechnieken . Wanneer het bovenstaande ernstig is bestudeerd , hoe moeten wij dan te werk gaan bij het maken van een decoratie die is aangepast aan het te versieren voorwerp ?
De uitvoering .
Men moet vanzelfsprekend uitgaan van het voorhanden zijnde model . Kies dus uit de talrijke studies die tijdens deze les zijn gemaakt een geschikte bloem of plant . Tracht hieruit die elementen op te sporen welke karakteristiek zijn . Wees er echter van doordrongen dat het geheel zich leent voor het te versieren object . Is het mogelijk , probeer dan de eenvoudige lijnen te bepalen , die noodzakelijk , maar ook voldoende zijn om dit karakteristieke samen te vatten . Op een apart vel papier trekt je de contouren van het te versieren vlak . Laten we aannemen dat het een vierkant is . Trek daarin de diagonalen en door hun snijpunt een horizontale en een verticale lijn . Uw vlak is op die manier verdeeld in regelmatige afdelingen en je krijgt een soort stramien , waarbinnen je de onderdelen van het motief kunt beschrijven . Door vereenvoudigingen van vorm en lijn , door het accentueren van karakteristieke details en om niet te vergeten door het spel van de toonwaarden , kunt je proberen een oorspronkelijk en bekoorlijk geheel te bereiken . Er zullen ongetwijfeld vele pogingen aan voorafgaan voordat je voldaan bent , maar het is een boeiende onderneming . Natuurlijk kunt je en moet je uw pogingen niet beperken tot het versieren van een vierkant . De methode zou dezelfde blijven , indien het er bijv. om ging de bovenkant van een deksel van een ronde doos te versieren... of een heel ander voorwerp , het maken van een muurdecoratie enz. Wat je ook versieren wilt en hoe je dit wilt doen , maak altijd eerst een zorgvuldige schets opdat je het effect van de versiering op het voorwerp kunt bepalen . Wij laten je hier een decoratieve compositie zien die ontworpen is door Mej. Creuzot . Dit werk is uitgevoerd in gouache . Bekijk eerst de voorbereidende studie ( fig. 42 ) en zie dan op welke wijze van het wezenlijk decoratieve partij heeft weten te trekken ( fig . 43 ) . Gouache is een prachtig materiaal om dergelijke ontwerpen uit te voeren en laat de grootst mogelijke finesses in uitvoering toe bij projecten , die op betrekkelijk kleine schaal moeten worden uitgevoerd . Men kan er ook volkomen vlakke tinten mee schilderen . Zorg dat de verf de goede dikte heeft , zodat hij behoorlijk dekt . In deze les zullen wij ons beperken tot de gouache en wij gebruiken daarvoor zwart , wit en hun mengkleur : het grijs . Wij verkrijgen door die menging een geheel gamma van grijzen van heel donker tot heel licht . Daar deze grijzen evenwel kunnen leiden tot een zekere saaiheid is het mogelijk om dit grijs levendiger te maken door er een bruin bij te mengen . De grijzen worden daardoor warmer van toon . Afhankelijk van het onderwerp kunt je ook een groen of blauw bijmengen om koelere grijzen te verkrijgen . Wij wensen je veel geluk bij uw werk , dat , wanneer je met zorg plant en bloem heeft bestudeerd ongetwijfeld met succes zal worden bekroond .