E-mail mij

Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

Archief per week
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
    Inhoud blog
  • ART . NR . 83 . - BESLUIT
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 38 - HET STRAND TE TROUVILLE - DOOR HAMBOURG .
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 36 - HET STRAND BIJ BANYULS - DOOR MEVR . DIVERLY
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 35 - LANDSCHAP DOOR FEUGEREUX
  • ART . NR . 82 . b , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 34 . - DE KUST VAN BRETAGNE - DOOR RENEFER
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 33 . - SCHETSTEKENING
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 32 . - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 31 . - DE SEINE BIJ TRIEL - DOOR RENEFER
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 30 . - EEN GEZICHT OP HYERES
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 29 . - OP DE MANIER VAN JONGKIND
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 37 - STADSGEZICHT - DOOR PAULE RAY
  • ART . NR . 82 . a , - VERSCHILLENDE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 28 . - EEN ANDER LANDSCHAP
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 25 . - HET LANDSCHAP - DE SCHETSOPZET
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 26 . - HET LANDSCHAP - HET TWEEDE STADIUM
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 27 . - HET LANDSCHAP - LAATSTE STADIUM
  • ART . NR . 82 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 81 . b , - HET DIER
  • ART . NR . 81 . b , - FIG . 23 . - DE SCHETS VAN HET DIER
  • ART . NR . 81 . b , - FIG . 24. - DE VOLTOOIDE ARBEID VAN HET DIER
  • ART . NR . 81 . a , - EEN GEKLEDE FIGUUR EN EEN STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 21 . - HET STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 22 . - HET STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 19 EN 20 . - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 81 . - FIG . 18 . - HET NAAKT
  • ART . NR . 81 . - HET PORTRET EN HET NAAKT
  • ART . NR . 81 . - FIG . 16 . - DE SCHETS - HET PORTRET
  • ART . NR . 81 . - FIG . 17 . - VOLTOOIDE AQUAREL - HET PORTRET
  • ART . NR . 80 . a , - BLOEMEN
  • ART . NR . 80 . a , - FIG . 13 , 14 EN 15 - BLOEMEN - AQUAREL
  • ART . NR . 80 . a , - FIG . 10 , 11 EN 12 - BLOEMEN - AQUAREL
  • ART . NR . 80 . - OEFENINGEN IN DE PRAKTIJK
  • ART . NR . 80 . - FIG . 8 . SCHETSOPZET MET IETS ZWAARDER GEBRUIKT POTLOOD
  • ART . NR . 80 . - FIG . 9 . - VOLTOOIDE AQUAREL
  • ART . NR . 80 . - FIG . 5 EN 6 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 80 . - FIG . 7 . - VOLTOOIDE AQUAREL
  • ART . NR . 79 . e , - VERWIJDERINGEN
  • ART . NR . 79 . d , - VERBETERINGEN EN DE TOETS
  • ART . NR . 79 . c , - OVER ELKAAR HEENGEBRACHTE TINTEN
  • ART . NR . 79 . b , - VERSMOLTEN TONEN
  • ART . NR . 79 . a , - VLAKKE TINT MET UITSPARING
  • ART . NR . 79 . a , - SCHEMA
  • ART . NR . 79 . - TECHNIEK VAN DE AQUAREL
  • ART . NR . 79 . - VLAKKE TINT
  • ART . NR . 78 . b , - PRAKTIJK - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 4. - VERSCHILLENDE TINTEN
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 3. - MODULATIES
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 2. - VLAKKE TINT
  • ART . NR . 78 . a , - ( VERVOLG ) PRAKTIJK - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 78 . - PRAKTIJK
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 1 . HET MATERIAAL VOOR DE AQUAREL
  • ART . NR . 77 . - THEORIE - AQUAREL -
  • AQUAREL - SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - VIERDE DEEL - ART . NR .76 . - INLEIDING
  • ART . NR . 75 . a , - FIG . 41 . HET BLOEMENMEISJE - ( BONNETERRE ) .
  • FIG . 40 . - STILLEVEN ( RENEFER )
  • ART . NR . 75 . a , - FIG . 39 . - HET KLEURPOTLOOD
  • ART . NR . 75 . a , - TECHNIEK - KLEURENPOTLOOD
  • ART . NR . 75 . - HET KLEURPOTLOOD
  • ART . NR . 74 . e , - HET PORTRET
  • ART . NR . 74 . e , - FIG . 37 EN 38 - HET PORTRET
  • ART . NR . 74 . d , - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 74 . d , - FIG . 35 EN 36 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 74 . c , - BLOEMEN
  • ART . NR . 74 . c , - FIG . 33 EN 34 - BLOEMEN
  • ART . NR . 74 . b , - VOORBEELDEN - STILLEVENS
  • ART . NR . 74 . b , - FIG . 31 . - HET PASTEL - STILLEVEN - SCHETSOPZET
  • ART . NR . 74 . b , - FIG . 32 . - HET PASTEL - STILLEVEN
  • ART . NR . 74 . a , - TECHNIEK VAN HET PASTEL
  • ART . NR . 74 . - HET PASTEL - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 74 . - FIG . 30 . - PASTELDOOS MET ENKELE TONEN
  • ART . NR . 73 . e , - HET AFFICHE EN ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 26 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 25 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 24 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 29 . - ONTWERP VOOR RECLAMEBILJET
  • ART . NR . 73 . d , - EEN DECORATIEVE COMPOSITIE
  • ART . NR . 73 . d , - FIG . 28 . - DECORATIEF LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . d , - FIG . 27 . - DECORATIEVE COMPOSITIE
  • ART . NR . 73 . c , - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 73 . c , - FIG . 23 - ZEEGEZICHT
  • ART . NR . 73 . c , - FIG . 21 EN 22 . - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 73 . b , - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . b , - FIG . 19 EN 20 . - TWEE LANDSCHAPPEN VAN RENEFER .
  • ART . NR . 73 . b , - FIG . 17 EN 18 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . a , - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 73 . a , - FIG . 15 EN 16 . - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 73 . - HET PORTRET
  • ART . NR . 73 . - FIG . 12 , 13 EN 14 - HET PORTRET
  • ART . NR . 72 . a , - BLOEMEN IN EEN LANDSCHAP
  • ART . NR . 72 . a , - FIG . 10 EN 11 . - BLOEMEN IN EEN LANDSCHAP
  • ART . NR . 72 . - BLOEMEN
  • ART . NR . 72 . - FIG . 7 , 8 EN 9 . - DE BLOEM
  • ART . NR . 71 . b , - DERDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . b , - FIG . 6 . - DERDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . a , - TWEEDE VOORBEELD
  • ART . NR 71 . a , - FIG . 4 . EN 5 . - HET STILLEVEN - TWEEDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 71 . - FIG . 1 , 2 EN 3 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 70 . b , - TECHNIEK VAN DE GOUACHEVERF
  • ART . NR . 70 . a , - HET MATERIAAL VOOR GOUACHE
  • ART . NR . 70 . a , - PLAAT I - HET MATERIAAL VOOR GOUACHE
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - DERDE DEEL - ART . NR .70 . - GOUACHE - PASTEL - KLEURENPOTLOOD
  • ART . NR . 69 . a , - LAATSTE RAADGEVINGEN
  • ART . NR . 69 . - HET DIER
  • ART . NR . 69 . - FIG . 41 .
  • ART . NR . 69 . - FIG . 40 . - DE EZEL DOOR PELAVO
  • ART . NR . 68 . d , - HET DECORATIEVE LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . d , - FIG . 37 EN 38 . - DECORATIEF LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . c , - DE FIGUUR IN HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 36 . - LANDSCHAP DOOR SHEDLIN .
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 35 . - BOSGEZICHT DOOR CHARLOT .
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 39 . - STADSGEZICHT DOOR ITHIER .
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 34 . - LANDSCHAP DOOR RENEFER
  • ART . NR . 68 . b , - TWEE ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 68 . b , - FIG . 33. - BRANDING OP DE ROTSEN
  • ART . NR . 68 . b , - FIG . 32 . - STRANDGEZICHT
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 31 . - EEN MET DE KWAST GESCHILDERD LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . a , - EEN MET DE KWAST GESCHILDERD LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 30 . - TUINGEZICHT
  • ART . NR . 68 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . - FIG . 26 , 27 , 28 EN 29 - LANDSCHAP
  • ART . NR . 67 . a , - FIG . 21 EN 22 - GEKLEDE FIGUUR
  • FIG . 25 . - NAAKT DOOR CALLEWAERT .
  • ART . NR . 67 . a , - FIG . 19 en 20 . - NAAKT - ONDERSCHILDERING EN VOLTOOIDE STUDIE .
  • ART . NR . 67 . a , - DE FIGUUR
  • ART . NR . 67 . - FIG . 24 . - PORTRET DOOR C . LE BRETON .
  • ART . NR . 67 . - FIG . 23 . - ZELFPORTRET VAN RENEFER .
  • ART . NR . 67 . - FIG . 16 , 17 EN 18 . - DE KOP EN HET PORTRET .
  • ART . NR . 67 . - DE KOP EN HET PORTRET .
  • ART . NR . 66 . - FIG . 15 . - EENVOUDIG BOEKETJE .
  • FIG . 14 . - DECORATIEF OPGEVAT BOEKET VAN RENEFER .
  • ART . NR . 66 . - FIG . 11 , 12 EN 13 . - BOEKET VAN ROZEN - IN DRIE STADIUMS
  • ART . NR . 66 . - DE BLOEM EN HET BOEKET.
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 10 . - STILLEVEN VAN RENEFER . - DE WERKTAFEL VAN DE KUNSTENAAR .
  • FIG . 9 . - STILLEVEN VAN SHEDLIN . - EXPRESSIONISTISCHE TENDENS .
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 6 . - STILLEVEN MET VRUCHTEN .
  • ART . NR . 65 . - FIG . 7 . - STERK VERGROOT ONDERDEEL VAN FIG . 5 .
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 8 . - STILLEVEN VAN BOSCO . - FLESSEN .
  • ART . NR . 65 . - FIG . 3 , 4 EN 5 . - STILLEVEN DOOR RENIFER
  • ART . NR . 65 . - FIG . 1 EN 2 . - ONDERDELEN VAN EEN STILLEVEN .
  • ART . NR . 65 . a , - ANDERE VOORBEELDEN
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - TWEEDE DEEL - ART . NR . 65 .
  • ART . NR . 64 . f , - VLAKTEN - LUCHT EN WOLKEN.
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XVI . - EEN LANDSCHAP .
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XV - EEN BEWOLKTE HEMEL .
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XIV - EEN VLAKTE .
  • ART . NR . 64 . e , - ONDERDELEN VAN HET LANDSCHAP .
  • ART . NR . 64 . e , - PLAAT XIII - EEN BOOM
  • ART . NR . 64 . d , - ENKELE GEBRUIKSVOORWERPEN .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT XII . - TWEE VOORWERPEN VAN AARDEWERK .
  • PLAAT XI . - EEN KOPEREN POT .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT X . - SCHOTEL EN MAATBEKER VAN TIN .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT IX . - EEN KRISTALLEN FLACON .
  • ART . NR . 64 . c , - GROENTEN
  • ART . NR . 64 . b , EN c , - PLAAT VIII - PERZIKEN - EN GROENTEN
  • ART . NR . 64 . b , - TWEEDE STUDIE
  • ART . NR . 64 . b , - PLAAT VII - ZIJDEN SJAAL - EN PEER
  • ART . NR . 64 . a , - DE EERSTE SCHILDEROEFENINGEN
  • ART . NR . 64 . a , - PLAAT VI - EEN LAP STOF
  • ART . NR . 64 . - OEFENINGEN IN DE PRAKTIJK
  • ART . NR . 63 . - PLAAT IV - HET MATERIAAL VOOR HET SCHILDEREN MET OLIEVERF
  • ART . NR . 63 . - PLAAT V - HET MATERIAAL VOOR HET SCHILDEREN MET OLIEVERF
  • ART . NR . 63 . - DE OLIEVERFTECHNIEK - HET MATERIAAL.
  • ART . NR . 62 . a , - VERVOLG - KLEUREN
  • ART . NR . 62 . - PLAAT III - KLEUREN
  • ART . NR . 62 . - PLAAT II - DE KLEUREN
  • ART . NR . 62. - PLAAT I - THEORIE VAN DE KLEUR
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - EERSTE DEEL - ART . NR . 62 .
  • BESLUIT VAN HET ONTWERPEN .
  • ART . NR . 61 . d , - FIG . 105 . - ONTWERP
  • ART . NR . 61 . d , - REPRODUCTIE EN DRUKTECHNIEKEN IN KLEUREN
  • ART . NR . 61 . d , - FIG . 101 , 102 EN 103 . - SCHEMATISCHE VOORSTELLING VAN KLEUREN
  • ART . NR . 61 . c , - FIG . 104 - HOE TE WERKEN
  • ART . NR . 61 . c , - FIG . 100 . - TEKENING IN LIJNEN EN SPATWERK VAN BECAN .
  • ART . NR . 61 . c , - HOE TE WERKEN
  • ART . NR . 61 . b , - FIG . 99 . - HET MATERIAAL VAN DE STEENTEKENAAR
  • FIG . 98 . - BOEKDRUK EN KOPERDIEPDRUK
  • ART . NR . 61 . b , - DRUKTECHNIEKEN
  • ART . NR . 61 . a , - FIG . 91 . - LOSSE DRUKLETTER
  • FIG . 92 . - VERGROTEN OF VERKLEINEN
  • FIG . 93 EN 94 .
  • ART . NR . 61 . a , - FIG . 95 , 96 EN 97 . - RASTERCLICHE'S
  • ART . NR . 61 . a , - REPRODUCTIE EN DRUKTECHNIEKEN
  • ART . NR . 61 . - FIG . 88 . - MODESCHOW
  • FIG . 89 . - ONTWERP - MODETIJDSCHRIFT
  • FIG . 90 . - HERENMODE .
  • ART . NR . 61 . - PLAAT VI - MODETEKENING
  • ART . NR . 61 . - DE MODETEKENING
  • ART . NR . 60 . a , - PLAAT IV - SCHETSEN VOOR EEN LAYOUT
  • FIG . 87 . - GEKOZEN SCHETS
  • ART . NR . 60 . a , - PLAAT V - UITVOERING VAN DE TEKENINGEN
  • ART . NR . 60 . a , - HET ONTWERPEN VAN EEN ADVERTENTIE
  • ART . NR . 60 . - FIG . 86 . - RECLAME - ONTWERPEN
  • ART . NR . 60 . - HET RECLAME ONTWERPEN
  • ART . NR . 60 . - PLAAT III - ( CASSANDRE EN DRODOVITCH ) .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 85 - HET VOLTOOIDE ONTWERP - DOOR A. CREUZOT .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 82 . - SCHETSEN VOOR EEN COMPOSITIE .
  • FIG . 83. - SCHETSEN VOOR DE COMPOSITIE .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 84 . - UITGEZOCHT EN DAARNA UITGEWERKT .
    Blog als favoriet !
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    virginia64
    blog.seniorennet.be/virgini
    Teken en schildercursus fritske3
    TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
    07-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 39 . - PLAAT XIII - MANNENHOEDEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 39 .

    Plaat  XIII 

    De  mannenhoed  van  de 
    XVII  eeuw  tot  heden .

    06-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 38 . - DE VOETEN
    Art . Nr . 38 .

                               De  Voeten

      Ook  de  voet  heeft  de  naam  lastig  te  tekenen  te  zijn .  " Dat  komt  -  en  wij  halen  hier  weer  de  schilder  Schultz - Dal  aan  -  omdat  hij  geen  "  aandoening  "  geeft  .  De  hand  "  spreekt "  :  hij  neemt , ondersteunt , omgrijpt , tekent  enz ....  Zijn  vorm  verraadt  zijn  actie , een  vorm  die  zo  veranderlijk  en  afwisselend  is , vanaf  de  bolvorm  der  gebalde  vuist  tot  aan  de  waaier  van  de  uitgespreide  vingers . 
      De  voet , van  zijn  kant , is  bijna  stijf  en  zijn  uiterlijk  verandert  maar  weinig .  Twee  of  drie  gevallen  daargelaten , zoals  een  samengetrokken  of  zich  schrapzettende  voet , drukt  hij  vrijwel  niets  uit , omdat  dit  zo  goed  als  onbewegelijke  voetstuk  niet  in  werking  treedt .  De  tekenaar  heeft  niets  om  zich  aan  vast  te  grijpen , zoals  men  zegt , in  dit  massieve  bouwsel  van   beenderen  en  pezen , dat  men  niettemin  toch  tot  uitdrukking  moet   brengen . 
      Daarenboven  dwingt  zijn  platte  en  lange  vorm  tot  een  weergave  in  perspectief , dat  wil  dus  zeggen  in  het  verkort , gewoonlijk  van  voren  gezien .  Dat  is  niet  altijd  eenvoudig , vooral  voor  een  beginner.
      Dit  probleem  van  het  tekenen  van  de  voet , althans  van  de  blote  voet , komt  ook  voort   uit  een  gemis  aan  oefening , aandezien  de  mensen  in  het  dagelijks  leven  nu  eenmaal  gewoonlijk  schoenen  dragen .  Maar , wat  dat  betreft , kan  men  toch  de  vorm  van  een  schoen  niet  werkelijk  goed  begrijpen  en  dus  weergeven , indien  men  de  door  hem  bedekte  voet  niet  volkomen  kent .  Zijn  er  overigens  niet  bepaalde  omstandigheden , zoals  strand -  en  kampeerscenes , waar  de   mensen  blootvoets  te  zien  zijn  ?
      Wij  dienen  dus  weer  te  beginnen  met  een  stukje  anatomie . 

                     Anatomie  van  de  voet 

      Laat  deze  studie  je  niet  afschrikken .  Evenals  voor  de  hand , is  hij  onontbeerlijk  voor  het  goed  begrijpen  van  zijn  verschijningsvormen , standen  en  houdingen .  Er  bestaan  overigens  tussen  de  hand  en  de  voet  talrijke  overeenkomsten  in  hun  structuur .  Het  verschil  schuilt  voornamelijk  in  de  grotere  beperking  van  de  bewegingen  van  de  tenen , vergeleken  met  die  van  de  vingers .  De  voet  zelf  is  intussen  ook  veel  minder  bewegelijk  in  zijn  gewricht  met  het  onderbeen  ( buiging  en  strekking )  dan  de  hand  is  aan  het  einde  der  onderarm . 
      Je  zult  daar  overigens  genoeg  van  te  weten  komen , als  je  onze  afbeeldingen  aandachtig  bekijkt  en  de  begeleidende  tekst  bestudeert .  Tracht  alle  gegeven  inlichtingen  bij  uzelf  of  bij  een  ander  te  controleren  door  te  kijken  en  te  betasten .  De  kennis , die  je  zich  eigen  dient  te  maken , zal  zich  zodoende  veel  beter  in  uw  geheugen  vastzetten :  Je  zult  hem  ook  goed  kunnen  begrijpen , want  je  zult  hem  zelf  ervaren , niet  alleen  met  het  gezicht , maar  ook  met  het  gevoel .

                         Het  tekenen  van  voeten

      Je  begint  met  blote  voeten  te  tekenen  in  een  enkele  lijn , zoals  je  gedaan  heeft  met  de  handen  en  wij  verwijzen  je  naar  wat  wij  daarover  gezegd  hebben .  Het  spreekt  vanzelf  dat  je  zich  niet  beperkt  tot  een  enkele  stand :  wissel  uw  studies  af .  Plaat IX  toont  je  een  voldoende  afwisseling  van  standen  om  je  er  toe  aan  te  zetten  vele  studies  te  maken .  Na  deze  tekeningen  in  lijn , gaat  je  over  tot  gemodelleerde  tekeningen , waaraan  altijd  een  constructie  vooraf  dient  te  gaan .  Plaats  uw  model  onder  een  gunstige  belichting , zodat  zijn  relief  duidelijk  te  voorschijn  komt .
    ( zie  fig . 16  en  17 ) .

                        Geschoeide  voeten

      Wij  geven  nog  eens  het  woord  aan  de  schilder  Schultz - Dal  :  " Zij  die  beweren , dat  er  niets  zo  stompzinnig  is  als  een  blote  voet , geven  graag  toe  dat  een  voet  met  een  schoen  er  aan  zich  geestvol  kan  voordoen .  Het  gaat  dan  niet  alleen  meer  om  zijn  vorm , maar  over  zijn  houdingen  en  bewegingen ;  de  manier , waarop  hij  zich  neerzet .  Wij  zien  daarbij  een  hele  reeks  van  bijzonderheden , waarvan  de  zeer  gevarieerde  studie  van  veel  belang  en  nut  kan  zijn .
      Wij  kennen  rustige , stevige  voeten , die  zich  breeduit  op  de  grond  zetten  en  daar  onbewegelijk  blijven  staan .  Maar  er  zijn  ook  zenuwachtige  en  bewegelijke , die  zich  uittrekken  en  heen  en  weer   draaien ...  Er  zijn  er  zware  en  lichte , stijve  en  soepele , rechte  en  gebogen .
      " Zij  spelen  een  eerste  rol  bij  het  lopen , dat  immers  een  uiterlijk  kenteken  is  van  een  studie  van  ons  eigen  ik  en  dat  , in  het  algemeen , zo  goed  onze  leeftijd , gezondheid , humeur , moeheid , zelfs  onze  opvoeding  en  afkomst  verraadt .  De  gang , die  zo  verschillend  is  bij  buitenmensen  en  stedelingen  en  vaak  erfelijk  is , laat  zich  niet  aan -  of  afleren , behalve  misschien  bij  het  toneel , waar  men  hem  aan  de  beginnelingen  onderwijst .  En  wat  zijn  er  niet  een   eigenaardige  en  typische  manieren  van  lopen ! ...  Die  van  de  zeeman , de  ruiter , de  boer  en  de  soldaat :  schuchtere  en  zelfverzekerde  gang .  De  slepende  gang  van  de  grijsaard , die  reeds  door  de  aarde  wordt  aangetrokken , de  onzekere  gang  van  de  herstellende  zieke , waarvan  iedere  stap  een  herovering  betekent  en  het  getrippel  van  een  kind . 
      Maar  het  is  niet  alleen  de  stap , waarvoor  wij  onze  voeten  gebruiken ?  Wij  danken  hem  ook  bij  hardlopen , het  springen  en  dan  het  dansen , triomf  en  meesterwerk  der  voeten ... "

             Verschijningsvormen  van  schoenen

      Schutz - Dal  staat , terecht , stil  bij  de  verschillende  verschijningsvormen  van  schoenen :  zo  eenvoudig  als  deze  zijn  moge , het  kan  de  kunstenaar  niet  onverschillig  laten .  Vanaf  de  grote  houten  klompen  tot  aan  de  elegante  damesschoentjes , kleine  slofjes , vertoont  zich  een  geheel  gamma  van  uiteenlopende  soorten , laarzen  van  de  ruiter , schoenen  met  klimspijkers  van  de   bergklimmer , dunne  en  lage  schoentjes  van  de  wielrenner , rustige  pantoffels  van  de  burger , muilen , opzichtige  schoenen  van  de  snob , gedistingeerde  schoenen  enz .
     ( zie  plaat  X ) .  De  keuze  van  de  schoen , zijn  model , kwaliteit  en  de  aard  van  slijtage  en  van  zijn  vervorming  ( die  altijd  zeer  persoolijk  zijn )  verraden  de  persoonlijkheid .  Deze  bijzonderheden  moet  men  niet  verwaarlozen .  Men  dient  een  of  andere  figuur , die  met  een  of  andere  bedoeling  getekend  werd  ( wij  denken  hierbij  aan  de  illustrator )  op  logische  en  waarschijnlijke  wijze  te  " schoeien " .
      Wat  de  slijtage  en  de  daardoor  onstane  vormveranderingen  betreft ,  hun  weergave  draagt  ook  sterk  bij  tot  een  indruk  van  waarheid  en  levenechtheid .  Een  paar  gloednieuwe  schoenen  zien  er  koud  en  uitdrukkingsloos  uit .  Zij  zullen  eerst  leven  krijgen  door  de  vorm , die  een  langdurig  gebruik  hen  geven  zal .  Kijk  maar  eens  naar  het  kunstmatig  aspect  van  de  schoenen , waarmee  etalagepoppen  voorzien  zijn ...
    Een  schoen  vormt  zich  aan  de  voet  en  later  zal  het  gebruik  en  de  slijtage  er  hun  stempel  op  drukken , precies  zoals  op  een  gezicht .  Men  gebruikt  er  overigens  dezelfde  woorden  voor  :  rimpels , plooien , knobbels , afplattingen  en  barsten ...
      Het  bovenstaande  toont  genoegzaam  de  belangrijke  rol  van  de  voeten  en  hun 
    " gedragingen "  voor  de  juiste  karakteristiek  van  een  of  andere  persoon . 
     
     Het  tekenen  van  schoenen  en  geschoeide voeten 

      Het  is  raadzaam  om  eerst  de  schoen  en  wel  de  lege  schoen  te  bestuderen .  Hij  vertoont  immers  de  vorm  van  de  voet , die  hem  " bewoont " .  Het  gaat  hier  natuurlijk  niet  om  tekeningen  voor  een  catalogus , waarbij  het  stiksel  en  de  vetergaatjes  zijn  weergegeven  met  de  koude  precisie  van  een  industrie-ontwerp .  Maar  het  is  toch  noodzakelijk  om  te  begrijpen  langs  welke  weg  zijn  vorm  en  de  samenstelling  van  onderdelen  in  de  fabriek  tot  stand  gekomen  is .  Zodoende  zal  men  zijn  verschijningsvorm  beter  onthouden  en  zal  men  fouten  kunnen  vermijden , die  een  tekening  ontsieren door  hem  van  een  deel  van   zijn  waarheidsgetrouwheid  te  beroven . 
      In  een  voorgaande  les  hebben  wij  je  al  de  raad  gegeven  om  de  schoen  op  een  rechthoekig  stuk  papier  te  zetten , waarvan  de  perspectief  niet  moeilijk  is  en  om  die  dan uw  gids  te  laten  zijn  bij  het  bepalen  van  de  richting  van  lijnen  en  van  de  verkortingen , die  de  vlakken  en  volumes  te  zien  geven .  Volkomen  van  opzij  ( " en profil " dus )  gezien  vertoont  de  schoen  -  evenals  de  voet  -  slechts  geringe  moeilijkeheden  voor  een  behoorlijk  uitgevoerde  tekening .  Maar  dat  is  niet  het  geval  wanneer  men  hem  recht  van  voren  ziet , van  achteren  en  vooral  bij  de  talrijke  verkortingen , die  onze  ogen  in  verwarring  kunnen  brengen . 
      Een  uitstekende  oefening  bestaat  uit  het  tekenen  van  de  schoen  door  hem  telkens  met  kleine  stukjes  om  zijn  as  te  laten  draaien , alsof  hij  op  een  draaischijf  staat .  Men  laat   hem  dan  een  complete  draai  maken  in  tien  of  twaalf  étappes  en  men  tekent  hem  dan  in  iedere  stand .  Wij  merken  hierbij  op  dat , wanneer  wij  je  vragen  om  eerst  een  lege  schoen  te  tekenen , wij  dat  doen  omdat  bovengenoemde  handelingen  dan  gemakkelijker  zijn  uit  te  voeren .  Maar  het  is  nuttig  om , na  een  of  andere  voet  bloot  getekend  te  hebben , hem  met  de  schoen  aan  te  tekenen  en  je  begrijpt  gemakkelijk  waarom . 
      Beperkt  je  er  zich  in  ieder  geval  niet  toe  om  de  geschoeide  voet  na  te  tekenen , terwijl  deze  geheel  op  een  of  andere  bodem  rust .  Je  moet  uw  model  ook  afwisselende  standen  laten  innemen  door  hem  zijn  voeten  op  verschillende  hoogtes  te  laten  houden .  Zoals  steeds , zal  dan  ook  hier  de  perspectief  een  woordje  komen  meespreken . 
       Tenslotte  zal  het  model , evenals  dat  bij  de  handschoenen  het  geval  was , nauwlettend  bekeken  moeten  worden  ( zie fig . 18 )  met  het  doel  om  de  materie  ( mat  leer , glimmend  leer , lakleer , peau  de  Suéde , fluweel  enz .)  met  uitdrukking  van  stof  weer  te  geven , waarbij  je  alle  zorg  besteedt  aan  de  observatie  van  de  verschillende  toonwaarden .  Wanneer  je  glimmende  schoenen  tekent , geef  dan  zeer  precies  de  lichtglanzen  weer , want  deze  suggereren  het  volume  van  de  voet . 
      Maak  ook  schetsjes  buiten  en  maak  hen  zo  natuurgetrouw  mogelijk .  De  stand  van  de  voet  wordt  bepaald  door  de  houding  van  zijn  bezitter  en  door  de  wetten  van  de  perspectief .  In  het  algemeen  zal  men  bij  een  persoon , of  deze  nu  stilstaar , loopt  of  rent , de  verst  verwijderde  voet  iets  hoger  zien  dan  de  andere  en  eveneens  zal  men  in  normale  gevallen , de  voeten  niet  precies  evenwijdig  zien , aangezien  hun  punten  iets  verder  van  elkaar  staan  dan  hun  hakken . 
      Wij  herhalen  dat  de  schoen  een  wezenlijk  onderdeel  uitmaakt  van  de  persoon , waarvan  je  het  karakter  en  de  algemene  verschijning  moet  uitbeelden .  De  handjes  en  voetjes  van  babies  zijn  heel  bekoorlijk  en  hun  slofjes , evenals  de  schoenen  van  jongens  en  meisjes , bieden  een  toonschaal  van modellen , waarvan  de  vorm  ( gewoonlijk  met  stompe , afgeronde  neuzen ) geheel  verschillend  is  van  die , van  volwassenen .  Wat  hun  schilderachtigheid  betreft , doen  kinderschoenen  overigens  in  het  geheel  niet  onder  voor  die  van  volwassenen.  
      Na  de  studie  van  de  hand  hebben  wij  uw  aandacht  gevraagd  voor  de  wijze , waarop  hij  aan  de  onderarm  bevestigd  is  en  ook  voor  de  arm  zelf .  Denk  er  dus  ook  goed  aan  om  de  aanhechting  van  de  voet  aan  het  been  te  observeren .  Hij  vertoont  namelijk  bij  iedereen  bepaalde  overeenkomsten .  Zo  veroorzaakt  bijvoorbeeld  het  onderste  uiteinde  van  het  dunne  been , dat  kuitbeen  genoemd  wordt  en  dat  aan  de  buitenzijde  zit , een  lager  gelegen  en  meer  afgeronde  verhevenheid   ( buitenenkel )  dan  degene  die  gevormd  wordt  door  de  punt  van  het  scheenbeen  aan  de  binnenzijde  ( binnenenkel )  en  die  het  andere  been  raakt  ( zie  fig . 19  en  20 ) .  Met  deze  bijzonderheid , die  men  duidelijk  kan  opmerken  bij  de  enkels  van  iemand , die  men  van  voren  of  van  achteren  ziet , dient  men  goed  vertrouwd  te  zijn .  Er  zijn  natuurlijk  wel  fijne , slanke  enkels  en  weer  andere , die  dik  en  vlezig  zijn .  Overweeg  deze  dingen  goed , zoals  overigens  alle  andere  onderdelen  van  een  lichaam , zowel  bij  mannen , vrouwen , als  kinderen .  Bij  deze  laatsten  zijn  de  gewrichtsverbindingen  gewoonlijk  nogal  mollig , zeker  op  de  zeer  jeugdige  leeftijd . 
      Ook  het  been  heeft  zijn  eigen , individuele  karakter .  Zijn  lengte , welving  en  dikte  varieéren .  De  kuit  bijv.  vertoont  zijn  grootste  dikte  niet  steeds  op  dezelfde  hoogte ;  ook  is  hij  bij  de  een  dikker  dan  bij  de  ander .     
     



    03-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 13 EN 14 . - SKELET VAN DE VOET
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 13  en  14 .

    Skelet  van  de  voet :
    A , rug  -  of  bovenzijde 
    B , zool  -  of  onderzijde

    Voetwortel :  1 , hielbeen  -  2 , kootbeen  -
    3 , teerlingbeen  -  4 , scheepvorming  been  
    5 , 5' , 5'' , wiggebeenderen .
    Middenvoet :  6 , middelvoetsbeenderen , vervolgens  de  teenkootjes .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 13 EN 14 . - SKELET VAN DE VOET
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 14 .

    Skelet  van  de  voet :
    A' , zijkant , binnen
    B' , zijkant , buiten

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 15 . - SPIEREN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 15 .

    Spieren : 
    A ,  rug :  1,  1', pezen  van  de  lange
    teenstrekkers , gedeeltelijk  weggelaten  om  de 
    onderliggende  spieren  te  tonen  -  2 , korte  strekspier  van  de tenen  ( vier  scheden )  -  3 , pees  van  de  lange  kuitbeenspier .
    B , zool :  1 , afvoerder  van  de  grote  teen  - 
    2 , zijn  korte  buiger  -  3 , afvoerder  van  de  kleine  teen   -  4 , zijn  korte  buiger .  In  het  middengedeelte  ziet  men  de  buigspieren  van  de  tenen  en  hun  pezen  zich  vasthechten  aan  de  teenkootjes .  Daarboven  de  vier  spoelwormspieren , wier  functie  gelijk  is  aan  die  van  de  hand , terwijl  de  korte  strekspier  van  de  tenen  de  eerste  kootjes  strekt  en  naar  buiten  buigt .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PLAAT IX - TEKENEN VAN VOETEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Plaat  IX .

    Tekenen  van  voeten  in
    lijn , enkele  met  schaduw .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 16 EN 17 . STUDIES VAN VOETEN DOOR SCHULTZ - DAL
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 16  en  17 .

    Studies  van  voeten  in
    Siberisch  krijt  door
    Schultz - Dal .
    De  reliefwerking  is  zeer
    fraai  weergegeven .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 17 . - STUDIE VAN DE VOET DOOR SCHULTZ - DAL
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Fig . 17 .

    Studie van  de  voet
    door Schultz - Dal


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 18 . - GEWASSEN TEKENING
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 18 .

    Gewassen  tekening van
    geschoeide  voeten  door
    een onze  cursisten .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 19 EN 20 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 19  en  20 .

    02-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 38 . - PLAAT X
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 38 .

    Plaat  X


    30-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 37 . c , - HET TEKENEN VAN HANDEN
    Art . Nr . 37 . c ,

                       Het  tekenen  van  Handen

      Wat  vooral  de  moeilijkheid  uitmaakt  van  het  tekenen  van  de  handen  is  de  bewegelijkheid  van  zijn  omtrekken .  Deze  is n.l.  nooit  rechtlijnig , zelfs  niet  bij  een  van  zijn  onderdelen , maar  vertoont  talrijke  bochten  en  golvingen .  Bekijk  maar  eens  goed  een  van  uw  vingers , bijvoorbeeld , en  constateer  hoe  grillig  het  verloop  is  van  de  lijnen , die  hem  begrenzen .  Ziedaar  een  reden  te  meer  om  eerst  te  gaan 
    " contrueren " , alvorens  tot  een  definitieve  tekening  over  te  gaan .  Dan  pas  zult  je  er  in  kunnen  slagen  de  ware  omtrekken  vast  te  leggen  en  zult  je  niet  op  een  verkeerd  spoor  geraken  door  een  of  ander  onderdeel  buiten  zijn  eigenlijke  grenzen  te  doen  treden .  Ook  zult  je  de  juiste  onderlinge  verhoudingen  der  onderdelen  recht  doen  wedervaren .
      De  inplanting  en  de  richting  der  vingers  is  niet  bij  alle  gelijk .  Dit  houdt  verband  met  de  bolheid  ( rug )  en  holheid  ( palm )  van  de  hand .  De  voorzijde  der  vingers  zijn  daardoor  niet  op  precies  dezelfde  wijze  gericht  als  de  achterzijden  en  ook  dat  draagt  er  toe  bij  om  hun  tekening  lastig  te  maken .
      Begin  eerst  met  uw  eigen  linker - of rechterhand  nauwlettend  te  bekijken  door  hem  in  verschillende  standen  te  houden .  Laat  een  of  andere  vinger  een  bepaalde  stand  innemen ;  uigestrekt , gebogen , afgewend  in  verschillende  richtingen , in  het  verkort  enz .., teken  hem  dan  afzonderlijk  met  een  enkele  lijn , na  hem , wel  te  verstaan , eerst  een  constructie  gegeven  te  hebben  ( zie  fig . 12 ) .  Kies  dan  een  " pose "  van  de  gehele  hand  en  voer  met  dunne  lijnen  zijn  constructie  uit , eerst  de  algemene  vorm , daarna  de  details , rug - of  palmzijde , de  vingers , waarbij  de  schematische  omtrekken  natuurlijk  binnen  de  eerste  schets  vallen , die  het  totale  beeld  omvat .  Het  is  wel  overbodig  om  op  de  noodzaak  daarvan , die  hier  groter  is  dan  ooit , met  klem  te  wijzen .
      Als  dit  gebeurd  is , teken  dan  de  ware  omtrekken  in  een  enkele  lijn  met  een  nogal  zacht  potlood  teneinde  deze  lijn  afwisseling  te  kunnen  geven , zoals  het  verdikken  aan  de  schaduwzijde , op  die  plaatsen  waar  je  een  bepaald  volume  sterker  wilt  doen  uitkomen . 
      Na  deze  eerste  poging  moet  je  niet  aarzelen  om  nog  veel  meer  studies  te  maken , vellen  vol  tekeningen :  de  platte  hand , hand  met  uitgespreide  vingers , palmzijde , rugzijde , met  gevouwen  duim , gesloten  vuist  enz .  Laat  het  model  om  zijn  as  draaien , neem  ook  alle  denkbare  verkortingen ... Kortom , maak  gebruik  van  zijn  gewilligheid  om  aan  al  onze  verlangen  te  voldoen . 
       Deze  studies  moet  men  niet  van  te  klein  formaat  maken .  Ieder  van  hen  moet  minstens  de  helft  van  een  velletje  van  21  bij  27  cm .  beslaan .  Slechts  langzamerhand  kunt  je  de  afmetingen  van  uw  tekeningen  verkleinen , wanneer  je , na  de  onderdelen  goed  bestudeerd  te  hebben , de  totale  hand  wilt  samenvatten  door  slechts  de  essentiéle  lijnen  weer  te  geven , zoals  men  dat  ook  doet  in  een  schets , die  immers  een  samenvatting  dient  te zijn .
      Teken  vervolgens  handen  met  een  bepaalde  uitdrukking :  uitgetoken  wijsvinger , geklauwde  hand , betogende  hand , grijpende  hand , met  een  ( sigaret )  tussen  de  vingers , een  die  een  voorwerp  oppakt  enz .  Indien  je  voor  de  afwisseling  een  rechterhand  wilt  tekenen , plaats  dan  de  linkerhand  voor  een  goed  opgestelde  spiegel .
      Nog  steeds  naar  model  werkend , kunt  je  daarna  overgaan  tot  verder  doorgevoerde  studies , met  modelleringen .  Een  correcte  weergave  van  omtrekken  en  vormen  zal  thans  worden  aangevuld  door  een  nauwlettende  weergave  van  volumes  en  toonwaarden .  Hierbij  zult  je  nog  meer  profijt  kunnen  trekken  van  de  anatomische  beschouwingen , die  wij  je  gaven : hoogtes , dieptes  en  afplattingen  veroorzaken  licht - en  schaduwpartijen , dus  genuanceerde  waarden . 
      Oefen  je  er  in  door  deze  eerste  twee  series  van  oefeningen  ( tekeningen  in  lijnomtrekken  en  studies  met  modelé )  uit  te  voeren  door  aan  huisgenoten  te  vragen  model  te  zijn .  Uw  handen  hebben  hun  eigen  karakter .  Die  van  anderen  verschillen  daarvan , minstens  in  een  of  ander  onderdeeltje .  Zij  kunnen  benig  of  dik  zijn , kort  of  slank , hun  vingers  kunnen  puntig ,    afgerond  of  hoekig  zijn  aan  de  toppen  enz .  De  handen  van  een  leegloper  zijn  geheel  anders  dan  die  van  een  arbeider , die  door  het  werk  gevormd  zijn , soms  zelfs  misvormd , zoals  ook  ziekten  dat  kunnen  doen , in  het  bijzonder  rheumatiek .  Sommige  handen  zijn   verzorgd  en  andere  verwaarloosd .  Indien  het  menselijk  uiterlijk  bedriegelijk  kan  zijn , dan  geldt  dit  toch  niet  voor  de  handen .  Bestudeer  hen  dus  geregeld .  Maakt  er  voordurend  studies  van , want , wanneer  je  te  eniger  tijd  een  bepaald  soort  van  persoon  wilt  onderbrengen  in  een  of  andere  compositie , die  je  gemaakt  heeft , dan  kunt  je  uit  uw  eigen  documentatie  putten  en  kunt  je  uw  type  op  gunstige  wijze  aanvullen  door  aan  zijn  armen  handen  te  tekenen , die  zijn  levensechtheid  zullen  kunnen  vergroten . 
      De  platen  III , IV  en  V  laten  dit  allemaal  duidelijk  zien .
          
                                   De  Schets.

      Na  uitvoering  van  de  voorgaande  studies  zult  je  kunnen  overgaan  tot  de  snelle  schets , want  je  zult  uw  onderwerp  thans  goed  onder  de  knie  hebben :  de  schets , dat  zeiden  wij , is  een  syntheze .  Deze  moet  echter  niet  aan  de  ontleding , de  analyse , voorafgaan .  Indien  je  uw  schetsboek  ter  hand  neemt  op  straat , in  de trein , tram  of  café , beperk  dan  uw  getekende  notietie  tot  de  handen , in  plaats  van  een  hele  figuur  te  willen  maken .  Tracht  hun  houdingen  en  bewegingen  als  in  een  momentopname  vast  te  leggen .  Hetzelfde  model  kan  je  gelegenheid  bieden  tot  talrijke  schetsen , wanneer  hij  bijvoorbeeld  een  gesprek  met  handgebaren  onderstreept .  Tracht  daarbij  de  natuurlijkste  en  " sprekendste "  houdingen  te  pakken , diegene  dus  die  de  uitdrukking  van  de  persoon  in  kwestie versterken  of  zelfs  die , alleen  al  op  zich , de  gevoelen  verraden , die  hem  bezielen  op  het  ogenblik  dat  je  hem  obseveert  ( zie  platen  VI  en  VII ) .
      Een  uitstekende  gewoonte  is  ook  om , zelfs  bij  het  schetsen  van  gehele  figuren , zonder   hen  ooit  te  verstoppen , je  er  toe  te  dwingen  de  handen  uit  te  beelden  in  hun  grote  vormen  door  schematische  lijnen , dus  zonder  afzonderlijke  vingers  te  tekenen  hen  te  beschouwen  alsof  zij  in  wanten  staken .  Men  ontleedt  hen  dan  in  hun  drie  voornaamste delen , te  weten  het  lichaam  ( rug  of  palm ) , de  vier  vingers  bijeen  en  de  duim , waarbij  deze  zich  opent  of  sluit  alsof  hij  met  een  scharnier  bevestigd  was . 
      Aangezien  het  gemakkelijker  is  om  een  arm  aan  een  hand  vast  te  maken  dan  omgekeerd , kunt  je , na  snel  de  hoofdlijnen  van  het  lichaam  geschetst  te  hebben  ( wij  verwijzen  je  hier  naar  het  lesdeel   Het  Schetsen  van  Personen  in  deze  cursus )  beginnen  vanuit  de  handen , waarvan  je  het  gebaar  goed  hebt  weten  te  treffen .  Hun  houdingen  en  aspecten  zijn  zo  afwisselend  dat  er  vaak  maar  weinig  voor  nodig  is  om  een  slechte  aanhechting  te  maken .  Bovenbedoelde  voorzorg  is  dus  zeer  aan  te  bevelen , nog  daargelaten  het  feit  dat , als  je  met  de  tekening  der  armen  begonnen  bent , de  aansluitende  hand  zich  soms  in  het  verkort  zal  vertonen , niet  alleen  lastig  om  weer  te  geven , maar  ook  onaangenaam of  onbegrijpelijk  voor  het  oog .  

                       Nogmaals  de  Tekening   

      Wanneer  je  eenmaal  het  soort  van  handen  gekozen  hebt  en  in  overeenstemming  hebt  gebracht  met  een  bepaald  persoon , zult  je  deze  op  expressieve  en  levendige  wijze  moeten  weergeven  en  het  is  dan  dat  je , bijvoorbeeld  bij  illustraties  of  humoristische  tekeningen , die  je  maakt , een  even  goede  toneelspeler  als  tekenaar  zal  dienen  te  zijn .  Je  kunt  dan  voor  de  spiegel  zelf  de  verschillende  gebaren  en  uitdrukkingen  nabootsen , die  je  uw  figuren  geven  wilt , totdat  uw  houding  goed  weergeeft  wat  je  hen  wilt  laten  " zeggen " .
      Ingewikkelder  zijn  handen  die  op  de  een  of  andere  wijze  samenwerken  : een  handdruk , applaudiserende  handen , in  elkaar  gevouwen  handen , achter  de  rug  gevouwen  handen , handen  die  een  of  ander  werktuig  hanteren 
    ( bezem , schop , houweel  enz. ) , die  van  een  klokkenluider , van  een  vrouw , die naait  of  breit , de  was  wringt , handen  die  men  bezig  is  te  wassen  enz .  Ziedaar  een  aantal  studieobjecten , die  even  boeiend  als  leerzaam  zijn .
      Ook  gehandschoende  handen  moeten  bestudeerd  worden .  Of  de  handschoenen  nu  van  wol  of  leer  zijn , peau  de Suéde , voor  de  wintersport , gevoerd enz .  en  onverschillig  of  het  wanten  zijn  van  een  oude  jonkvrouw  uit  de  province  of  de  luxe  handschoenen  van  een  elegante  vrouw , met  omslagen , met  geborduurde  randen , opstiksel  en  wat  al niet ... ( zie  plaat  VIII ) . 
      Zonder  het  werk  van  anderen  letterlijk  te  copieren , kunt  je  toch  profijt  trekken  van  de  wijze , die  ieder  kunstenaar  eigen  is  om  handen  uit  te  beelden , om  er  van  te  nemen , wat  je  nuttig  lijkt :  elegante , maar  nogal  conventionele  handen  van  modetekeningen , spits  en  golvend , altijd  met  een  opgeheven  pinkje , schematische  handen  met  slechts  enkele  expressielijnen  uitgevoerd , zeer  gedétailleerde  handen , misvormde  handen , karikaturaal  gezien , handen  met  karakter ...
      Als  je  werkelijk  een  eigen  manier  om  handen  weer  te  geven  wilt  verkrijgen , bestudeer  dan  hun  anatomie , verdiep  je  in  het  mechanisme  van  hun  bewegingen , en  maak  er  veel  studies  en  schetsen  van , hetgeen  beslist  geen  vervelend  werkje  is .  Integendeel  het  is  zeer  boeiend , want  het  leven  zelf  drukt  zich  in  en  door  handen  uit  en , al  is  het  waar  dat  het  moeilijk  is , het  is  in  ieder  geval  een  moeilijkheid , die  een  echte  goede  tekenaar  dient  te  overwinnen . 
      Het  is  hier  van  belang  om  terug  te  grijpen  naar  de  studie  van  de  arm  en  onderarm , bekeken  onder  de  meest  verschillende  hoeken  en  verkortingen  :  vrouwenarmen , lenig  en  sierlijk , gespierde  mannenarmen , gespannen  door  een  of  andere  arbeid  ofwel  in  rust , mollige  kinderarmen  enz . 
      Wat  wij  vooral  van  u  verwachten , dat  zijn  gemodelleerde  studies , waarbij  de  volumes , tevoorschijn  geroepen  door  de  inwendige  anatomie  ( beenderen , spieren , pezen  enz . )  maar  gelang  de  belichting  duidelijke  tegenstellingen  van  licht  en  schaduw  verwekken  met  krachtige  accenten , waardoor  de  meest  kenmerkende  hoogten  en  diepten  tot  hun  recht  komen ; fijne  toonverzwakkingen , delicate  waarden  waaronder  niettemin  de  onderliggende  structuur  voelbaar  blijft , deze  zullen  de  verbindende  overgangen  vormen , die  het  modelé  zullen  aanvullen , waardoor  een  samenhangend  geheel  zal  ontstaan .
      In  een  volgend  hoofdstuk  zullen  wij  het  hebben  over  de  mouwen  van  kleding  en  over  hun  plooien , die  altijd  in  nauw  verband  staan  met  het  volume  en  de  stand  van  de  ledematen , die  zij  bedekken .  Het  naakt , dat  vroeger  bestudeerd  werd , is  niet  alleen  interessant  in  zichzelf , door  de  plastische  effecten , die  het  meebrengt , maar  ook  door  alle  hulp , die  het  ons  geeft , om  leven  te  verschaffen  aan  geklede  figuren , zoals  in  actie  als  in  ruststanden .      

     


    29-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 37 . c , - FIG . 12 . CONTRUCTIE
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 37 . c ,

    Fig . 12 .

    Contructie  en  tekening
    in  lijn  van  de  vingers .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PLAAT III
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Plaat  III

    Contructie  en  tekening 
    in  lijn  van  rugzijde  en 
    gesloten  hand .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PLAAT IV
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Plaat  IV

    Contructie  en  tekening
    in  lijn  van  de  palmzijde .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PLAAT V
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Plaat  V

    Expressieve  handen  met
    schetsmatig  modelé .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PLAAT VI
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Plaat  VI

    " Schematische "  hand 
        en schetsen  in  lijn .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PLAAT VII
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Plaat  VII

    Schetsen  met 
    schaduwaanduiding .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 37 . c , - PLAAT VIII
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 37 . c ,

    Plaat  VIII

    Gehandschoende  handen .

    28-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 37 . b , - ANATOMIE VAN DE HAND .

    Art . Nr . 37 . b ,

                        Anatomie  van  de  Hand.

    A )  Skelet  en  geledingen .
      Het  skelet  bestaat  uit  drie  delen :
    De  handwortel , de middelhandsbeenderen  en  de  vingerkootjes .
      De  handwortel  valt  samen  met  de  pols .  Hij  is  samengesteld  uit  acht  kleine  beentjes  ( zie  A  op  plaat  I  :  palmzijde  van  de  hand ) , onderling  geleed  en  ook  met  de  onderuiteinden  van  de  beenderen  der  onderarm , spaakbeen  aan  de  kant  van  de  duim  en  ellepijp  aan  die  van  de  pink . Deze  gewrichtsbandachtige  geledingen  zorgen  voor  de  soepelheid  van  de  pols . 
      Op  het  lichaam  kan  men  deze  beentjes , onder  de  zachte  delen , waardoor  zij  bedekt  worden , moeilijk  voelen , behalve  het  erwtenbeen  en  het  groot  veelhoekig  been , die  naar  buiten  uitsteken , het  eerste  in  het  verlengde  van  de  pink , het  tweede  in  dat  van  de  duim .  Boven  de  handwortel  voelt  men  het  benige  relief  van  het  spaakbeen  en  de  ellepijp .
      Het  oppervlak  van  de  handwortel  is  licht  hol  aan  de  binnenzijde  van  de  hand  om  plaats  te  geven  aan  de  bloedvaten , de  zenuwen  en  de  pezen  van  de  vingerbuigers , die  van  de  onderarm  naar  de  vingers  lopen .  Zijn  rugzijde  is  enigszins  bol .

      De  middelhandsbeenderen  zijn  vijf  in  getal  en  veel  langer .  Hun  uiteinden  zijn  iets  bolvormig .  In  het  midden  zijn  zij  driehoekig  van  doorsnede  en  in  de  lengte  vertonen  zij  een  vrij  sterke  buiging , die  overeenkomt  met  de  holte  van  de  hand .  Tesamen  vormen  zij  het  middengedeelte  van  de  hand .  Hun  uiteinden  zijn  verbonden  met  gewrichtsbanden , enerzijds  met  de  onderste  rij  van  de  handwortelbeentjes , anderzijds  met  de  eerste  vingerkootjes .  Kleine  tussenbeensspiertjes  zorgen  voor  hun  ondelinge  saamhorigheid .
      Wanneer  de  hand  gebogen  is , ziet  men  duidelijk  het  buiteneinde  van  het  middelhandsbeen , dat  aan  de  middelvinger  vastzit , vooral  bij  magere  en  bejaarde  personen .  Men  nummert  hen  te  beginnen  bij  de  duim  ( 1e , 2e , 3e  enz. ) .  
       De  vingerkootjes  vormen  het  skelet  van  de  vingers .  Ieder  heeft  er  drie , behalve  de  duim , die  er  maar  twee  heeft  ( evenals  de  grote  teen ) .  Deze  beenstukjes  vertonen  een  vrij  grote  gelijkenis  met  de  middelhandsbeenderen , met  dit  voorbehoud  dat  deze  gelijkenis  afneemt  met  hun  lengte , die  geringer  wordt  van  de  eerste  naar  de  laatste , waarbij  de  eerste  diegene  is , die  grenst  aan  het  middelhandsbeen .
      
      Ieder  eerste  kootje  of  grondkootje  is  aan  de  ene  zijde  geleed  met  het  uiteinde  van  het  middelhandsbeen  en  aan  de  andere  zijde  met  het  tweede  of  middelkootje , dat  op  zijn  beurt  geleed  is  met  het  derde  of  nagelkootje .  Deze  geledingen  zijn  gehuld  in  een  soort  van  gewrichtsbandachtig  kousje , die  de  benige  uitsteeksels  verzachten  en  het  volume  vergroten  van  de  koppen  der  kootjes .  De  belangrijkste  kootjes  ziet  men  op  de  hoogte  van  de  geledingen  van  middelhandsbeenderen  en  grondkootjes  op  de  rug  van  de  hand .  De  kop  van  ieder  middelhandsbeen  vormt  een  gootje , dat  aansluit  aan  een  afgerond  "elleboogje " 
    ( zie  B  -  plaat  I  :  rugzijde ) .  Bij  gesloten  vuist  ziet  men  vier  knokkels  verschijnen , waarvan  die  van  de  middelvinger  de  grootste  is .  ( Zie  C  -  plaat  I  ) .  De  geledingen  tussen  de  beenderen  van  de  onderarm  en  de  handwortel  en  tussen  de  handwortel  en  de  middelhandsbeenderen  maken  het  strekken  ( achterover  buigen )  en  het  buigen   ( voorover  buigen )  van  de  hand  mogelijk , waarbij  het  strekken  voornamelijk  het  werk  is  van  eerstgenoemde  geleding  en  het  buigen  van  de  laatstgenoemde .
      Het  opzij  buigen  van  de  hand  aan  beide  kanten  en  de  wenteling  om  zijn  as  zijn  weer  het  werk  van  de  handwortel .  Behalve  de  bewegingen  van  buiging  en  strekking , staan  de  geledingen  tussen  handwortel  en  middelhandsbeenderen  van  de  vier  laatste  vingers  deze  slechts  een  zeer  geringe  achterwaartse  strekking  toe .  Daartegenover  zijn  de  bewegingen  van  de  duim  veel  gevarieerder :  buiging , waarbij  zijn  uiteinde  zich  verplaatst  naar  de  andere  vingers  teneinde  er  een  tang  mee  te  vormen , strekking  naar  buiten  en  naar  binnen , tenslotte  wenteling , dit  alles  is  mogelijk  bij  hem .  
      Wat  de  geledingen  tussen  de  middelhands  beenderen  en  de  vingerkootjes  betreft , zij  maken  buigen  en  strekken  mogelijk , alsook  bewegingen  naar  buiten  en  naar  binnen  ( dus  het  zich  naderen  en  verwijderen  der  vingers ) , wenteling  en  een  beperkte  passieve  rotatie , die  men  een  vinger  kan  laten  uitvoeren  door  hem  een  weinig  om  zijn  as  te  laten  draaien .
      De  geledingen  tussen  de  vingerkootjes  onderling  tenslotte  zijn  slechts  tot  buigen  en  strekken  in  staat .  Alles  bijeen  is  de  hand  een  instrument  van  een  onvergelijkelijke  soepelheid , hetgeen  wij  dagelijks  kunnen  constateren  bij  alle  denkbare  handelingen  en  tijdens  de  meest  uiteenlopende  soorten  van  werk . 
       Resumerend  moet  men  opmerken  dat  het  skelet  van  de  hand  zeer  verbrokkeld  is .  Wanneer  de  vingers  aaneengesloten  zijn , zou  men  zijn  omtrek  ovaal  kunnen  noemen .  Zijn  dikte  is  gering .  Zijn  rugzijde  is  enigszins  bol  en  zijn  palmzijde  enigszins  hol .
    B )  Spieren .
      In  tegenstelling  tot  de  rug  van  de  hand  is  de  plam  goed  van  vlees  voorzien .  Men  ziet  er  twee  verhevenheden , de  ene  bolvormig , bij  de  duim  (duimmuis )  en  de  andere  langwerpig , bij  de  pink  (pinkmuis ) , beiden  veroorzaakt  door  spiergroepjes , die  bij  deze  vingers  behoren  ( zie  plaat  II  en  fig . 11 ) . 
      Door  de  werking  van  een  dezer  spieren  wordt  de  duim  naar  de  binnenzijde  van  de  hand  gevoerd  ( aanvoering ) en  het  is  vooral  in  deze  stand  dat  de  duimmuis  zijn  volle  omvang  verkrijgt .  Maar  hij  kan  ook , evenals  de  pink , een  tegengestelde  beweging  uitvoeren  ( afvoering ) .
      Er  zijn  ook  dieper  liggende  spieren 
    ( spoelwormspieren  en  tussenbeensspieren )  die  gedeeltelijk  bedekt  worden  door  degene , die  wij  hierboven  vermelden  en  door  de  pezen  van  de  buigspieren , die  uit  de  onderarm  komen .  Onder  de  huid  wordt  de  hand  bijna  geheel  bedekt  door  een  vezelachtig  vlies , dat  sterk  en  elastisch  is  en  driehoekig  handpalmvlies  genoemd  wordt .  Eenzelfde  vlies  bevindt  zich  ook  aan  de  rugzijde .  Op  die  rugzijde , vooral  bij  gebalde  vuist , voelt  en  ziet  men  duidelijk  de  anderen  en  de  waaiervormige  verhevenheden  van  de  pezen  der  hand  -  en  vingerstrekkers , die  eveneens  uit  de  onderarm  komen .  Wanneer  de  duim  aangevoerd  is , dus  de  wijsvinger  raakt , ziet  men  de  zwelling  van  de  eerste  tussenbeensspier  van  de  rugzijde .
    C )  Huid
      De  palm  van  een  hand  wordt  doorgroefd  door  meer  of  minder  sterke  rimpels , die  zich  daar  gevormd  hebben  als  gevolg  van  de  vasthechting  van  de  huid  aan  het  handplamvlies  en  door  de  werking  van  herhaald  uitgevoerde  bewegingen .  Deze  rimpels  ziet  men , weliswaar  met  afwijkingen , op  alle  handen .  Let  daarbij  ook  op  de  buigplooien  van  de  vingers , die  verschillen  van  degenen , die  op  de  rugzijde  verschijnen , wanneer  men  de  vingers  strekt .  Deze  laatste  onstaan  door  de  slapheid  van  de  huid , die  op  die  zijde  groter  is .  Door  het  buigen  der  vingers  is  deze  namelijk  van  lieverlede  uitgerekt , zoals  het  geval  is  met  de  ellebogen  van  een  versleten  kledingstuk .
      Tenslotte  merken  wij  op  dat  het  interessant  kan  zijn  om  de  vorm  en  de  wijze  van  inplanting  der  nagels  te  bekijken .




    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!