E-mail mij

Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

Archief per week
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
    Inhoud blog
  • ART . NR . 83 . - BESLUIT
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 38 - HET STRAND TE TROUVILLE - DOOR HAMBOURG .
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 36 - HET STRAND BIJ BANYULS - DOOR MEVR . DIVERLY
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 35 - LANDSCHAP DOOR FEUGEREUX
  • ART . NR . 82 . b , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 34 . - DE KUST VAN BRETAGNE - DOOR RENEFER
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 33 . - SCHETSTEKENING
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 32 . - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 31 . - DE SEINE BIJ TRIEL - DOOR RENEFER
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 30 . - EEN GEZICHT OP HYERES
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 29 . - OP DE MANIER VAN JONGKIND
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 37 - STADSGEZICHT - DOOR PAULE RAY
  • ART . NR . 82 . a , - VERSCHILLENDE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 28 . - EEN ANDER LANDSCHAP
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 25 . - HET LANDSCHAP - DE SCHETSOPZET
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 26 . - HET LANDSCHAP - HET TWEEDE STADIUM
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 27 . - HET LANDSCHAP - LAATSTE STADIUM
  • ART . NR . 82 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 81 . b , - HET DIER
  • ART . NR . 81 . b , - FIG . 23 . - DE SCHETS VAN HET DIER
  • ART . NR . 81 . b , - FIG . 24. - DE VOLTOOIDE ARBEID VAN HET DIER
  • ART . NR . 81 . a , - EEN GEKLEDE FIGUUR EN EEN STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 21 . - HET STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 22 . - HET STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 19 EN 20 . - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 81 . - FIG . 18 . - HET NAAKT
  • ART . NR . 81 . - HET PORTRET EN HET NAAKT
  • ART . NR . 81 . - FIG . 16 . - DE SCHETS - HET PORTRET
  • ART . NR . 81 . - FIG . 17 . - VOLTOOIDE AQUAREL - HET PORTRET
  • ART . NR . 80 . a , - BLOEMEN
  • ART . NR . 80 . a , - FIG . 13 , 14 EN 15 - BLOEMEN - AQUAREL
  • ART . NR . 80 . a , - FIG . 10 , 11 EN 12 - BLOEMEN - AQUAREL
  • ART . NR . 80 . - OEFENINGEN IN DE PRAKTIJK
  • ART . NR . 80 . - FIG . 8 . SCHETSOPZET MET IETS ZWAARDER GEBRUIKT POTLOOD
  • ART . NR . 80 . - FIG . 9 . - VOLTOOIDE AQUAREL
  • ART . NR . 80 . - FIG . 5 EN 6 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 80 . - FIG . 7 . - VOLTOOIDE AQUAREL
  • ART . NR . 79 . e , - VERWIJDERINGEN
  • ART . NR . 79 . d , - VERBETERINGEN EN DE TOETS
  • ART . NR . 79 . c , - OVER ELKAAR HEENGEBRACHTE TINTEN
  • ART . NR . 79 . b , - VERSMOLTEN TONEN
  • ART . NR . 79 . a , - VLAKKE TINT MET UITSPARING
  • ART . NR . 79 . a , - SCHEMA
  • ART . NR . 79 . - TECHNIEK VAN DE AQUAREL
  • ART . NR . 79 . - VLAKKE TINT
  • ART . NR . 78 . b , - PRAKTIJK - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 4. - VERSCHILLENDE TINTEN
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 3. - MODULATIES
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 2. - VLAKKE TINT
  • ART . NR . 78 . a , - ( VERVOLG ) PRAKTIJK - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 78 . - PRAKTIJK
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 1 . HET MATERIAAL VOOR DE AQUAREL
  • ART . NR . 77 . - THEORIE - AQUAREL -
  • AQUAREL - SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - VIERDE DEEL - ART . NR .76 . - INLEIDING
  • ART . NR . 75 . a , - FIG . 41 . HET BLOEMENMEISJE - ( BONNETERRE ) .
  • FIG . 40 . - STILLEVEN ( RENEFER )
  • ART . NR . 75 . a , - FIG . 39 . - HET KLEURPOTLOOD
  • ART . NR . 75 . a , - TECHNIEK - KLEURENPOTLOOD
  • ART . NR . 75 . - HET KLEURPOTLOOD
  • ART . NR . 74 . e , - HET PORTRET
  • ART . NR . 74 . e , - FIG . 37 EN 38 - HET PORTRET
  • ART . NR . 74 . d , - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 74 . d , - FIG . 35 EN 36 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 74 . c , - BLOEMEN
  • ART . NR . 74 . c , - FIG . 33 EN 34 - BLOEMEN
  • ART . NR . 74 . b , - VOORBEELDEN - STILLEVENS
  • ART . NR . 74 . b , - FIG . 31 . - HET PASTEL - STILLEVEN - SCHETSOPZET
  • ART . NR . 74 . b , - FIG . 32 . - HET PASTEL - STILLEVEN
  • ART . NR . 74 . a , - TECHNIEK VAN HET PASTEL
  • ART . NR . 74 . - HET PASTEL - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 74 . - FIG . 30 . - PASTELDOOS MET ENKELE TONEN
  • ART . NR . 73 . e , - HET AFFICHE EN ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 26 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 25 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 24 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 29 . - ONTWERP VOOR RECLAMEBILJET
  • ART . NR . 73 . d , - EEN DECORATIEVE COMPOSITIE
  • ART . NR . 73 . d , - FIG . 28 . - DECORATIEF LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . d , - FIG . 27 . - DECORATIEVE COMPOSITIE
  • ART . NR . 73 . c , - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 73 . c , - FIG . 23 - ZEEGEZICHT
  • ART . NR . 73 . c , - FIG . 21 EN 22 . - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 73 . b , - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . b , - FIG . 19 EN 20 . - TWEE LANDSCHAPPEN VAN RENEFER .
  • ART . NR . 73 . b , - FIG . 17 EN 18 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . a , - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 73 . a , - FIG . 15 EN 16 . - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 73 . - HET PORTRET
  • ART . NR . 73 . - FIG . 12 , 13 EN 14 - HET PORTRET
  • ART . NR . 72 . a , - BLOEMEN IN EEN LANDSCHAP
  • ART . NR . 72 . a , - FIG . 10 EN 11 . - BLOEMEN IN EEN LANDSCHAP
  • ART . NR . 72 . - BLOEMEN
  • ART . NR . 72 . - FIG . 7 , 8 EN 9 . - DE BLOEM
  • ART . NR . 71 . b , - DERDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . b , - FIG . 6 . - DERDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . a , - TWEEDE VOORBEELD
  • ART . NR 71 . a , - FIG . 4 . EN 5 . - HET STILLEVEN - TWEEDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 71 . - FIG . 1 , 2 EN 3 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 70 . b , - TECHNIEK VAN DE GOUACHEVERF
  • ART . NR . 70 . a , - HET MATERIAAL VOOR GOUACHE
  • ART . NR . 70 . a , - PLAAT I - HET MATERIAAL VOOR GOUACHE
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - DERDE DEEL - ART . NR .70 . - GOUACHE - PASTEL - KLEURENPOTLOOD
  • ART . NR . 69 . a , - LAATSTE RAADGEVINGEN
  • ART . NR . 69 . - HET DIER
  • ART . NR . 69 . - FIG . 41 .
  • ART . NR . 69 . - FIG . 40 . - DE EZEL DOOR PELAVO
  • ART . NR . 68 . d , - HET DECORATIEVE LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . d , - FIG . 37 EN 38 . - DECORATIEF LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . c , - DE FIGUUR IN HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 36 . - LANDSCHAP DOOR SHEDLIN .
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 35 . - BOSGEZICHT DOOR CHARLOT .
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 39 . - STADSGEZICHT DOOR ITHIER .
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 34 . - LANDSCHAP DOOR RENEFER
  • ART . NR . 68 . b , - TWEE ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 68 . b , - FIG . 33. - BRANDING OP DE ROTSEN
  • ART . NR . 68 . b , - FIG . 32 . - STRANDGEZICHT
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 31 . - EEN MET DE KWAST GESCHILDERD LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . a , - EEN MET DE KWAST GESCHILDERD LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 30 . - TUINGEZICHT
  • ART . NR . 68 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . - FIG . 26 , 27 , 28 EN 29 - LANDSCHAP
  • ART . NR . 67 . a , - FIG . 21 EN 22 - GEKLEDE FIGUUR
  • FIG . 25 . - NAAKT DOOR CALLEWAERT .
  • ART . NR . 67 . a , - FIG . 19 en 20 . - NAAKT - ONDERSCHILDERING EN VOLTOOIDE STUDIE .
  • ART . NR . 67 . a , - DE FIGUUR
  • ART . NR . 67 . - FIG . 24 . - PORTRET DOOR C . LE BRETON .
  • ART . NR . 67 . - FIG . 23 . - ZELFPORTRET VAN RENEFER .
  • ART . NR . 67 . - FIG . 16 , 17 EN 18 . - DE KOP EN HET PORTRET .
  • ART . NR . 67 . - DE KOP EN HET PORTRET .
  • ART . NR . 66 . - FIG . 15 . - EENVOUDIG BOEKETJE .
  • FIG . 14 . - DECORATIEF OPGEVAT BOEKET VAN RENEFER .
  • ART . NR . 66 . - FIG . 11 , 12 EN 13 . - BOEKET VAN ROZEN - IN DRIE STADIUMS
  • ART . NR . 66 . - DE BLOEM EN HET BOEKET.
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 10 . - STILLEVEN VAN RENEFER . - DE WERKTAFEL VAN DE KUNSTENAAR .
  • FIG . 9 . - STILLEVEN VAN SHEDLIN . - EXPRESSIONISTISCHE TENDENS .
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 6 . - STILLEVEN MET VRUCHTEN .
  • ART . NR . 65 . - FIG . 7 . - STERK VERGROOT ONDERDEEL VAN FIG . 5 .
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 8 . - STILLEVEN VAN BOSCO . - FLESSEN .
  • ART . NR . 65 . - FIG . 3 , 4 EN 5 . - STILLEVEN DOOR RENIFER
  • ART . NR . 65 . - FIG . 1 EN 2 . - ONDERDELEN VAN EEN STILLEVEN .
  • ART . NR . 65 . a , - ANDERE VOORBEELDEN
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - TWEEDE DEEL - ART . NR . 65 .
  • ART . NR . 64 . f , - VLAKTEN - LUCHT EN WOLKEN.
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XVI . - EEN LANDSCHAP .
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XV - EEN BEWOLKTE HEMEL .
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XIV - EEN VLAKTE .
  • ART . NR . 64 . e , - ONDERDELEN VAN HET LANDSCHAP .
  • ART . NR . 64 . e , - PLAAT XIII - EEN BOOM
  • ART . NR . 64 . d , - ENKELE GEBRUIKSVOORWERPEN .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT XII . - TWEE VOORWERPEN VAN AARDEWERK .
  • PLAAT XI . - EEN KOPEREN POT .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT X . - SCHOTEL EN MAATBEKER VAN TIN .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT IX . - EEN KRISTALLEN FLACON .
  • ART . NR . 64 . c , - GROENTEN
  • ART . NR . 64 . b , EN c , - PLAAT VIII - PERZIKEN - EN GROENTEN
  • ART . NR . 64 . b , - TWEEDE STUDIE
  • ART . NR . 64 . b , - PLAAT VII - ZIJDEN SJAAL - EN PEER
  • ART . NR . 64 . a , - DE EERSTE SCHILDEROEFENINGEN
  • ART . NR . 64 . a , - PLAAT VI - EEN LAP STOF
  • ART . NR . 64 . - OEFENINGEN IN DE PRAKTIJK
  • ART . NR . 63 . - PLAAT IV - HET MATERIAAL VOOR HET SCHILDEREN MET OLIEVERF
  • ART . NR . 63 . - PLAAT V - HET MATERIAAL VOOR HET SCHILDEREN MET OLIEVERF
  • ART . NR . 63 . - DE OLIEVERFTECHNIEK - HET MATERIAAL.
  • ART . NR . 62 . a , - VERVOLG - KLEUREN
  • ART . NR . 62 . - PLAAT III - KLEUREN
  • ART . NR . 62 . - PLAAT II - DE KLEUREN
  • ART . NR . 62. - PLAAT I - THEORIE VAN DE KLEUR
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - EERSTE DEEL - ART . NR . 62 .
  • BESLUIT VAN HET ONTWERPEN .
  • ART . NR . 61 . d , - FIG . 105 . - ONTWERP
  • ART . NR . 61 . d , - REPRODUCTIE EN DRUKTECHNIEKEN IN KLEUREN
  • ART . NR . 61 . d , - FIG . 101 , 102 EN 103 . - SCHEMATISCHE VOORSTELLING VAN KLEUREN
  • ART . NR . 61 . c , - FIG . 104 - HOE TE WERKEN
  • ART . NR . 61 . c , - FIG . 100 . - TEKENING IN LIJNEN EN SPATWERK VAN BECAN .
  • ART . NR . 61 . c , - HOE TE WERKEN
  • ART . NR . 61 . b , - FIG . 99 . - HET MATERIAAL VAN DE STEENTEKENAAR
  • FIG . 98 . - BOEKDRUK EN KOPERDIEPDRUK
  • ART . NR . 61 . b , - DRUKTECHNIEKEN
  • ART . NR . 61 . a , - FIG . 91 . - LOSSE DRUKLETTER
  • FIG . 92 . - VERGROTEN OF VERKLEINEN
  • FIG . 93 EN 94 .
  • ART . NR . 61 . a , - FIG . 95 , 96 EN 97 . - RASTERCLICHE'S
  • ART . NR . 61 . a , - REPRODUCTIE EN DRUKTECHNIEKEN
  • ART . NR . 61 . - FIG . 88 . - MODESCHOW
  • FIG . 89 . - ONTWERP - MODETIJDSCHRIFT
  • FIG . 90 . - HERENMODE .
  • ART . NR . 61 . - PLAAT VI - MODETEKENING
  • ART . NR . 61 . - DE MODETEKENING
  • ART . NR . 60 . a , - PLAAT IV - SCHETSEN VOOR EEN LAYOUT
  • FIG . 87 . - GEKOZEN SCHETS
  • ART . NR . 60 . a , - PLAAT V - UITVOERING VAN DE TEKENINGEN
  • ART . NR . 60 . a , - HET ONTWERPEN VAN EEN ADVERTENTIE
  • ART . NR . 60 . - FIG . 86 . - RECLAME - ONTWERPEN
  • ART . NR . 60 . - HET RECLAME ONTWERPEN
  • ART . NR . 60 . - PLAAT III - ( CASSANDRE EN DRODOVITCH ) .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 85 - HET VOLTOOIDE ONTWERP - DOOR A. CREUZOT .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 82 . - SCHETSEN VOOR EEN COMPOSITIE .
  • FIG . 83. - SCHETSEN VOOR DE COMPOSITIE .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 84 . - UITGEZOCHT EN DAARNA UITGEWERKT .
    Blog als favoriet !
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    lenieoda
    blog.seniorennet.be/lenieod
    Teken en schildercursus fritske3
    TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
    11-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 51 . b , - DERDE VOORBEELD - ALEXANDRE - FRANCOIS DESPORTES - DIERENSCHILDER VAN LODEWIJK XIV .

    Art . Nr . 51 . b ,

                                   Derde  Voorbeeld 

      Laten  wij  thans  een  nog  veel  belangrijker  onderwerp  gaan  bekijken .  Wij  zien  het  op  de  reproductie  (fig . 16 ) van  een  werk  van  Alexandre - François   DESPORTES 
    ( 1661 - 1743 ) , die  dierenschilder  was  van  Lodewijk   XIV  !  De  compositie  is  zeer  knap , de  tekening  uitmuntend  en  de  schildertechniek  soepel  en  rijk .  Er  wordt  een  verband  in  acht  genomen  tussen  licht  en  schaduw  en  het  geheel  is  van  een  bewonderenswaardige  evenwichtigheid . 
      Als  je  eerst  fig . 17  bestudeert  dan  zult  je  zien  dat  de  kunstnaar  ook  hier  zijn  doek  heeft  ingedeeld  volgens  het  beginsel  van  de  gulde  snede .  De  as  CD  is  de  deellijn  ten  opzichte  van  de  hoogte .  Wij  willen  niet  beweren  dat  de  plaats  van  de  verticale  as  AB  wiskundig  werd  " uitgerekend "  om  een  soortgelijke  verdeling  in  de  breedte  aan  te  brengen .  Maar  deze  is  wel  aan  eerrstgenoemde  as  verwant  en  de  meester  verkreeg  hem  door  zijn  intuitie , artistiek  verstand  en  goed  smaak . 
      In  dit  schilderij  zien  wij  twee  stillevens  verenigd , waarvan  er  een  vergezeld  wordt  door  een  levend  dier , n.l.  een  hond .   Verwonderlijk  is  echter  dat  zij  elkaar  goed  verdragen  en  waarom  ?  Omdat  zij  twee tegengestelde  rythmes  van  beweging  voortbrengen , die  van  hetzelfde  karakter  zijn  en  waarvan  de  samenvoeging  het  onderwerp  volkomen  op  zijn  plaats  zet  en  het  een  opmerkelijke  stabiliteit  verleent .
      De  grote  arabesk , die  een  draaiende  beweging  uitvoert , toont  overeenkomst  met  een  grote  letter  S .  De  beweging  ontspringt rechts  boven  uit  het  stenen  entablement  en  omvat , van  links  naar  rechts , het  plateau  met  de  vruchten .  De  licht  gekleurde  omtrek  van  de  ondersteuning  van  dit  grote  halfronde  plateau  begeleidt  door  zijn  buiging  de  tussengolf  die  de  bovenste  bocht  met  de  onderste  verbindt .  Op  deze  laatste  vinden  wij  van  rechts  naar  links  de  dode  eend  en  de  andere  vogels , tenslotte  de  hond , wiens  beweging  in  omgekeerde  richting  beantwoordt  aan  de  sierlijke  buigingen  van  de  stelen  der  gewassen  die  boven  het  lichaam  van  de  eend  te  zien  zijn .  De  vleugels  van  de  eend , in  het  bijzonder  die  aan  de  rechterkant , versterken  voor  het  oog  de  golving  van  de  onderste  bocht .  
      Men  merkt  op  dat  er  zich  aan  de  uiteinden  van  de  diagonaal , die  de  hoeken  K  en  k1  
    verbindt , een  in  het  oog  springende  overeenkomst  van  tegenstellingen  bevindt :  links  boven  steekt  een  donkere  silhouet  van  een  boom  af  tegen  de  lichte  lucht .  Rechts  onder  zien  wij  de  buik  van  de  dode  vogel  licht  uitkomen  tegen  een  donkere  achtergrond .  
      De  as  van  de  onderdsteuning  van  het  grote  plateau  bevindt  zich  op  ongeveer  gelijke  afstand  van  AB , as  van  de  kom  met  vruchten  en  GH , as  van  de  kop  van  de  ram .  De  as  EF  moge  ongeveer  gelijk  vallen  met  de  middenas  van  het  gehele  schilderij , hij  bevat  geen  element  van  aantrekkingskracht  en  het  centrum  van  belangstelling  blijft  toch  die  bewogen , men  zou  willen  zeggen  krioelende , massa  van  vruchten , die  samen  zoveel  licht  uitstralen.... Welnu , die  kom  bevindt  zich  niet  in  het  geometrische  middelpunt  van  de  compositie .
       Waar  enerzijds  gelijksoortigheden  zich  hier  herhalen  door  de  verschillende  gerichte  bochten , zien  wij  dat  anderzijds  rechte  en  schuine  lijnen  door  hun  stramheid  in  voldoende  mate  voor  tegenstellingen  zorgen  zodat , na  het  tot  stand  brengen  van  een  eenheid , het  schilderij ook  in  verscheidenheid  niet  te  kort  schiet .  
      Wij  zullen  niet  verder  ingaan  op  de  verschillende  wetten , die  te  pas  komen  bij  een  op  harmonieuze  wijze  opgezette  compositie .  Dank  zij  de  studie  van  de  voorgaande  voorbeelden  zult  je  daar  kijk  op  hebben  gekregen  en  wij  zijn  er  zeker  van  dat  je , door  dit  prachtige  schilderij  verder  te  bestuderen , zelf  zult  kunnen  gewaar  worden  hoe  de  kunstenaar  op  meesterlijke  wijze  de  beginselen , waarover  wij  uitweiden , in  toepassing  heeft  gebracht . 


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 51 . b , - FIG . 16 . - STILLEVEN , SCHILDERIJ VAN ALEXANDRE - FRANCOIS DESPORTES .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 51 . b ,

    Fig . 16 .

    Stilleven , Schilderij  van 
    Alexandre - François   DESPORTES .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 51 . b , - FIG . 17 . - CONTRUCTIESCHEMA
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Art . Nr . 51 . b ,

    Fig . 17 .

                Constructieschema.

    De  algemene  arabesk  is  in  stippellijn  uitgevoerd .  De  golflijn  in  S - vorm  van  de  ondersteuning  van  het  stenen  plateau , waarop  de  vruchten  liggen  herhaalt  de  eerste   en  verbindt  eveneens  de  beide  boven  elkaar  geplaatste  stillevens  om  er  een  geheel  van  te  maken , dank  zij  de  knappe  compositie .


    10-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 51 . a , - TWEEDE VOORBEELD

    Art . Nr . 51 . a ,

                           Tweede  Voorbeeld

      Door  talrijke , ofschoon  merendeels  verwante , elementen  ten  tonele  te  voeren  kunnen  wij  daar  thans  een  rijkere , meer  afwisselende  en  vollediger compositie  mee  tot  stand  gaan  brengen .  Je  ziet  hem  op 
    fig . 14 .  Door  zijn  costrutie  te  bestuderen  zult  je  constateren   ( fig . 15 )  dat  deze  nieuwe  compositie  gebaseerd  is  op  een  stelsel  van  assen  en  lijnen , die  bepaald  werden  met  behulp  van  de  gulden  snede , waaruit  een  indeling  van  de  vlakken  volgens  de  middelste  en  uiterste  rede  voortvloeit . 
      De  as  AB  van  de  fruitschaal  valt  ongeveer  samen  met de  gulden  snede  van  de  totale  breedte  van  het  doek , waarbij  B  bij  benadering  overeenkomst  met  het  gulden  punt  van  de  lijn  EJ .  De  as  van  het  gordijn  links  van  de  schaal  speelt  dezelfde  rol  met  O  als  tweede  mogelijk  gulden  punt  van  EJ .  De  achterlijn  van  de  tafel  ( CD )  brengt  een  soortgelijke  verdeling  tot  stand  in  de  hoogte  JK  met D  als  gulden  punt  van  deze  verticale  zijde .    
      Nu  verbinden  wij  rechts  D  met  A  en  links  A  met  de  onderhoek  E .  Wij  verkrijgen  dan  de  driehoek  E1   AD , een  regelmatige  meetkundige  figuur , waarin  het  bovenste  deel  van  de  schaal  met  zijn  vruchten  een  plaats  gaat  vinden .  Aangezien  de  horizon  op  LH  ligt , zullen  wij  de  bovenomtrek  van  de  schaal  als  een  nogal  platte  ellips  te  zien  krijgen .  Zijn  horizontale  as  valt  samen  met  FG , een  lijn  die  op  symmetrische  wijze  met  GB  in  het  vlak  gelegen  is ;  hij  deelt  JK  bijna  precies  volgens  de  middelste  en  uiterste  rede  in  en  derhalve  ook  het  totale  oppervlak  in  de  hoogte  volgens  de  gulden  snede .
      Aan  de  onderzijde  blijven  er  aan  weerszijden  van  de  fruitschaal  twee  leegtes  over , die  beide  een  ongeveer  rechthoekige  vorm  vertonen .  Wij  zullen  die  op  de  een  of  andere  manier  moeten  gaan  opvullen .
      Door  de  belangrijkheid  van  de  schaal  en  zijn  verschuiving  naar  de  rechterzijde , zal  de  rechterbenedenhoek  van  de  compositie  minder  belangrijke  massa's  moeten  gaan  bevatten  dan  de  linkerbenedenhoek  en  wel  om  een  bevredigend  evenwicht  tussen 
    rechter -  en  linkerhelft  te  verkrijgen .  De  beide  leegten  zullen  bijgevolg  opgevuld  worden , waarbij  een  gelijkheid  in  omtrekken  vermeden  zal  moeten  worden  van  de  uit  te  kiezen  voorwerpen . 
      Hierna  blijft  de  linkerbovenhoek  nog  leeg .  Laten  wij  daar  eens  een  raam  aanbrengen , waarvan  het  formaat  gelijk  zal  zijn  aan  de  rechthoek  in  hoek  J .  waardoor  een  volkomen  evenwicht  in  acht  genomen  blijft .  
      Als  je  nu  de  twee  figuren  14  en  15  goed  bekijkt , zult  je  zien  dat  de  twee  bovengenoemde  rechthoeken  een  nieuw  voorbeeld  bieden  van  een  geslaagde  toepassing  van  de  wet  van  het  evenwicht , waarover  wij  het  hadden  bij  onze  eerste  copositie .  Zij  zijn  tegengesteld  door  hun  ligging  en  door  hun  toonwaarden , immers  de  ene  is  licht  en  de  andere  grotendeels  donker , maar  hun  algemen  vorm  vertoont  een  overeenkomst  ( overeenkomst  der  tegenstellingen ) .  
      Maar  deze  wet  van  het  evenwicht  is  niet  alleen  op  die  plaats  toegepast .  Aan  iedere  zijde  van  het  centrum  van  belangstelling  ( de  fruitschaal ) , waarvan  het  middelpunt  niet  samenvalt  met  het  geometrische  middem  van  de  compositie , houden  ook  de  andere  elementen , gelijksoortige  en  tegengestelde , elkaar  in  evenwicht .  
      De  werking  op  het  oog  door  de  overheersende  lichte  toon  ( ter  hoogte  van  de  schaal )  wordt  verlengd  door  talrijke  herhalingen  en  deze  wet  van  de  herhalingen  wordt  recht  gedaan  zowel  in  de  toonwaarden  als  de  volumes :  herhaling  van  gebogen  lijnen  ( in  de  schaal  en  de  vruchten ) , waar  tegenover  staat  de  herhaling  van  rechte , horizontale  en  verticale , lijnen  :  in  het  raam , het  gordijn  en  de  tafel . 
      De  compositie  is  dus  goed  uitgewogen  en  deze  evenwichtigheid  heeft  niets  gemeen  met  een  eentonige  symmetrie .  Integendeel , zijn verscheidenheid  brengt  een  harmonieus  rythme  voort , veroorzaakt  door  de  verschuiving  van  de  voornaamste  onderdelen  en  bijkomstigheden , hun  afwisselende   " bewegingen " , waarbij  de  algemene  horizontaliteit  van  het  onderwerp  bestreden  wordt  door  het  op  geslaagde  wijze  aanbrengen  van  verticale  en  schuine  lijnen , zoals  die  van  het  servet , die  zelf  weer  in  twee  tegengestelde  richtingen  lopen .
      Men  zal  opmerken  dat  sommige  rechtstaande  elementen  afgesneden  zijn  ( een  mogelijkheid , die  wij  eerder  onder  ogen  zagen )  ten  gunste  van  het  algemene  aspect .  Ook  ziet  men  dat  de  verhouding  van  licht -  tot  schaduwpartijen , voor  wat  betreft  de  grootte  van  hun  oppervlakken , een  op  drie  is  volgens  het  reeds  uiteengezette  beginsel .  Het  clair - obscuur  is  in  feite  een  tegenlicht - effect  met  krachtige  tegenstellingen  in  de  toonwaarden .  Dit  beantwoordt  ook  aan  de  bedoelingen  van  de  kunstenaar , die  er  op  uit  was  om  tot  een  grote  rijkdom  van  expressie  in  zijn  onderwerp  te  komen .  Hij  bereikt  dit  door  " verscheidenheid  in  eenheid " .  Een  volkomen  overeenstemming  van  alle  bestanddelen  van  het  schilderij  wist  hij  tot  stand  te  brengen  en  daardoor  werd  ook  aan  de  wet  van  de   harmonie  tegemoet  gekomen .
     


    09-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 51 . - DE COMPOSITIEWETTEN

    Art . Nr . 51 .

                      De  Compositiewetten

      Welke  lessen  gaan  wij  nu  trekken  uit  de  beschouwingen  bij  het  eerste  voorbeeld  ?

      Voor  alles  dit :  de  eerste  wet , waaraan  een  compositie  moet  gehoorzamen  is , wij  zeggen  het  nogmaals , de  eenheid .  Eenheid  nu  bestaat  uit  het  uitverkiezen , het  op  de  juiste  wijze  afbakenen  van  zijn  onderwerp  zonder  het  ter  hulp  roepen  van  " bijkomstigheden  of  parasieten  die  tot  verwarring  of  tot  verstooiing  van  de  belangstelling  kunnen  leiden "  ( Jules  Brabant ) .  Maar  het  betekend  ook  een  geordende  rangschikking , een  samenhanging  tussen  de  onderdelen  van  het  onderwerp  en  de  demonstratie , die  wij  gaven  bij  het  eerste  voorbeeld , licht  deze  omschrijving  helder  toe . 
      " Alles  wat  een  lichtende  dominante  omringt  kan  bijdragen  tot  zijn  kracht  en  schittering " , zo  schrijft  weer  Jules  BRABANT .  Daartoe  zal  hij  herhaald  moeten  worden  op  verschillende  plaatsen  als  echo's , die  zijn  werking  verlengen  en  voortzetten  en  die  zijn  natuurlijk  van  mindere  en  ook  verminderde  intensiteit  moeten  zijn .  Deze  wet  van  de  herhaling  is  ook  van  toepassing  op  kleuren , lijnen , toonwaarden  en  volumes  van  enige  omvang .  Een  ander  middel  om  de  dominante  tot  zijn  recht  te  doen  komen  en , in  het  algemeen , ieder  belangrijk  bestanddeel  van  een  schilderij , is  het  toepassen  van  een  tegenstelling  ( wet  van  de  tegenstelling ) , dat  wil  zeggen  de  tegenstelling  van  een  donkere  en  een een  lichte  dominante ;  de  donkere  dominante  moet  in  de  buurt  zijn  van  de  lichte , maar  niet  vlak  er  naast . 
      Zowel  de  gelijksoortige  als  tegengestelde  elementen  van  een  schilderij  moeten  met  elkaar  in  evenwicht  zijn  ten  opzichte  van  het  centrum  van  de  belangstelling  ( wet  van  het  evenwicht ) .  De  oude  meesters  pasten  een  strenge  symmetrie  toe , maar  de  moderne  geven  de  voorkeur  aan  een  evenwichtsschommeling , die  veel  levendiger  is  en  tot  velerlei  mogelijkheden  aanleiding  geeft .
      De  elementen , die  de  wet  van  het  evenwicht  op  aantrekkelijke  wijze  rond  het  middelpunt  weten  te  verdelen , vertonen  onderling  harmonieuze  betrekking , niet slecht  tussen  gelijksoortige  ( verband  van  de  gelijkheden )  maar  ook  tussen  tegenstelde  elementen  (overeenkomst  der  tegenstellingen ) .  Deze  laatste  uitdrukking  betekend  dat  de  waarde , de  kleuren  en  de  vormen  iets  gemeen  moeten  hebben  met  degene , tot  wie  zij  in  tegenstelling  staan ; op  deze  wijze  wordt  dan  de  eenheid  van  het  werk  gehandhaafd .  Dit  verband  van  de  gelijkheden , gekoppeld  aan  de  overeenkomst  der  tegenstellingen , die  in  het  gehele  schilderij  heerst , zal , terwijl  hij  gelijkertijd  voor  de  eenheid  en  het  evenwicht  in  de  verscheidenheid  zorgt , het  rythme  scheppen .
      In  zijn  eenvoudigste  betekenis  is  rythme  de  herhaling  van  twee  ongelijke  tempo .  In  de  natuur  zelf  is  alles  rythme , nacht  en  dag , winter  en  zomer , eb  en  vloed  en , bij  de  mens , de  hartslag  en  de  ademhaling :  het  rythme  geeft  de  mens  zijn  plaats  in  het  universum .  Muziek , dans  en  dichtkunst  komen  voort  uit  rythme , maar  ook  de  schilderkunst  kan  er  niet  buiten .  Het  is  door  een  herhaling  van  afwisselingen  in  waarde , kleur  en  vorm  dat  hij  op  zijn  wijze  aan  de  universele  wet  gehoorzaam .  Een  schilderij  moet  dus  niet  statisch , in  stilstand  zijn , maar  dynamisch , in  beweging , en  het  is  door  een  rythme  ( dat  in  zijn  wezen  bestaat  uit  de  gekoppelde  herhaling  van  gelijksoortige  of  tegengestelde  elementen ) , dat  hij  leven  en  beweging  gaat  oproepen .  De  wetten  van  herhaling , evenwicht  en  rythme  zijn  zelf  weer  onderworpen  aan  de  hoogste  wet  van  iedere  kunstvorm :  de  wet  van  de  harmonie  of  samenklank , die  het  volmaakte  verband  tussen  de  bestanddelen  van  een  kunstwerk  verzekert " .
      Bekijken  wij  nu  nog  eens  de  compositie  van  fig . 10 .  Zijn  daar  al  deze  wetten  en  beginselen  in  acht  genomen  ?  Inderdaad  ! 
      De  lichte  dominante  wordt  " verlengd  in  zijn  werking "  door  " herhaling "  en  deze 
    " wet  der  herhaling "  ziet  men  ook  in  praktijk  gebracht  bij  de  toonwaarden  en  volumes .  De  " wet  van  de  tegenstellingen "  wordt  eveneens  in  acht  genomen , zowel  tussen  de  " lichte  dominante " en  de  " donkere  dominante "  als  ook  tussen  de  horizontaliteit  van  de  grondlijn , die  onderbroken  wordt  door  de  schuine  ligging  van  het  mes . 
      De  " wet  van  het  evenwicht "  wordt  ook  gerespecteerd , doordat  de  grote  peer  links  door  zij  massa  een  evenwicht  vormt  met  de  elementen  die  zich  rechts  in  de  compositie  bevinden  ( verband  der  gelijkheden ) , terwijl  zijn  donkere  toon  een  evenwicht  vindt  in  de  lichte  toon  van  de  appel  geheel  rechts  (overeenkomst der  tegenstellingen ) .  De  vormen  en  waarden  hebben  dus  ook  " iets  gemeen  met  degenen  tot  wie  zij  in  tegenstelling  staan "  en  het  evenwicht  in  de  verscheidenheid  veroorzaakt  een  rythme , waarvan  een  van  de  factoren  te  vinden  is  in  de  " beweging "  die  onstaat  door  de  verschuiving  van  de  twee  verschillende  rechthoeken , waarover  wij  spraken  en  die  ieder  twee  vruchten  van  ongelijke  afmetingen  bevat .  De  beweging  wordt  ook  teweeg  gebracht  doordat  de  algemene  horizontaliteit  van  het  onderwerp  gebroken  wordt  door  de  scheve  richting  van  het  mes . 
       Er  is  werkelijk  een  verband  tussen  alle  onderdelen  van  het  schilderij , verband  in  verscheidenheid , zeker , maar  toch  een  voelbaar  verband :  de  compositie  is  onderworpen  aan  de  " wet  van  de 
    harmonie " .  
      Terloops  willen  wij  nog  opmerken  dat  de  verhouding  tussen  schaduw  en  licht  ongeveer  een  op  drie  is ;  dat  wil  dus  zeggen  dat  de totale  uitgestrektheid  van  de  licht  getoonde  oppervlakken  ongeveer  een  derde  bedraagt  van  de  som  van  min  of  meer donker  getinte  vlakken .  Deze  verhouding  wordt  algemeen  als  harmonieus  beschouwd  en  als  zodanig  door  de  kunstenaars  in  ere  gehouden . 
      Niettemin , wij  kunnen  dat  niet  genoeg  herhalen , moet  men  niet  de  slaaf  worden  van  starre  regels  en  moet  men  zich  niet  verplicht  voelen  zich  aan  de  wiskundige  precisie  van  de  guldensnede  te  onderwerpen , of  aan  het  zojuist  besproken  verband  tussen  licht -  en  schaduwpartijen .  In  deze  dingen  moet  men  meer  naar  de  geest  dan  naar  de  letter  leven .  Naar  zijn  eigen  persoonlijkheid  dient  een  ieder  er  naar  te  streven  ieder  soort  van  eenvormigheid  te  vermijden  door  een  overheersend  element  in  toepassing  te  brengen :  de  middelen  daartoe  kunnen  uiteenlopen  en  toch , in  beginsel , blijven  gehoorzamen  aan  de  eerder  uiteengezette  wetten .

                 Een  nuttige  afwisseling

      Een  goede  en  tevens  aangename  afwisseling  bestaat  uit  het  op  papier  tekenen  van  de  silhouetten  der  voorwerpen , waarvan  de  leerling  een  geheel  wil  maken  waarbij  men  natuurlijk  onderlinge  verhoudingen  moet  respecteren .  Hij  knipt  ze  daarna  uit  om  ze  vervolgens  op  verschillende  manieren  te  rangschikken  in  een  omlijsting , die  men  volgens  een  voorlopige  schatting  afgebakend  heeft , ( fig . 11 , 12  en  13 ) .
      Men  moet  hen  daarbij  niet  als  soldaatjes  op  een  rij  gaan  zetten  of  hen  gewoon  ieder  met  een  stukje  over  elkaar  gaan  opstellen ; men  moet  hen  verschuiven  en  de  een  voor  een  gedeelte  voor  of  achter  de  andere  plaatsen .  Wissel  hun  hoogte  af , rekening  houdend  met  de  perspectief , dat  wil  zeggen , plaats  hen  zodanig  als  of  in  werkelijkheid  hun  bodems  op  verschillende  hoogten  rusten , meer  of  minder  verwijderd  van  het  oog  en  meer  of  minder  verwijderd  van  elkaar .  Zodoende  zullen  eenvoudige  meetkundige  figuren  onstaan , zoals  onze  rechthoeken  R1  en  R2  van  fig. 9 , die  dus  constructie - elementen  zijn .  Zo  zullen  dan  de   verschillende  onderwerpen  zich  tegen  elkaar gaan  aftekenen ;  een  eigen  " beweging "  en  " rythme "  zullen  van  lieverlede  onstaan . 
      Men  kan , ( in  plaats  van  met  de  inhoud , ook  gaan  experimenteren  met  de  omlijsting  door  zijn  afmetingen  te  wijzigen , hem  breder  maken  of  hoger , ofwel  het  oppervlak  te  verkleinen .  Men  kan  zelfs , als  dit  het  algemene  aspect  ten  goede  komt , een  onderdeel  afsnijden  en  hem  voor  een  gedeelte  buiten  het  " raam "  laten  vallen .  Probeer  dus  allerlei  bewerkingen  en  laat  allerlei  overwegingen  een  rol  spelen , totdat  er  een  opstelling  gevonden  wordt , die  het  meest  geslaagt  lijkt . 
      Op  deze  wijze  zal  men  zich  ook  rekenschap  geven  van  het  belang  van  gevulde  en  lege  plekken , van  het  belang  ook  het  verband  tussen  de  delen  en  het  geheel , dat  door  de  omlijsting  begrensd  wordt  en , indien  gewenst , zal  men  de  compositie  zodanig  wijzigen  totdat  het  meest  harmonieuze  verband  verkregen  wordt . 
      Wanneer  men  te  werk  gaat  met  zwarte  silhouetten  op  een  witte  ondergrond , zal  men  zien  dat  de  leegtes  zich  sterker  doen  gelden  naarmate  zij  meer  geisoleerd  liggen  tussen  donkere  plekken , waardoor  zij  een  grotere  lichtheid  verkrijgen .  Nu  zal  men  in  gedachten  het  motief , dat  zij  bedoelden  weer  te  geven , voor  de  geest  moeten  halen  en  zal  men  zich  bewust  moeten  worden  van  de  later  aan  te  brengen  verzachtingen , teneinde  een  geschikte  achtergrond  te  verkrijgen , zodat  de  lichtheid  van  de  verschillende  waarden  door  hun  te  grote  schittering  niet  het  belang  van  de  hoofdzaken  gaat  overheersen .
      Terecht  heeft  men  opgemerkt  dat  " de  compositie  niet  slechts  een  eenvoudig  rangschikken  is "  ( Pierre  ALARY ) .  Men  moet  ook  nog  gaan  interpreteren  en  transponeren  en  het  is  nu  dat , wat  men 
    " ontwerpen  "  of   " kunstzinnig  scheppen "  noemt , een  aangelegenheid , waaraan  een  geheel  lesdeel  gewijd  zal  worden . 
      Maar  de  leerling  zal  allereerst  zij  ogen  moeten  oefenen  en  zich  vertrouwd  moeten  maken  met  de  grondbeginselen  teneinde  de  gewenste  uitdrukkingsmiddelen  te  verwerven  en  te  leren  om  " zijn  visie  te  ordenen , een  keuze  te  leren  maken  waarbij  hij  er  afstand  van  doet  om  alles  te  zeggen  en  alles  te  maken "  ( Pierre Alary ) .  Het  moge  dan  waar  zijn , zoals  wij  al  naar  voren  brachten , dat  er  in  de  kunst  geen  " recepten "  bestaan , men  zal  toch  in  ieder  geval  de  eerste  hindernissen  moeten  nemen  alvoren  in  aanmerking  te  komen  om  de  top  te  bereiken , als  wij  een  dergelijk  woord  mogen  gebruiken . 
      Het  is  overrigens  om  die  reden  dat  wij  bij  ons  eerste  voorbeeld  te  werk  zijn  gegaan  met  een  zeer  eenvoudige  compositie . 


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 51 . - FIG . 11 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 51 .

    Fig . 11 .

    De  verschillende  in  silhouet  uitgeknipte  elementen  zijn  hier  op  een  rijtje  gezet  zonder  aan  een  copositie  te  denken .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 12 . - EERSTE POGING TOT RANGSCHIKKING .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 12 .

    Eerste  poging  tot  rangschikking .
    De  verste  onderdelen  staan  als  soldaatjes  op  een  rijtje .  Eentonige  evenwijdigheid  tussen  de  andere  Slechte  compositie .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 51 . - FIG . 13 . - EEN NUTTIGE AFWISSELING
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 51 .

    Fig . 13 .  
     
    Het  verschuiven  en  het  gedeeltelijk  over  elkaar  plaatsen  van  de  verste  onderdelen  heeft evenwicht  en  beweging  te voorschijn  geroepen , hetgeen  ook  geld  voor  de  dichbij  gelegen  elementen .  Merk  op  dat  de  assen  van  servet  en  sigarettenpijpje  elkaar  snijden .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 51 . a , - FIG . 14 DE COMPOSITIE
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 51 . a ,

    Fig . 14 ,

    de  compositie  is  vastgelegd  en  uitgevoerd . Je  zult  ongetwijfeld  getroffen  worden  door  het  aangename  aspect  en  verscheidenheid  in  de  eenheid .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 51 . a , - FIG . 15 . - CONSTRUCTIESCHEMA
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 51 . a ,

    Fig . 15 .

    Constructieschema , dat  in  de  tekst  beproken  wordt .

    08-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 50 . - DE PRAKTIJK

    Art . Nr . 50 .

                               DE   PRAKTIJK

        De  COMPOSITIE  in  het  STILLEVEN 

                      Wat  men  niet  moet  doen 

      Vaak  hebben  wij  van  sommige  leerlingen  bij  hun  studie  van  het  lesdeel  Licht  En  Schaduw  of  bij  die  van  de  kleur  werkstukken  onder  ogen  gehad , die  in  ieder  opzicht  gelijk  zijn  aan  wat  wij  zien  op 
    fig . 7 .
      Soms  vertoonden  deze  studies  onmiskenbare  kwaliteiten  voor  wat  betreft  de  constructie , de  uitdrukking  van  het  modelé  enz .  Maar , hoe  uitdrukkingsvol  de  techniek  als  zodanig  ook  zijn  kon  in  een  streven  tot  compositie  schoten  zij  altijd  -  en  op  hinderlijke  wijze  -  tekort .
      Zoals  op  onze  afbeelding  zag  men  er  slechts  verspreide  elementen , waarvan  de  opstelling  volkomen  toevallig  of  willekeurig  was .  Het  gevolg  was  een  pijnlijke  indruk  van  wanorde , leegte , kortom  van  arm - tierigheid .  Het  oog  van  de  beschouwer  verplaatste  zich , evenals  op  fig . 7 , om  beurtelings  bij  ieder  onderdeel  even  stil  te  staan , zonder  dat  het  door  iets  van  speciaal  belang  werd  vastgehouden .  Vandaar  dan  ook  een  volkomen  onverschilligheid , welke  de  waarheidsliefde  van  de  voorstelling  ook  zijn  mocht .

                       Eerste  Voorbeeld

                   Wat  men  wel  moet  doen

      Wij  nemen  de  verschillende  elementen  die  op  fig. 7  te  zien  zijn  eens  ter  hand  om  te  proberen  tot  een  echte  compositie  te  geraken . 
      Allereerst  moeten  wij  denken  aan  de  ondergrond , dat  wil  zeggen  aan  het  vel  papier , het  karton , paneel  of  doek , waarop  geschilderd  wordt .  Dit  zal  bestemd  zijn  voor  de  uitbeelding  van  het  onderwerp  en  zijn  afmetingen , die  heel  wat  zullen  verschillen  van  die  van  de  studie  op  fig. 7 , waar  zij  kennelijk  in  wanverhouding  zijn , zullen  aangepast  zijn  aan  een  bepaald  doel  en  wel  om  aan  de  weer  te  geven  voorwerpen  een  genoegzame  belangrijkheid  te  verlenen  om  het  oppervlak  in  kwestie  goed  te  vullen , zonder  dat  de  grootte  ons  er  toe  dwingt  om  de  verschillende  elementen  buitensporige  afmetingen  te  verlenen .  Ons  verlangen  zal  uitgaan  naar  een  opstelling  in  de  breedte  en  niet  in  de  hoogte , zodat  onze  ondergrond  een  liggende  rechthoek  zal  worden .
      Wij  trekken  dus  een  horizontale  lijn , die  de  onderste  grens  van  onze  compositie  zal  vormen  en  geven  hem  een  lengte  DC .  Op  fig . 8  is  deze  lengte  natuurlijk  verkleind , maar  in  werkelijkheid  is  hij  iets  groter  dan  23  cm.  zodat  wij  werken  op  een  vel  van  27  bij  21  cm .  in  de  breedte , aan  alle  kanten  een  marge  van  ongeveer  2 cm.  overhouden .  
      Welke  hoogte  gaan  wij  nu  nemen  ? 
    Laten  wij  ens  de  gulden  punten  van  DC  bepalen :  dat  worden  P1  en  P2 .  De 
    " gulden  rechthoek " , waarover  wij  eerder  spraken , wordt  verkregen  met  DC  als  basis  en  de  afstand CP2  of  DP1  voor  de  zijkanten .  Maar  men  ziet  aanstonds  dat  wij  dan  een  zeer  gedrukte  rechthoek  zouden  krijgen .  Het  motief  dat  wij  willen  samenstellen  met  een  aantal  vrij  omvangrijke  voorwerpen  zou  het  aan  ruimte  gaan  ontbreken .  Laten  wij  dus  de  hoogte  op  redelijke  wijze  vergroten  en  hem  vaststellen  op  18 cm . (CB ) , die  overeenkomt  met  de  breedte  DC,  verminderd  met  de  afstand  tussen  P1  en  P2 , de  beide  gulden  punten  van  DC .
      Nu  gaan  wij  dus  onze  rechthoek  ABCD  contrueren  en  trekken  zijn  beide  diagonalen , waarvan  het  snijpunt  G  het  meetkundige  middelpunt  van  het  vlak  zal  zijn .  Op  de  punten  P1  en  P2  trekken  wij  een  loodlijn .  
      Waar  zetten  wij  nu  de  rand  van  de  tafel , waarop  ons  stilleven  een  plaats  zal  vinden  ?  Daarvoor  zoeken  wij  een  gulden  punt  op  de  lijn  BC  en  vandaar  uit  trekken  wij  een  horizontale  lijn .  Als  dit  gebeurd  is  hebben  wij  dus  het  gekozen  oppervlak  volgens  de  uiterste  en  middelste  rede  ingedeeld , zowel  in  de  hoogte  als  in  de  breedte . 
      Hoe  zullen  wij  nu  onze  voorwerpen  gaan  opstellen  ?  Waarover  hebben  wij  de  beschikking  ?  Over  een  peer , die  wat  groter  is  dan  de  drie  appelen , een  klein  tinnen  schaaltje  en  een  mes .  Aan  de  ene  kant  plaatsen  wij  de  peer  en  een  van  de  beide  grote  appelen  ;  aan  de  andere  kant  de  twee  overigen  op  het  schaaltje .  Aan  het  mes  denken  wij  later . 
      Deze  verdeling  in  twee  groepen  naast  elkaar  brebgt  een  zekere  symmetrie  van  de  massa's  met  zich  mee , doordat  de  onderdelen  van  de  linkerkant  in  evenwicht  zijn  met  die  van  de  rechterkant .  
      Maar , let  wel , als  wij  de  schaal  met  zijn  twee  vruchten  zo  opstellen  dat  zij  voor  het  oog  in  de  afdeling  P1C  terecht  komen  en  aan  de  andere  kant  de  peer  en  de  appel  in  het  vak  DP2 , waabij  alles  op  ongeveer  dezelfde  hoogte  in  de  grote  onderste  rechthoek  een  plaats  vindt , dan  zouden  wij  ons  ongetwijfeld  bedienen  van  een  verdeling  van  ons  oppervlak  volgen  de  gulden  snede , maar  wat  zou  het  aspect  er  niet  ongelukkig  door  worden  !  Deze  symmetrische  opstelling  aan  weerszijde  van  een  verticale  lijn  door  het  midden  zou  wel  evenwichtig  zijn , maar  teven  onnozel , gekunsteld  en  vervelend .  En  in  ieder  geval  zou  het  evenwicht  niet  tot  stand  gekomen  zijn  in  verhouding  tot  het totale  vlak  dat  door  de  omlijsting  afgebakend  is .  
       Maar wat  dan  ?  Welnu  ( zie  fig. 9 ) , wij  plaatsen  onze  schaal  rechts  op  zodanige  wijze  dat  zowel  zijn  middelpunt  als  het  midden  van  de  rechthoek  R1  ongeveer  samenvalt  met  de  deellijn  van  middelste  en  uiterste  rede ;  R1  is  een  eenvoudige  constructievorm , die  de  twee  appelen  omsluit .  Aan  de  linkerkant  plaatsen  wij  de  twee  andere  vruchten  zo , dat de  tweede  rechthoek  R2 ,  waardoor  zij  worden  ingesloten , een  weinig  over  de  linkerkant  van  de  eerste  rechthoek  heen  loopt .  
      De  tweede  rechthoek  gaan  wij  nu  en  klein  beetje  naar  voren  verschuiven  ten  opzichte  van  de  eerste , zodat  hun  basislijnen  niet  meer  op  dezelfde  horizontale  lijn  liggen  en  dat  bijgevolg  de  omtrekken  van  de  vruchten  wat  losser  van  elkaar  komen  te  staan  en  zich  voor  het  oog  wat  duidelijker  aftekenen , met  de  bedoeling  om  wat  meer  beweging  aan  het  geheel  te  verlenen . 
      Wat  gaan  wij  nu  doen  met  het  mes  ?
      Dit  gaat  ons  de  mogelijkheid  geven  om  het  horizontale  van  het  onderwerp  te  breken .  Zoals  je  ziet , blijven  wij  vechten  tegen  eentonigheid .  Laten  wij  dus  een  schuine  lijn  gaan  toepassen .  Wij  nemen  daarvoor  de  verbindingslijn  van  het  hoekpunt  D  met  het  snijpunt  M  van  de  loodlijn  op  het  gulden  punt  P1  met  de  horizontale  as  van  de  schaal .  Daarop  plaatsen  wij  dan  het  mes , dat  met  zijn  uiteinde  op  de  schaal  komt  te  rusten .  Aldus  verlenen  wij  onze  compositie   een  " helling " , om  het  zo  eens  uit  te  drukken , een  voltooiend  element , dat  het  geheel  aangenamer  zal  maken  voor  het oog , dat  ook  als  dit  niet  zeer  geoefend  zou  zijn , toch  de  onderlinge  band , de  arabesk , zal  aanvoelen  die  thans  de  verschillende  onderdelen  samenhoudt , zoals  wij  die  arabesk  op  fig . 9  hebben  aangeduid .
      Laten  wij  hier  eens  heel  duidelijk  zijn , teneinde  iedere  begripsverwarring  die  samen  kan  gaan  met  het  gebruik  van  een  woord , dat , naar  gelang  het  individu , verschillende  betekenissen  kan  hebben , te  vermijden .  
      Volgens  het  woordenboek  is  een  arabesk  een  serie  danspassen  en  figuren  gevormd  door  dansers  die  in  verschillende  groepen  doorheen  werken , met  de  bedoeling  om  verschillende  gevoelstoestanden  door  houdingen  uit  te  drukken .  In  het  meervoud  gebruikt , betekent  dit  woord :  versieringen  in  schilder - , beeldhouw -  en  bouwkunst , zoals  speciaal  toegepast  door  de  Arabieren .  Zij  bestaan  voornamelijk  uit  bladeren , vruchten , draperieen , linten  enz., die  op  kunstige  wijze  tegenover  elkaar  geplaatst , samengevoegd  of  dooreengevlochten  zijn . 
      In  wezen  gaat  het  dus  over  rangschikking  en  beweging .  Bestaat  een  compositie  immers  niet  uiteindelijk  uit  een  rangschikking  en  het  scheppen  van  bewegingen  ?  Opstelling  en  beweging  nu  kunnen  omsloten  worden  door  een  algemene  beweging , die  in  één  enkele  lijn  wordt  uitgedrukt , die  de  geest  van  de  compositie  samenvat  en  de  algemene  band  uitdrukt .  Het  is  in  deze  zin  dat  wij  hier  het  woord  arabesk  gebruiken .
      Maar , indien  ons  oog  ongetwijfeld  behaagd  wordt  door  de  hier  aangetroffen  arabesk , voert  deze  ons  intussen  nog  niet  naar  een  fragment  van  de  compositie  dat  belangwekkender  is  dan  de  andere .  Wij  ontberen  hier  nog  een  centrum  van  belangstelling , een  aantrekkelijk  middelpunt .  Men  moet  dus  een  keuze  gaan  maken  tussen  die  elementen , waarvan  er  één  in  aantrekkelijkheid  duidelijk  boven  de  andere  uitsteekt .  Door  onze  voorwerpen  op  oordeelkundige  wijze  op  te  stellen , zijn  wij  er  in  geslaagd  om  eentonigheid  in  de  lijnen , oppervlakken  en  massa's  te  ontlopen .  Wij  moeten  ook  een  eenvormigheid  in  belangwekkendheid  zien  te  vermijden , hetgeen  hetzelfde  is  als  een  afwezigheid  van  die  belangwekkendheid .
      Dit streven  zullen  wij  kunnen  dienen  door  de  werking  van  het  licht  en  de  verschillende  toonwaarden , die  het  zal  oproepen , kortom  door  het  z.g.  clair - obscur . 
      Bekijk  eens  fig . 10 , dan  zult  je  daar  aanstonds  getroffen  worden  door  de  aanwezigheid  van  een  overheersende  lichte  toon , die  lichtender  is  dan  de  andere  lichte  tonen  van  de  compositie  en  waardoor  het  oog  onweerstaanbaar  word  aangetrokken .  Ziedaar  nu  een  centrum  van  belangstelling , dat  zoals  je  zult  opmerken , niet  samenvalt  met  het  meetkundig  middelpunt  ( gevormd  door  het  snijpunt  van  de  diagonalen  op 
    fig . 9 ) , maar  met  de  appel  die  een  beetje  naar  links  staat  en  ongeveer  samenvalt  met  de  loodlijn  uit  het  gulden  punt  P2 .  Als  het  centrum  van  belangstelling  samenvalt  met  het  geometrische  centrum , zou  dit  leiden  tot  een  symmetrie  en  een  gelijkvormigheid  in  de  indeling  van  de  compositie , die  wij  hebben  dat  herhaaldelijk  gezegd , noodlottig  zou  zijn .  
      Ofschoon  het  oog  het  wordt  aangetrokken  door  het  centrum  van  belangstelling , omvat  het  niettemin  toch  het  totale  beeld , op  voorwaarde  echter  dat  de  beschouwer  de  juiste  afstand  in  acht  neemt , die  minsten  drie  maal  de  grootste  afmeting  van  het  schilderij  moet  bedragen .
      

     
       
     
               


    07-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 7 . - WERKELIJKE COMPOSITIE ONTBREEKT .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 7 .

    Studie  waaraan  iedere 
    poging  tot  werkelijke 
    compositie  ontbreekt .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 8 . - SLECHTE COMPOSITIE
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 8 .

    Zoals  in  de  tekst  uiteengezet  wordt , mag  er  hier  sprake  zij  van  een  zeker  evenwicht  tussen  de  twee  groepen  van  onderdelen , er  is  niettemin  geen  goed  gebruik  gemaakt  van  de  aan  de  copositie  toegestane  oppervlakte , die  aan  de  bovenkant  op  hinderlijke  wijze  leeg  blijft , zodat  er  in  de  hoogte  een  gebrek  aan  evenwicht  is  onstaan .  Overigens  heerst  er  ook  in  de  breedte  een  eentonige  symmetrie .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 9 . - EVENWICHTIGE EN HARMONIEUZE OPSTELLING .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 9 .

    Hier  heeft  men  een 
    evenwichtige  en 
    harmonieuze  opstelling 
    weten  te  bereiken . 
    De  algemene  arabesk 
    is  aangegeven  door  een 
    lijn  van  kleine  kruisjes .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 51 . - FIG . 10 . - UITGEVOERDE COMPOSITIE
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr 51 .

    Fig . 10 .

    Uiteindelijk  gekozen  en 
    uitgevoerde  compositie .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 49 . b , - DE GULDEN SNEDE IN DE NATUUR
    Art . Nr . 49 . b , 

               De  Gulden  Snede  in  de  Natuur

      Het  mag  niet  onvermeld  blijven  dat  de  gulden  snede  aangetroffen  wordt  bij  het  menselijk  lichaam , bij  vele  andere  levende  wezens  en  zelfs  bij  de  verschijningsvormen  van  planten .
      Zoals  wij  gezien  hebben  in  het  lesdeel  Het  Schetsen  Van  Personen   bij  de  studie  van  de  ideale  canon  is  de  hoogte  van  een  lichaam  gelijk  aan  zijn  grootste  uitgestrekheid , dat wil  zeggen  de  afstanden  tussen  de  vingertoppen  bij  horizontaal  gestrekte  armen  (  lijn  x  y  op  fig . 6 ) .
        Onder  deze  omstandigheden  kunnen  wij  het  totale  lichaam  in  een  vierkant  ABCD  sluiten .  Dit  vierkant  is  hier  in  vier  gelijke  delen  verdeeld , door  verbindingslijnen  van  het  midden  van  de  zijden , dus  M1  naar  M2  en  M3  naar  M4 .  De  lijn  M1  M2  vormt  de  verticale  as  van  het  lichaam , terwijl  de  lijn  M3   M4   het  lichaam  in  de  breedte  in  tweeen  deelt .  Deze  lijn  loopt  door  de  schaambeensymphyse . 
      De  punten  P1  en  P2  stellen  beiden  een  gulden  punt  voor  op  de  zijde  DC , P1  aangebracht  vanuit  het  hoekpunt  D  en  P2  vanuit  C  ( zoals  wij  dat  deden  op  de  lijn  AB  van  de  fig . 2  en  3 ) .  Dezelfde  punten  brengen  wij  over  op  de  zijde  AB  en  krijgen  daar  dan  de  punten  P3  en  P4  .  Wanneer  wij  nu  P1  met  P3  en  P2  met  P4  verbinden  zien  wij  dat  het  lichaam , natuurlijk  zonder  de  armen , ingesloten  wordt  door  de  verticale  band  die  wij  verkregen  met  de  gulden  snede . 
      Als  wij  op  dezelfde  wijze  gulden  punten  construeren  op  beide  verticale  zijden  AD  en  BC ,  zijn  P5  en  P6  die  voor  AD  en  P7  en  P8  die  voor  BC .  Deze  punten  op  hun  beurt  verenigd  hebben , constateren  wij  dat  de  lijn  P6 P8  door  de  navel  loopt .  Nu  drukt  onze  figuur  weliswaar  ideale  verhoudingen  uit , maar  het  is  niettemin  bekend  dat  de  verhouding  van  de  totale  hoogte  van  het  menselijk  lichaam  en  de  hoogte  van  de  navel  ( hier  BC  en  P8 C )  in  werkelijkheid  schommelt  tussen  1,6  en  1,625 .
    Welnu , het  gulden  getal  is , zoals  wij  weten  1,618 .  En  de  punten  P6  en  P8  werden  hiermee  verkregen . 
      Wij  merken  ook  nog  op  dat  de  lijn  P5  P7  door  de  verbinding  loopt  van  het  middelste  derde  en  het  onderste  derde  deel  van  de  dij .
      Als  wij  nu  het  verticale  segment  AP6  bekijken , zien  wij  daar  het  gulden  punt  P9 , waar  tegenover  P10  ligt  op  het  segment  BP .  De  verbindingslijn  tussen  P9  en  P10  bepaalt  de  hoogte  van  de  schouders .  P11  en  P12  zijn  de  gulden  punten  op  de  horizontale  segmenten  P6 E  en  F P8  ;  de  loodlijn  op  beide  punten  loopt  door  de  scheiding  van  boven -  en  onderarm .  
      Tenslotte  wordt  de  breedte  van  de  taille  ter  hoogte  van  de  navel  bepaald  door  de  gulden  punten  van  de  beide  segmenten  EN  en  NF .
      De  constructieve  grondslagen  die  de  gulden  snede  ons  oplevert  zijn  dus  niet  de  vrucht  van  pure  fantasie  :  zij  spruiten  voort  uit  een  beredeneerde  waarneming  van  de  natuur .
      Zoals  wij  reeds  te  kennen  gaven , hebben  sinds  de  oudheid  de  kunstenaars  de  compositie  van  hun  werken  gebaseerd  op  de  gulden  snede .  Deze  methode  is  door  de  eeuwen  heen  steeds  weer  toegepast  en  in  een  groot  aantal  werken  van  de  Italiaanse , Spaanse , Nederlandse , Franse  en  andere  scholen  kan  men  zijn  gebruik  gemakkelijk  terugvinden . 
      Niettemin  moet  men  er  zich  voor  hoeden  om  hem  als  een  doel  op  zichzelf  te  gaan  beschouwen .  Het  is  een  beproefd  middel  om  tot  een  eenheid  te  geraken  zeer  zeker , maar  het  is  en  blijft  slechts  een  middel . 
      Voor  het  overige  moet  men  waakzaam  zijn  tegen  " recepten " , die  de  kunstenaar  aan  banden  leggen  en  hem  dwingen  tot  een  onveranderlijke  werkwijze .  Oorspronkelijkheid  en  eigen  persoonlijkheid  hebben  behoefte  aan  vrijheid  om  zich  te  doen  gelden .  En  voorts  gedogen  de  onderwerpen  zelf , door  hun  oneindige  verscheidenheid , al  niet  dat  men  hen  in  gelijkvormige  systemen  opsluit  en  op  nauwe , ja  tirannieke , wijze  onderworpen  worden  aan  één  enkele  opvatting , kortom  alle  op  dezelfde  wijze  gecomponeerd  worden  aan  de  hand  van  een  star  vooroordeel .  Zie  overigens  maar  eens  de  bladen  en  doekjes , waarop  de  composities  tot  stand  komen : hun  afmetingen  beantwoorden  lang  niet  altijd  aan  de  " gulden  rechthoek " , aan  degene  dus , die  wij  bij  onze  voorafgaande  betogen  gebruikt  hebben  en  waarvan  de  hoogte  met  de  breedte  ( of  omgekeerd )  in  overeenstemming  is  met  de  gulden  snede .  Zijn  toepassing  te  ver  willen  doorvoeren  in  alle  denkbare  gevallen  zou  de  kunstenaar  meeslepen  naar  een  meetkundig  koude  ingewikkeldheid  die  ronduit  afstotelijk  zou  zijn .  Men  kan  dus  het  beginsel  van  de  gulden  snede  zonder  een  strenge  nauwkeurigheid  in  toepassing  brengen  op  voorwaarde  dat  aan  de  behoeften  van  het  oog  en  de  goede  smaak  wordt  voldaan .  Wij  zullen  dat  aantonen  in  hetgeen  nu  volgt . 


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 49 . b , - FIG . 6 . - DE GULDEN SNEDE EN HET MENSELIJK LICHAAM
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 49 . b ,

    Fig . 6 .

    De  gulden  snede  en 
    het  menselijk  lichaam .

    05-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 49 . a , - DE THEORIE
    Art . Nr . 49 . a ,

                               De  Theorie

                       De  Gulden  Snede

      Compositiewetten  kwamen  reeds  tot  stand  in  de  oudheid , toen  een  " meetkundige "  geest  de  grondslag  vormde  van  de  ontwikkeling  van  de  beschaving  van  de  landen  rond  de  Middelandse  zee , meer  in  het  bijzonder  in  zijn  kunstzinnige  uitingen , waarbij  men  dan  denkt  aan  de  schoonheidsleer  van  de  wiskundige   Pytaghoras  eerst  en  vervolgens  aan  die  van  de  wijsgeer  Plato  :  bij  deze  laatste  behoort  het  begrip  "  gulden  snede "  thuis .  Wij  zullen  zien  wat  deze  formule  inhoudt .
      Om  eentonigheid  te  vermijden  en  het  oog  te  blijven  boeien , dient  een  kunstwerk  tegelijkertijd  overeenkomsten  en  tegenstellingen  te  bevatten .  Het  gehele  geheim  van  de  compositie  schuilt  in  de  rangschikking  van  deze  overeenkomsten  en  tegenstellingen .  Deze  rangschikking  moet  gericht  zijn , zoals   PLATO   het  zei , op 
    "  verscheidenheid  in  eenheid ".  De  eenheid , door  FRAYSSINOUS  " grond  en  beginsel  van  iedere  schoonheid "  genoemd , is  voor  een  kunstwerk  de onderwerping  aan  één  enkel  denkbeeld , waarbij  zijn  samenhang  en  zijn  verschillende  onderdelen  verenigd  blijven  door  een  gemeenschappelijke  band . 
      De  aard  van  een  werk  van  teken -  of  schilderkunst  brengt  mee  dat  zijn  verschijningsvorm  slechts  een  enkele  oppervlak  kent .  Als  wij  dit  vlak  op  volkomen  regelmatige  wijze  zouden  indelen  zouden  wij  zeker  een  volmaakte  eenheid  verkrijgen ,die  echter  niet  boeiend  is  voor  het  oog  juist  door  de  eentonigheid , die  wij  zouden  verkrijgen .  Indien  wij  daarentegen  deze  verdeling  op  goed  geluk , in  het  wilde  weg  zouden  aanbrengen , zonder  een  leidende  gedachte , zal  het  aspect  zonder  twijfel  vol  afwisseling , maar  tevens  verward  en  zonder  enige  eenheid  zijn :  de  gemeenschappelijke  band , die  wij  hierboven  noemden , zal  er  niet  in  te  vinden  zijn . 
      Maar  wat  dan  ?...  Met  het  in  stand  houden  van  en  zekere  afwisseling , zou  men  een  vast  verband  tussen  de  onderdelen  moeten  ontdekken , een  verband  dat  ook  zou  moeten  bestaan  tussen  deze  onderdelen  en  het  totale  oppervlak , waarop  zij  zich  bevinden .  Uit  dit  verband  zou  een  eenheid  kunnen  onstaan , juist  omdat  hij  zou  zorgen  voor  een  onveranderlijke  band  tussen  oppervlak  en  inhoud  en  tussen  de  verschillende  elementen  van  die  inhoud  onderling . 
      " Wil  een  geheel , dat  verdeeld  is  in  ongelijke  delen , mooi  schijnen , zo  luidde  de  stelling  van  de  Romeinse  architect  VITRUVIUS , geboren  in  88 v .  Chr. , dan  dient  er  tussen  het  kleine  en  het  grote  deel  dezelfde  verhouding  te  bestaan  als  tussen  het  grote  deel  en  het   geheel . "  
      Deze  verhouding  noemen  wij  nu  de  gulden  snede . 
      Bekijk  eens  fig . 1 .  Hij  toont  je  een  horizontale  lijn  AB  met  in  het  punt  B  een  loodrechte  BD , waarvan  de  lengte  gelijk  is  aan  de  helft  (AM  of  MB )  van  AB .
      Nu  verlengen  wij  DB  naar  beneden .  Met  punt  D  als  middelpunt  en  DA  als  straal  trekken  wij  nu  een  cirkelboog , die  het  verlengde  van  DB  zal  snijden  in  E .  Door  vervolgens  DE  als  straal  te  nemen  trekken  wij  een  tweede  cirkelboog , die  AB  in  O  zal  snijden .  AB  is  nu  verdeeld  in  twee  ongelijke  delen  AO  en  OB  en  dat  in  een  verhouding 
          OB
        (-----) ,   die  overeenkomt  met  het  gulden
          AO                      Getal : 1,618 .                 
      Het  punt  O  dat  men  het  "  gulden  punt  "  zou  kunnen  noemen , ligt  natuurlijk  niet  precies  midden  in  de  lijn  AB .  Welnu , bij  de  studie  van  het  landschap  hebben  wij  je nu teneinde  eenvormigheid  en  eentonige  symmetrie  te  vermijden , aanbevolen  om  het  centrum  van  het  motief  niet  precies  in  het  centrum  van  het  papier  of  te  betekenen  oppervlak  te  plaatsen , maar  om  dit  een  beetje  naar  links  of  naar  rechts  te  verschuiven .  Zodoende  heeft  je , zonder  misschien  te  weten , reeds  de  gulden  snede  in  toepassing  gebracht . 
      Bekijken  wij  nog  eens  de  fig . 1  of  2 . 
                             AB 
    Wiskundig  is ------  ook  gelijk  aan  de  gulden  
                             OB   
    snede  en  je  zult  dat  kunnen controleren .
                             AB                        OB
     Derhalve  is -------gelijk  aan  -------hetgeen  dus                           OB                        AO                       in  overeenstemming  is  met  de  stelling  van  VITRUVIUS  :  de  verhouding  tussen  het  geheel  en  het  grootste  deel   is  gelijk  aan  die  tussen  het  grootste  en  het  kleinste  deel . 
      Ziehier  dus  het  beginsel  waarop  de  gulden  snede  berust , die  men  ook  zo  kan  beschrijven  dat  het  geheel  is  onderverdeeld  volgens  de  middelste  en  uiterste  rede  ( EUCLIDES ) . 
      Het spreekt  vanzelf  dat  wij  onze  horizontale  lijn  zouden  kunnen  indelen  door  het   " gulden  punt "   niet  aan  de  linkerzijde , maar  aan  de  rechterzijde  te  plaatsen  en  wel  op  dezelfde  wijze .  Eveneens  spreekt  het  vanzelf  dat  wij  de  delen  AO  en  OB  op  hun  beurt  volgens  de  middelste  en  uiterste  rede  kunnen  indelen  en  op  ieder  van  hen  weer  een   " gulden  punt "  kunnen  plaatsen .  Door  op  deze  loodrechte  lijnen  op  AB  te  trekken  ( men zou  het  aantal  punten  gemakkelijk  kunnen  vermeerderen  als  de  lijn  maar  lang  genoeg  is , omdat  ieder  nieuw  segment  zijn  indeling  krijgen  kan ) ,  verkrijgen  wij  een  serie  verticale  banen , waarvan  de  plaats  en  de  breedte  altijd  overeenkomen  met  de  gulden  snede .  
      Maar , zo  eenvoudig  als  dit  zijn  mag , een  compositie  is  nu  eenmaal  aan  alle  zijden  begrensd .  Om  getrouw  te  blijven  aan  de  gulden  snede , dus  aan  de  eenheid , daarbij  een  vaste  verhouding  in  acht  nemend  tussen  de  delen  en  het  geheel , zou  de  logische  oplossing  die  compositie  bevat , die  een  hoogte  heeft  die  in  dezelfde  verhoudingen  ( 1,618 )   staat  tot  de  breedte  of  omgekeerd .  Deze  hoogte  BC  ( zie  fig . 4 )  zal  dus  gelijk  zijn  aan  OB ,  immers 
     AB                                                                                                     ------== 1,618 .   Op  BC  zoeken  wij  het 
       OB                                                              
    gulden  punt , op , op dezelfde  wijze  als  wij  dat  deden  voor  de  horizontale  zijde  AB.  Op  de  tegenoverliggende  zijde  hebben  wij  dezelfde  bewerking  uitgevoerd , waarna  wij  de  verschillende  " gulden  punten "  met  elkaar  verbonden  hebben .  Naar  believen  kunnen  wij  ook  schuine  lijnen  trekken  door  de  gevonden  punten  met  elkaar  te  verbinden  met  de  hoeken  van  de  grote  rechthoek .  Uiteindelijk  onstaat  er  dan  een  lijnenspel  dat  zeer  uiteenlopende  vlakken  begrenst , ongetwijfeld , maar  die  tevens  alle  dit  gemeen  hebben , dat  zij  hun  onstaan  steeds  weer  danken  aan  de  topassing  van  de  gulde  snede .
      Deze  schept  dus  een  verband  van  ideale  verhoudingen  door  zijn  indelingen  van  lijnen , oppervlakken  of  volumes  ( die  beide  van  eerstgenoemde  afhangen ) , behorend  aan  hetzelfde  onderwerp , welk  woord  wij  hier  in  zijn  meest  uitgebreide  betekenis  gebruiken .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 49 . a , - FIG . 1 . - DE GULDEN SNEDE
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 49 . a ,

    Fig . 1 .

      Eerste  methode  om  een  lijn  volgens  de  gulden  snede  te  verdelen .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 2 . - TWEEDE METHODE - GULDEN SNEDE
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 2 .

      Tweede  methode .  Op  A  trekt  men  een  loodlijn  AD , waarvan  de  hoogte  gelijk  is  aan  de  helft  van  AB  ( dus  gelijk  aan  AM  of  MB ) .   Daarna  verbindt  men  D  met  B .
      Met  D  als  middelpunt  wordt  een  cirkelboog  DA  getrokken , die  DB  in  D'  zal  snijden .  Vervolgens  wordt  vanuit  B  een  tweede  cirkelboog  getrokken , die  DB  in  D'  zal  snijden , snijpunt  O  op  AB  is  dan  het  gezochte  gulden  punt .  



    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!