| "Poema aos homens constipados
 Lobo Antunes
 
 Pachos na testa, terço na mão,
 Uma botija, chá de limão,
 Zaragatoas, vinho com mel,
 Três aspirinas, creme na pele
 Grito de medo, chamo a mulher.
 Ai Lurdes que vou morrer.
 Mede-me a febre, olha-me a goela,
 Cala os miúdos, fecha a janela,
 Não quero canja, nem a salada,
 Ai Lurdes, Lurdes, não vales nada.
 Se tu sonhasses como me sinto,
 Já vejo a morte nunca te minto,
 Já vejo o inferno, chamas, diabos,
 Anjos estranhos, cornos e rabos,
 Vejo demónios nas suas danças
 Tigres sem listras, bodes sem tranças
 Choros de coruja, risos de grilo
 Põe-me a Santinha à cabeceira,
 Compõe-me a colcha,
 Fala ao prior,
 Pousa o Jesus no cobertor.
 Chama o Doutor, passa a chamada,
 Ai Lurdes, Lurdes nem dás por nada.
 Faz-me tisana e pão de ló,
 Não te levantes que fico só,
 Aqui sozinho a apodrecer,
 Ai Lurdes, Lurdes que vou morrer
 
 
 António Lobo Antunes
 
 (Sátira aos HOMENS quando estão com gripe)"
 | gedicht gewijd aan mannen met een verkoudheid
 
 Zweet op ´t voorhoofd , paternoster in de hand,
 Een bedkruik , citroenthee,
 papieren zakdoekjes, warme wijn met honing
 drie asperines , viks op de borst
 bange kreet , roept  vrouw
 Ai Lourdes ik ga dood .
 Meet mijn koorts ,kijk in mijn keel,
 Breng de kinderen tot zwijgen , sluit de venster,
 Ik wil noch boulion , noch slaatje,
 Ai Lourdes ,Lourdes, niets helpt
 indien gij kon inbeelden hoe ik me voel
 Ik zie de dood al ,nooit heb ik je belogen
 ik zie de hel , vlammen ,duivels,
 vreemde engelen , hoorens en staarten,
 ik zie demonen hun dans doen
 tijgers zonder strepen, bokken zonder baard
 uilgeroep en krekelgeschirp
 Leg een heiligbeeldje op mijn hoofdkussen,
 Leg mijn deken goed
 spreek met meneer pastoor
 Leg Jezus op ´t deken
 Roep meneer doktoor ,
 Ai Lourdes Lourdes, doet  het voor mij
 Maak me tisana  en krentenbrood,
 Blijf bij mij,  laat me
 hier niet alleen verkommeren
 Ai Lourdes , Lourdes Ik ga dood
 
 António Lobo Antunes
 |