E-mail mij

Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

Archief per week
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
    Inhoud blog
  • ART . NR . 83 . - BESLUIT
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 38 - HET STRAND TE TROUVILLE - DOOR HAMBOURG .
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 36 - HET STRAND BIJ BANYULS - DOOR MEVR . DIVERLY
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 35 - LANDSCHAP DOOR FEUGEREUX
  • ART . NR . 82 . b , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 34 . - DE KUST VAN BRETAGNE - DOOR RENEFER
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 33 . - SCHETSTEKENING
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 32 . - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 31 . - DE SEINE BIJ TRIEL - DOOR RENEFER
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 30 . - EEN GEZICHT OP HYERES
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 29 . - OP DE MANIER VAN JONGKIND
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 37 - STADSGEZICHT - DOOR PAULE RAY
  • ART . NR . 82 . a , - VERSCHILLENDE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 28 . - EEN ANDER LANDSCHAP
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 25 . - HET LANDSCHAP - DE SCHETSOPZET
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 26 . - HET LANDSCHAP - HET TWEEDE STADIUM
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 27 . - HET LANDSCHAP - LAATSTE STADIUM
  • ART . NR . 82 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 81 . b , - HET DIER
  • ART . NR . 81 . b , - FIG . 23 . - DE SCHETS VAN HET DIER
  • ART . NR . 81 . b , - FIG . 24. - DE VOLTOOIDE ARBEID VAN HET DIER
  • ART . NR . 81 . a , - EEN GEKLEDE FIGUUR EN EEN STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 21 . - HET STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 22 . - HET STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 19 EN 20 . - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 81 . - FIG . 18 . - HET NAAKT
  • ART . NR . 81 . - HET PORTRET EN HET NAAKT
  • ART . NR . 81 . - FIG . 16 . - DE SCHETS - HET PORTRET
  • ART . NR . 81 . - FIG . 17 . - VOLTOOIDE AQUAREL - HET PORTRET
  • ART . NR . 80 . a , - BLOEMEN
  • ART . NR . 80 . a , - FIG . 13 , 14 EN 15 - BLOEMEN - AQUAREL
  • ART . NR . 80 . a , - FIG . 10 , 11 EN 12 - BLOEMEN - AQUAREL
  • ART . NR . 80 . - OEFENINGEN IN DE PRAKTIJK
  • ART . NR . 80 . - FIG . 8 . SCHETSOPZET MET IETS ZWAARDER GEBRUIKT POTLOOD
  • ART . NR . 80 . - FIG . 9 . - VOLTOOIDE AQUAREL
  • ART . NR . 80 . - FIG . 5 EN 6 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 80 . - FIG . 7 . - VOLTOOIDE AQUAREL
  • ART . NR . 79 . e , - VERWIJDERINGEN
  • ART . NR . 79 . d , - VERBETERINGEN EN DE TOETS
  • ART . NR . 79 . c , - OVER ELKAAR HEENGEBRACHTE TINTEN
  • ART . NR . 79 . b , - VERSMOLTEN TONEN
  • ART . NR . 79 . a , - VLAKKE TINT MET UITSPARING
  • ART . NR . 79 . a , - SCHEMA
  • ART . NR . 79 . - TECHNIEK VAN DE AQUAREL
  • ART . NR . 79 . - VLAKKE TINT
  • ART . NR . 78 . b , - PRAKTIJK - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 4. - VERSCHILLENDE TINTEN
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 3. - MODULATIES
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 2. - VLAKKE TINT
  • ART . NR . 78 . a , - ( VERVOLG ) PRAKTIJK - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 78 . - PRAKTIJK
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 1 . HET MATERIAAL VOOR DE AQUAREL
  • ART . NR . 77 . - THEORIE - AQUAREL -
  • AQUAREL - SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - VIERDE DEEL - ART . NR .76 . - INLEIDING
  • ART . NR . 75 . a , - FIG . 41 . HET BLOEMENMEISJE - ( BONNETERRE ) .
  • FIG . 40 . - STILLEVEN ( RENEFER )
  • ART . NR . 75 . a , - FIG . 39 . - HET KLEURPOTLOOD
  • ART . NR . 75 . a , - TECHNIEK - KLEURENPOTLOOD
  • ART . NR . 75 . - HET KLEURPOTLOOD
  • ART . NR . 74 . e , - HET PORTRET
  • ART . NR . 74 . e , - FIG . 37 EN 38 - HET PORTRET
  • ART . NR . 74 . d , - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 74 . d , - FIG . 35 EN 36 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 74 . c , - BLOEMEN
  • ART . NR . 74 . c , - FIG . 33 EN 34 - BLOEMEN
  • ART . NR . 74 . b , - VOORBEELDEN - STILLEVENS
  • ART . NR . 74 . b , - FIG . 31 . - HET PASTEL - STILLEVEN - SCHETSOPZET
  • ART . NR . 74 . b , - FIG . 32 . - HET PASTEL - STILLEVEN
  • ART . NR . 74 . a , - TECHNIEK VAN HET PASTEL
  • ART . NR . 74 . - HET PASTEL - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 74 . - FIG . 30 . - PASTELDOOS MET ENKELE TONEN
  • ART . NR . 73 . e , - HET AFFICHE EN ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 26 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 25 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 24 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 29 . - ONTWERP VOOR RECLAMEBILJET
  • ART . NR . 73 . d , - EEN DECORATIEVE COMPOSITIE
  • ART . NR . 73 . d , - FIG . 28 . - DECORATIEF LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . d , - FIG . 27 . - DECORATIEVE COMPOSITIE
  • ART . NR . 73 . c , - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 73 . c , - FIG . 23 - ZEEGEZICHT
  • ART . NR . 73 . c , - FIG . 21 EN 22 . - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 73 . b , - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . b , - FIG . 19 EN 20 . - TWEE LANDSCHAPPEN VAN RENEFER .
  • ART . NR . 73 . b , - FIG . 17 EN 18 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . a , - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 73 . a , - FIG . 15 EN 16 . - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 73 . - HET PORTRET
  • ART . NR . 73 . - FIG . 12 , 13 EN 14 - HET PORTRET
  • ART . NR . 72 . a , - BLOEMEN IN EEN LANDSCHAP
  • ART . NR . 72 . a , - FIG . 10 EN 11 . - BLOEMEN IN EEN LANDSCHAP
  • ART . NR . 72 . - BLOEMEN
  • ART . NR . 72 . - FIG . 7 , 8 EN 9 . - DE BLOEM
  • ART . NR . 71 . b , - DERDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . b , - FIG . 6 . - DERDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . a , - TWEEDE VOORBEELD
  • ART . NR 71 . a , - FIG . 4 . EN 5 . - HET STILLEVEN - TWEEDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 71 . - FIG . 1 , 2 EN 3 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 70 . b , - TECHNIEK VAN DE GOUACHEVERF
  • ART . NR . 70 . a , - HET MATERIAAL VOOR GOUACHE
  • ART . NR . 70 . a , - PLAAT I - HET MATERIAAL VOOR GOUACHE
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - DERDE DEEL - ART . NR .70 . - GOUACHE - PASTEL - KLEURENPOTLOOD
  • ART . NR . 69 . a , - LAATSTE RAADGEVINGEN
  • ART . NR . 69 . - HET DIER
  • ART . NR . 69 . - FIG . 41 .
  • ART . NR . 69 . - FIG . 40 . - DE EZEL DOOR PELAVO
  • ART . NR . 68 . d , - HET DECORATIEVE LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . d , - FIG . 37 EN 38 . - DECORATIEF LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . c , - DE FIGUUR IN HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 36 . - LANDSCHAP DOOR SHEDLIN .
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 35 . - BOSGEZICHT DOOR CHARLOT .
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 39 . - STADSGEZICHT DOOR ITHIER .
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 34 . - LANDSCHAP DOOR RENEFER
  • ART . NR . 68 . b , - TWEE ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 68 . b , - FIG . 33. - BRANDING OP DE ROTSEN
  • ART . NR . 68 . b , - FIG . 32 . - STRANDGEZICHT
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 31 . - EEN MET DE KWAST GESCHILDERD LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . a , - EEN MET DE KWAST GESCHILDERD LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 30 . - TUINGEZICHT
  • ART . NR . 68 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . - FIG . 26 , 27 , 28 EN 29 - LANDSCHAP
  • ART . NR . 67 . a , - FIG . 21 EN 22 - GEKLEDE FIGUUR
  • FIG . 25 . - NAAKT DOOR CALLEWAERT .
  • ART . NR . 67 . a , - FIG . 19 en 20 . - NAAKT - ONDERSCHILDERING EN VOLTOOIDE STUDIE .
  • ART . NR . 67 . a , - DE FIGUUR
  • ART . NR . 67 . - FIG . 24 . - PORTRET DOOR C . LE BRETON .
  • ART . NR . 67 . - FIG . 23 . - ZELFPORTRET VAN RENEFER .
  • ART . NR . 67 . - FIG . 16 , 17 EN 18 . - DE KOP EN HET PORTRET .
  • ART . NR . 67 . - DE KOP EN HET PORTRET .
  • ART . NR . 66 . - FIG . 15 . - EENVOUDIG BOEKETJE .
  • FIG . 14 . - DECORATIEF OPGEVAT BOEKET VAN RENEFER .
  • ART . NR . 66 . - FIG . 11 , 12 EN 13 . - BOEKET VAN ROZEN - IN DRIE STADIUMS
  • ART . NR . 66 . - DE BLOEM EN HET BOEKET.
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 10 . - STILLEVEN VAN RENEFER . - DE WERKTAFEL VAN DE KUNSTENAAR .
  • FIG . 9 . - STILLEVEN VAN SHEDLIN . - EXPRESSIONISTISCHE TENDENS .
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 6 . - STILLEVEN MET VRUCHTEN .
  • ART . NR . 65 . - FIG . 7 . - STERK VERGROOT ONDERDEEL VAN FIG . 5 .
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 8 . - STILLEVEN VAN BOSCO . - FLESSEN .
  • ART . NR . 65 . - FIG . 3 , 4 EN 5 . - STILLEVEN DOOR RENIFER
  • ART . NR . 65 . - FIG . 1 EN 2 . - ONDERDELEN VAN EEN STILLEVEN .
  • ART . NR . 65 . a , - ANDERE VOORBEELDEN
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - TWEEDE DEEL - ART . NR . 65 .
  • ART . NR . 64 . f , - VLAKTEN - LUCHT EN WOLKEN.
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XVI . - EEN LANDSCHAP .
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XV - EEN BEWOLKTE HEMEL .
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XIV - EEN VLAKTE .
  • ART . NR . 64 . e , - ONDERDELEN VAN HET LANDSCHAP .
  • ART . NR . 64 . e , - PLAAT XIII - EEN BOOM
  • ART . NR . 64 . d , - ENKELE GEBRUIKSVOORWERPEN .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT XII . - TWEE VOORWERPEN VAN AARDEWERK .
  • PLAAT XI . - EEN KOPEREN POT .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT X . - SCHOTEL EN MAATBEKER VAN TIN .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT IX . - EEN KRISTALLEN FLACON .
  • ART . NR . 64 . c , - GROENTEN
  • ART . NR . 64 . b , EN c , - PLAAT VIII - PERZIKEN - EN GROENTEN
  • ART . NR . 64 . b , - TWEEDE STUDIE
  • ART . NR . 64 . b , - PLAAT VII - ZIJDEN SJAAL - EN PEER
  • ART . NR . 64 . a , - DE EERSTE SCHILDEROEFENINGEN
  • ART . NR . 64 . a , - PLAAT VI - EEN LAP STOF
  • ART . NR . 64 . - OEFENINGEN IN DE PRAKTIJK
  • ART . NR . 63 . - PLAAT IV - HET MATERIAAL VOOR HET SCHILDEREN MET OLIEVERF
  • ART . NR . 63 . - PLAAT V - HET MATERIAAL VOOR HET SCHILDEREN MET OLIEVERF
  • ART . NR . 63 . - DE OLIEVERFTECHNIEK - HET MATERIAAL.
  • ART . NR . 62 . a , - VERVOLG - KLEUREN
  • ART . NR . 62 . - PLAAT III - KLEUREN
  • ART . NR . 62 . - PLAAT II - DE KLEUREN
  • ART . NR . 62. - PLAAT I - THEORIE VAN DE KLEUR
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - EERSTE DEEL - ART . NR . 62 .
  • BESLUIT VAN HET ONTWERPEN .
  • ART . NR . 61 . d , - FIG . 105 . - ONTWERP
  • ART . NR . 61 . d , - REPRODUCTIE EN DRUKTECHNIEKEN IN KLEUREN
  • ART . NR . 61 . d , - FIG . 101 , 102 EN 103 . - SCHEMATISCHE VOORSTELLING VAN KLEUREN
  • ART . NR . 61 . c , - FIG . 104 - HOE TE WERKEN
  • ART . NR . 61 . c , - FIG . 100 . - TEKENING IN LIJNEN EN SPATWERK VAN BECAN .
  • ART . NR . 61 . c , - HOE TE WERKEN
  • ART . NR . 61 . b , - FIG . 99 . - HET MATERIAAL VAN DE STEENTEKENAAR
  • FIG . 98 . - BOEKDRUK EN KOPERDIEPDRUK
  • ART . NR . 61 . b , - DRUKTECHNIEKEN
  • ART . NR . 61 . a , - FIG . 91 . - LOSSE DRUKLETTER
  • FIG . 92 . - VERGROTEN OF VERKLEINEN
  • FIG . 93 EN 94 .
  • ART . NR . 61 . a , - FIG . 95 , 96 EN 97 . - RASTERCLICHE'S
  • ART . NR . 61 . a , - REPRODUCTIE EN DRUKTECHNIEKEN
  • ART . NR . 61 . - FIG . 88 . - MODESCHOW
  • FIG . 89 . - ONTWERP - MODETIJDSCHRIFT
  • FIG . 90 . - HERENMODE .
  • ART . NR . 61 . - PLAAT VI - MODETEKENING
  • ART . NR . 61 . - DE MODETEKENING
  • ART . NR . 60 . a , - PLAAT IV - SCHETSEN VOOR EEN LAYOUT
  • FIG . 87 . - GEKOZEN SCHETS
  • ART . NR . 60 . a , - PLAAT V - UITVOERING VAN DE TEKENINGEN
  • ART . NR . 60 . a , - HET ONTWERPEN VAN EEN ADVERTENTIE
  • ART . NR . 60 . - FIG . 86 . - RECLAME - ONTWERPEN
  • ART . NR . 60 . - HET RECLAME ONTWERPEN
  • ART . NR . 60 . - PLAAT III - ( CASSANDRE EN DRODOVITCH ) .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 85 - HET VOLTOOIDE ONTWERP - DOOR A. CREUZOT .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 82 . - SCHETSEN VOOR EEN COMPOSITIE .
  • FIG . 83. - SCHETSEN VOOR DE COMPOSITIE .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 84 . - UITGEZOCHT EN DAARNA UITGEWERKT .
    Blog als favoriet !
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    fiepshersenspinsels
    blog.seniorennet.be/fiepshe
    Teken en schildercursus fritske3
    TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
    26-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 67 . - DOORGEVOERDE EN VER DOORGEVOERDE SCHETS
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 67 .

    Uitbeeldingswijze  die  tussen 
    de  doorgevoerde  en  ver 
    doorgevoerde  schets  ligt .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 45 . c , - FIG . 65 - DE KOE
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 45 . c ,

    Fig . 65 .

    Van  eenvoudige  schets
    tot  ver  doorgevoerde
    schets .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 66 . - VER DOORGEVOERDE SCHETS
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 66 .

    Schets  die  al  uitgaat 
    naar  de  ver  doorgevoerde
      schets , met  aanduiding 
    van  de  pigmentvlekken 
    van  het  dier .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 64 . - DE KIPPENKOP - MARABOE EN HET NIJLPAARD
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 64 .

    Kippenkop , maraboe  met
    uitgespreide  vleugels ,
    rustend  nijlpaard ;
    eenvoudige  schetsen
    ( potlood  zoals  ook  bij 
    fig . 65  t /m  78 ).

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 45 . b , - DE VERSCHILLENDE STADIA VAN DE STUDIE

    Art . Nr . 45 . b ,

        De  verschillende  stadia  van  de  studie .

      Men  kan  het  verloop  van  de  studie  als  volgt  zien  :

     1 .  De  schematische schets ;  a )  van  onbewegelijke  en   b )  van  bewegende  dieren . 2 .   De  eenvoudige  schets .
     3 .  De  doorgevoerde  schets .
     4 .  De  ver  doorgevoerde  schets .
     5 .  De  schets  van  een  groep  ( meer  of  minder  doorgevoerd ) . 
     6 .  De  schets  met  aanduiding  van  de  omgeving . 
     7 .  De  studie  van  een  onderdeel . 
     8 .  De  studie  van  de  huidbekleding . 
     9 .  De  studie  van  een  geheel . 
     10 .  De  tekening  of  het  schilderij .
     Wij  hebben  deze  volgorde  aangenomen  omdat  zij  onze  uiteenzetting  gemakkelijker  maakt .  Maar  in  werkelijkheid  gaat  je  niet  beginnen  met  de  praktijk  van  de  schets .  In  beginsel  zullen  uw  eerste  werken  gewijd  moeten  worden  aan  de  studie  van  dode  dieren  en  je  zult  aanstonds  begrijpen  waarom . 
      De  bewegelijkheid  van  het  dier  vormt  de  voornaamste  hindernis  voor  de  uitvoering  van  een  studie  en  zelfs  van  een  schets .  Echter  vereist  de  studie , een  langzame  arbeid , meer  dan  de  schets  -  een  snelle  uitvoering  -  dat  het  model  zijn  pose  bewaart  en  zich  dus  leent  tot  een  genoegzaam  langdurige  waarneming . 
      Van  de  andere  kant  is  de  schets  een  synthese  en  om  die  tot  stand  te  brengen  is  het  beter  om   voordien  een  ontleding  uitgevoerd  te  hebben  en  dat  is  nu  juist  wat  een  studie  is .  Zeer  zeker  is  het  waar  dat  in  de  schets  de  synthese , de  samenvatting , voorafgegaan  is  door  een  analyse , maar  deze  is  vooral  van  geestelijke  aard  en  buitengewoon  snel .  Om  deze  snelheid  te  kunnen  bereiken  is  de  oefening , verkregen  door  een  aanhoudende  praktijk  van  de  schets  en  door  het  herhaald  uitvoeren  van  rustige  analyses , uiteraad  hoogst  nuttig .  Maar  daarmee  komen  wij  terecht  in  een  vicieuze  cirkel .  De  enige  manier  om  daaruit  te  geraken  bestaat  in  een  volkomen  onbewegelijk  model  te  nemen , dat  men  dan  in  alle  rust  kan  gaan  bestuderen .  Het  dode  dier  zal  ons  dit  model  kunnen  verschaffen , maar  wij  komen  later  op  deze  zaak  terug .  Laten  wij  thans  terugkeren  tot  ons  eigenlijke  onderwerp .

                   De  schematische schets

      Wij  bedoelen  daarmee  een  zeer  bondige , in  zekere  mate  schematische , uitbeelding , waarbij  de  ingewikkelde  vorm  tot  zijn  eenvoudigste  uitdrukking  herleid  wordt .  Het  is , als  men  wil , een   " grafische  samenvatting " , die  slechts  de  meest  essentiele  lijnen  bevat , die  dan  alleen  de  grote  massa's  van  het  model  omsluiten . 
      Overigens  is  deze  werkwijze  je  in  het  geheel  niet  onbekend , want  je  heeft  hem  al  beoefend  tijdens  de  studie  van  het  lesdeel   Het  Schetsen Van  Personen .
      In  onze  opsomming  hebben  wij  enigszins  willekeurig  de  schematische  schets  van  het  onbewegelijke  en  van  het  bewegende  dier  van  elkaar  gescheiden .  Het  is  in  feite  vrij  zeldzaam , zoals  je  wel  weet , dat  de  dieren , evenals  de  kinderen , volkomen  onbewegelijk  zijn , behalve  als  zij  slapen .  Maar  tenslotte  zijn  er  toch  ook  modellen  die  wat  rustiger  zijn  dan  anderen .  Het  is   uw  taak  daarnaar  uit  te  zien  in  het  eerste  stadium  van  uw  studie .  Een  uitstekend  hulpmiddel , dat  wij  reeds  vaak  hebben  aanbevolen , bestaat  in  het  eerst  met  de  ogen  tekenen , om  het  zo  eens  te  noemen , dus  zonder  gebruik  van  potlood .  Het  betreft  dan  de  grote  samenstellende  delen  van  het  model  en  deze  herleid  te  zien  tot  hun  essentiele  massa's .  Daarvan  ziet  je  twee  notities  ( fig . 60 )  die  de  praktische  torpassing  van  dit  beginsel  tonen .  Je  zult  dus  in  de  geest  een  beeldschema  bezitten , dat  steeds  duidelijker  en  vollediger  zal  worden , naarmate  je  zich  volgens  dit  beginsel  geoefend  zult  hebben .  Het  is  daarbij  nuttig  om  gelijkenissen  te  zoeken  die  de  schematisatie  van  de  vormen  kunnen  bevorderen  en  wij  handelen  dan  wel  geheel  in  de  geest  van  de  A.B.C.  methode .  Kijk  bijv.  eens  naar  de  pelikaan  van  fig . 60 . De  belangrijkste  van  de  massa's  is  natuurlijk  het  eigenlijke  lichaam .  Lijkt  hij  niet  sterk  op  een  beetje  scheef  geplaatste  grote  O  ?  De  poten  ?...  Maar  die  zijn  tweemaal  een  grote  L ;  de  hals ?... Hij  vormt  zich  naar  het  model  van  twee  omgekeerde  S .  Een  kleine  o , meer  liggend  dan  de  eerste  ( de  grote  O  van  het  lijf )  stelt  de  kop  voor .  Wat  de  enorme  bek  betreft  dat  is  een  V .  Wij  hebben  hier  een  wijze  van  doen , die  zowel  vermakelijk  als  leerzaam  en  een  ogentraining  van  de  eerste  rang  is .  Wanneer  je  eenmaal  het  model  in  de  geest , en  wel  heel  snel , zijn  bepaling  gegeven  hebt , behoeft  je  dit  schema  slechts  met  enkele  krijtlijnen , vlug  op  papier  gezet , vast  te  leggen .
      Je  begrijpt  natuurlijk  wel  dat  deze  handelwijze  ook  uitermate  van  pas  komt  bij  het  dier  dat  in  beweging  is .  Je  gaat  zich  daarbij  niet  onmiddelijk  werpen  op  dieren , waarvan  de  bewegingen  zeer levendig  zijn  en  die  voortdurend  van  stand  veranderen .  Grijp  de  moeilijkheden  met  geleidelijkheid  aan .  Laten  wij  b.v.  eens  een  kip  ter  hand  nemen .  Ziehier  dan  twee  andere  schetsen , die  je  het  resultaat  ( fig. 62 )  tonen  bij  een  dier  dat  zonder  al  te  grote  snelheid  een  beweging  herhaalt , die  niet  lastig  te  doorgronden  is .  
      Wilt  je  nu  eens  weten  hoe  men  zich  er  met  ere  af  kan  brengen  door  het  toepassen  van  dezelfde  werkwijze  wanneer  het  er  om  gaat  veel  snellere  bewegingen  tot  uitdrukking  te  brengen  ?   Bekijk  dan  maar  eens  die  kleine  schetsjes  van  fig. 63 .  Om  je  gerust  te  stellen  -  en  je  aan  te  moedigen  -  zeggen  wij  er  dadelijk  bij  dat  zij  uitgevoerd  zijn  door   A.B.C.  -  cursisten  tijdens  hun  studie .  Bewonder  hen  gerust , maar  wees  er  van  overtuigd  dat  uzelf , door  je  te  oefenen  in  ZIEN  en  goed  te  zien , er  ook  in  zult  kunnen  slagen  om  leven  en  beweging  weer  te  geven .  Hier  zijn  het  niet  zo  zeer  de  volumes  die  uitgedrukt  zijn , maar  de  grote  lijnen , die  bepalend  zijn  voor  de  beweging .  In  werkelijkheid  werden  deze  schetsjes  vol  levendigheid  en  humor  ( door  hun  waarheid )  niet  uitgevoerd  in  de  natuur  maar  naar  de  natuur , dus  naar  visuele  herinneringen , die  zich  in  de  geest  hadden  vastgezet  op  de  wijze , die  wij  hierboven  hebben  aanbevolen  en  het  is  daarom , dat  wij  hen  afdrukken . 
    Het  visuele  geheugen  speelt  uiteraard  een  hoofdrol  bij  dit  soort  van  notities  en  zelfs  bij  het  werken  in  de  natuur , dus  met  het  model  voor  ogen , blijft  hij  nog  van  invloed .  Het  is  derhalve  aan  u  om  hem  te  ontwikkelen  door  een  nooit  aflatende  waarneming . 
      De  houdingen  van  de  beesten  zijn  over  het  algemeen  snel  voorbijgaand .  Men  moet  dus  ook  snel  handelen , wij  zeggen  het  nogmaals , door  het  visuele  geheugen  dat  zijn  indrukken  nog  vers  bezit .  Er  is  geen  sprake  van  dat  men  hier  met  lijntje  voor  lijntje  zou  kunnen  voortschrijden .  Men  moet , nogmaals , ZIEN  en  wel  de  lijn  die  kenmerkend  is  voor  de  beweging , de  algemene  richting  van  een  poot  bijvoorbeeld , maar  deze  lijn  moet  weergegeven  worden  in  geheel  zijn  omvang  en  niet  door  kleine  aarzelende  potloodstreepjes , zoals  men  het  zo  vaak  ziet  doen .  Alles  is  hier  een  kwestie  van  de  ogen .  Oefen  je  dikwijls  !  Werp  je  vastbesloten  op  de  grote  lijnen  en  de  grote  vormen .  Leer  uzelf  om  genoegen  te  nemen  met  aanduidingen , die  tot  het  belangrijkste  zijn  teruggebracht , maar  die  met  levensechtheid , ofschoon  min  of  meer  volledig , de  lopende  koe  weergeven  of  de  vogel  die  zijn  vleugels  uitspeidt  of  het  dravende  paard  enz. 


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 45 . b , - FIG . 60 . - SCHEMASCHETSEN ( ONBEWEGELIJKE DIEREN ) .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Art . Nr . 45 . b ,
     
    Fig . 60 .

    Schemaschetsen
    ( onbewegelijke  dieren ).


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 61 . - VOORGAANDE SCHETSEN AANGEVULD .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 61 .

    Voorgaande  schetsen
    aangevuld .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 62 . - SCHEMASCHETSEN ( BEWEGINGEN ) .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 62 .

    Schemaschetsen
    ( bewegingen ).

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 45 . b , - FIG . 63 . - SCHETSEN VAN SNELLE BEWEGINGEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Art . Nr . 45 . b ,

    Fig . 63 .

    Schetsen  van  onze  leerlingen 
    tijdens  de  studie : 
    de  hr.  Vaillant  (A)  - 
    de  hr.  Eyssautier  (B)  - 
    de  hr.  Xavier  de  Marcilly  (C) .


    25-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 45 . a , - DE UITVOERING
    Art . Nr . 45 . a ,

                            De  uitvoering

      Het  eerste  ogenblik  om  uw  eerste  schets  te  gaan  uitvoeren  is  nog  niet  gekomen .  Het  is  allerminst  juist  om  tot  daden  over  te  gaan  alvorens  volledig  te  zijn  ingelicht .  Laten  wij  dus  samen  de  af  te  leggen  weg  verkennen  om  niet  het  risico  te  lopen  op  een  dwaalspoor  te  raken .
      Bestudeer  met  aandacht  de  verschillende  schetsen , die  deze  uitenzetting  illustreren .  Zij  geven  je  een  denkbeeld  van  de  verschillende  wijzen  van  uitvoering .  Er  zijn  nog  andere  die  je  al  kent , indien  je  onze  vorige  lesdelen  goed  bestudeerd  hebt .  Zo  zult  je  wel  weten  dat  het  altijd  mogelijk  is  om  een  schets  op  te  hogen  met  een  beetje  waterwerf  of  enkele  streepjes  rood , bruin  of  zelfs  wit  krijt , indien  je  op  gekleurd  papier  werkt .
      In  het  voorbijgaan  zouden  wij  nog  willen  zeggen  dat  het  bruine  krijt  ( bister )  op  zeer  gelukkige  wijze  samengaat  met  het  zwart  door  beide  krijtjes  in  een  tekening  te  gebruiken , kan  men  dus  zeer  bekoorlijke  effecten  bereiken .
      Wees  er  echter  wel  van  overtuigd , dat  je  meestal  en  in  het  begin  zelfs  uitsluitend  aangewezen  zult  zijn  op  dat  eenvoudige  en  sympathieke  stukje  houtskool , dat  misschien  vuile  handen  geeft , maar  lichte  en  levendige  effecten  zal  oproepen .
      Geen  ander  materiaal  dan  dit  houtskool  zorgde  voor  het  onstaan  van  de  tekening  die  je  op  fig . 3  ziet .  Dit  is  natuurlijk  een  doorgevoerde  schets  met  zowel  lijnen  als  toonwaarden .  Mischien  dat  het  je  enigszins  afschrikt  een  dergelijke  werk  direct  naar  de  natuur  te  moeten  maken .  Maar  je  kunt  zich  geruststellen , want  je  heeft  al  een  lange  training  achter  de  rug  door  het  werk  van  de  voorafgaande  studies  en  overigens  gaat  je  ook  niet  beginnen  met  oefeningen  van  deze  aard .  Als  wij  je  deze  schets  onder  ogen  brengen , dan  is  dat  ook  om  uw  aandacht  te  vestigen  op  iets  dat  min  of  meer  uitgewerkt  is , opdat  je , door  vergelijking , de  eenvoud  van  de  andere  voorbeelden  beter  kunt  waarderen .  Het  gebeurt  intussen  vaak  dat  dierentekenaars  zich  beperken  tot  zeer  sobere  en  soms  onvolledige  aanduidingen , wanneer  zij  bijv.  te  doen  hebben  met  zeer  vluchtige  bewegingen .  Indien  zij  evenwel  hun  vakmeester  zijn , kunnen  zij , onder  omstandigheden , een  schets  ver  doorvoeren , hetgeen  zij  dan  ook  niet  zullen  nalaten .
      Een  eenvoudige  uitvoering toont  ons  fig . 50 . Hier  zien  wij  slechts  een  lijn  en  enkele  vlekken .  Evenals  de  vorige  schets  is  hij  in  houtskool  uitgevoerd , opgehoogd  met  rood  krijt  ( sanguine ) , op  de  reproductie  niet  als  zodanig  herkenbaar , om  welke  reden  wij  deze  vlekken  met  enkele  kleine  kruisjes  aangeduid  hebben . 
      De  soberheid  is  nog  groter  in  fig . 54 .  De  lijn  die  uitgevoerd  is  met  het  penseel , biedt  het oog  een  volheid  en  soepelheid , die  met  de  pen  niet  te  bereiken  zijn .  De  vergelijking  van  twee  schetsen  van  hetzelfde  onderwerp  ( fig . 51  en  55 )  is  bestemd  om  je  het  verschil  in  lijnwerking  te  doen  voelen  tussen  de  pen  en  het  krijt .  De  lijn  van  de  eerste  is  droger  en  scherper , zelfs  in  het  meer  doorgevoerde  voor  beeld  van  fig . 58 , terwijl  de  lijn  van  het  tweede  materiaal  genuanceerder , molliger  en  strelender  is .  Vergelijk  ook  het  silhouet  met  de  pen  van  de  meeuw  met  dat  van  de  pauw  ( krijt ) .
      Het  penseel  stelt  ons  evenals  het  krijt , in  staat  ons  uit  te  drukken  met  vlakken ... maar  steeds  zonder  voorbereiding  en  voorafgaande    schetsen , omdat de  tijd  daarvoor  bijna  altijd  ontbreekt .  Als  je  probeert  te  schetsen , alvorens  het  penseel  ter  hand  te  nemen , zal  uw  model  bijna  zeker  van  houding  veranderd  zijn ...  Het  is  dus  beter  om  zich  eerst  met  krijt  alleen  te  oefenen  en  eventueel  met  het  penseel  enkele  goed  geplaatste  accenten  aan  te  brengen  en  eerst  na  enkele  oefeningen  uitsluitend  met  het  penseel  te  werken . 
      Thans  ( fig . 52 ) een  schets  met  penseel  en  Oost-indische  inkt  die  op  een  eenvoudige  wijze , enkele  witte  en  zwarte  vlekken , een  zeker  effect  van  licht  en  schaduw  te  zien  geeft .  In  dit  verband  herhalen  wij  nog  eens  dat  je  met  een  grote  eenvoud  van  middelen  te  werk  moet  gaan , want  vergeet  niet  dat  je  te  doen  hebt  met  een  levend  en  gewoonlijk  ook  bewegend  model .
      Als  je  enige  ervaring  hebt  opgedaan  en  je  zoudt  er  naar  verlangen  om  een  schets  te  voltooien  of  verder  door  te  voeren , omdat  het  model  het  mogelijk  schijnt  te  maken  kunt  je  uw  geluk  gaan  beproeven .  Het  is  natuurlijk  evenmin  verboden  om  thuis , naar  schetsen  -  en  geholpen  door  uw  visueel  geheugen  -  belangrijke  en  verder  doorgevoerde  werken  tot  stand  te  brengen  in  een  meer  volledige  uitvoeringswijze ... Maar , wij  herhalen , het , daarvoor  is  nodig , dat  je  enorm  veel  geobserveerd  hebt  en  dat  je  beschikt  over  een  uitvoerige  en  duidelijke  getekende  en  verstandelijke  documentatie .
      In  de  natuur  werkend  kan  men  als  de  gelegenheid  zich  voordoet , werken  met  gewassen  effecten , dus  bijv.  Oost-indische  inkt , die  min  of  meer verdund  is  met  water  en  die  zo  aangenaam  en  fluweelachtig  van  toon  kan  zijn .  Hij  zou  goed  te  pas  komen  om  hier  en  daar  een  waarde  aan  te  duiden .  Wij  zeggen  let  wel , " enkele  waarden "  en  bedoelen  dus  niet  het  tot  stand  brengen  van  een  aquarel  in  kleur .  Hiermee  zijn  wij  beland  bij  de  schets  van  fig . 59 ,  waarvan  de  omtrek  eerst  met  de  pen  is  uitgevoerd  en  op  die  van  fig . 57  die  eerst  met  krijt  werd  geschetst .  De  overgang  tussen  twee   waarden  op  de  kop  van  de  konijnen  werd  zeer  snel  verkregen  door  op  de  eerste , nog  vochtige  toon  een  andere , iets  donkerder , te  plaatsen .  Hiervoor  is  stellig  enige  handigheid  nodig , maar  je  heeft  toch  al  de  nodige  oefeningen  gemaakt  ?  En  voorts  moet  men  ook  durven , iets  weten  te  riskeren  en  een  vlotte  uitvoering  onder  de  knie  krijgen .  Het  is  toch  altijd  beter  om  er  eens  vlak  naast  te  zijn  dan  te  aarzelen  en  niets  te  doen  want  je  weet  het , ondervinden  is  niets  anders  dan  de  som  van  onze  vergissingen , waarvan  wij  ons  rekenschap  gegeven  hebben  en  die  bijgevolg  te  vermijden  zijn ;  in  ieder  geval  weten  wij  dan  wat  wij  in  het  vervolg  niet  moeten  doen  en  kunnen  het  in  een  andere  richting  gaan  zoeken .  

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 45 . a , - FIG . 59 . - GEIT
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 45 . a ,

    Fig . 59 .

    Geit 
    ( pen , gewassen )

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 58 . - KIP
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Fig . 58 . 

    Kip  die zich verschuilt 

    ( pen )


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 57 . - KONIJNEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 57 .

    Konijnen
    (potlood  gewassen )

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 56 . - EEND EN GANZEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 56 .

    Eend  en  Ganzen
    ( penseel )

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 45 . a , - PLAAT III
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 45 . a ,

    Plaat  III

    Fig . 50 , 51 , 52 ,  boven :
    ( zwart  krijt  en  sanguine )
    meeuw ( potlood )  en  kat ( penseel )

    Fig . 53 , 54 , 55 ,  rechts :
    vos  ( krijt ) , varken  ( penseel )
    en  meeuw  ( pen )

    24-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 45 . - DE PRAKTIJK
    Art . Nr . 45 .

                            DE   PRAKTIJK

                               Het  Materiaal

      Allereerst  zullen  wij  het  hebben  over  het  materiaal  dat  je  dient  te bezitten , vooral  voor  schets  en  ook  voor  de  studie .  Het  is  duidelijk  dat , wanneer  je  een  tekening  of  schilderij  wilt  maken , kortom  een  atelierwerk  tot  stand  wilt  brengen , aan  de  hand  van  schetsen  en  studies , het  materiaal  geen  speciale  eisen  stelt  terwijl  dit  wel  aangepast moet  zijn  aan  de  voorafgaande  schetsen , waarover  wij  het  zojuist  gehad  hebben .  Het  is  nutteloos  om  je  te  belasten  met  een  te  uitgebreid  en  kostbaar  materiaal .  Alles  wat  je  nodig  hebt  om  buiten   te  werken  ziet  je  op  de  tekening  van  fig . 49  .  Deze  keuze  is  voortgekomen  uit  een  lange  praktijk  en  hierop  kunt  je  dus  vertrouwen . 
      Je  hebt  dus  nodig :
      Twee  schetsboeken  van  verschillend  formaat  maar  toch  groter  dan  de  gewone  schetsblokken .  En  waarom  ?  Omdat  het   dier  zich  pleegt  te  bewegen  en  je  het  begin  van  een  schets  in  de  steek  kunt  laten  om  een  andere  te  beginnen  zonder  een  nieuw  blad  om  te  slaan ,  dus  zonder  tijdverlies .  Omdat  je  gemakkelijk  kunt  terugkomen  op  uw  eerste  schets , wanneer  het  dier  zijn  oorspronkelijke  houding  weer  inneemt .  Ook  omdat  je  zelf  in  beweging  kunt  zijn  door  je  om  uw  model  heen  te  draaien  en  hem  in  verschillende  aanzichten  te  tekenen .  Zodoende  zult  je  op  hetzelfde  blad  over  een  serie  notities  beschikken , waarvan  het  oog  zich  gemakkelijk  een  samenvatting  kan  vormen . 
      Je  kunt  deze  boeken  zelf  maken  met  twee  stukken  stevig  karton  ( waarop uw  hand  stevig  kan  rusten )  en  vellentjes schrijfmachine  papier  van  middelmatige  kwaliteit .  Deze  velletjes  doorboort  je  aan  de  bovenzijde  met  gaatjes , evenals  het  stuk  karton , waarop  zij  komen  te  liggen , zoals  aangegeven  op  onze  tekening .  Daarna  haalt  je  een  touwtje  door  de  gaatjes , dat  aan  de  uiteinden  stevig  geknoopt  moet  worden  en  om  te  voorkomen  dat  de  vellentjes  aan  de  onderzijde  gaan  omkrullen , houdt  je  deze  bij  elkaar  met  een  elastiekje , dat  je  zo  laag  mogelijk  plaatst .  Op  deze  wijze  kunt  je  aan  het  werk  gaan  zonder  bang  te  zijn  voor  de  wind , die  op  zo  hinderlijke  wijze  het  papier  kan  opwaaien  en  zult  je  vlekken  kunnen  voorkomen , die  fataal  zijn  voor  nog  niet gefixeerde  schetsen .
      Heeft  je  eenmaal  een  vel  betekend , dan  kan  dit  gemakkelijk  van  het  blok  verwijderd  en  opgeborgen  worden  op  een  veilige  plaats , bijvoorbeeld  in  een  map , die  je  voor  dat  doel  heeft  meegenomen .
      Uw  potloden  dienen  zacht  en  van  verschillende  soort  te  zijn .  Conté  dat  niet  in  hout  gevat  is  ( dat wij  gaarne  aanbevelen , omdat  hun  dikte  een  brede  wijze  van  doen  toestaat )  heeft  niettemin  een  klein  nadeel  en  wel  dat  het  de  vingers  bevuilt .  Om  dit  te  voorkomen , behoeft  je  slechts  een  klein  strookje  dun  papier  te  plakken  op  het  gedeelte  dat  je  tussen  de  vingers  houdt .  Een  vrij  groot  deel  moet  uiteraard  vrij  blijven  om  er  mee  te  tekenen  en  het  bij  te  slijpen .  Als  deze  krijtjes  op  hun  einde gaan  lopen , kunt  je  ze  in  een  houdertje  zetten  om  ze  nog  zo  lang  mogelijk  te  gebruiken .  Neem  ook  een  penseel  mee , een  penhouder  met  pen  (al  of  niet  een  speciale  tekenpen )   en  een  flesje  Oost-indische  inkt .  Dit  moet  wel  goed  gesloten  zijn .  Bind  er  een  dun  maar  stevig  touwtje  om , of  nog  beter  een  sterk  elastiekje .  Je  zult  te weten  komen  waarom .
      Voorziet  je  ook  van  een  tubetje  sepia  of  zwarte  waterverf  en  een  klein  aquareldoosje  waarop  je  ter  plaatse  een  beetje  verf  kunt  uitknijpen  en  een  fles  met  ronde  hals  voor  water , waarvan  de  inhoud  niet  groter  hoeft  te  zijn  dan  van  een  gewoon  waterglas .  Aangezien  je  maar  een  enkele  kleur  gaat  gebruiken , kunt  je  uw  penseel  direct  in  het  flesje  doppe  zonder  dat  het  nodig  is  om  een  apart  waterbakje  mee  te  nemen .  Als  je  echte  vertrouwen  hebt  in  uw  kundigheden , kunt  je  natuurlijk  ook  een   compleet  aquareldoosje  meenemen  met  zijn  benodigheden , om  enkele  notities  in  kleuren  uit  te  voeren .
      Bij  dit  alles , dat gemakkelijk  plaats  moet  vinden  in  een  tas , behoren  ook  enkele  brede  metalen  knijpers .  Een  van  deze  knijpers , die  de  vellen  papier  stevig  vasthoudt , kan  ook  dienen  om  uw  flesje  inkt  te  bevestigen , aan  de  bovenkant  of  aan  een  van  de  zijkanten .  Dit  ( natuurlijk  niet  al  te  vol  ! ) flesje  wordt  gewoon  aan  de  handvaten  van  de  knijper  vastgebonden , waarbij  het  aanbevolen  elastiekje  praktischer  is  dan  een  touwtje .
      Er  bestaat  een  speciaal  model  vulpenhouder , waarvan  het  gebruik  uiteraard  veel  handiger  is  dan  dat  van  een  gewone  penhouder , aangezien  men  geen  flesje inkt nodig  heeft .  Deze  vulpen  is  voorzien  van  een  ganzepen , waarvan  men  de  soepelheid  en  de  inkttoevoer  kan  regelen .  Zij  wordt  van  inkt  voorzien  door  middel  van  een  penseeltje  dat  verbonden  is  met  de  inkt  in  het  reservoir .  Men  kan  hem  vullen  met  Oost-indische  inkt , of  met  een  andere  soort  b.v.  noteninkt , die  een  warme  bruine  kleur  heeft .  De  prijs  van  dit  werktuig  ligt  nogal  hoog , maar  hij  kan  de  kunstenaar  dan  ook  waardevolle  diensten  bewijzen , al  was  het  slechts  door  het  ontbreken  van  de  ongemakken  van  het  gewone  materiaal .  Ook  verstigen  wij  de  aandacht  op  de  z.g.  Flomaster , waarvan  de  pen  vervangen  is  door  een  viltstift , die  in  verschillende  dikten  verkrijgbaar  is .  Met  zwarte  inkt  gevuld  geeft  hij  een  brede  , grijze  lijn , niet  ongelijk  aan  die  van  krijt .  Ook  hij  heeft  een  inktreservoir , maar  geroutineerde  tekenaars  kunnen  er  mooie  effecten  mee  bereiken .
      Een  goed  zakmes  mag  niet  vergeten  worden , maar  een  flesje  fixatief  met  spuitje  hoeven  niet  meegenomen  te  worden .  Zij  wachten  rustig  thuis  op  uw  terugkomst .  Je  fixeert  uw  schetsen  dan  zo  spoedig  mogelijk , want  zacht  krijt  staat  nu  eenmaal  niet  de  minste  wrijving  toe . 
      Wij  zeiden  dat  al  dit  materiaal  plaats  moet  vinden  in  een  zakje  of  schoudertas .  Maar  je  kunt  hem  natuurlijk  ook  opbergen  in  een  kistje  en  een  middel  bedenken  om  dit  geopend  te  houden  tijdens  het  werk , b.v.  vastgemaakt  aan  een  buikriem , zodat  het  materiaal  onmiddellijk  bij  de  hand  is . 
       En  het  stoeltje  ? ...  Moet  dat  ook  niet  meegenomen  worden  ?...  Neen , en  wel  om  de  goede  reden  dat  je  niet  kunt  zitten .  Men  moet  staande  werken  en  soms  zelfs  lopende ;  dat  hangt  namelijk  af  van  uw  model .  Op  zijn  manier  is  de  dierentekenaar  een  sportman  en  de  oefeningen , waaraan  hij  zich  wijdt , zijn  uiterst  heilzaam  voor  het  lichaam , zowel  als  voor  de  geest .
      Begrijp  ons  goed  dat  wij  je  de  keuze  van  het  materiaal  geenszins  willen  opdringen .  Je  mag  gerust  uw  eigen  voorkeur  hebben .  Zo  houden  sommigen  meer  van  het  grafietpotlood  dan  van  de  zwarte , rode  of  bruine  pijpjes  krijt .  Probeer  hen  allen  en  kies  altijd  het  gereedschap  dat  het  meest  aan  uw  smaak  en  uw  persoonlijkheid  tegemoetkomt .  Niettemin  herhalen  wij  dat  het  door  ons  aanbevolen  materiaal  zeer  geschikt  is  voor  alle  buitenstudies .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 45 . - FIG . 49 . - HET MATERIAAL .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 45 .

    Fig . 49 .

    Het  materiaal .

    22-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 44 . - DE THEORIE

    Art . Nr . 44 .

                              DE   THEORIE

                      Vergelijkende  anatomie

      Het  lijkt  ons  overbodig  om  er  nogmaals  op  te  wijzen  dat   de  specialist  en  in  de  eerste  plaats  de  leerling  een  zo  groot  mogelijk  kennis  dient  te  bezitten  van  de  anatomie  van  de  dieren . 
      Dit  is  inderdaad  een  grondbeginsel .  Hoe  is  het  immers  mogelijk  om  een  paard  of  een  koe  te  construeren  indien  men , in  de  geest , niet  zijn  skelet , zijn  " bewapening " , weer  te  zien  ?   Zeker , beenderen  treden  op  enkele  plaatsen  aan  de  oppervlakte , maar  welk  nut  zouden  deze  " aanknopingspunten "  kunnen  hebben , wanneer  men  niet  eerst  het  beenderstelsel  bestudeerd  zou  hebben  ?  Degene  daarentegen , die  zich  de  moeite  gegeven  heeft  om  eerst  de  bouw  van  dit  beenderstelsel  goed  in  zich  op  te  nemen , heeft  daarmee  een  onvervangbaar  hulpmiddel  om  te  komen  tot  een  hechte  contructie  van  de  vormen , zowel  als  van  de  volumes .  Men  zal  dan  in  staat  zijn  om  goed  geproportioneerde  dieren  te  verwezenlijken  en  zelf  de  snelst  uitgevoerde  schetsen  zullen  blijk  geven  van  de  kennis , die  met  voorafgaande  studies  werd  opgedaan .
      Men  kan , natuurlijk , niet  alles  weten  en  het  dierenrijk  is  nu  eenmaal  zeer  uitgestrekt , om  welke  reden  de  dierkunstenaars  zich  dan  ook  plegen  te  specialiseren .  Maar  niettemin  ontkomt  men  niet  aan  de  noodzaak  een  algemene  feitenkennis  te  bezitten , die  men  dan  naar  eigen  voorkeur  kan  aanvullen , naar gelang  uw  bijzondere  belangstelling  voor  één of  ander  dier , zodat  je  op  uw  beurt  ook  weer  een  specialist  zoudt  kunnen  worden .  Voor  alles  lijkt  het  ons  in  bijzondere  mate  nuttig  om  je  enig  inzicht  te  verschaffen  in  de  " vergelijkende  anatomie " .  Alleen  al  daardoor  zult  je  de  bouw  van  de   dieren  beter  gaan  begrijpen .
      Op  fig . 20  ziet  je  op  zeer  vereenvoudigde  maar  begrijpende  wijze  het  skelet  van  de  mens , de  aap  en  het  paard  afgebeeld .  Een  vluchtige vergelijking  maakt  het  je  mogelijk  om  eigenaardige  overeenkomsten  te constateren  tussen  de  mens  en  de  opgerichte  aap .  Enige  verschillen  in  de  verhoudingen  daargelaten , is  de  plaatsing  van  de  beenderen , het  spel  der  ledematen  en  zelf  de  houding  vrijwel  gelijk . 
      Kijk  dan  eens  naar  het  skelet  van  het  steigerend  paard  en  vergelijk  dat  met  de  mens  en  de  aap .  De  verschillen  zijn  hier  toch  meer  schijn  dan  werkelijkheid .  Wij  vinden  er  zelfs  dezelfde  beenderen  in  terug , in  weliswaar  meer  of  minder  gewijzigde  vorm , maar  niettemin  gemakkelijk  herkenbaar .  De  nek   is  langer  geworden  en  heeft  een  karakteristieke  welving  gekregen ;  de  schedel  is   van  aanzien  veranderd , de  hersenpan  is  heel  klein  geworden  ten  opzichte  van  het  gezicht .  Maar  het   is  vooral  wanneer  wij  de  ledematen  van  het  dier  vergelijken  met  die  van  de  mens , dat  wij  verbluffende  dingen  constateren .  Bekijken  wij  eens  gelijktijdig  de  arm  van  de  mens  en  het  voorbeen  van  het  paard .  Bij  deze  laatste  zien  wij  na  het  schouderblad  een  zeer  korte  " bovenarm " ,  die  geheel  is  ingesloten  in  de  spiermassa's  van  de  schouder .  Dit  been  zal  dus  niet  op  het  levend  dier  te  zien  zijn  en  zal  zich  slechts  naar  voren  en  naar  achteren  kunnen  bewegen , dus  zonder  zijdelingse  bewegingen ,
    zoals  de  mens  die  maken  kan  door  zijn  armen  te  kruisen .  Dit  been  verklaart  de  vorm  van  zijn  borst  en  van  de  bewegingen  van  het  gehele  voorbeen .  Zijn  aanhechting  ter   hoogte  van  de buik  ( die , om  juist  te  zijn , hier  de  borst  is )  komt  dus  overeen  met  de  elleboog  en  de  beweging  komt  niet  alleen  van  deze  geleding  maar  van  het  gehele  er  boven  gelegen  gedeelte  waarbij  het  schouderblad  zelf  onbeweeglijk  blijft .  Het lange  been  dat  op  de  elleboog  volgt  en  bij  het paard  onderarm  ( of pijp )  genoemd  wordt , is  hetzelfde  dat  bij  de  mens  het  spaakbeen  is  op  de  onderarm  en  zijn  geleding  met  het  volgende  been , knie  genaamd , komt  overeen  met  de  menselijke  pols .  Het  been , dat  hierop  aansluit  wordt  ook  knie  genoemd  en  is  vergelijkbaar  met  het  skelet  van  het  midden  van  de  hand , maar  dan  buitensporig  verlengd  en  verdikt , eindigend  in  een  hoef , die  de  plaats  inneemt van  de  nagels :  het  paard  loopt  dus  op  de  uiteinden  van  vier  samengegroeide  vingers .
      Bekijken  wij  thans  het  achterbeen .  Ook  hier  is  het  dijbeen  vrijwel  onzichtbaar , want  het  wordt  geheel  omgeven  door  zeer  omvangrijke  spiermassa's  van  het  kruis .  De  knie  -  althans  datgene  wat  met  onze  knie  overeenkomt  -  is  daarentegen  heel  goed  zichtbaar  en  is  zeer  dicht  bij  de  buik  gelegen .  De  belangrijke  geleding  die  lager  gelegen  is , is  niet  de  knie , maar  de  hiel  en  geheel  beneden  wordt  het  achterbeen  gevormd  door  de  zeer  verlengde voetbeenderen , die  verticaal  geplaatst  zijn  volgens  een  samenstelling  die  gelijk  is  aan  die  van  het  voorbeen .  
      Als  men  het  systeem  van  de  beenderen  goed  kent , bezit  men  de  sleutel  tot  beweging  van  de  ledematen  en  begrijpt  men  beter , welke  bewegingen  mogelijk  en  welke  niet  mogelijk  zijn  bij  het  dier .  Zo  kan  een  paard  zijn  achterbeen  niet  achterwaarts  buigen , een  beweging  die  zou  overenkomen  bij  de  mens  met  het  ten  opzichte  van  het  been  naar  achteren  buigen  van  de  voet , hetgeen  nu  eenmaal  niet  kan .  De  olifant  daarentegen  kan  zijn  achterpoot  wel  naar  achteren  vouwen  maar , wanneer  men  zijn  skelet  bestudeert , ziet  men  dat  deze  dikhuid  niet  loopt  op  de  uiteinden  van  samengebundelde  vingers , zoals  het  paard , maar  op  overeenkomstige  beenderen  van  de  handen  en  voeten  van  de  mensen .  Zijn  knie  bevindt  zich  dus  ongeveer  op  dezelfde  plaats  als  bij  de  mens  en , evenals  hij , kan  hij  de  poot  naar  achteren  buigen  (fig . 23 ) .  Het  is  door  verschillende  of  overeenkomsten  van  deze  aard  maar  te  nemen , dat  men  het 
    " karakter "  van  ieder  dier  vermag  te  omschrijven . 
      Wij  zouden  dus  wensen  dat  je  de  skeletten  van  verscheidene  dieren  gaat  bestuderen  en  vergelijken .  Evenals  bij  de  mens , vormen  deze  skeletten  uiteraard  de  ondersteuning  van  de  verschillende  volumes  van  het  lichaam .  Het  paard , de  kat , de  hond , de  geit , het  schaap , het  rund  en  in  het  algemeen  alle  viervoeters  vertonen  grote  overenkomsten  in  hun  skelet  en  de  opmerkingen , die  wij  maakten  naar  aanleiding  van  het  paard  zijn  ook  van  toepassing  op  vele  andere  dieren .  Om  op  nog  treffender  wijze  de  samenstelling  te  tonen  de  beenderen  van  de  dieren  vergeleken  bij  die  van  het  menselijk  skelet , hebben  wij  een  hert  en  een  voorhistorische  man  in  kruiphouding  naast  elkaar  afgebeeld .  In  deze  stand  is  de  overeenkomst  namelijk  nog  duidelijker  ( fig . 22 ) . 
      Wanneer  wij  thans  overgaan  tot  de  vogel  zullen  de  afwijkingen  ons  veel  belangrijker  voorkomen .  Laar  ons  echter  tot  de  kern  van  de  dingen  doordringen  door  nauwlettend  het  skelet  van  de  vogel  te  vergelijken  met  dat  van  viervoeters  of  de  mens .
      Zowel  bij  de  een  als  bij  de  ander  vinden  wij  een  belangrijk  anatomisch  onderdeel , dat  bijna  levende  wezens  gemeen  hebben , dat  het  uitgangspunt  schijnt  te  zijn  en  de  stevige  bewapening , waarvan  de  natuur  zich  bedient  om  alle  andere  zo  uiteenlopende , onderdelen  aan  vast  te  hechten .  Dat  is  de  wervelkolom , die  wij  even  goed  zien  bij  de  slang  als  bij  de  mens  bij  de  vogel  als  bij  de  vis .  Aan  de  ene  zijde  de  schedel  dragend , zwelt  hij  in  het  midden  om  de  borstkas  te  vormen  en   dunt  hij  aan  de  andere  zijde  uit  in  een  meer  of  minder  lange  staart .  Sommige  dieren , zoals  de  slang , hebben  van  de  verschillende  onderdelen  slechts  de  wervelkolom  en  de  kop  behouden .  Anderen  bezitten  slechts  een  embryonale  borstkas , zoals  de  vissen , wier  graten  vrij  aardig  de  ribben  imiteren .  Weer  andere  tenslotte  hebben  daarenboven  ook  ledematen , zoals  de  vogel , de  mens  en  de  viervoeters .  
      Terugkomend  op  de  vogel  zien  wij  dat  zijn  skelet , wanneer  wij  dit  goed  bekijken , veel  minder  dan  men  zou  denken , verschilt  van dat  van  de  mens  ( fig .  42  ) .  Zijn  kop  is , als  die  van  de  mens , in  twee  onderdelen  onderscheiden :  het  ene , groot  en  onbeweeglijk , bevat  de  hersenschedel , de  ogen , de  oren  en  het  boven  kaakbeen  of  bovenhelft  van  de  snavel  ;  het  andere  bevat slechts  een  beweeglijk  onderdeel  dat  het  openen  en  sluiten  van  de  mond  of  bek  mogelijk  maakt .  Dat  is  dus  het  onderkaakbeen .  De  wervelkolom  vertoont  geen  grote  verschillen , met  uitzondering  van  de  buiging  in  de  hals , die  zo  typisch  is  voor  de  vogel .  De  borstkas , die  bij  hem  zeer  solide  is ,  is  versterkt  door  een  groot  borstbeen , dat  noodzakelijk  is  om  de  grote  druk  te  weerstaan , die  op  de  borstkas  wordt  uitgeoefend  tijdens  de  vliegbewegingen  ;  in  zekere  zin  is  dat  zijn  windscherm  of , als  je  wilt , zijn  voorsteven .  Tenslotte  geleden  zijn  ledematen  zich  op  ongeveer  dezelfde  wijze  als  bij  de  mens  en  de  viervoeter .  De  poten    hechten  zich  aan  de  werverkolom  door  middel  van  het  bekken , dat  belangrijk  is  bij  de  mens  en  wat  ingekrompen  bij  de  vogel , maar  door  middel  van  geledingen  die  ongeveer  gelijksoortig  zijn ;  ieder  van  deze  ledematen  eindigt  in  een  echte  voet  met  vier  of  vijf  tenen .  De  bovenste  ledematen  worden  vleugels  bij  de  vogel , maar , ondanks  de  totaal  verschillende  rol  die  zij  spelen , zijn  zij  toch  weer  geleed  en  geplaatst  zoals  bij  de  mens :  schouderblad , bovenarm , onderarm , en  hand ( fig . 45 ) , het  geheel  verbonden  door  vliezen , die , met  veren  bedekt , de  dragende  oppervlakte  van  de  vleugels  vormen . 
      Zonder  zich  te  verliezen  in  een  al  te diepgaande  studie  van  ieder  beest , is  het  toch  raadzaam  om  musea  te   bezoeken , als  er  die  tenminste  in  uw  omgeving  te  vinden  zijn .  Gespecialiseerde  boeken  op  dit  gebied  zijn  waardevol , maar  helaas  ook  zeldzaam .  Maar  je  zult  ongetwijfeld  in  het  bezit  zijn  van  een  meer  of  minder  uitgebreide  encyclopedie  en  hier  bieden  wij  je  in  ieder  geval  heel  wat  documentaire  afbeeldingen .  Je  zult  daarvan  een  denkbeeld  krijgen  van  een  of  ander  skelet , het  getimmerte , dat  men  moet   kennen  om   een  deugdelijke  constructie  tot  stand  te  kunnen  brengen , iets , dat  wij  niet  genoeg  zouden  kunnen  herhalen .  Het  is  nuttig  dat  je  deze  figuurtjes  natekent , dat  je  zich  goed  in  het  hoofd  prent , welke  de  algemene  kenmerken  zijn , zodat  je  bij  het  zien  van  de  beenpunten  op  het  levend  dier , zijn  " innerlijk  " kunt  aanvullen .
      Alvorens  dit  onderwerp  te  verlaten  vestigen  wij  uw  aandacht  op  de  geleding  van  de  onderkaak .  Zij , die  geen  enkele  duidelijke  anatomische  kennis  bezitten , laten  de  bek  van  hun  dieren  zo  opengaan , alsof  de  scharnier  samenvalt  met  de  mondhoeken , maar  deze  ligt  veel  verder  naar  achteren .
       Bekijk  eens  goed  de  plaats  van  deze  geleding  op  het  skelet ;  je  zult  dan  in  staat  zijn  om  de  juiste  vorm  en  beweging  van  de  geopende  bek  te  beoordelen 
    (fig . 32 ) .   Evenzo  is  bij  de  vogel  de 
    " scharnier "  niet  onmiddelijk  achter  de  eigenlijke  snavel  gelegen , maar  nog  veel  verder  naar   achteren   ( fig . 43 )  en  bijna  geheel  in  het  achterste  gedeelte  van  de  schedel .  De  bek  van  een  kraaiende  haan  moet  dus  weergegeven  worden  als  een  geopende  passer , waarvan  men  slechts  de  uiteinden  van  de  benen  te  zien  krijgt aangezien  ongeveer  de  helft  van  het  instrument  bedekt  blijft , want  de  vogel  heeft  op  die  plaats  een  elastisch  vlies , gevormd  door  de  wangen .
      Een  goede  kennis  van  het  skelet  stelt  de  tekenaar  dus  in  staat  om  het  spel  van  de  ledematen , dat  de  bewegingen  verklaart , goed  te  begrijpen  en  derhalve  ook  goed  weer  te  geven .  Dit  zal  ons  tekenfouten  doen  vermijden , maar  men  kan  daarmee  ook  weer  niet  volstaan .  Men  moet  namelijk  ook  goed  het  levende  en  in  actie  zijnde  dier  beschouwen  om  goed  doordrongen  te  geraken  van  zijn  aard , zijn  verschijning  en  bewegingsmogelijkheden .                                     
     
    Vinden  wij  in  het  skelet  van  een  groot aantal  dieren  veel  overeenkomsten  met  dat  van  de  mens , dan  is  dit , vanzelfsprekend , ook  het  geval  met  de  spieren .  Sommige  van  hen  hebben  een  verschillend  volume  naar  gelang  de  bouw  van  de  betreffende  diersoort , maar  het  is  voldoende  om  de  afbeeldingen  van  spieren  in  het  lesdeel   Het  Naakt  te  vergelijken  met  degenen , die  wij  hier  geven , om  opmerkelijke  overeenkomsten  aan  te  treffen  in  het  spierstelsel  van  de  mens  en  bijvoorbeeld  het  paard  of  de leeuw .  Wat  deze  laatst  betreft , beelden  wij  hier  overigens  twee  vergelijkende  figuren  af 
    ( fig . 47 )  .  
      Zoals  bij  de  mens  bestaan  bij  de  dieren ook  opervlakkige  spieren , z.g.  huidspieren .  Dank  zij  hun  samentrekking  plooit  het  paard  zijn  huid  om  zich  van  lastige  vliegen  te  verlossen .  De  kat  kan  zijn  haren  oprichten  en  de  raaf  maakt  een  verenhelm  op  zijn  kop , wanneer  beide  dieren  kwaad  worden ...
      Het  zal  je  in  de  meeste  gevallen  niet  mogelijk  zijn  om  op  het  levende  dier  het  spierenstelsel  te  bestuderen .  Men  vindt  echter  vaak  goede  spierbeelden , van  het  paard  bijvoorbeeld , of  van  andere  beesten  en  het  is  dus  mogelijk  om  nuttige  studies  te  maken  met  behulp  van  deze  verkleinde  spierbeelden , die  goede  arstistieke  kwaliteiten  bezitten .  Handelaars  in  kunstschilderartikelen  kunnen  je  deze  spierenbeelden  leveren .  Profiteert  ook  van  een  onverwachte gelegenheid , die  zich  kan  voordoen  en  wanneer  een  afgestroopte  haas  of  konijn  hun  verblijf  in  de  braadoven  afwachten , kunnen  zij  je  als  model  dienen  alvoren  je  ze  als  maaltijd  gaat  gebruiken . 
      Voor  het  overige  ziet  men  vaak  spierpartijen  onder  de  gladde  huid  van  bepaalde  dieren  Aarzelt  dan  niet  om , met  het  skelet  in  gedachten , zijn  omtrekken  en  plans  te  volgen  en  met  de  ogen  hun  samenstelling  na  te  gaan .  Je  zult  daarna  hun  vormen  beter  kunnen  uitbeelden  je  zult  met  meer  waarheid  en  plastiek  kunnen  modelleren  en  uw  tekeningen  zullen  niet 
    " leeg " meer  zijn .   



    21-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 44 . - PLAAT II - ENKELE SCHETSEN VAN PAARDEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 44 .

    Plaat   II .

    Enkele  schetsen  van  paarden
    van  verschillend  ras , waaruit 
    kennis  van  de  anatomie  blijkt .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 48 . - SPIERBEELD VAN HET PAARD
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 48 .

    Spierbeeld  van  het
    paard .



    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!