TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
03-08-2006
FIG . 17 . - STUDIE VAN DE VOET DOOR SCHULTZ - DAL
Fig . 17 .
Studie van de voet door Schultz - Dal
FIG . 18 . - GEWASSEN TEKENING
Fig . 18 .
Gewassen tekening van geschoeide voeten door een onze cursisten .
FIG . 19 EN 20 .
Fig . 19 en 20 .
02-08-2006
ART . NR . 38 . - PLAAT X
Art . Nr . 38 .
Plaat X
30-07-2006
ART . NR . 37 . c , - HET TEKENEN VAN HANDEN
Art . Nr . 37 . c ,
Het tekenen van Handen
Wat vooral de moeilijkheid uitmaakt van het tekenen van de handen is de bewegelijkheid van zijn omtrekken . Deze is n.l. nooit rechtlijnig , zelfs niet bij een van zijn onderdelen , maar vertoont talrijke bochten en golvingen . Bekijk maar eens goed een van uw vingers , bijvoorbeeld , en constateer hoe grillig het verloop is van de lijnen , die hem begrenzen . Ziedaar een reden te meer om eerst te gaan " contrueren " , alvorens tot een definitieve tekening over te gaan . Dan pas zult je er in kunnen slagen de ware omtrekken vast te leggen en zult je niet op een verkeerd spoor geraken door een of ander onderdeel buiten zijn eigenlijke grenzen te doen treden . Ook zult je de juiste onderlinge verhoudingen der onderdelen recht doen wedervaren . De inplanting en de richting der vingers is niet bij alle gelijk . Dit houdt verband met de bolheid ( rug ) en holheid ( palm ) van de hand . De voorzijde der vingers zijn daardoor niet op precies dezelfde wijze gericht als de achterzijden en ook dat draagt er toe bij om hun tekening lastig te maken . Begin eerst met uw eigen linker - of rechterhand nauwlettend te bekijken door hem in verschillende standen te houden . Laat een of andere vinger een bepaalde stand innemen ; uigestrekt , gebogen , afgewend in verschillende richtingen , in het verkort enz .., teken hem dan afzonderlijk met een enkele lijn , na hem , wel te verstaan , eerst een constructie gegeven te hebben ( zie fig . 12 ) . Kies dan een " pose " van de gehele hand en voer met dunne lijnen zijn constructie uit , eerst de algemene vorm , daarna de details , rug - of palmzijde , de vingers , waarbij de schematische omtrekken natuurlijk binnen de eerste schets vallen , die het totale beeld omvat . Het is wel overbodig om op de noodzaak daarvan , die hier groter is dan ooit , met klem te wijzen . Als dit gebeurd is , teken dan de ware omtrekken in een enkele lijn met een nogal zacht potlood teneinde deze lijn afwisseling te kunnen geven , zoals het verdikken aan de schaduwzijde , op die plaatsen waar je een bepaald volume sterker wilt doen uitkomen . Na deze eerste poging moet je niet aarzelen om nog veel meer studies te maken , vellen vol tekeningen : de platte hand , hand met uitgespreide vingers , palmzijde , rugzijde , met gevouwen duim , gesloten vuist enz . Laat het model om zijn as draaien , neem ook alle denkbare verkortingen ... Kortom , maak gebruik van zijn gewilligheid om aan al onze verlangen te voldoen . Deze studies moet men niet van te klein formaat maken . Ieder van hen moet minstens de helft van een velletje van 21 bij 27 cm . beslaan . Slechts langzamerhand kunt je de afmetingen van uw tekeningen verkleinen , wanneer je , na de onderdelen goed bestudeerd te hebben , de totale hand wilt samenvatten door slechts de essentiéle lijnen weer te geven , zoals men dat ook doet in een schets , die immers een samenvatting dient te zijn . Teken vervolgens handen met een bepaalde uitdrukking : uitgetoken wijsvinger , geklauwde hand , betogende hand , grijpende hand , met een ( sigaret ) tussen de vingers , een die een voorwerp oppakt enz . Indien je voor de afwisseling een rechterhand wilt tekenen , plaats dan de linkerhand voor een goed opgestelde spiegel . Nog steeds naar model werkend , kunt je daarna overgaan tot verder doorgevoerde studies , met modelleringen . Een correcte weergave van omtrekken en vormen zal thans worden aangevuld door een nauwlettende weergave van volumes en toonwaarden . Hierbij zult je nog meer profijt kunnen trekken van de anatomische beschouwingen , die wij je gaven : hoogtes , dieptes en afplattingen veroorzaken licht - en schaduwpartijen , dus genuanceerde waarden . Oefen je er in door deze eerste twee series van oefeningen ( tekeningen in lijnomtrekken en studies met modelé ) uit te voeren door aan huisgenoten te vragen model te zijn . Uw handen hebben hun eigen karakter . Die van anderen verschillen daarvan , minstens in een of ander onderdeeltje . Zij kunnen benig of dik zijn , kort of slank , hun vingers kunnen puntig , afgerond of hoekig zijn aan de toppen enz . De handen van een leegloper zijn geheel anders dan die van een arbeider , die door het werk gevormd zijn , soms zelfs misvormd , zoals ook ziekten dat kunnen doen , in het bijzonder rheumatiek . Sommige handen zijn verzorgd en andere verwaarloosd . Indien het menselijk uiterlijk bedriegelijk kan zijn , dan geldt dit toch niet voor de handen . Bestudeer hen dus geregeld . Maakt er voordurend studies van , want , wanneer je te eniger tijd een bepaald soort van persoon wilt onderbrengen in een of andere compositie , die je gemaakt heeft , dan kunt je uit uw eigen documentatie putten en kunt je uw type op gunstige wijze aanvullen door aan zijn armen handen te tekenen , die zijn levensechtheid zullen kunnen vergroten . De platen III , IV en V laten dit allemaal duidelijk zien .
De Schets.
Na uitvoering van de voorgaande studies zult je kunnen overgaan tot de snelle schets , want je zult uw onderwerp thans goed onder de knie hebben : de schets , dat zeiden wij , is een syntheze . Deze moet echter niet aan de ontleding , de analyse , voorafgaan . Indien je uw schetsboek ter hand neemt op straat , in de trein , tram of café , beperk dan uw getekende notietie tot de handen , in plaats van een hele figuur te willen maken . Tracht hun houdingen en bewegingen als in een momentopname vast te leggen . Hetzelfde model kan je gelegenheid bieden tot talrijke schetsen , wanneer hij bijvoorbeeld een gesprek met handgebaren onderstreept . Tracht daarbij de natuurlijkste en " sprekendste " houdingen te pakken , diegene dus die de uitdrukking van de persoon in kwestie versterken of zelfs die , alleen al op zich , de gevoelen verraden , die hem bezielen op het ogenblik dat je hem obseveert ( zie platen VI en VII ) . Een uitstekende gewoonte is ook om , zelfs bij het schetsen van gehele figuren , zonder hen ooit te verstoppen , je er toe te dwingen de handen uit te beelden in hun grote vormen door schematische lijnen , dus zonder afzonderlijke vingers te tekenen hen te beschouwen alsof zij in wanten staken . Men ontleedt hen dan in hun drie voornaamste delen , te weten het lichaam ( rug of palm ) , de vier vingers bijeen en de duim , waarbij deze zich opent of sluit alsof hij met een scharnier bevestigd was . Aangezien het gemakkelijker is om een arm aan een hand vast te maken dan omgekeerd , kunt je , na snel de hoofdlijnen van het lichaam geschetst te hebben ( wij verwijzen je hier naar het lesdeel Het Schetsen van Personen in deze cursus ) beginnen vanuit de handen , waarvan je het gebaar goed hebt weten te treffen . Hun houdingen en aspecten zijn zo afwisselend dat er vaak maar weinig voor nodig is om een slechte aanhechting te maken . Bovenbedoelde voorzorg is dus zeer aan te bevelen , nog daargelaten het feit dat , als je met de tekening der armen begonnen bent , de aansluitende hand zich soms in het verkort zal vertonen , niet alleen lastig om weer te geven , maar ook onaangenaam of onbegrijpelijk voor het oog .
Nogmaals de Tekening
Wanneer je eenmaal het soort van handen gekozen hebt en in overeenstemming hebt gebracht met een bepaald persoon , zult je deze op expressieve en levendige wijze moeten weergeven en het is dan dat je , bijvoorbeeld bij illustraties of humoristische tekeningen , die je maakt , een even goede toneelspeler als tekenaar zal dienen te zijn . Je kunt dan voor de spiegel zelf de verschillende gebaren en uitdrukkingen nabootsen , die je uw figuren geven wilt , totdat uw houding goed weergeeft wat je hen wilt laten " zeggen " . Ingewikkelder zijn handen die op de een of andere wijze samenwerken : een handdruk , applaudiserende handen , in elkaar gevouwen handen , achter de rug gevouwen handen , handen die een of ander werktuig hanteren ( bezem , schop , houweel enz. ) , die van een klokkenluider , van een vrouw , die naait of breit , de was wringt , handen die men bezig is te wassen enz . Ziedaar een aantal studieobjecten , die even boeiend als leerzaam zijn . Ook gehandschoende handen moeten bestudeerd worden . Of de handschoenen nu van wol of leer zijn , peau de Suéde , voor de wintersport , gevoerd enz . en onverschillig of het wanten zijn van een oude jonkvrouw uit de province of de luxe handschoenen van een elegante vrouw , met omslagen , met geborduurde randen , opstiksel en wat al niet ... ( zie plaat VIII ) . Zonder het werk van anderen letterlijk te copieren , kunt je toch profijt trekken van de wijze , die ieder kunstenaar eigen is om handen uit te beelden , om er van te nemen , wat je nuttig lijkt : elegante , maar nogal conventionele handen van modetekeningen , spits en golvend , altijd met een opgeheven pinkje , schematische handen met slechts enkele expressielijnen uitgevoerd , zeer gedétailleerde handen , misvormde handen , karikaturaal gezien , handen met karakter ... Als je werkelijk een eigen manier om handen weer te geven wilt verkrijgen , bestudeer dan hun anatomie , verdiep je in het mechanisme van hun bewegingen , en maak er veel studies en schetsen van , hetgeen beslist geen vervelend werkje is . Integendeel het is zeer boeiend , want het leven zelf drukt zich in en door handen uit en , al is het waar dat het moeilijk is , het is in ieder geval een moeilijkheid , die een echte goede tekenaar dient te overwinnen . Het is hier van belang om terug te grijpen naar de studie van de arm en onderarm , bekeken onder de meest verschillende hoeken en verkortingen : vrouwenarmen , lenig en sierlijk , gespierde mannenarmen , gespannen door een of andere arbeid ofwel in rust , mollige kinderarmen enz . Wat wij vooral van u verwachten , dat zijn gemodelleerde studies , waarbij de volumes , tevoorschijn geroepen door de inwendige anatomie ( beenderen , spieren , pezen enz . ) maar gelang de belichting duidelijke tegenstellingen van licht en schaduw verwekken met krachtige accenten , waardoor de meest kenmerkende hoogten en diepten tot hun recht komen ; fijne toonverzwakkingen , delicate waarden waaronder niettemin de onderliggende structuur voelbaar blijft , deze zullen de verbindende overgangen vormen , die het modelé zullen aanvullen , waardoor een samenhangend geheel zal ontstaan . In een volgend hoofdstuk zullen wij het hebben over de mouwen van kleding en over hun plooien , die altijd in nauw verband staan met het volume en de stand van de ledematen , die zij bedekken . Het naakt , dat vroeger bestudeerd werd , is niet alleen interessant in zichzelf , door de plastische effecten , die het meebrengt , maar ook door alle hulp , die het ons geeft , om leven te verschaffen aan geklede figuren , zoals in actie als in ruststanden .
29-07-2006
ART . NR . 37 . c , - FIG . 12 . CONTRUCTIE
Art . Nr . 37 . c ,
Fig . 12 .
Contructie en tekening in lijn van de vingers .
PLAAT III
Plaat III
Contructie en tekening in lijn van rugzijde en gesloten hand .
PLAAT IV
Plaat IV
Contructie en tekening in lijn van de palmzijde .
PLAAT V
Plaat V
Expressieve handen met schetsmatig modelé .
PLAAT VI
Plaat VI
" Schematische " hand en schetsen in lijn .
PLAAT VII
Plaat VII
Schetsen met schaduwaanduiding .
ART . NR . 37 . c , - PLAAT VIII
Art . Nr . 37 . c ,
Plaat VIII
Gehandschoende handen .
28-07-2006
ART . NR . 37 . b , - ANATOMIE VAN DE HAND .
Art . Nr . 37 . b ,
Anatomie van de Hand.
A ) Skelet en geledingen . Het skelet bestaat uit drie delen : De handwortel , de middelhandsbeenderen en de vingerkootjes . De handwortel valt samen met de pols . Hij is samengesteld uit acht kleine beentjes ( zie A op plaat I : palmzijde van de hand ) , onderling geleed en ook met de onderuiteinden van de beenderen der onderarm , spaakbeen aan de kant van de duim en ellepijp aan die van de pink . Deze gewrichtsbandachtige geledingen zorgen voor de soepelheid van de pols . Op het lichaam kan men deze beentjes , onder de zachte delen , waardoor zij bedekt worden , moeilijk voelen , behalve het erwtenbeen en het groot veelhoekig been , die naar buiten uitsteken , het eerste in het verlengde van de pink , het tweede in dat van de duim . Boven de handwortel voelt men het benige relief van het spaakbeen en de ellepijp . Het oppervlak van de handwortel is licht hol aan de binnenzijde van de hand om plaats te geven aan de bloedvaten , de zenuwen en de pezen van de vingerbuigers , die van de onderarm naar de vingers lopen . Zijn rugzijde is enigszins bol .
De middelhandsbeenderen zijn vijf in getal en veel langer . Hun uiteinden zijn iets bolvormig . In het midden zijn zij driehoekig van doorsnede en in de lengte vertonen zij een vrij sterke buiging , die overeenkomt met de holte van de hand . Tesamen vormen zij het middengedeelte van de hand . Hun uiteinden zijn verbonden met gewrichtsbanden , enerzijds met de onderste rij van de handwortelbeentjes , anderzijds met de eerste vingerkootjes . Kleine tussenbeensspiertjes zorgen voor hun ondelinge saamhorigheid . Wanneer de hand gebogen is , ziet men duidelijk het buiteneinde van het middelhandsbeen , dat aan de middelvinger vastzit , vooral bij magere en bejaarde personen . Men nummert hen te beginnen bij de duim ( 1e , 2e , 3e enz. ) . De vingerkootjes vormen het skelet van de vingers . Ieder heeft er drie , behalve de duim , die er maar twee heeft ( evenals de grote teen ) . Deze beenstukjes vertonen een vrij grote gelijkenis met de middelhandsbeenderen , met dit voorbehoud dat deze gelijkenis afneemt met hun lengte , die geringer wordt van de eerste naar de laatste , waarbij de eerste diegene is , die grenst aan het middelhandsbeen .
Ieder eerste kootje of grondkootje is aan de ene zijde geleed met het uiteinde van het middelhandsbeen en aan de andere zijde met het tweede of middelkootje , dat op zijn beurt geleed is met het derde of nagelkootje . Deze geledingen zijn gehuld in een soort van gewrichtsbandachtig kousje , die de benige uitsteeksels verzachten en het volume vergroten van de koppen der kootjes . De belangrijkste kootjes ziet men op de hoogte van de geledingen van middelhandsbeenderen en grondkootjes op de rug van de hand . De kop van ieder middelhandsbeen vormt een gootje , dat aansluit aan een afgerond "elleboogje " ( zie B - plaat I : rugzijde ) . Bij gesloten vuist ziet men vier knokkels verschijnen , waarvan die van de middelvinger de grootste is . ( Zie C - plaat I ) . De geledingen tussen de beenderen van de onderarm en de handwortel en tussen de handwortel en de middelhandsbeenderen maken het strekken ( achterover buigen ) en het buigen ( voorover buigen ) van de hand mogelijk , waarbij het strekken voornamelijk het werk is van eerstgenoemde geleding en het buigen van de laatstgenoemde . Het opzij buigen van de hand aan beide kanten en de wenteling om zijn as zijn weer het werk van de handwortel . Behalve de bewegingen van buiging en strekking , staan de geledingen tussen handwortel en middelhandsbeenderen van de vier laatste vingers deze slechts een zeer geringe achterwaartse strekking toe . Daartegenover zijn de bewegingen van de duim veel gevarieerder : buiging , waarbij zijn uiteinde zich verplaatst naar de andere vingers teneinde er een tang mee te vormen , strekking naar buiten en naar binnen , tenslotte wenteling , dit alles is mogelijk bij hem . Wat de geledingen tussen de middelhands beenderen en de vingerkootjes betreft , zij maken buigen en strekken mogelijk , alsook bewegingen naar buiten en naar binnen ( dus het zich naderen en verwijderen der vingers ) , wenteling en een beperkte passieve rotatie , die men een vinger kan laten uitvoeren door hem een weinig om zijn as te laten draaien . De geledingen tussen de vingerkootjes onderling tenslotte zijn slechts tot buigen en strekken in staat . Alles bijeen is de hand een instrument van een onvergelijkelijke soepelheid , hetgeen wij dagelijks kunnen constateren bij alle denkbare handelingen en tijdens de meest uiteenlopende soorten van werk . Resumerend moet men opmerken dat het skelet van de hand zeer verbrokkeld is . Wanneer de vingers aaneengesloten zijn , zou men zijn omtrek ovaal kunnen noemen . Zijn dikte is gering . Zijn rugzijde is enigszins bol en zijn palmzijde enigszins hol . B ) Spieren . In tegenstelling tot de rug van de hand is de plam goed van vlees voorzien . Men ziet er twee verhevenheden , de ene bolvormig , bij de duim (duimmuis ) en de andere langwerpig , bij de pink (pinkmuis ) , beiden veroorzaakt door spiergroepjes , die bij deze vingers behoren ( zie plaat II en fig . 11 ) . Door de werking van een dezer spieren wordt de duim naar de binnenzijde van de hand gevoerd ( aanvoering ) en het is vooral in deze stand dat de duimmuis zijn volle omvang verkrijgt . Maar hij kan ook , evenals de pink , een tegengestelde beweging uitvoeren ( afvoering ) . Er zijn ook dieper liggende spieren ( spoelwormspieren en tussenbeensspieren ) die gedeeltelijk bedekt worden door degene , die wij hierboven vermelden en door de pezen van de buigspieren , die uit de onderarm komen . Onder de huid wordt de hand bijna geheel bedekt door een vezelachtig vlies , dat sterk en elastisch is en driehoekig handpalmvlies genoemd wordt . Eenzelfde vlies bevindt zich ook aan de rugzijde . Op die rugzijde , vooral bij gebalde vuist , voelt en ziet men duidelijk de anderen en de waaiervormige verhevenheden van de pezen der hand - en vingerstrekkers , die eveneens uit de onderarm komen . Wanneer de duim aangevoerd is , dus de wijsvinger raakt , ziet men de zwelling van de eerste tussenbeensspier van de rugzijde . C ) Huid De palm van een hand wordt doorgroefd door meer of minder sterke rimpels , die zich daar gevormd hebben als gevolg van de vasthechting van de huid aan het handplamvlies en door de werking van herhaald uitgevoerde bewegingen . Deze rimpels ziet men , weliswaar met afwijkingen , op alle handen . Let daarbij ook op de buigplooien van de vingers , die verschillen van degenen , die op de rugzijde verschijnen , wanneer men de vingers strekt . Deze laatste onstaan door de slapheid van de huid , die op die zijde groter is . Door het buigen der vingers is deze namelijk van lieverlede uitgerekt , zoals het geval is met de ellebogen van een versleten kledingstuk . Tenslotte merken wij op dat het interessant kan zijn om de vorm en de wijze van inplanting der nagels te bekijken .
27-07-2006
ART . NR . 37 . b , - PLAAT I - SKELET VAN DE HAND .
Art . Nr . 37 . b ,
Plaat I
Skelet van de Hand .
ART . NR . 37 . b , - PLAAT I - SKELET VAN DE HAND
Art . Nr . 37 . b ,
Plaat I
Skelet van de hand.
A , palmzijde - c , scheepvormig been -
d , maanvormig been - e , erwtebeen - f , driehoekig been - g , groot veelhoekig been - h , klein veelhoekig been - i , gehoofde been - j , gehaakte been ( tesamen de handwortel vormend ) - k , de vijf middelhandsbeenderen ( de middelhand ) - 1 , 1' , 1'' , vingerkootjes . -B , rugzijde . In a , uiteinde van het spaakbeen - in b , van de ellepijp - in c , verhevenheid van de kop van een middelhandsbeen bij het buigen van het aangrenzende vingerkootje .
PLAAT II - DE HAND
Plaat II
A , palmzijde - B , rugzijde - C , naar duimkant - D , naar pinkzijde - Rechts peesscheden .
ART . NR . 37 . b , - FIG . 11 . - SPIEREN
Art . Nr . 37 . b ,
Fig . 11 .
Spieren ( palmzijde )
1 , korte afvoerder van de duim 2 , zijn korte buiger 3 , zijn aanvoerder 4 , de eerste der spoelwormspieren ( men ziet ook de drie andere ) 5 , pees van de gemeenschappelijke oppervlakkige buigspier van de vingers , waardoor heen die van de diepe buigspier van de vinger loopt 6 , eveneens te zien op de andere vingers 7 , afvorder van de pink 8 , zijn korte buiger De spoelwormspieren buigen het eerste vingerkootje en strekken de twee andere.
26-07-2006
ART . NR . 37 . a , - ENKELE BELANGRIJKE ONDERDELEN DE HANDEN .
Art . Nr . 37 . a ,
Enkele Belangrijke Onderdelen
De Handen .
Hoe vaak hebben wij niet uitgevers , liefhebbers en verzamelaars , aan wie men tekeningen te koop aanbood , horen zeggen dat hun eerste blik uitging naar de wijze waarop de handen waren uitgebeeld ! Zij beweerden dat hun weergave het grote struikelblok vormt voor de tekenaar . Zij hadden en hebben altijd gelijk ... Niets bederft een goede tekening meer dan vormloze , of gewoon maar uitdrukkingsloze handen . Nu bestaat daarvoor wel een zeer gemakzuchtige oplossing en wel door hen in de zakken te stoppen ... Maar een strijd ontlopen betekent niet hem winnen en , daargelaten dat het niet steeds mogelijk is om zijn toevlucht te nemen tot deze list , betekent het dat men zich berooft van een machtig uitdrukkingsmiddel door de handen te verbergen . Men doet er dan ook goed aan om zich met toewijding en bij voortduring te wijden aan het tekenen van handen , allereerst afzonderlijk en vervolgens op hun natuurlijke plaats , n.l. aan de armen , waarbij men hun gebaar , beweging , geest en leven bestudeert ... Overigens geven wij je dezelfde raad met betrekking tot de voeten en het schoeisel .
Gebaren - Beweging - Uitdrukking - Karakter
Door de stand van de handen en de bewegelijkheid van de vingers wordt de houding van een mens gecompliteerd en gekenmerkt . Door hun verschijning geven zij iets bloot van zijn karakter , zijn oorsprong en zijn milieu ... Hier geven wij het woord aan de schilder Schultz - Dal : " Welk een mooi onderwerp ! In tijden dat er nog kroniekschrijvers waren , zouden schrijvers als Bergerat of Lavedan er een schitterend stukje over hebben kunnen schrijven , vol gloed , dichterlijke en gevoel volle fantasie ! " " Scheppende handen , biddende handen , sprekende handen .... Handen van de werker , die als uit hout gesneden lijken ; die van de landbouwer , gekleurd door de aarde en gebruind door de zon en de tijd , - die van de smid , harde tangen geblakerd door ijzer en vuur ; nederige handjes van de naaister , waarvan de naald op de vingertoppen zijn talloze littekens nalaat . Bewegelijke , nerveuze en expressieve handen van de kunstenaar , de musicus . Nietsdoende handen , aristocratische handen , lang en blank , blauwachtig transparant - dikke handen van de prelaat - vermagerde handen van de zieke , doorzichtig en ivoorachtig van toon , die ons medelijden opwekken . Handen van oudjes , die zo ontroerend kunnen zijn en waarin ieder jaar een rimpel groef ; wonderlijke kinderhandjes , samengebalde rose vuistjes ... Hartstochtelijke , smekend gevouwen handen van degenen die zich in wanhoop wringen ; handen die trillen van angst , handen die een onsteld gelaat verbergen en waarvan de vingers tranen laten doorsijpelen ... Brandende handjes van verliefden , lieve gevangen vogeltjes , waarvan de aanraking vuur door de aderen doet stromen ... IJskoude handen , die door een andere hand voor altijd op de borst gekruisd worden . " Het is duidelijk dat een zo welsprekend orgaan , dat zo rijk is aan beeldende uitdrukking , voor de kunstenaar , hij zij meester of leerling ; niet anders dan zeer aantrekkelijk kan zijn . " Maar ... , zo zult je zeggen , een hand is toch erg moeilijk .... " Inderdaad . Wilt je een kunstnaar op de proef stellen ? Wilt je weten , of hij werkelijk kan tekenen ? Vraag hem om een hand . Dit is de toetssteen . Dit is , voor de tekenaar , de zwaarste proef . En dat weet men maar al te goed ! Ik ken genoeg " voorzichtige " schilders , wier personages , op hun schilderijen zo vaak de handen in de zakken houden . Als zij al niet , bij toeval natuurlijk , achter een of ander goed te pas komend voorwerp verborgen zijn . Je zult hen niet vinden bij de " vooruitstrevenden " , die gedrochten schilderen met niet minder " vooruitstevende " ledematen . En met reden . Die mensen vermijden handen , maar anderen zoeken hen juist op . In de geschiedenis der kunst zijn dat de grote tekenaars , verliefd op de schone vorm . Allereerst de primitieven , uiterst zorgvuldig , tegelijk naief en kundig ; en de grootste van hun onmiddelijke opvolgers , zoals Clouet , Memling en Durer , vooral Durer , die er zoveel van hield dat hij hen voor zijn genoegen tekende en die ons talrijke studies naliet , die krachtig en ver uitgewerkt zijn . Vervolgens Holbein en de goddelijke Leonardo : de handen van Erasmus en van de Mona Lisa , meesterwerken in meesterwerken ! Studies van Watteau , en verrukkelijke roodkrijttekeningen , waarvan de handen van jonge vrouwen zoveel natuurlijke gratie hebben . Ingres , die , zoals Hokusai , " gek van tekenen " was , met zijn onovertroffen loodstifttekeningen van een wonderbaarlijk trefzeker lijnenspel . En dan Degas , waarvan men " Studies van handen " kan bewonderen , waarvan het modelé zo teer , eenvoudig en tevens krachtig is . En nog zoveel anderen , die ik niet zal noemen , om niet te vervallen in een droge opsomming of een ijdele erelijst . Er zou overigens een geheel boek samen te stellen zijn over " De hand in de kunst " en wat zou ons dat niet een mooie wandeling kunnen bieden ! Vanwaar deze bijzondere voorkeur van de kunstenaar ? Vooreerst omdat , naast het gezicht , alleen de handen onbedekt zijn . In onze decadente samenleving , die zo ver verwijderd is van het antieke heidendom , dat het lichaam verheerlijkte , ziet men van een voorbijganger , van een onbekende , wier lichaam bedekt is met de naamloze sluier der kleding , slechts het gelaat en de handen . Deze laatste zijn wel minder expressief , maar niet minder sprekend , voor wie hen kan verstaan . Zonder dat schminken mogelijk is , vertelt hij met een onverbiddelijke zekerheid de leeftijd , de kracht , het karakter , de sociale positie , zelfs de erfelijkheid . De ogen spreken , zegt men ; - en de hand ? .... Al deze inlichtingen verschaft hij ons , en verschaffen is het goede woord , want de hand verraadt . Het was aan de handen dat men onder het schrikbewind der revolutie de vervolgde aristocraten ontdekte . En onderzoeken de Amerikaanse schonen niet met jaloerse ogen de nagels van een rivale , waaraan men een nauwmerkbare rose nuance zou kunnen bespeuren , die de laatste en hardnekkige erfenis is van een gekleurde voorvader ? .... ( De mode van de gelakte nagels moet vele mensen daar inderdaad wel goed te pas komen ... ) . En de smid of de schoenlapper , die door de loterij millionair werd , zal misschien in korte tijd de allure van " gentleman " aannemen , hij zal er echter nooit de handen van krijgen .
Voor het overige weet men wel dat de hand even volstrekt persoonlijk is al het gezicht . Er bestaan geen twee volkomen gelijke gezichten , maar ook geen twee gelijke handen . Vraag dat maar aan de identificatiedienst van de politie . En de hand is ook mooi ! Er zijn bekoorlijke en er zijn lelijke . Maar voor de kunstenaar schuilt de ware schoonheid in het karakter en iedere hand heeft zijn eigen , uitgesproken karakter .
Men moet zelfs nog verder gaan . Als enige onder de lichaamsdelen heeft de hand zoiets als een eigen leven . Hij is bijna een zelfstandig orgaan , bijna een ding op zich . Zijn prachtige contructie houdt op bij de pols . De onderarm , die hem beweegt , verandert nauwelijks van vorm : maar hij , vanaf de lange uitgerekte lijn ( van opzij gezien ) tot aan de waaiervorm of de balvorm van de vuist , hij is altijd dezelfde hand , die zich uitsterkt of zich samenvouwt , zich verlengt of ineenkrimpt . Hij alleen heeft die rijkdom van bewegingsmogelijkheden , die hem honderd verschillende aspecten geeft en honderd verschillende bewegingen . En hij is ook gemaakt voor de beweging en de arbeid . Er is geen athletischer dan dit bij uitstek " functionele " orgaan . Bij hem is er niets overbodigs , zijn skelet is overal zichtbaar , nauwelijks bedekt door het hoog nodige : zenuwen , pezen , enkele spieren en de huid . Hij is volkomen aangepast aan zijn doel : de " volbloed " van het lichaam , zou ik willen zeggen . Leonardo da Vinci schreef eens aan een leerling deze beroemd gebleven raad , deze verwonderlijke diepzinnige zin , zwaar van inhoud in zijn verbluffende eenvoud : " Je zult ook het been , dat heiligbeen genoemd wordt , tekenen , want hij is zo mooi ..." . Hier opent zich een wijd terrein der overweging , deze bevestiging van het " mooi zijn in zich " door het wonderbaarlijkste verstand , dat ooit een kunstenaarsbrein herbergde . Wat zou hij wel gedacht hebben van de hand ?
Als je de hand werkelijk goed wilt begrijpen , het mechanisme van zijn bewegingen werkelijk goed wilt leren kennen , indien je een hand dus goed wilt leren tekenen , dan moet je zijn bouw , zijn anatomie kennen . De studie daarvan zal je heel wat zoeken en tasten en heel wat teleurstellingen kunnen besparen . Van dan af zult je zeker van uzelf kunnen zijn en in uw toekomstige arbeid zal een inwendige constructie voelbaar zijn , die naar uw verlangen iedere keer - en dat zal zeer vaak zijn - tot stand zal komen , wanneer het nodig zal zijn om dit onderdeel van werkelijk kapitaal belang te tekenen .
25-07-2006
FIG . 4 . - POTLOODTEKENING VAN SCHULTZ - DAL.
Fig . 4 .
Potloodtekening van Schultz - Dal .
Een goed voorbeeld , evenals de komende , van zowel kracht als tederheid in het modelé .
FIG . 5 EN 6 . - TEKENINGEN IN TWEE KLEUREN KRIJT VAN DEZELFDE KUNSTENAAR
Fig . 5 , 6 Tekeningen in twee kleuren krijt van dezelfde kunstenaar .